Het najaar belooft druk te worden voor de politici,
sociale partners en pers. Niet alleen wordt er gewerkt aan een grote
staatshervorming, de regering Leterme I moet dringend verder
uitvoering geven aan haar sociaal economisch programma. Tegelijkertijd
wordt ook het interprofessionneel akkoord (IPA) voor de komende periode
onderhandeld door de sociale partners. Welzijnszorg pleit voor een
sociaal najaar. Zowel politici als sociale partners moeten hun
verantwoordelijkheid nemen. En het opnemen van die sociale
verantwoordelijkheid gaat vèèl dieper dan het discour over de
hardwerkende Vlaming of communautaire scherpslijperij. Welzijnszorg
roept alle onderhandelaars op hun verantwoordelijkheid te nemen voor de
zwakkeren en armsten in onze samenleving.
Tijdens de jaren van hoogconjunctuur, toen er geld
en middelen waren is de positie van mensen in armoede niet verbeterd,
integendeel. Nu de inflatie een hoge vlucht neemt en de basisproducten
steeds duurder worden zijn zij het die het eerst in de problemen komen.
De onderhandelingsruimte is voor politici en de sociale partners
beperkt. De federale overheid heeft weinig middelen om als smeerolie in
te zetten tijden de IPA onderhandelingen of om zelf cadeaus uit te
delen. Er zullen keuzes gemaakt moeten worden.
Een verhoging van de laagste uitkeringen en ze
welvaartsvast maken is op korte termijn nodig. Het percentage van hun
inkomen dat deze mensen moeten spenderen om te voorzien in hun
basisbehoeftes is zo ongeveer de optelsom van alle onheilsberichten
over prijzen die de laatste maanden om de oren vliegen. Stookolie,
brandstof, elektriciteit, basisvoeding, huur
allemaal pijlsnel de
hoogte in. Mensen in armoede kunnen dit niet compenseren door de
gedaalde prijs van de gps-toestellen en digitale fototoestellen. Voor
hen is de gedaalde koopkracht geen hype of een subjectief gevoel. Voor
hen, meer dan anderhalf miljoen Belgen gaat het over een concrete nood.
Politici en sociale partners hebben heel wat
mogelijkheden. De enveloppe die verdeeld wordt om de welvaartsvastheid
van de uitkeringen te garanderen ligt op tafel bij de IPA
onderhandelingen. De regering heeft een armoedeplan goedgekeurd waarin
expliciet staat dat mensen recht hebben op een inkomen dat het mogelijk
maakt om projecten te realiseren. Als een pak van onze uitkeringen
onder de internationaal aanvaarde armoederisicodrempel liggen kan dit
vanzelfsprekend niet. De sociale uitkeringen opwaarderen en op een
aanvaardbaar niveau brengen is een eerste dringende noodzaak.
Welzijnszorg onderschrijft de doelstelling om zo
veel mogelijk mensen aan het werk te helpen. Niet enkel voor het
inkomen, maar ook omdat werk voldoening geeft, zorgt voor netwerken en
sociale contacten. Werk is een hefboom uit de armoede.
Activeren heeft echter voorwaarden. Een waardig
loon, waardig werk, goede opleiding en vorming, betaalbare
kinderopvang, voldoende aan werkuren aangepast en betaalbaar openvaar
vervoer
zorgen voor productiviteit en tevredenheid bij werknemers en
werkgevers. Het is echter een illusie te denken dat zelfs met deze
voorwaarden iedereen in het reguliere circuit zal terechtkunnen. De
oorzaken zijn zeer divers. Meer en betere inspanningen in de aangepaste
tewerkstelling zijn nodig. De sociale economie moet mensen kansen
bieden. Om hun loopbaan uit te bouwen binnen deze sector of om ervaring
op te doen voor een nieuwe carrièrestap. Het mag niet verworden tot een
vergaarbak voor minimumloners. Sociale economie is een volwaardige
sector met volwaardige werknemers. Dit moet door politici en sociale
partners niet alleen gezegd maar nog meer in daden omgezet worden.
Investeringen in deze sector zullen dan ook meer mensen activeren dan
een blind repressiebeleid.
Kiezen onze sociale partners voor de grootste
gemene deler of durven zij, ook wanneer de te besteden middelen schaars
zijn, kiezen voor hen bij wie de nood het grootst is , zelfs als die
minder luid roepen, misschien minder gesyndiceerd zijn en al zeker niet
in de raad van bestuur van een bedrijf of organisatie zitten? Wij hopen
het tweede.
Welzijnszorg wil ook waarschuwen voor ondoordachte
maatregelen om de koopkracht hier en nu te verhogen. Geen van deze
maatregelen mag verder druk zetten op de eerste pensioenpijler. Recent
onderzoek van het CSB (Centrum sociaal beleid, UA) toonde duidelijk aan
dat de eerste pensioenpijler onvoldoende is. Een nieuw pensioenplan
van de overheid moet een menswaardig, d.w.z. voldoende hoog en ruim
hoger dan nu pensioen garanderen voor werknemers én zelfstandigen. Voor
de inkomensgarantie ouderen (IGO) geldt hetzelfde als voor andere
uitkeringen, een niveau onder de armoederisicodrempel is schandalig
voor een welvaartsstaat. De eerste pensioenpijler versterken is de
enige garantie voor werknemers in alle sectoren, ook deze zonder
groepsverzekeringen (tweede pijler) of die te weinig middelen hebben om
zelf bij te sparen (derde pijler). De overheid moet dan ook voluit de
keuze maken voor een algemeen solidair systeem.
De overheid heeft nog meer keuzes. Het is tijd dat
bijvoorbeeld het energiebeleid gericht wordt op mensen in armoede. Zij
hebben niet enkel het laagste inkomen om de stijgende kost te betalen.
Gezien de toestand van hun woningen en toestellen hebben ze daarbij
nog eens het hoogste verbruik. Maatregelen zoals een fiscale aftrek of
het kluwen van premies op alle mogelijke niveaus hebben voor deze
mensen geen nut. Als ze al eigenaar zijn van hun woning kunnen ze
onmogelijk de verbouwingswerken nodig voor betere isolatie of
alternatieve energie betalen. Zelfs een nieuwe koelkast met AA label is
onhaalbaar. Lokale projecten met een derdebetalersregeling voor
energiezuinige investeringen bewijzen dat zon systeem werkt. Het
voorgeschoten bedrag wordt door de automatische besparing gewoon
terugbetaald, en in tegenstelling tot een belastingsaftrek moet je er
geen 2 jaar op wachten.
Ook voor gezondheidszorgen zijn de maatregelen
dringend. De mogelijkheden zijn aanwezig, zowel wettelijk als technisch
om mensen te geven waar ze recht op hebben zonder dat ze een
administratieve molen moeten doorlopen. Wetende dat nu al 10% van de
gezinnen zorgen uitstelt om financiële redenen, moeten we niet wachten
tot de 30% die de zorgen nu moeilijk kan betalen ook uit de boot valt?
Welzijnszorg hoopt dat deze voorzet bijdraagt tot
een sociaal overleg én een nuttige staatshervorming. Centraal bij
beiden staan de mensen over wie het gaat, niet de instellingen die het
moeten uitvoeren. Wetend dat een euro maar één keer kan uitgegeven
worden, vraagt Welzijnszorg zich af wie de Vips zullen zijn die hem
krijgen: zij met het meeste macht of zij met het meeste nood? Een
populaire keuze of een juiste keuze?
Bert Dhondt
Medewerker politiek beleid Welzijnszorg vzw.
21-08-2008 om 15:51
geschreven door De Redactie 
|