De schapen zijn op Texel al heel lang aanwezig, er zijn geschriften uit 1477 waaruit blijkt dat er toen al veel schapen op Texel liepen. Tot 1860 waren dit voornamelijk zogenaamde Pijlstaarten, een ongehoornd, sober ras met goede wol maar matig bespierd. Rond 1860 werd dit ras eerst gekruist met de Leichester, later ook met de Lincolnshire. Daardoor ging zowel de bevleesdheid als de wolkwaliteit vooruit.
Het oprichten van het Texels Schapenstamboek in Noord-Holland (afgekort T.S.N.H.) in 1909 bracht wat meer structuur in de fokkerij, het kruisen stopte, en er werden raskenmerken vastgesteld. Langzamerhand ontstond daarna het Texelse schaap, ook wel bekend als de Texelaar, met een groot aanpassingsvermogen en een goede vleeskwaliteit.
1907
1975
heden
Na 1960 is er vooral gefokt op de bespiering en de vlees/beenverhouding welke de Texelaar de huidige wereldfaam heeft bezorgd. Het Texelse schaap wordt in Nederland Texelaar genoemd, in het buitenland vaak Texelsheep of kortweg Texel. Daarnaast is er de Beltex, wat eigenlijk ook gewoon een Texelaar is, die via België naar Engeland is gegaan.
De omvang van het ras
Toen het stamboek werd opgericht kwamen de Texelaars voornamelijk voor in Noord- en Zuid-Holland, maar daarna verspreiden ze zich ook over de andere provincies. Ook in andere landen raakte de Texelaar bekend om zijn vleeskwaliteit zodat er ook export ontstond naar Engeland, Frankrijk, Denemarken, België en later ook naar Amerika, Australië en Nieuw-Zeeland. De laatste jaren vond er export plaats naar onder andere Italië, Portugal, Rusland, Noord-Ierland, Duitsland en Brazilië. De op deze site aanwezig fokkers op Texel hebben een gezamenlijke populatie van zo`n 2200 dieren.
Uitgangspunt
Het uitgangspunt voor de fokkerij van de Texelaar is een schapenfokkerij die gericht is op de meest economische vleesproductie, met behoud van voldoende rastypische eigenschappen. De Texelaar heeft daarbij de volgende funkties:
Slachtlamvaderdier De fokkerij en selectie zijn gericht op de afzet van dekrammen voor de productie van slachtlammeren.
Slachtlammoederdier De fokkerij en selectie zijn gericht op de afzet van fokooien voor de productie van slachtlammeren. De genetische aanleg voor de beide funkties kan in een schaap aanwezig zijn.
Rasbeschrijving
De Texelaar is een middelzwaar schaap, dat een keer per jaar aflamt. Volwassen ooien werpen en zogen doorgaans twee lammeren per worp. De eerste worp kan reeds op eenjarige leeftijd van een ooi plaatsvinden. De Texelaar heeft een zeer goede slachtkwaliteit. De vetbedekking is optimaal. Het lichaam van de Texelaar is ruimgebouwd, balkvormig en doet massaal aan. De kop is sprekend, heeft goede verhoudingen en is voorzien van een recht neusbeen en een brede bek. Verder is een zwarte neusspiegel en een blanke beharing gewenst. De hals is voldoende lang en correct geplaatst. De romp is in zijn geheel best bespierd, met extra gevulde lenden en dijen. De voor-, midden- en achterhand vormen een evenredig geheel. De voorhand is breed en diep, met een goed geplaatste, vrij lange schouders een voldoende ver naar voren doorlopend borstbeen. De middenhand is lang, breed met voldoende diepte in de ribben en brede, sterke lendenen. De achterhand is breed terwijl het kruis lang en licht hellend is. Het beenwerk is fijn van structuur, droog en krachtig. Het is zowel in gang als in stand correct. De wol is fijn, gesloten en vast gestapeld en bevat geen overtollig wolvet. De romp is bedekt met een witte vacht. De kop en benen zijn onbewold maar bedekt met wit haar. De staart is fijn en heeft een passende lengte.
Een volwassen ram weegt circa 95 kilo en heeft een schofthoogte van circa 70 centimeter Een volwassen ooi weegt circa 75 kilo en heeft een schofthoogte van circa 68 centimeter. FOKERs
lametjes
Clun Forest schapen
de lammetjes
De jaarlijkse geboorte van de lammetjes is een van de leukste momenten bij het fokken van schapen. Gelukkig lammeren Clun Forest schapen gemakkelijk en zijn er meestal geen problemen met de geboorte. De ooien kunnen het vrijwel altijd zelf af en we hebben maar zelden de veearts nodig. De meeste lammetjes staan binnen 15 minuten na de geboorte op de poten. Het is bijzonder om te zien dat ze vrijwel direct de juiste plek bij moeder weten te vinden om aan melk te komen. Vaak zie je de lammetjes enkele uren na de geboorte al de eerste huppelsprongetjes maken.
De lammetjes worden meestal in de stal geboren, maar zodra ze een week of twee oud zijn en het weer goed is gaan ze graag met hun moeders naar buiten.
Als de lammetjes geboren worden zijn ze donkerbruin/grijs, soms iets gevlekt. Na ongeveer 7-8 weken krijgen de lammeren hun mooie roomwitte vacht.
In hun eerste jaar krijgen de jonge ooien meestal één lam, soms twee. Daarna krijgen ze meestal een tweeling of een drieling. Een vierling komt ook af en toe voor!
