Een fototrip langs de beruchte spookmetro De trein - in dit geval: de metro - is altijd een beetje reizen. Maar niet in Charleroi ...
22-11-2009
The yellow brick road
Het eerste station op de metro-antenne naar Fontaine-l'Eveque/Anderlues draagt de naam Piges en ziet er een beetje uit zoals de verlaten stations Neuville en Chet. Piges oogt behoorlijk netjes, de halte heeft niet al te veel te lijden onder graffitis en vandalisme, maar toch betwijfel ik dat er veel reizigers gebruik maken van deze stopplaats. Treurniswekkend om zien eigenlijk dat er zoveel centen tegen aan gegooid werd en dat er uiteindelijk weinig resultaat mee geboekt is.
Acces interdit: de metroviaduct tussen de centrale ring en station Piges
De ingang ter hoogte van de Brusselsesteenweg
Het verlaten perron van Piges
Follow the yellow brick road: Piges blijkt weggelopen te zijn uit De Tovenaar van Oz
Hieronder volgen nog een aantal impressies van de 'stille' metrolijn ten westen van Charleroi. Een bezoek aan deze doodse metrostations levert vaak surrealistisch materiaal op.
De rollentrappen van Paradis
Zwartrijden wordt aangemoedigd op de metrolijn ...
Uitgang station Leernes met zicht op weide in bloei
Belofte maakt schuld. Een poos geleden kondigde ik aan dat ik nog een reeks foto's zou publiceren over de lijn richting Fontaine-L'Eveque. Hieronder kunnen jullie zien wat ik aantrof begin november anno 2009, goed vijfentwintig jaar nadat de metroverbinding opgesteld werd voor het grote publiek. Een groot succes zou ik de ingebruikname niet durven noemen. Het aantal passagiers dat heen en weer pendelt tussen het centrum van Charleroi en de westelijk gelegen gemeenten Leernes en Fontaine-l'Eveque, zijn op een paar handen te tellen. De perrons van de meeste haltes zijn akelig kaal, de parkings zien nauwelijks een auto en sommige stations zijn neergepoot in 'the middle of nowhere'. Het betonnen scharminkel dat de stopplaats van Leernes moet voorstellen, bevindt zich te midden van enkele uitgestrekte velden en heeft als sympathieke buur niks meer of minder dan het gemeentelijke kerkhof! Geen mens die er aan denkt hier de tram te nemen, me dunkt. Het station Morgnies is niet echt beter af. De stopplaats is vlak aan een oprit van de N90, de gewestweg van Mons naar Charleroi, gelegen. Ook hier is in de onmiddellijke buurt geen bewoning te bespeuren. De flink uit de kluiten gewassen parkeerplaats aan de halte blijkt een favoriet doelwit te zijn voor sluikstorters en wildplassers. Ondanks de geringe populariteit van de Metro Leger worden er nog steeds heel wat euro's aan het onderhoud van de lijn naar Fontaine-L'Eveque gespendeerd. Zo werd het station Du Cartier in Monceau-sur-Sambre recent op een heel deftige manier gerenoveerd. Dit ondergrondse station mag gerust het mooiste van de hele antenne worden genoemd. Hetzelfde lot is de halte van Fontaine beschoren. Op dit eigenste moment is het station in een heuse bouwwerf herschapen. Binnen- en buitenkant worden helemaal aangepakt en gemoderniseerd ten behoeve van de metrogebruikers.
Het station Paradis: een idyllisch strandkiekje is ver weg
Leernes: welkom in het hol van Pluto
Parking Leernes met panorama op terril en begraafplaats
In de schaduw van nog een terril: station Morgnies
Geslaagde renovatie in station Du Cartier
Werk in uitvoering: bouwfirma knapt halte Fontaine-l'Eveque op
Vanaf hier laten we de spookmetro even achter ons en stappen we de tram op om de metro-antenne richting Fontaine-l'Eveque te verkennen. De lijn mag dan wel operationeel zijn sinds de vroege jaren negentig, veel extra klanten heeft deze tak de vervoersmaatschappij TEC nog niet opgeleverd. De dag en nacht toegankelijke perrons krijgen vrij weinig passagiers over de vloer, zelfs een blinde kan dat zien. Verwonderlijk is dat niet want de magalomane viaducten en tunnels slingeren langs uitgemergelde staalfabrieken, rijen onbewoonbaar verklaarde arbeiderswoningen, om uiteindelijk tot stilstand te komen in een slaperige voorstad van Charleroi.
Wie een station op deze effectief werkende metrolijn binnenstapt, merkt op dat kosten noch moeite gespaard werden om het de TEC-reizigers aangenaam te maken. De perrons ogen over het algemeen netjes en comfortabel. Overal tref je carpoolstroken aan, een degelijke bewegwijzering in en naar de stations, werkende roltrappen, moderne camerabeveiliging en een sanitair compartiment waar zelf de WC-rolletjes niet ontbreken. Het is duidelijk dat er hier indertijd een hele smak geld tegenaan gegooid werd.
Hieronder volgt een eerste reeks foto's van stations die de metrolijn richting Fontaine-l'Eveque rijk is.
De metrostations op de afgesloten lijn richting Chatelet zijn niet het enige voorbeeld van de zogenaamde 'Grands Travaux Inutiles' op het grondgebied van Charleroi. Ook in de voorstad Gilly vind je een heuse spookmetro met halfafgewerkte stations. Maar er is hoop voor deze lijn. Dankzij de Waalse regering schijnt er opnieuw een lichtje aan het eind van de duistere tunnel: de overheid trok in 2008 meer dan 75 miljoen euro uit voor onder meer de afwerking van de lijn naar Gilly. Vandaag de dag telt deze metrotak vier stations maar het is de bedoeling dat daar nog eens drie haltes bij komen. Twee daarvan liggen er al meer dan twintig jaar halfafgewerkt bij. Een kilometer voorbij de voorlopige terminus 'Gilly' tref je een eerste stop aan: het grijze, mistroostige 'Marabout'. Een stijlloos samenraapsel van blokken beton waar de tand des tijds flink aan heeft geknabbeld. Ook hier zie je duidelijk nog de sporen van jarenlange verloedering en vandalisme. Met het oog op het doortrekken van de lijn naar de gemeente Soleilmont werd alvast de hele trambedding grondig opgekuist. Tot voor kort kon je je ook hier kilometerslang in de wildernis wanen. Ook de veelvuldige afvalstorten - remember 'Champeau' - behoren intussen tot het verleden. Wat rest zijn de creatieve exploten van talrijke graffiti-kunstenaars die zich jarenlang kunnen uitleven hebben op de kale muren van de in ruwbouw afgewerkte haltes 'Marabout' en 'Sart-Culpart'. Helaas, lang zal je niet meer van hun muurschilderijen kunnen genieten, want de werken aan de verlenging van de metrolijn zijn in volle gang. Vooral rond 'Sart-Culpart' en de eindstop 'Soleilmont' wordt duchtig gegraven en opgebroken. Onderstaande foto's vormen een eerste indruk van wat deze voorlopig nog verlaten metrolijn te bieden heeft. Binnenkort keer ik nog eens terug naar Gilly om nog wat extra beelden te schieten...
Net voorbij station Gilly zien we zowaar twee tramlijnen versmelten tot enkelspoor. Dit korte stukje wordt gebruikt voor de TEC-trammetjes om te keren en opnieuw richting Charleroi-centrum te sporen. Een eind verderop wacht het eerste verlaten station: Marabout.
Het station Marabout wacht geduldig op afwerking: de trambedding is vrijgemaakt, nadarafsluitingen beschermen het perron tegen ongewenste bezoekers, alleen de graffititekeningen herinneren nog aan de verloedering van weleer.
De geplande ingang van Marabout: een betonnen gat in de grond dat binnen een paar jaar eindelijk bezoekers zal mogen ontvangen. De ingebruikname van dit metrodeel is voorzien voor 2012.
De lijn loopt verder richting Sart-Culpart waar de firma Betonac al flink 'mollenwerk' verricht.
