rouw (van Germ. hrouwen, verwant met Eng. sorrow en Sanskrit karuna) ontstaat als reactie op het verlies van iemand die een grote betekenis had in het leven van de nabestaande. De pijn van dat gemis is de prijs die men betaalt voor de band met de overledene. Rouwenden moeten hun leven opnieuw afstemmen, de geliefde persoon is immers voorgoed weg. Rouwen is om die reden een proces van aanpassen. Hoe lang het rouwproces duurt, is voor iedereen verschillend.
Iedereen maakt ingrijpende verliezen mee: niet alleen door de dood maar ook door het leven. Verlies van het werk, van een huwelijk, van vriendschap, van gezondheid zijn voorbeelden van betekenisvolle verliezen. Ook de verliezen die wij ervaren door de natuurlijke loop van het leven, zoals wanneer de kinderen het ouderlijk huis verlaten, het nooit weerzien van goede vrienden of bij het afsluiten van het arbeidzame leven, kunnen ingrijpend zijn. Eén van de ingrijpendste verliezen waarvoor een mens zich geplaatst ziet is het verlies van een dierbare door overlijden.
|