De eerste lammetjes. Na de geboorte waren ze snel op de been. Op deze foto´s zijn ze nog geen 24 uur oud.
Dezelfde lammetjes als hiernaast. links Nu zijn ze 2 dagen oud. Ze waren erg levenslustig en sprongen al vrolijk door het hok.
Wij hebben de ooilammetjes die hierboven op de foto staan zelf aangehouden omdat ze zich bijzonder goed ontwikkelden en uit onze nieuwe Engelse bloedlijn van de Guifron Flock komen. Aardig is dat ze nog steeds vaak bij hun moeder in de buurt te vinden zijn. Je ziet ze veel met z´n drieën grazen. Ze zijn evenals hun moeder weer in oktober gedekt en in maart verwachten we van alle drie weer lammetjes. Hieronder twee foto´s van het groepje (begin november)
Het moederinstinct van Clun Forest schapen is bijzonder goed ontwikkeld, zodat ooien altijd uitstekend voor hun lammeren zorgen. Het komt normaal gesproken bij een Clun Forest schaap nooit voor dat een lam niet door de moeder wordt geaccepteerd.
Onze trotse ooi Polly met een vierling. Op de foto zijn de lammeren twee weken oud. Alle vier lammeren groeiden voorspoedig op. Dit clubje had veel bekijks bij de Clun Forest stand op de Dag van het Schaap te Utrecht in 1998. Ook in 1999, 2000 en 2001 kreeg Polly een vierling! In 2002, 2003 en 2004 kreeg ze een drieling. Dit jaar kreeg ze weer een mooie tweeling. Polly is nu ruim 11 jaar oud en heeft al 31 lammeren grootgebracht. Ze is nog steeds in goede gezondheid en laat zich door de andere ooien nog niet de kaas van het brood eten.
In juni worden alle lammetjes geïnspecteerd voordat ze in het stamboek kunnen worden geregistreerd. Uit deze lammeren selecteren wij de beste om de kwaliteit van het Clun Forest schapenras in stand te houden en verder te ontwikkelen. Wij letten dan vooral op de specifieke raskenmerken, maar ook op een goede groeiontwikkeling.
Een jaarling ooi met ooilam van 5 weken oud. Het ooilam is later heel mooi uitgegroeid en werd in augustus 2000 reserve kampioen bij de ooilammeren. In 2002 werd ze nationaal kampioen in de categorie volwassen ooien. Op 28 februari 2003 werd ze moeder van een leuke drieling.
Veel bezoekers van Artis blijven geboeid voor het verblijf van één van de apensoorten staan. Of de apen eten, spelen, lopen, of gewoon een beetje voor zich uit zitten te kijken; de mensen kijken er graag naar omdat ze zoveel van zichzelf herkennen. De vorm van de schedel en het gezicht van apen lijken een beetje op die van mensen. De ogen staan naast elkaar en de oren zijn precies als die van ons. Apen hebben handen, net als wij. Meestal met vijf vingers en met platte nagels in plaats van puntige klauwen. De voeten zijn plat, en lijken op een mensenvoet. Apen kunnen rechtop lopen, al doen ze dat niet zo vaak. Zelfs het gedrag van apen lijkt op mensengedrag. Geen wonder dat de apen in Artis zoveel bekijks hebben.
De oerang oetan is een mensaap uit Indonesië. Het is niet zo vreemd dat mensen zichzelf herkennen in apen.
Handen om te grijpen.
Apen hebben handen waarmee ze iets kunnen vasthouden. Er zijn meer dieren die dat kunnen, bijvoorbeeld de hamster of de eekhoorn. Die zitten wel eens rechtop van een nootje te knabbelen dat ze tussen de voorpoten hebben geklemd. Maar apen kunnen echt iets pakken, ook met één hand. Ze hebben een duim die veel beweeglijker is dan de andere vingers. Alleen apen en mensen hebben zo'n 'opponeerbare duim'. Daardoor zijn de handen van apen veel meer geschikt om te grijpen dan de pootjes van de hamster of eekhoorn. Een apenduim is korter dan een mensenduim. Want veel apen klimmen in bomen, en daarvoor is een lange duim ongeschikt.
Het kleinste aapje ter wereld is de dwergoeistiti. Hij kan vliegensvlug over de takken rennen.
Een staart voor evenwicht.
De apen uit Zuid-Amerika leven in het tropisch regenwoud. Het zijn echte boombewoners. Ze zijn meestal klein, en ze hebben een staart waarmee ze zich goed in evenwicht kunnen houden als ze over de takken rennen. Sommige apen hebben een grijpstaart. De beste grijpstaart is die van de slingeraap. Hij is de enige die echt aan zijn staart kan slingeren, met handen en voeten vrij in de lucht. Het kleinste aapje ter wereld is de dwergoeistiti. Hij is niet veel groter dan een muis, en weegt maar 85 gram! Hij rent met vier pootjes razendsnel over de takken. De dwergoeistiti behoort tot de Zuidamerikaanse klauwaapjes. Klauwaapjes hebben scherpe klauwtjes in plaats van platte nagels.
Baas boven baas.
