Het paard bestaat al zo'n 70 miljoen jaar.De paarden van toen hadden een heel ander uiterlijk.Vele oersoorten zijn reeds uitgestorven. Toch heeft de mens het paard veel later leren gebruiken. Men vermoedt dat dit 3500 jaar geleden begon. Het tam maken van deze dieren was een moeilijke taak. Er bestaan nu ongeveer 200 pony en paardenrassen. Je kan een pony en een paard makkelijk uit elkaar kennen. Een paard is groter dan een pony. De pony heeft kortere benen en de buik is ronder.
Gebruik:
Het paard is een nuttig dier. Het wordt / werd gebruikt om:
karren te trekken
hulp op het veld
voor de (ruiter)sport
als voedsel
Ik wil eerst wat vertellen over de kleding.
Het is belangrijk dat je geen wapperende kleding aan hebt, zoals een sjaal of een loshangende jas. De paarden kunnen daar van schrikken. Op het hoofd draagt men een tok. Een paar rubber of lederen laarzen en een rijbroek.
De tok dient vooral voor de veiligheid.Het beschermt je tegen takken bij een ritje in de natuur of bij een eventuele val.
De rijlaarzen passen perfect aan het been. Achteraan kan je sporen bevestigen.
Een ruiterbroek zorgt ervoor dat men zich niet doorrijdt. (d.w.z. dat men geen wonden krijgt door het schuren)
Als je leert paardrijden heb je deze kledij echt nodig.
Het paardrijden zelf:
Je klimt op een paard (dit is niet zo makkelijk dan het lijkt) en neemt de teugels tussen je middenvinger en je ringvinger. Je geeft een zachte por in de buik met je voet of je geeft een tik met je zweepje. Daar gaan we dan, maar goed op de hoefslag blijven hoor. De hoefslag is een lijn die door de hele piste gaat. Er zijn drie gangen: de stap, de draf en de galop. Deze zijn belangrijk bij het paardrijden.
De tanden en ouderdom:
Uiteraard heeft een paard ook tanden... Veulens en paarden jonger dan 5 jaar hebben melktanden en kiezen. Vier snijtanden en vier kiezen. Vanaf 6 tot 8 jaar is er het blijvende gebit. Er zitten dan in elke kaak 6 snijtanden en 12 kiezen. Op latere leeftijd laat het paard de onderlip vallen, men geeft dit een leuke benaming, nl een centenbakje. Ook krijgt het kuiltjes boven de ogen met daarin grijze haartjes. De grijzen haren merken we dan ook op in de manen en de staart. Aan de slijtage van het gebit kan men de ouderdom bepalen.
Voedsel:
Een paard is een planteneter. Het eet gras, hooi, haver, stro en af en toe wel eens een appeltje of wortel. Als je een paard eten wil geven, doe je dat door je hand plat te leggen en het paard het rustig te laten opeten. In de wei neemt een paard het gras met zijn lippen beet. Een paard drinkt veel. Gemiddeld zo'n 30 tot 50 l water per dag.
Benadering:
Vele mensen willen paarden aaien. Dit is natuurlijk positief. Toch moet je een paard altijd rustig benaderen. Je moet het paard waarschuwen door het zachtjes aan te spreken of een schouderklopje te geven. Voelt een paard zich onrustig dan kan het stampen...en geloof mij gerust zo'n hoefijzer komt aan!!!!
Verzorging:
Een paard vraagt veel verzorging. Als je ooit wil paardrijden moet je deze taak er met plezier bijnemen. Doe je dit niet dan kan je beter een andere hobby kiezen. Hieronder vind je een overzicht van het materiaal dat je nodig hebt om een paard te verzorgen.
Hoefkrabber
Hoefkrabber met borstel
Manenkam
Massageborstel
Zachte borstel
Roskam
Geslacht + voortplanting:
Er zijn zoals je waarschijnlijk al weet de merrie, de hengst en de ruin. De merrie = het vrouwelijk paard De hengst = het mannelijk paard De ruin = een gecastreerde hengst Het veulen = het jong
Eens de merrie drachtig is of zwanger van een veulentje, duurt de zwangerschap 11 maanden. Meteen na de geboorte drinkt het veulen de eerste moedermelk of biest genoemd. Deze bevat veel voedingsstoffen die dient als bescherming tegen ziekten. Het veulentje blijft 5 tot 6 maanden bij de moeder. Wist je dat wij ook paardenmelk kunnen drinken? Deze is zeer krachtig en zoet. Het smaakt helemaal anders dan koeienmelk. Na mijn spreekbeurt heeft iedere leerling van de paardenmelk mogen proeven. Deze melk is duurder dan gewone melk en je mag er niet zoveel van drinken. Er bestaan dus paardenmelkerijen. In Lint (nabij Lier) vind je zo een paardenmelkerij.
Enkele leuke links naar paardenmelkerijen in Vlaanderen
Klik op logo
Paardenmelkerij
Den Horst
Bij verveling in de stal geeft men het paard een Horsebal. Hier is hij enkele uurtjes zoet mee.
Jullie weten misschien ook dat paarden verschillende patronen of tekeningen kunnen hebben. De patronen op het voorhoofd noemt men een bles. Deze hebben altijd een verschillende vorm.
Bouw van een paard:
Hieronder vind je twee tekeningen die alles vertellen.
De anatomie
Zo ik hoop dat je iets geleerd hebt over paarden en hun verzorging. In ieder geval vind ik het prachtige dieren
Onze meester heeft beloofd dat we met onze klas de paardenmelkerij te Lint gaan bezoeken.
Lindsey
Verzorging van het paard
De stal/box
Staat een paard op stal dan moet er voor gezorgd worden dat die schoon droog en tochtvrij is. Een goede stal laat voldoende frisse lucht en voldoende licht toe en heeft een constante temperatuur van circa 10-15°C. De afmetingen zijn minstens 3x3m. met een deuropening van minimaal 1m. In de stal/box moeten een ruif, voerbak, drinkbak en liksteen aanwezig zijn. De ruif is zit ongeveer op borsthoogte, zodat het paard het hooi in zijn normale houding kan eten. De brokken worden gegeven in de daarvoor bestemde voerbak. Tegenwoordig zijn de stallen voorzien van automatische drinkbakjes die aangesloten zijn op de waterleiding. De liksteen zorgt ervoor dat het paard voldoende zout krijgt. Op de vloer kunnen stro of (hele dunne) houtkrullen gestrooid worden, zodat het paard een goed en droog ligbed heeft. Natuurlijk zal dat niet lang droog blijven en daarom moet er tijdig uitgemest en bijgestrooid worden, minimaal een keer per week. Dit is heel belangrijk, omdat het slecht is voor de hoeven van een paard als het lang in een vochtige ondergrond moet staan. Hij kan dan "mok" krijgen: een ziekte aan de hoef.
Poetsen
Bij de verzorging hoort ook een goede borstelbeurt. Dit is niet alleen om hem mooi te laten uitzien, maar heel goed voor de huid. Het uiterlijk komt pas op de tweede plaats. Een paard dat veel in de wei staat, heeft huidvet nodig om zich tegen kou en regen te kunnen beschermen. Door te rollen in het zand wordt de huid voldoende gemasseerd.
nog maals de verzorging
Een paard dat rolt is bezig met een huidmassage
Poetsmiddelen
Voor het poetsen gebruiken we een roskam van ijzer, rubber of plastic, een harde borstel, een zachte borstel, een wrijflap van wol of badstof, een manenkam en een spons.
Hoe moet er gepoetst worden?
Eerst gaan we flink rossen met de roskam om het grove vuil en de losse haren te verwijderen. De roskam moet je af en toe flink uitkloppen. Begin linksboven aan de hals en werk van daaruit met cirkelvormige bewegingen naar achteren. Roskam vervolgens de de rechterkant op dezelfde manier.
Hierna pakken we de harde borstel om het losse vuil te verwijderen en dan wordt nageborsteld met de zachte borstel of doek, waardoor de huid gaat glanzen. Vervolgens halen we met de harde borstel het vuil uit de manen. De manenkam wordt alleen gebruikt om de manen uit te dunnen. De staart wordt zo min mogelijk geborsteld. Om zo weinig mogelijk haren uit te trekken, kunnen strootjes e.d. er beter met de hand worden uitgeplukt. Als de staart erg vuil is, kan hij beter met lauw water en groene zeep of speciale paarden-shampoo gewassen worden. De spons is vooral nodig om na het rijden het stof uit de ooghoeken en neusgaten te halen.
Hoefverzorging
De hoeven hebben ook aparte verzorging nodig. Met een hoevenkrabber, een harde borstel en een kwast kunnen die regelmatig schoongemaakt worden aan de onderkant. Dit kan het beste gebeuren voor en na het rijden. Vooral na een buitenrit is dit belangrijk. Er kunnen nl. steentjes inzitten. Het paard zal ongetwijfeld kreupel worden als die lang blijven zitten. De hoefzool wordt uitgekrabt met de hoevenkrabber, vooral de straalgroeven en de rand tussen het ijzer. Je moet wel zelfverzekerd om een "pootje" vragen, want anders zullen ze hun hoef niet optillen. Je moet dus niet te bang zijn, want paarden voelen dit heel goed aan.
ALGEMENE INFORMATIE: Cavia's zijn overdag actief en laten zich gemakkelijk aaien en aanhalen. Ze zullen zelden bijten. Het zijn groepsdieren, huisvest ze dus liever niet alleen. Ze maken talrijke geluiden zoals piepen, knorren, fluiten... Cavia's worden gefokt in allerlei kleuren en verschillende haarstructuren
OORSPRONG: Cavia's komen uit Zuid en Midden Amerika. Naast de cavia, waarvan onze huiscavia afstamt leven er nog andere cavia-achtigen zoals de rotscavia, de dwergcavia en de wezelcavia.
LEVENSVERWACHTING EN DRAAGTIJD: Gemiddeld wordt een cavia tussen de 5 en 8 jaar. Vanaf 6-8 weken zijn ze geslachtsrijp. De draagtijd duurt ong. 68 dagen. Meestal worden 2-5 cavia's geboren. De jongen hebben bij hun geboorte een volledig ontwikkelde pels en hun oogjes zijn al open. Ze kunnen vanaf de eerste dag lopen en hooi en ander voedsel tot zich nemen. Een 3-tal weken worden ze door de moeder gezoogd en op de leeftijd van 4-5 weken mogen ze van de moeder gescheiden worden.
HUISVESTING EN VERZORGING: De belangrijkste eisen van een caviaverblijf is dat het droog en vrij van tocht moet zijn. In de dierenspeciaalzaak zijn verschillende kooien voor cavias te koop. Er zijn kooien van traliewerk en kooien geheel van plastiek. Beiden hebben hun voor en nadelen. Plastiek kooien beschermen goed tegen tocht en om de kooi ontstaat minder rommel. Een nadeel is dat ze geen deurtje hebben waardoor de cavia in en uit kan lopen. Traliekooien hebben meestal wel een deurtje. Cavias gaan soms wel aan het traliewerk knagen wat vrij irritant kan zijn. Cavias lopen en springen in hun kooi waardoor veel rommel buiten de kooi terecht komt. De bodem van hun verblijf moet bedekt worden met een laagje houtkrullen. Voor het voer is een zware etensbak die niet omgegooid kan worden het meest geschikt. Cavias drinken ook veel, dus is het beter een niet te kleine drinkfles te kopen. Verder hebben ze nood aan een schuilplaats in de vorm van een huisje, buis of iets dergelijks. In principe kunnen cavias goed tegen kou. Ze kunnen dus ook buiten gehouden worden mits ze reeds in de zomer daar aan gewend worden en men de nodige voorzieningen treft. In hun verblijf moet een nachthok, goed gevuld met stro, staan. In de zomer mag het hok ook niet de hele dag in de zon staan, cavias kunnen slecht tegen warmte. Wanneer men besluit de cavia buiten te huisvesten neemt men best twee of meer dieren omdat ze dan in de winter warmte van elkaar hebben (het zijn trouwens groepsdieren die alleen gehouden niet in optimale omstandigheden kunnen leven).
VOEDING: Om een cavia gezond te houden moet men voor zorgen dat hij iedere dag beschikt over krachtvoer, hooi, groente en water. Krachtvoer is kant-en-klaar in de dierenwinkel te verkrijgen. Sommige zijn met extra vitamine C, wat voor de cavia van levensbelang is, want hij kan deze vitamine niet zelf aanmaken. Vitamine C kan ook in het drinkwater gegeven worden. Hooi moet ook altijd ter beschikking zijn. De cavia heeft het nodig voor een goede werking van zijn darmen. Groenvoer mag altijd ruim gegeven worden, maar mag het krachtvoer niet vervangen. In rode paprika, spruitjes, broccoli, andijvie, appelsien, appel, witlof, wortel en komkommer zit bovendien ook vitamine C. Het drinkwater geeft men het beste in een drinkfles. In een bakje wordt het snel vuil of omgegooid. Gedroogd brood of knabbelstokjes uit de dierenspeciaalzaak hebben ze nodig voor hun tanden.
Ik ben ceve, en gebruik soms ook wel de schuilnaam venu.
Ik ben een man en woon in (belgie) en mijn beroep is student.
Ik ben geboren op 08/08/1994 en ben nu dus 31 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: ce: voetballen ve:paardrijden.
ce=jongen ve=meisje