Charleroi, een grauwe, donkere stad? Vergeet het maar. Wandel eens over de bedding van de verlaten metrolijn Chatelet en je zult zien hoe groen deze stad wel is, ook al was het oorspronkelijk niet de bedoeling dat deze bijna zeven kilometer lange strook grond uit zou 'groeien' tot een stedelijke wildernis. Vooral vanaf het ondergrondse metrostation Centenaire woekeren gras, onkruid en struikgewas rijkelijk. Al moet ik er eerlijkheidshalve wel aan toevoegen dat al dat groen door de jaren heen ook het gezelschap gekregen heeft van een enorme massa rommel en afval dat achteloos door de omwonenden in de bedding werd achtergelaten. Wie een wandelingetje plant op het metrotrace vanaf het onafgewerkte station Champeau, neemt best een machete of bijltje mee want de begroeiing is daar zodanig dicht dat zelfs een kat haar jongen er in kwijt zou raken. Van de laatste halte Corbeau heb ik daarom slechts een aantal foto's kunnen nemen. In de overwoekerde bedding ben ik - nog - niet geraakt. De halte zelf heb ik door een kleine klauterpartij over een muurtje aan de straatkant bereikt, maar echt veel viel er niet te zien. Een paar betonnen platen en de alomtegenwoordige stalen palen voor de bovenleiding zijn al wat er resten van de metroterminus.
Voor de liefhebbers van spuitbusexploten volgen hieronder nog enkele impressies van wat de metromuren op de spooklijn zoal te bieden hebben. Kijk en geniet, want dit soort schilderijen zie je - nog - niet in onze musea opduiken ...
Neuville is het eerste station dat je op je metrowandeling vanaf het centrum van Charleroi in de richting van Chatelet tegenkomt. Tot hier werkt de tramsignalisatie, zoals je op bepaalde foto's kan zien. Neuville en Chet zien er ongeveer hetzelfde uit, alleen het likje verf op de perrons verschilt van elkaar: in Chet voert rood de boventoon en in Neuville is dat grauwgeelgroen (met een vingerdikke laag stof erbovenop). Opvallend is dat je vanaf het perron bijna bij de mensen die errond wonen, kunt binnenkijken. Misschien is dat ook de reden waarom Neuville minder gevandaliseerd is dan alle andere stations op de spookmetrolijn.
Opgelet wandelaars en stadsverkenners: vanaf hier geldt een snelheidsbeperking van 45 km per uur!
Acec leverde vanuit de thuisbasis Charleroi uiteraard alle elektrische installaties op en rond de metro (zie foto hierboven). Net als de overige spookstations kreeg Neuville al die jaren heel wat geweldadige kijkers op bezoek: ook hier werden tal van ramen slachtoffer van vernielzucht.
Net boven de kleine ring van Charleroi duikt de spookmetro een kleine tunnel in om zo aansluiting te geven op de metrolijn richting centrum.
Om het station Chet in te geraken, dien je best een ommetje via het volgende station Pensee te maken. Wil je dat niet doen, riskeer je niet zonder kleerscheuren terug te komen, want de omgeving van de metrohalte is door middel van fonkelnieuwe prikkeldraad afgespannen. Inderdaad, de dode metrolijn is beter beschermd dan een doorsnee Belgische gevangenis.
Pensee is de derde halte op de spooklijn richting Chatelet. Persoonlijk vind ik het ook het mooiste van alle verlaten stations. Aan het dakgebinte alleen al werden wellicht miljoenen oude Belgische frankjes gespendeerd. Het indrukwekkende perron is overdekt met gelamelleerd hout dat zelfs twee decennia na de constructie ervan amper iets van zijn glans verloren heeft. De rest van de stopplaats oogt even troosteloos als de overige metrostations: kapotgeslagen ramen, uitgebrande zekeringskasten, met graffititags bekladde roltrappen, leeggeplukte armaturen en vernielde toiletten spelen de eerste viool in dit godvergeten oord.
Voor de perfecte Halloween-sfeer moet je in de ondergrondse stopplaats Centenaire zijn. Tot hier werden in 1985 de tramsporen en de elektrische bovenleiding gelegd. Het is ook de laatste stop die volledig klaar voor ingebruikname werd gestoomd. Veel trams zijn er in die 25 jaar niet langsgeweest, helaas, maar het stikdonkere station kreeg wel geregeld ongewenste bezoekers over de vloer die alles wat maar kapot kon, aan diggelen hebben geslagen. De muren, roltrappen, deuren en schakelkasten waren en zijn nog steeds een geliefkoosd doelwit voor graffiti-spuiters. In station Centenaire heerst een bijna doodse stilte; het enige wat de rust verstoort zijn insijpelend regenwater en - jawel - een zoemende stroomkabine van 11.000 volt!