Niet alle apen zijn boombewoners. In Afrika en Azië leven veel apensoorten in grote groepen op de grond. Grondapen hebben een korte staart. Bavianen trekken met z'n allen over de Afrikaanse savanne. Alleen bij gevaar vluchten ze de boom, en 's nachts slapen ze er. Op de apenrots in Artis leven de Japanse Makaken. Ook zij zijn grondbewoners die in grote groepen leven. In zo'n groep heerst er een strenge rangorde. De sterkste apen zijn de baas over de minder sterke apen. Wie het hoogst in rangorde staat, krijgt de mooiste slaapplaats en het beste voedsel. Wie laag in rangorde staat, moet steeds op zijn hoede zijn. Soortgenoten verjagen hem gemakkelijk van een fijne plek en proberen lekkere hapjes af te pakken.
Mensapen.
Dan zijn er nog de grote mensapen: de gorilla en chimpansee uit de bossen van Afrika, en de orang oetan uit de wouden van Indonesië. Zij lijken van alle apen nog het meest op mensen. Men heeft ontdekt dat mensapen gemakkelijker iets kunnen begrijpen dan andere dieren. Een chimpansee die niet bij hoog hangende bananen kan komen, kan zelf verzint zelf dat hij ze wél te pakken krijgt als hij op een kistje gaat staan, of er met een stok naar slaat. De orang oetans in Artis mogen soms tekenen. Ze begrijpen dat ze met de kleurtjes over het papier moeten gaan. De verzorgers in Artis verstoppen soms honing voor de gorilla's in kleine gaatjes in hun verblijf. De gorilla's gebruiken stokjes om de honing eruit te halen.
De gorilla is een mensaap uit Afrika.
Vastgeklemd aan moeders borst
Een babyaap klemt zich vast aan moeders borst. Daar is het warm en veilig en daar zijn ook de tepels voor melk. Terwijl moeder klimt, klautert, loopt of rent, houdt het jong zich stevig vast. Dag en nacht, dag in dag uit. Als het jong groter is, verhuist het naar de rug. Het kijkt nieuwsgierig in het rond en leert een heleboel over het echte apenleven. Hij leert hoe hij zich moet gedragen in een groep, en wat hij wel en niet kan eten. Apen zijn een groot deel van de dag op zoek naar voedsel. Het zijn alleseters. Ze eten vooral veel zaden, noten, wortels en vruchten, en soms eten ze vlees. Ze halen bijvoorbeeld een vogelnestje leeg, vangen een muis, of eten sprinkhanen op.
Vlooien Apen vlooien elkaar.
Dat zie je ze in Artis ook vaak doen. De ene aap plukt pluisjes, schilfers en zandkorrels uit de vacht van een andere aap. Vlooien is eigenlijk geen goed naam, want apen hebben zelden vlooien, juist omdat ze hun vacht zo goed laten verzorgen. Vlooien versterkt de band. Moeders vlooien hun jongen, en groepsgenoten vlooien elkaar. Wie hoog in rangrode staat wordt gevlooid door een aap uit een lagere orde. De aap die het minst te vertellen heeft, wordt dus bijna nooit gevlooid!
De mandril is een grondaap uit Afrika. Vooral het mannetje is mooi gekleurd. Soms zie je ze in Artis vlooien. Dat versterkt de band.
Impulsief een hond in huis halen is het slechtste dat je kan doen, zowel voor je hond maar ook voor jezelf. Bedenk dat je ongeveer de volgende 15 jaren de volle verantwoordelijkheid zal dragen over de hond.Hoe kiest u een hond die bij u past? Er zijn verschillende punten waarmee u rekening moet houden zoals: de grootte, het gewicht, de beharing, het karakter van de hond, maar ook uw levenswijze, uw eventuele ervaring met honden, het gezin en de tijd die u aan uw viervoetige vriend kunt besteden.
Ieder zijn ras.
Ieder ras heeft zijn specifieke en fysieke eigenschappen (grootte, lang haar, lange oren...)
maar ook zijn karakter en gedrag ( rustig, nerveus, waakhond, jachthond...)
Kies dus geen hond zuiver en alleen op zijn schattig uiterlijk zonder daarbij rekening te houden met de volgende punten:
- de beschikbare ruimte
- de tijd dat u eraan zal kunnen besteden
- de beweging die u hem kunt geven
- het maandelijks budget
- uw persoonlijke ervaring
Beschikbare ruimte.
De ruimte van uw woning en tuin of een stukje groen ergens in de buurt zullen ook van belang zijn bij de keuze van een ras. Waar dat een Vlinderhond of een Poedel zich perfekt zal thuis voelen in een beperkte ruimte zal een Ierse Setter of een Deense Dog gek worden en u ook als deze niet de mogelijkheid hebben om zich uit te leven.
Bovenwoning zonder lift: kleine honden die goed ter been zijn, zoals Terriers. Geen honden met korte poten en een lange ruggegraat, zoals Teckels.
Bovenwoningen met lift: kleine honden, die slecht kunnen traplopen, zoals Teckels, Mopshonden, Chihuahua's en andere kleine honden.
Huis met tuin: alle soorten honden, in verhouding met de grootte van je tuin.
Tijd.
De hond is van origine een meutedier en heeft daarom dus behoefte aan gezelschap. Hij moet kunnen spelen, wandelen en heeft aandacht nodig. Bepaalde rassen zoals een Teckel kunnen 8 tot 10 uur eenzaamheid verdragen. Andere zoals de Beagle kunnen er jammer genoeg niet tegen om lang alleen te blijven. Heeft u de tijd, het geduld en het doorzettingsvermogen om een hond op te voeden wanneer hij lastig mocht blijken? Kunt u ertegen als de hond met vuile poten uw woning of uw auto binnenstapt? Heeft u dagelijks een uur of twee tijd voor uw hond? Bent u zelf net zo aanhankelijk en trouw als u van uw hond verwacht?
Beweging.
Grote rassen zoals de Border Collie of Windhonden hebben natuurlijk veel meer beweging nodig dan bv een Yorkshire Terrier. Dit heeft niet altijd te maken met de grootte van de hond maar ook met zijn temperament. Bv: een Engelse Cocker Spaniel, een middelgrote hond vraagt toch om veel beweging en dit door zijn nogal actieve aard. Daarentegen heeft in verhouding de Dogue de Bordeaux die toch heel groot en zwaar gebouwd is, veel minder beweging nodig. En wandelt u graag, ook bij minder mooi weer?
Het budget.
Onnodig te zeggen dat een kleine Poedel minder zal kosten qua voeding dan bv een Deense Dog. Maar vergeet niet dat er nog andere kosten zullen bijkomen zoals het jaarlijkse bezoekje aan de dierenarts voor zijn vaccinatie(s). Heeft u voldoende geld om onverwachte kosten van de dierenarts te kunnen betalen? Een eventueel bezoekje aan een toilettage (voor langharige honden), de kosten voor een verblijf in een hondenpension tijdens de vakantie...
Kennis betreffende de opvoeding van een hond.
Als u nog nooit een hond hebt opgevoed dan is het beter dat u een rustig en niet zo dominant ras kiest zoals bv: een Labrador. Kiest u voor een koppig ras en mist u de nodige autoriteit en ervaring, dan is het vast mogelijk dat u binnen de kortste keren de slaaf van uw hond zult worden. En vergeet niet dat zelf de zogenoemde "rustige" rassen toch ook een basisopvoeding nodig hebben!!!
Het is dus ten zeerste aan te raden om samen naar een hondenschool te gaan. Dit om aan te leren hoe u uw hond moet laten gehoorzamen en ook om de hond te laten socialiseren met andere honden. Een hele boel "tipjes" kunt u daar uitvinden die uw leven en die van uw "vierpootjes" vriend zal verbeteren
Weetjes over onze vriend de Hond
Dat het heel normaal is wanneer honden af en toe gras eten? Het helpt ze bij hun spijsvertering.
Dat de voorpoten van een hond groter zijn dan de achterpoten omdat ze bij het lopen 60% van het gewicht dragen?
Dat tussen de 8 en 12 weken het leervermogen van een pup het grootst is? Wat hij dan leert, vergeet hij nooit meer. De voorwaarde is echter wel dat je blijft trainen met je hond. Leer je bijvoorbeeld in die periode je hond zitten en je herhaalt dit later niet, dan zal je hond dit vergeten.
Blijf altijd rustig, zorg ervoor dat je niet gefrustreerd raakt als de hond niet meteen doet wat je van hem verlangt. Geduld en doorzettingsvermogen wordt op termijn beloont. Als een hond bv moet gaan zitten, dit commando niet 20 keer geven. Één commando moet voldoende zijn, druk de hond daarna zachtjes op zijn achterste terwijl je de hond naar achteren trekt met de riem en geef tijdens deze handeling weer het commando zit. Bij positief resultaat meteen belonen (spelen of iets lekkers geven, sommige honden vinden een aai over de kop of klopje op de borstkast al genoeg) en stoppen met de oefening. Bazen hebben de neiging door te gaan met de oefening tot de pup/hond geen zin meer heeft. Henk, Monique en Sanne van Gruijthuijsen
Dat de laatste wetenschappelijke theorie betreffende de puberteit is dat de puberteit bij zoogdieren (ja, ook honden dus) net zo lang duurt als diegene die naast hem (of haar) staan dat gedrag toelaten. Met andere woorden: bij goed leiderschap hebben honden een korte puberteit
Dat een loopse teef in de omgeving uw hond zo kan opwinden dat hij door 'liefdesverdriet' zijn eetlust verliest?
Dat reuen pas hun poten optillen bij het plassen wanneer ze geslachtsrijp zijn? Daarvoor plassen ze net als teven.
Dat waakhonden die een zaak bewaken, evenals werkhonden gelden als aftrekpost voor de belasting?
Dat paarden meer van honden met staande oren houden dan van honden met slappe oren, omdat die vriendelijkheid betekenen?
Dat goede jachthonden nog na meer dan 48 uur kunnen ruiken waar een ree gelopen heeft?
Dat het heel goed is voor een hond om soms een dagje te vasten? In de natuur gebeurt dat ook regelmatig.
Een goed moment voor vasten is, geen eten geven bij lange ritten zoals vakanties, wel voldoende uit laten onderweg en natuurlijk voldoende water geven.
Henk, Monique en Sanne van Gruijthuijsen
Dat honden met een langharige staart bijzonder goede zwemmers zijn, omdat ze met die staart kunnen sturen?
Dat koeien zich meestal verdedigen en honden wegjagen wanneer die in hun weide rondlopen of spelen?
Dat hondenvoer in Zuideuropese landen vaak knoflook bevat?
Dat paarden tamelijk bange wezens zijn, die door het geblaf van een kleine hond al in paniek kunnen raken? De hond (ja, OOK de kleinste!!) is nog steeds een wolf (je).
