Inhoud blog
  • Dag, lief hondje
  • Vrijwilligerswerk in een dagcentrum voor personen met een mentale beperking
  • Ode aan mijn ventje
  • Monsieur le Clochard
  • Mijn eerste dag als 'blogger'...
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Le fabuleux destin...
    een zoektocht van een banaal klein meisje in een banaal grote wereld...
    18-06-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Monsieur le Clochard
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Mijn ventje – fotograaf in opleiding – wou een fotoshoot doen. We trommelden buren en vrienden op en, gewapend met een bak bier, fototoestel, parapluukes en flitsen, begaven we ons naar een vervallen pand ergens in de haven. Toen mijn ventje net begonnen was met het opstellen van zijn materiaal en de eerste foto’s genomen waren, zagen we in de verte een figuur. Een man die ons gadesloeg. Heel langzaam kwam hij vervolgens dichter. We vroegen ons af wie nieuwsgieriger was: hij of wij. Hij droeg een plastiek zakje en we wilden niet weten wat daarin zat (pipi-kleur)… Hij liep gebogen en traag, had een donkere huidskleur en zag er niet gewassen uit maar stonk niet. Twijfelend vriendelijk kwam hij ons allemaal een (vuile) hand geven. Hij sprak alleen maar Frans waardoor mijn deel van de conversatie eerder beperkt bleef. Ik begreep dat hij van Brussel kwam. Hoe had hij dat dan geregeld? Zijn schoenen waren oud en zeker drie maten te groot. Hij had gene nagel om aan zijn gat te krabben. Hoe kwam hij dan aan de tabak die hij continu rookte? Geld voor een dokter of hoestsiroopje had hij duidelijk niet. Hoe later op de avond – hij bleef onze trouwe metgezel – hoe erger het hoesten en rochelen werd. Hoe zatter hij ook werd. Het zakje bleek geen urine te bevatten maar witte wijn. Hij was op slag verliefd op de petroleumlamp die we bijhadden. De gehechtheid waaraan we proberen te ontsnappen stak zwaar de kop op. “Sorry,” probeerden we hem uit te leggen, “huwelijkscadeau… Maar we zullen je een andere brengen!” Meteen kwam bij mij het idee op om een pakketje samen te stellen met wat voedsel en drank en daar dan ook een lamp bij te steken… Of is dat fout? Moedigen we die man dan aan daar te blijven, onder erbarmelijke omstandigheden (hoewel hij wel een mooie, grote, onderhoudsvriendelijke tuin heeft!) in plaats van hulp te zoeken? Hoe kan het dat iemand, in dit luxelandje met mogelijkheden voor iedereen, toch leeft in een verlaten pand? Tegen de tijd dat we naar huis gingen, was hij echt van de wereld. Zo dronken. Hij lachte. Lachte de paar vervallen tanden bloot die hij nog had. Lachte telkens als hij mijn lach hoorde. Lachte om zijn denkbeeldige vrienden die denkbeeldige moppen vertelden. Of misschien lachte hij naar zijn denkbeeldige vrouw. Het raakte me. Hij was grappig en leek bij momenten zelfs gelukkig. Toch was hij als een foto. Een foto van een man, moederziel alleen op de wereld. Een man in een verlaten landschap. Als hij sterft, sterft hij alleen. Niemand die hem mist. We pakken onze spullen in – ook onze lamp – om naar onze knusse huizen te gaan en gezellig met zijn allen frietjes te eten. Onze nieuwe vriend blijft alleen achter. Zijn ogen naar de grond gericht. Doelloos rondslenterend op zijn land.

