Water (H2O) is een chemische verbinding van twee waterstofatomen en één zuurstofatoom. Het is het belangrijkste onderdeel van de oceanen. Wetenschappers hebben uitgerekend dat deze in totaal zo'n 1,36 miljard kubieke kilometer zeewater bevatten. In dat zeewater zitten bijna 50 ton zouten, gassen en andere stoffen opgelost.
Omdat water een uitzonderlijk hoog vriespunt en eveneens een uitzonderlijk hoog kookpunt bezit, kunnen we zeggen dat dit een zeer sterk molecuul is. Dit is waarschijnlijk ook de reden dat water al zo lang in staat is om haar dominante positie op onze planeet te behouden. Water heeft tevens belangrijke eigenschappen, die er mee voor zorgen dat leven mogelijk is op aarde.

Een watermolecuul (H2O) is opgebouwd uit twee waterstofatomen (op de afbeelding: de witte cirkels) en één zuurstofatoom (op de afbeelding: de rode cirkel).

Bovenstaande afbeelding geeft het aantal protonen en elektronen weer die in een watermolecule aanwezig zijn. We kunnen zien dat vier elektronen nodig zijn voor de binding tussen waterstof- en zuurstofatomen. Zij zorgen er dus voor dat waterstof en zuurstof bij elkaar blijven (en samen 'water' vormen). In de natuur komt water uiteraard nooit voor als één enkele molecule, maar onder de vorm van vele miljoenen moleculen die allen aan elkaar gebonden zijn. Naast de vier elektronen die nodig zijn voor de binding, heeft de molecule nog zes andere elektronen. deze ordening zorgt ervoor dat water chemisch gezien een zeer stabiele stof is. Verder brengt de verdeling 4-6 ook een zekere 'onbalans' met zich mee, die ervoor zorgt dat watermoleculen in staat zijn naburige watermoleculen aan te trekken.

Bovenstaande afbeelding toont hoe verschillende watermoleculen aan elkaar binden. In de natuur komen ze namelijk nooit afzonderlijk voor, maar altijd met vele miljoenen aan elkaar gebonden. Eén simpel waterdruppeltje (1 ml) bevat zo al snel 30.000.000.000.000.000.000.000 afzonderlijke watermoleculen!
|