Dat alle honden met korte, kromme pootjes en een lange rug gevoelig zijn voor de zogenaamde teckelverlamming (hernia nucleï pulposi)
Dat de Samojeed uit Noord-Rusland komt en naar een daar levende volksstam genoemd is?
Dat je als vuistregel bij pups aan de grootte en dikte van de poten kunt zien hoe groot ze zullen worden?
Dat honden die een erf verdedigen dit in bijna alle gevallen doen uit angst, al ziet dit er niet zo uit. Dit heeft weer met die winnaars ervaringen te maken. Elke keer als er iemand bij zon terrein komt (postbode) gaat hij ook weer weg. De hond wint dus. Hij wordt hier ZO zeker van dat hij uiteindelijk alle vertoningen laat zien van een zelfverzekerde, dominant agressieve hond. Dat zelfverzekerde gedrag is gekoppeld aan het eigen terrein. Vandaar dat de hond in een andere situatie zich weer neutraal op kan stellen.
Dat de meeste problemen met honden worden veroorzaakt doordat mensen hen te veel menselijke eigenschappen toelichten?
Als een kleine teef wordt gedekt door een grote reu, vraag dan aan de dierenarts of zij de "reuzenpup" zal kunnen uitdragen.
De ideale leeftijd om een pup in huis te halen is wanneer het dier zeven weken oud is. Dit is wetenschappelijk aangetoond. Dat dit meestel later gebeurd heeft te maken met de vaccinatie, die dan nog niet altijd gebeurt is. Bij een goede fokker kan dat ook best. Een fokker zal doorgaans de pups met 8 weken weg doen. Heel verstandig omdat de fokker nooit helemaal zeker weet hoe de nieuwe eigenaar om zal gaan met de pup. Met 7 weken is het dan nog wel een heel klein, gevoelig wezentje.
Al na 20 tot 30 minuten spelen zijn pups moe en slaperig. Wordt deze rust hen niet gegund, dan kan dat tot ontwikkelingsstoornissen leiden zoals een overbelast zenuwstelsel, waar zelfs agressie uit voort kan komen. Omdat tijdens het slapen de ademhaling, hartslag en het zuurstofgebruik afnemen, zorgt de hond voor een gelijkmatige lichaamstemperatuur door zijn lichaamsoppervlakte te verkleinen door in elkaar te rollen. Slechts 10 tot 15% van de totale tijd dat hij slaapt, is een hond in diepe slaap. Gedurende deze fase droomt hij ook.
Een keer in de vier dagen een rauwe eierdooier ofolie zorgt voor een gezonde vacht, maar borstelen blijft nodig!
De hondenpoot bestaat uit een duimteen, een teenbal, twee zoolballen en drie voetwortelballen. Onder de haarloze dikke huid bevinden zich elastische vezels met vetcellen die als stootkussentjes dienen. Klieren produceren geurstoffen die met iedere stap aan de grond afgegeven worden, waar ze hun boodschap later weer doorgeven aan andere honden. Bovendien is dit de enige plaats waar een hond zweet.
Fietstochten zijn alleen geschikt voor honden met een goede conditie. Ook zult u weinig plezier beleven aan een tocht met een hond die bij iedere hoek blijft staan om even te snuffelen. Vaak wordt overschat hoeveel uithoudingsvermogen een hond nodig heeft om met een fietser mee te lopen. Fiets niet te lang wanneer het warm is en laat uw hond zo mogelijk op gras of een berm naast het fietspad lopen, geef hem veel te drinken en neem regelmatig pauze. Een kleine hond kunt u meenemen in een fietsmand. Gebruik een tuigje voor hem zodat hij er niet uit kan vallen.
Een beproeving is voor een hond een verband om zijn poten. Moet het dier rust houden, bijvoorbeeld na een gewrichtsoperatie, dan kunt u het beste de hondenmand in een hoge doos doen, waar hij niet uit kan. Het verband mag niet nat worden. Bij regen kunt u een jasje uit een vuilniszak knippen en over het verband doen. Oefen dit dus ook eens als de hond niet ziek is.. Ruik ook eens in de oren en in de bek van een gezonde hond. Dan kun je later ruiken of er bv. een oorontsteking is
Bekaf zijn pups beneden de zes maanden gemiddeld elke twee uur. Ze hebben dan tijd nodig om al het nieuwe dat ze beleefd hebben te verwerken. Soms vallen ze midden in hun spel plotseling om en zijn dan een hele tijd zelfs niet wakker te krijgen met de geur van eten. Even plotseling als de vermoeidheid begint, is ze ook weer voorbij. Uit een diepe slaap kan een jonge hond opspringen en doorgaan met het spel waar hij mee bezig was, alsof er niets is gebeurd. Alle jonge honden 'moeten nodig' als ze wakker worden. Als u razendsnel reageert, heeft u ze snel zindelijk. Je kan de volgende vuistregel toepassen voor de afstand van dewandeling: dit is ongeveer 1 minuut lopen per week dat de pup oud is. VB: pup 9 weken -> per wandeling maximaal 9 minuten. (wel meerdere keren per dag )
Oude honden hebben speciale voeding nodig? Nee hoor, onzin Dit is PUUR een commercieel verhaal. Hond te dik? Minder eten geven! Hond te dun? Meer geven.Zo simpel is het. Alleen bij ZIEKTE (bv. nieren) kun je overschakelen naar dat dure voer.
Bij het wandelen in de sneeuw verbruiken kleine honden veel meer kracht dan grote. Ondanks hun geringe gewicht zinken ze in losse sneeuw tot hun buik weg, waardoor elke stap een calorieënverslindende sprong wordt. Het hart wordt hierbij bovenmatig belast. Hou wandelingen door diepe sneeuw daarom kort. Drie of vier korte wandelingen door de sneeuw zijn voor een hond gezonder dan één lange.
Honden houden niet op met eten wanneer ze genoeg hebben, maar zetten overtollige voeding in vet om, voor moeilijke tijden.
Ga niet direct na het eten met de hond naar buiten. Geef hem (vooral grote honden) pas eten na afloop van de wandeling of arbeid.( maagtorsie)
Oogverzorging: Van honden met lange haren of hangende oogleden moeten de ogen dagelijks verzorgd worden. Maak een zachte, niet pluizende katoenen doek of een papieren tissue vochtig met lauwwarm water en maak daarmee iedere ochtend de ooghoeken schoon. Zo herkent u ook eventuele oogziekten eerder. Als uw hond regelmatig ontstoken ogen heeft, kunt u ze dagelijks met kamillethee schoonmaken.
Nagels knippen: honden die niet graag op asfalt lopen, hebben vaak te weinig slijtage aan hun nagels. Die moeten dan geknipt worden. De eerste keer vraagt u uw dierenarts om u te laten zien hoe ver u mag knippen. Een trimster kan dit ook doen. Daarna kunt u het zelf doen, maar wacht niet tot je hond moeite krijgt met lopen. Belangrijk is dat u de nagels recht afknipt, dus in een haakse hoek. Denk ook aan datene teentje bovenop. Vraag iemand anders om de hond vast te houden. Degene die knipt moet altijd de poten vasthouden.
Oren: Het beste kunt u honden op een speelse manier aan de schoonmaakprocedure laten wennen als ze nog een pup zijn. Trek het oor recht, druppel wat oorreinigingsoplossing naar binnen en krabbel aan de basis van het oor om het vuil op te lossen. Het beste is om beide oren tegelijk te behandelen, dat is prettiger voor de hond. Steek vervolgens een dot watten in elk oor en masseer de reinigingsoplossing in de watten. Gebruik nooit wattenstaafjes, want daarmee schuift u het oorvuil naar het trommelvlies in plaats van dat u het verwijdert.
Tandverzorging: Veel honden hebben aanleg om tandsteen te krijgen, die tot tandvleesontsteking en het verlies van tanden kan leiden. Daarom zou het eigenlijk goed zijn om na iedere maaltijd de tanden van de hond te poetsen. Daarvoor kunt u een speciale hondentandenborstel en -tandpasta gebruiken. Doe de lippen een stukje naar boven en borstel de tanden en kiezen aan de binnen- en buitenkant en op de kauwvlakken. Begin hier al heel vroeg mee, zo went uw hond snel aan de poetsbeurt. Of geef gewoon eens een vers gekookt (en afgekoeld) bot
Wanneer honden stinken: de huid van honden die graag in het water gaan of vaak baden, wordt ontvet. Als gevolg daarvan produceren de talgklieren meer afscheiding en dat ruikt dan tamelijk vies. Meestal hebben honden niet echt een bad nodig. Vaak is een poedelbeurt met een washandje en een ruige handdoek voldoende.Gewoon schoon water ontvet de huid niet. Bij veelvuldig wassen gaat de natuurlijke weerstand van de vacht achteruit en moet je juist vaker wassen. Zo min mogelijk wassen is het advies.
Een hopeloze zaak wordt het zindelijk worden van een hond, wanneer hij als pup hierover steeds op zijn donder krijgt. Jammer genoeg gebeurt dat al gauw, omdat de eerste hoopjes van een hond nu eenmaal meestal in huis terechtkomen. Straffen is verkeerd tenzij je hem kunt betrappen. Regelmatig naar buiten gaan vermindert het aantal ongelukjes in huis. Beloon de hond overdadig met woorden en lekkere hapjes wanneer hij zijn behoefte buiten doet. Leer de pup vanaf het begin meteen WAAR hij zijn behoefte mag doen en WAAR NIET.
Reisziekte: De 24 uren voor je op reis gaat, mag de hond niet eten, maar water drinken mag hij natuurlijk zoveel hij wil. Kan uw hond slecht tegen autorijden of andere vervoermiddelen, dan kan je hem een uurtje voor de reis een kalmeringstabletje (!dierenarts!) geven. Het is belangrijk dat de hond zo zit dat hij niet uit het raam kan kijken. Probeer het eens met een homeopathisch geneesmiddel.
Hij zit altijd op mijn lievelingsplaats. Vooral zelfverzekerde honden proberen zichzelf op deze manier tot leider van de roedel uit te roepen. Om erger te voorkomen moet u er zonder meer op staan dat hij van uw plaats af gaat, zonodig met geweld. Ga daarna demonstratief op uw plaats zitten en schenk pas weer aandacht aan uw hond wanneer hij berouw getoond heeft. Een vaste plek in iedere ruimte waar de hond komen mag, zorgt ervoor dat deze strijd niet nodig is.
In de ogen van uw hond meldt u hem regelmatig waar u bent, wanneer u hem vaak roept. Dat stelt hem gerust, hij kan dus onbezorgd zijn gang gaan, zonder bang te hoeven zijn u kwijt te raken. Dat u hem roept omdat hij moet komen, begrijpt hij niet. Eenmaal roepen moet genoeg zijn. Wanneer de hond dan niet reageert, loop dan weg. Dan zoekt hij u en niet omgekeerd!