    Een paar dagen later gaan mijn man en ik terug. Gewapend deze keer  met een paar flessen water, enkele pakken koekjes, knäckebrood, smeerkaas (en plastieken mesjes), een paar biertjes (een beetje tegen mijn principes maar kom… tabak lieten we achterwege) en twee olielampjes (en olie). We gingen het terrein terug op. De bordjes “Verboden de terreinen te betreden – gevaar!” waren ons vorige keer niet opgevallen. Ze zagen er nieuw uit. Hier en daar zagen we aanwijzigingen dat hier één of meer mensen wonen. Een gore matras onder een loods, wat houten kratten die dienst leken te doen als nachtkastje (zonder inhoud welliswaar), een fles drank. En verderop de woonkamer: een oude zetel met een paar versleten schoenen ernaast en twee planken die dienst deden als deur en de ruimte ietwat afsloten. “Hallo?!” riep ik. En nog een keer. Maar onze vriend was niet thuis. We lieten de spullen achter en vertrokken weer. Misschien komen we binnenkort terug om te kijken of de zakken weg zijn. Misschien laten we dan een nieuw voorraadje achter. Zou hij er iets mee zijn? Of is hij gedoemd om eenzaam en arm achter te blijven? Om moederziel alleen te sterven aan de rand van een samenleving die lijdt aan een ziekte die deze tijd kenmerkt: die van onverschilligheid en onbegrip. Die van ‘ik’ en ‘mijn’.

    18-06-2010 om 13:57 geschreven door Amélie  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (3 Stemmen)
    Tags:zwerver
    17-06-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mijn eerste dag als 'blogger'...

    Een leeg blad staart me aan. Uitdagend: kom op dan! Je had zoveel te vertellen! En ja, dat is zo. En toch ook weer niet. Het lijkt allemaal zo banaal, de dingen die me bezighouden.

    Ben ik gelukkig?

    Zal ik het ooit worden/blijven?

    Ben ik in staat mijn lieve man gelukkig te maken? En mijn hondjes?

    Zal ik ooit een job vinden die ik niet beu word?

    Mensen om mij heen baren. Excuseer… krijgen kinderen. De één na de ander. Mensen waarvan we dachten dat ze – net als wij – bewust kinderloos zouden blijven of er toch nog een tijdje mee wachten. Nee meneer, ook zij!

    Net 30 geworden. Tot voor kort overtuigd kinderloos. Tot mijn beste vriend zijn vrouwke zijn kind op de wereld zette. Tot ik daar, twee dagen nadat dat dropje zijn eerste licht zag, op bezoek ging.

    “Tilt!” zeiden mijn hormonen. Alle troepen verzamelden zich naar mijn buik. Marcheerden naar mijn hart, deden mijn mondhoeken krullen en mijn ogen glinsteren.  Mijn onderbuik voelde plots zo nutteloos en leeg. Wat was dit mooi! Dat kleine wonder. Ik zag de moeder stralen, zag de vader vertederd kijken zoals ik hem nog nooit heb zien kijken. Zij… Zij die van het leven genieten, houden van verre reizen, drank en uitgebreid gaan eten. Ook zij waren gezwicht voor het ouderschap. Ook zij waren bereid geweest hun zorgeloze leventje op te geven voor een leven met kinderen.

    Het stond vast! Ik wou er ook zo eentje! En mijn lieve man dacht “nu dat weer” maar glimlachte lief en probeerde me zacht te overtuigen van al de voordelen van het niet-kinderen-hebben. Ik las en las. Boeken over kinderen, boeken over het gezin (nee, daar moet ik nog in beginnen: “De waanzin van het gezin”, klinkt veelbelovend, nee?). En herken mezelf er vaak in. Tenminste tot voor het mama worden, want hoe het daarna zou zijn met mij… dat weet ik niet (wil ik het weten?)… Twijfelen, twijfelen, want iedereen krijgt kinderen, het wordt bijna verwacht van je omgeving en de maatschappij. We willen geen kinderen omdat iedereen kinderen krijgt. We willen een kind als we daar zeker van zijn. Als we ons er ‘klaar’ voor voelen (als je daar ooit ‘klaar’ voor bent). Mijn ventje heeft gelijk als hij zegt: we hebben het zo fijn samen, onder ons tweetjes. En dan denk ik: “ja, hij heeft gelijk”. En toch lijk ik iets te missen. Het voelt als een oerinstinct. Een ongekend verlangen naar het onbekende. Ik denk dat dit zowat de enige beslissing is die je nooit meer kan terugdraaien. Misschien dat ik daarom blokkeer. Dat we daarom gezellig samen blokkeren. Wie zal het zeggen.

    17-06-2010 om 21:00 geschreven door Amélie  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (6 Stemmen)


    Archief per week
  • 07/03-13/03 2011
  • 02/08-08/08 2010
  • 19/07-25/07 2010
  • 14/06-20/06 2010

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs