Ook in dit hotel hebben we ontbijt, opnieuw met een pannenkoekenmachine, maar helaas voor Erwin is die "temporarily out of order" ... Dan maar andere dingen gegeten.
Na het ontbijt trekken we naar het Bryce Canyon National Park. Zoals aangeraden in de informatie van het park, rijden we eerst helemaal door tot het einde van het park, om dan in de terugrit te stoppen bij de verschillende uitkijkpunten. Dat blijkt een goede tip, want al die uitkijkpunten liggen aan dezelfde kant van de weg (in het terugrijden ligt de Canyon volledig aan je rechterkant).
Bryce ligt ook volledig op een hoogte van tussen de 2400 en 2800 meter, wat maakt dat de temperatuur er - in vergelijking met de voorgaande dagen - aangenaam fris is (tussen 65 en 70°F). Er staat bovendien een stevig windje, wat de gevoelstemperatuur nog aangenamer maakt. De zon blijft ook op die hoogte goed katoen geven, wat we 's avonds merken aan ons kleurtje. Deze keer is het vooral Annelies die op schouders en armen rood kleurt.
Wat typisch is aan het park zelf, zijn de "hoodoo's". Dit zijn rotsen die door de erosie gevormd zijn tot quasi alleenstaande figuren. Je zou denken dat ze door mensen zijn uitgehouwen, maar niets is minder waar, dit is volledig het werk van de natuur. De reden waarom ze - in tegenstelling tot de grotere rotsen die in hun geheel eroderen - in afzonderlijke figuren eroderen, is dat er in hun kern een hardere steensoort zit die dus minder makkelijk erodeert. In het Bryce "amphitheater" staan er duizenden van die hoodoo's, mij doen ze wat denken aan het stenen leger in China (al is dat natuurlijk door mensen gemaakt).
Nadat we alle uitkijkpunten bezocht hebben en in de omgeving wat hebben rondgewandeld, hebben we het gevoel dat we het wel gehad hebben (pas op, het is zeker prachtige natuur, maar het verrassingseffect gaat er op de duur wel at af).
Terug in Kanab aangekomen, incasseert Annelies haar eerste paar Converse schoenen (rode!). Ze blijkt gelijk te hebben dat die in de US maar de helft van de prijs van in België kosten. Bovendien was ze toe aan een paar nieuwe (heeft speciaal tot nu gewacht om die te kopen); in LA of in New York volgt waarschijnlijk nog een tweede paar. Als dat maar goed komt met het gewicht van de koffers ...
's Avonds eten we in een self service restaurant waar je buiten op het terras kan zitten (leuk, want die Amerikanen zetten volgens ons hun airco altijd veel te koud, zeker als je vergelijkt met de buitentemperaturen). Rond het terras zijn allemaal cowboy-shopjes / attributen nagebouwd; na het eten volgt dan ook een fotosessie op al die dingen.
In de kamer bekijken we nog alle tot hiertoe genomen foto's, dat begint al een aardige verzameling te worden, en kruipen daarna in ons bed.
P.S. voor opa & oma: we hebben tot hiertoe één keer tijdens een rit een aanduiding zien staan naar een Red Lobster restaurant, maar nog nooit één getroffen op de plaatsen waar we logeerden.
|