Iedere hond heeft zijn persoonlijke ervaringen met mensen. Wanneer hij geleerd heeft dat grote mannen met een baard 'vals' zijn, kleine speelse kinderen 'vermoeiend' of vrouwen met een hoed 'bedreigend', dan zal hij misschien bijten. Leer vooral kinderen dat ze nooit op een hond moeten afrennen om hem te aaien, zonder dat de eigenaar het groene licht gegeven heeft.Trouwens, een slechte ervaring kan alleen slijten door veel goede ervaringen. Zorg voor een 'happy-end'.
Zeuren, blaffen, klieren of op een andere manier aandacht trekken, vroeg of laat lukt het en deelt de mens zijn 'buit' met hem. Het vervelen en zeuren schijnt er bij te horen en dat neemt hij dus maar voor lief. Dat hij het toch het langste uithoudt, weet hij al snel. Wanneer u niet wilt dat uw hond bedelt, laat u dan door niets vertederen. Zonodig sluit u de hond even op.
Een kamer kennel of zgn bench werkt hierbij zeer goed.
Henk, Monique en Sanne van Gruijthuijsen
Wanneer twee honden samen aan het jagen zijn, is er geen enkele rivaliteit tussen hen. Zonder zich op elkaar af te stemmen verdelen ze het "werk". De prooi, ook al is het maar een bal, heeft weinig kans bij een aanval door zo'n minimeute. Pas wanneer de "vijand" veroverd is, ontwaakt de concurrentie weer. Dan willen ze namelijk allebei het beste deel ervan.Trouwens, bij het samen stropen laten honden zich direct door een ander ophitsen. Bij het verdelen wordt het spel bittere ernst.
In de auto krijgen heel veel honden het op hun zenuwen, maar er zijn er ook die het zo leuk vinden dat ze in iedere auto die open staat gaan zitten. Uiteraard kunt u de eerste soort niet meenemen op een lange autotocht. De liefhebber kunt u gerust meenemen op een lange reis met de auto, maar let er op dat het niet te warm voor hem wordt.
Als honden in afgesloten hondenhokken worden vervoert, dienen deze niet te groot te zijn, kleinen honden kun je het beste in hun eigen kamer bench in de auto vervoeren, ze gaan dan in hun eigen stekkie op reis en worden minder zenuwachtig.
Henk, Monique en Sanne van Gruijthuijsen
Aan het strand zijn honden niet geliefd vooral wanneer het om een strand gaat waar gezwommen wordt. Vaak zijn er wel afgelegen stukken strand waar geen mensen zwemmen, die uw hond de gelegenheid voor een verfrissend bad geven. Maar ook gebeurt het geregeld dat de gemeente waarin het zwemwater ligt, een verbod voor honden uitvaardigt. Daar moet u goed op letten, want juist in het zwemseizoen zijn er geregeld controles op pad en die geven forse boetes wanneer u betrapt wordt.
Ook kleine honden hebben veel beweging nodig! Honden zijn loopdieren, ook al zijn er rassen waarvan je dat niet zou zeggen, bijvoorbeeld de Mopsen. Maar ook die bewegen graag, misschien wel liever dan de bijbehorende baas. Wanneer een hond het niet leuk vindt om te gaan wandelen, is hij ziek of te dik en daarom traag. Natuurlijk kunnen sommige kleine honden niet echt snel lopen. Voor joggers en fietsers zijn grotere rassen geschikter. U doet hen zeker geen plezier door hen op te tillen en te dragen! Kleine Terriërs en Westies zijn uitstekende lopers en hebben veel uithoudingsvermogen als ze geregeld buiten komen.
Geef een kind geen eigen hond voor het twaalf jaar oud is, omdat het anders de verantwoording nog niet aankan. Ook op deze leeftijd moet u zich afvragen of uw kind eraan toe is en het nodige geduld kan opbrengen om een hond dagelijks te verzorgen, uit te laten, met hem te spelen, hem eten te geven en te kammen. Buiten dat moet u ook bereid zijn deze taken over te nemen wanneer uw kind, ondanks alle goede voornemens, het dier verwaarloost. Ook kan het gebeuren dat de hond bij u blijft hangen, wanneer uw kind na een paar jaar het huis uit gaat en de hond niet wil of kan meenemen.
De hondenneus ruikt ongeveer 7000 keer beter naarmate het geurmembraan groter en de lucht vochtiger is. Daarom houden veel honden hun neus in de wind. Daardoor wordt hun reukvermogen groter. (Daarom hoor je af en toe die kloekkloek geluiden) Nieuwe dingen in huis worden eerst besnuffeld en vervolgens ingedeeld in "eetbaar", "gevaarlijk" of "onbelangrijk". Plantengeuren zijn voor de meeste honden niet opwindend, maar de geur van potaarde verleidt hen er vaak toe om erin te graven.
