Hieronder volgt een korte samenvatting van mijn bachelorproef en ook de doelgroep die ik met mijn eindwerk wil aanspreken.
Het gaat niet goed met de elektrische wagen. Dat op zich is natuurlijk niets nieuws onder de zon, maar het is nu tijd geworden om op zoek te gaan naar verklaringen en oplossingen. De zwakke punten van de technologie kunnen opgedeeld worden in twee groepen:
- Infrastructuur: in België is er een schrijnend tekort aan oplaadpalen en zijn subsidies voor elektrische voertuigen maar weinig aan de orde. De overheid lijkt meer in de ban van het fietsverkeer dan van de toekomst van de elektrische wagen. Zelfs op lokaal niveau worden er meer inspanningen geleverd.
- Technologie: de laadtijden van de batterij, die bovendien amper meer dan honderd kilometer aankan, de hoge prijzen, het hoge gewicht van de wagens
Het is zijn allemaal uitdagingen die de constructeurs moeten trotseren. Gelukkig is er sinds enkele maanden een competitie voor elektrische wagens: de Formule E, een perfect platform om de elektrische technologie verder te ontwikkelen.
Nadat ik heb aangetoond dat autosport wel degelijk een ideale testbank is voor constructeurs, vraag ik me af of die lijn ook kan doorgetrokken naar de Formule E. Ik stel de vraag aan twee bekende Belgen uit het kampioenschap: Jérôme DAmbrosio, ex-F1-rijder en enige landgenoot aan de start, en Jacky Eeckelaert, de ingenieur van Lucas di Grassi, de leider in het kampioenschap.
Mijn bachelorproef is gemaakt voor een doelpubliek dat ook een magazine als Autowereld heeft. Ik schrijf dus hoofdzakelijk voor mannen, die verstand hebben van autos en een matige tot zeer veel interesse tonen in de autosport. Ik ben dan ook voorzichtig met het gebruik van echte vaktermen, maar ik ga er wel van uit dat de lezer een bepaalde basis heeft.
|