
Zoveel mooie hartenwensen
stierven reeds een stille dood,
omdat men eenzame mensen
veel te laat een hand aanbood.
Er is menig blije lachje
tot een bittere plooi verstard
omdat men om t eigen hachje
meer gaf dan om t andere hart.
Er zijn vele frisse ogen
dof geworden, blind geschreid,
omdat, om ze af te drogen,
men geen zin had of geen tijd.
Er zijn veel geheven handen
moe geworden, neergeleid;
omdat geen die offerande
heeft aanvaard, en dank gezegd.
Is er niemand die je kende,
en wiens wonde niet genas,
daar men hem en zijn ellende
doodgewoon vergeten was?
Jij die samen met mij luistert
naar dit simpel kleine lied;
hoor eens of er iemand fluistert:
zie je niet, ik heb verdriet.
Heb je daaraan wat verholpen
zodat hij de zon weer ziet,
dan heeft t liedje toch geholpen.
meer pretentie heeft het niet .