De buik is het gevoeligste lichaamsdeel van de hond. De huid is nauwelijks behaard en daardoor kwetsbaar. Als een hond aan een soortgenoot, een ander dier of een mens zijn buik 'presenteert', geeft hij daarmee blijk van groot vertrouwen of onderworpenheid. Bij andere honden werkt dit deemoedgebaar remmend op het bijten. Een gevecht is bijna altijd beëindigd als één van beide kemphanen op zijn rug gaat liggen. Probeer nooit een vreemde hond op zijn buik te krabbelen. Hij zou het als een uitdaging opvatten en zich verdedigen. Als in de natuur een roedel wolven stuit op een andere wolf, wordt deze per definitie-afgemaakt! Geen ridderlijkheids-gedrag, geen medelij! Denk daar eens aan als je met je eigen roedel door het bos loopt .
In het bos moet u uw hond aan de lijn houden, anders krijgt u problemen met de boswachter. In een bos dat omheind is, leeft meestal veel wild. Het is daarom onverstandig daar uw hond los te laten. Voor joggers zijn de lange schaduwrijke paden ideaal. Wanneer uw hond braaf naast u blijft lopen, kunt u hem aan een lange rollijn meenem
Wat veel mensen niet weten is dat speelgoed voor konijnen heel belangrijk is. Hij leeft zich op die manier niet uit op je dierbare meubels of kabels en snoeren, hij verveelt zich niet, en het is goed voor zijn lichaam. Dus laat een konijn niet in zijn hok of kooi zitten met alleen een bakje voer, maar geef hem eens wat speelgoed en kijk wat ie leuk vindt. Dat kan zowel in zijn verblijf zijn of als hij losloopt. Wat konijnen leuk vinden is duwen, trekken, gooien, slepen, ergens op/in/onder zitten of doorheen lopen enz. enz. Bij de keuze van het speelgoed moet daar rekening mee worden gehouden. Hieronder zal ik wat ideeen aangeven:
Graven: Veel konijnen vinden het leuk om te graven. Je kunt dit stimuleren door een doosje met hooi, zand of krantensnippers neer te zetten om in te graven, of door een buis (kartonnen buis van vloerbedekkingrol) te vullen met kranten(snippers) zodat hij zich door de tunnel kan graven. Konijnen vinden zo'n buis ook vaak lekker om in te liggen. Mijn konijnen vinden het ook heerlijk om in een dekentje/handdoek te graven en wroeten.
Scheuren: Houdt je konijn van scheuren, probeer het dan eens met een oud telefoonboek. Sommige nijnen zijn daar een tijd zoet mee. Verder kun je hem een krant geven of andere papieren dingen.
Gooien: Sommige nijnen vinden het het einde om met dingen te gooien. Pukkie heeft soms een bui dat alles aan de kant moet. Hij vind het leuk om smalle dingen (zoals een pen) op te pakken en 'weg te leggen/gooien.' Je kunt ook babyspeelgoed gebruiken: balletjes, sleutels enz. gebruiken (wel van hard plastic).
Klimmen: Veel konijnen vinden het heerlijk om ergens bovenop te zitten. Je kunt een doos daarvoor gebruiken of een bouwwerk van dozen maken. Mijn konijnen gebruiken mij vaak als klimpaal :).
Knagen: Alle konijnen knagen. Het is hun natuurlijke manier om dingen af te tasten en te proeven. Om te zorgen dat ze afgeleid worden van jou meubels, om aan te knagen, kun je een kartonnen doos gebruiken om aan te knagen. Rieten mandjes (niet geverfd!) zijn ook heerlijk voor ze om in duizenden kleine strootjes fijn te malen :) Amber was daar altijd helemaal gek mee. Je kunt ook een boomtak gebruiken, van een appelboom, met een lekker smaakje dus :)
Onthoud, bij alles wat je probeert dat je hem niet een dag alleen kunt laten met al zijn speelgoed, met de gedachte: hij komt zo zelf de dag wel door. Hij heeft ook behoefte aan warmte van zijn verzorger, en het is leuk om samen met je konijn te spelen. Deze dingen hierboven zijn slechts voorbeelden, je kunt zelf allerlei variaties bedenken. Het meest favoriet is toch altijd de kartonnen doos. Je kunt het combineren met een dekentje om erin te leggen, een gat in de doos te maken en een kartonnen buis door dat gat te steken. Je kunt zo leuke bouwwerken maken, en zo combineer je graven, knagen en klimmen. Vergeet niet dat een konijn vaak blij is met eenvoudige dingen. Je kunt allerlei speelgoed kopen in allerlei (voor de mens leuk uitziende) kleuren, maar wees niet verbaasd als je konijn er dan niet naar omkijkt. Kijk wat je konijn leuk vind en pas je daaraan aan.
enkele foto's
Mijn konijnen
Heey jongens en meisjes,
omdat ik konijnen heel lieve dieren vind heb ik zelf ook 2 konijnen. een meisje haar naaam is Chipie en ook een jongen en zijn naam is Stamper.Ik vind het heel erg leuk om mijn konijntjes te verzorgen en vaak speel ik er ook eens mee. Mijn konijn Chipie krijgt volgende maand jongen en daar ben ik wel blij mee.Voor ik mijn 2 konijnen had . Heb ik ook wel 2 andere gehad. Ze zijn niet gestorven maar ik had ze vrijgeaten in ons bos.(Wij hebben ook een bos) Het was een wit konijn en een bruin. Als ze jongen heeft dan zul je wel wat meer weten over de geboorte.
Ik ben ceve, en gebruik soms ook wel de schuilnaam venu.
Ik ben een man en woon in (belgie) en mijn beroep is student.
Ik ben geboren op 08/08/1994 en ben nu dus 31 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: ce: voetballen ve:paardrijden.
ce=jongen ve=meisje