Champeau is een duistere plek op aarde waar heavy metal en groene vingers perfect samengaan:
Een kerkhof van spuitbussen in een brousse van beton en verf ....
Even voorbij Champeau stuit je op een muur van groen. Een mens raakt hier niet meer door, laat staan een metrostel. Vijfentwintig jaar eenzaamheid en Moeder Natuur eist terug op wat eens van haar was.
Foto's van de laatste halte. In Corbeau loopt onze spookmetro te pletter op een shoppingcenter annex terril. De volgende stations 'Tirou' en 'Chatelet' zijn gelukkig nooit gebouwd.
Let op de ietwat eigenaardige vorm van de hoofdingang. Blijkbaar heeft de toenmalige architect zich creatief flink mogen uitleven. Helemaal afgewerkt had deze stopplaats beslist wel zijn charmes gehad, vermoed ik. Het heeft helaas niet mogen zijn. Het ziet er naar uit dat dit ruwbouwstation binnen een paar jaar rijp zal zijn voor de sloophamer.
Graffiti, het blijft een controversieel onderwerp. Door sommigen bewonderd, door anderen verguisd. Persoonlijk kan ik een vleug graffiti in de stad wel smaken, maar het moet wel op een verantwoorde plaats zijn. Kale, grauwe muren die opgefleurd worden door kleurrijke tekeningen, ja dat zint me wel. Helaas leidt graffiti al te vaak tot vandalisme en ontsieren tal van misbaksels onze grootstedelijke muren en facades. Gelukkig is dat niet zo op de spookmetrolijn in Charleroi. Ontelbare staaltjes van graffiti-kunst hebben een vaste plaats gekregen op en langs de verlaten metrolijn. Sarcasten onder ons kunnen zeggen dat de mysterieuze spoorlijn toch nog zijn nut heeft .... als tentoonstellingsruimte in open lucht.
Het ondergrondse station Centenaire is het laatste station op de Chatelet lijn dat volledig afgewerkt is. Het daaropvolgende Champeau is alleen in ruwbouw afgewerkt. Dat maakt de halteplaats er niet minder interessant op. Stroompalen staan kapot te roesten, het perron en de trambedding worden langzaam maar zeker overwoekerd en de site is een veelgefrekwenteerde pleisterplaats voor sluikstorters en graffiti-artiesten. Een blik op Champeau spreekt boekdelen: dit is een stedelijke nachtmerrie op klaarlichte dag ....
De lijn Chatelet telt vier afgewerkte stations: Neuville, Chet, Pensee en Centenaire, allen genoemd naar straten en wijken die deze metrolijn kruisen. In feite zijn deze stopplaatsen klaar om reizigers te ontvangen, dien te verstane dat er eerst een grondige opknapbeurt nodig is (vervangen van armaturen en lampen, verwijderen van graffiti, ontgroenen van de bedding). Deze eerste reeks foto's dateert van eind september 2009 toen ik alleen de buitenkant van de stations ging fotograferen. Een paar weken later bracht ik opnieuw een bezoek aan de verlaten stations en zette ik voet op verboden terrein. Het resultaat ervan zie je in de volgende fotoreeksen.
