We vertrokken na het ontbijt als derde boot richting Condé.
Gezien ik verwachtte dat de spits die gisterenavond nog net op tijd door sluis
Sillery kwam als eerste door de sluizen en de tunnel zou gaan en de twee andere
boten al een tijdje door waren moesten wij ons niet haasten. We gingen eerst
door de sluizen S14-LEsperance, S15-Beaumont en S16-Wez voor we aan het
Souterain van Mont-de-Billy kwamen. Net
na die laatste sluis kruisten we de Kendal (B) uit Zutendaal. In een praatje over de vhf-radio vernam ik
dat zij ongeveer 40 minuten doen door de tunnel. De schipper deelde ook mee dat wij ons zeker
niet moesten haasten gezien er nog één jacht voor de tunnel lag te wachten en
dat er eerst nog een geladen spits door de tunnel kwam.

Zicht op champagnedorp Vezeray. Hier groeit de champagne.
Aan de tunnel aangekomen bleek het een Nederlandse boot te
zijn. Later vernam ik van de schipper dat
het een 111 jaar oude Duits havensleepbootje is. Gezien wij moesten wachten op
groen licht hebben wij dan maar een boterham gegeten. De schipper van deze boot zei me dat wij maar
eerst moesten varen gezien zijn motor (Daf 656) nogal wat rookte en dat wij
daar achter hem last van gingen hebben.
Even later kwam de schipperse dan zeggen dat zij vorig jaar met twee
achter mekaar de tunnel in gevaren waren en toen dubbel rood kregen. Ik heb haar dan gezegd dat zij maar eerst
moesten varen en dat wij onze beurt wel zouden afwachten. Toen de spits Feeling (F) de tunnel uit was
kregen we groen en buren vertrokken. Ik
had verwacht dat het licht no op rood zou springen maar het bleef groen en toen
de andere boot enkele honderden meters in de tunnel was en het nog steeds groen
licht was hebben wij onze stoute schoenen aangetrokken en zijn er achterna
gegaan. Toen wij bijna met de hele
scheepslengte in de tunnel waren sprong het licht op rood.

Elke dag vlinders ! Tunnel Mont
de Billy. 111 jaar oud ! Zonder woorden. Station Sillery.
Aan het einde van de tunnel (lengte 2302 meter), na 20
minuten varen, waren we er door en lag er een afgemeerd jacht te wachten. Het
licht stond voor hem nog steeds op rood en toen wij tien meter uit de tunnel
waren zag ik het licht voor hem op groen springen. We hebben dus niets verkeerd gedaan en mag je
wel degelijk met meerdere schepen achter mekaar door de tunnel varen. Na de tunnel volgden nog de sluizen
S17-Vaudemagne, S18-Champ Bon Garçon, S19-Longues Raies, S20-St Martin,
S21-Fosse Rodé, S22-Isse, S23-Coupé en S24-Condé. Aan de laatste drie sluizen hadden we de pech
dat we achter een geladen spits, die van gisteren avond, kwamen te varen. Hij had heel wat tijd nodig om in en uit elke
sluis te geraken. Aan de derde laatste sluis besloten we dan maar een kwartier
in de sluis te blijven liggen om hem wat vooruit te laten lopen zodat we niet
steeds voor de volgende sluis moesten blijven dobberen. Aan de laatste sluis zagen we hem net buiten
varen toen wij arriveerden. Uiteindelijk
meerden we in Condé aan.
Deze avond ben ik alleen de auto in Vaudemagne gaan
ophalen. Op mijn rit vond ik een
wegwijzer van de Route St Jaques de Compostella daar waar die het Canal e
lAisne à la Marne kruist. Tevens vond
ik het voedingskanaaltje voor het bovenste pand (met de tunnel) van het kanaal
dat vertrekt in Condé. Het is een
overwelfd kanaaltje, zeg maar een soort rioolbuis van 2 meter diameter maar dan
in baksteen gemetseld, waar water door loopt dat uit de Marne in Condé wordt
opgepompt en via natuurlijk verval naar het bovenpand stroomt. Het waren
indertijd (1866) toch geen dommeriken hoor.
SL/D Sl/T VKm/D VKm/T VU/D VU/T F-WKm/D F-WKm/T U-teller
11 132 25 578 05:55 109:40 12 839 2442,2
|