De prikkeldraadversperring van station Chet belemmert pottenkijkers - onder wie ik - de toegang tot de verlaten halte:
De ingang van het daaropvolgende station Pensee met op de achtergrond nieuwbouwflats:
Het station Centenaire in Montignies-sur-Sambre bevindt zich onder de parking van de plaatselijke Champion-supermarkt. Een blik op de met affiches beplakte hoofdingang:
Een beetje geschiedenis, voor de onwetenden onder ons. Sinds de jaren tachtig beschikt Charleroi over een (pre)metronetwerk. Eigenlijk is de Henegouwse stad te klein om een metro te rechtvaardigen. Experten beweren dat een grootstedelijk, ondergronds netwerk pas nut heeft in een stad van minstens 1 miljoen inwoners. Charleroi beschikt maar over een vijfde van dat inwonertal. De metro van Charleroi is er grotendeels gekomen dankzij de haven van Zeebrugge. Jaja, de ingrijpende uitbreiding van die zeehaven in de jaren zestig heeft de aanzet gegeven voor de megalomane werkzaamheden in en rond Charleroi. Toen Belgie nog niet gefederaliseerd was, maakte de overheid op geregelde tijdstippen gebruik van de beruchte 'wafelijzerpolitiek'. Aangezien Zeebrugge over een flink potje miljarden mocht beschikken, stroomde er tientallen jaren lang een gelijkaardig bedrag richting Charleroi. Niet om de economische reconversie in de door werkloosheid getroffen streek te bewerkstelligen, maar wel om een voor ingewijden totaal nutteloze metro te bouwen. Volgens de originele plannen zouden in en rond Charleroi acht metrolijnen worden gebouwd. Gedurende de jaren zeventig en tachtig sloeg de crisis genadeloos toe en droogde het geld op waardoor maar anderhalve metrolijn in gebruik kon worden genomen. De quasi volledig afgewerkte lijn tussen Charleroi Centrum en de voorstad Chatelet werd nooit in exploitatie genomen. Tot op heden ligt die spooklijn volledig te verkommeren. De lijn Chatelet (ook Centenaire genaamd) slingert zich door talrijke arbeiderswijken en langs recent gebouwde woonblokken, maar het nut ervan heeft nooit iemand van de omwonenden ingezien. De hele omgeving wordt door talrijke buslijnen bediend, dus de behoefte op een metrostel te stappen, was van meet af aan bijzonder klein. Aangezien er nooit een tram langs de perrons gepasseerd is, hebben de opstapplaatsen nooit een reiziger gezien. De stalen poorten van de stations blijven tot vandaag de dag potdicht en vormen alleen een uitgelezen schildersdoek voor graffitispuiters. Heel het traject is zo goed mogelijk afgeschermd van pottekijkers en nieuwsgierige omwonenden, maar met een beetje lef en vindingrijkheid kan je zo binnendringen in de verlaten stopplaatsen en een wandelingetje maken in de trambedding die er meer en meer als een stadsjungle begint uit te zien.
Op de tekening: oorspronkelijke plannen metronetwerk Charleroi
Mocht de befaamde schilder Rene Magritte vandaag de dag nog geleefd hebben, dan had hij zich wellicht verkneukeld aan de spookmetro van Charleroi. Op amper een paar kilometer van het ouderlijke huis van de familie Magritte in het voorstedelijke Chatelet verrees begin jaren tachtig van vorige eeuw een kant-en klare metrolijn waarvan tot op heden nog nooit een reiziger heeft kunnen genieten.
Eind jaren negentig had ik het geluk deze urbanistische nachtmerrie voor het eerst te mogen bewonderen. Mijn hart sloeg meteen een paar tellen sneller. Onlangs ben ik opnieuw naar deze spookmetrolijn gegaan en dit keer had ik mijn amateurfototoestelletje bij. Tientallen foto's heb ik gemaakt van de spookachtige, verlaten stations, van de verroeste tramsporen, de afgebladderde muren, de bestofte roltrappen die de metrolijn tussen Charleroi en Chatelet kleur geven.
De verlaten metrolijn van Chatelet is een paradijs voor Urban Explorers zoals ondergetekende. Nergens in de regio vind je zulk een combinatie van kleurrijke graffiti, verweerd staal en beton, een stel nutteloze investeringen op een hoopje, dit alles gedrenkt in een macabere, duistere sfeer die het geheel nog spookachtiger maken.
Op deze website focus ik niet alleen op de verlaten metro-antenne naar Chatelet. Ik neem de bezoekers van deze blog ook mee naar de halfafgewerkte lijn naar Gilly, een andere stille voorstad van Charleroi. En in een latere instantie trakteer ik jullie op een ritje langs de stations die deel uitmaken van de lijn richting Fontaine-l'Eveque. Die metrotak is operationeel maar de reis is er niet minder surrealistisch door.
Voor ik met jullie de (spook)tram opstap, wil ik er nog even bij vermelden dat deze site niet de bedoeling heeft het metrosysteem van Charleroi, de Carolo's of de Walen tout court te ridiculiseren. Integendeel zelf, mijn veelvuldige visites aan het Pays Noir hebben mijn respect voor dit onbekende stukje Belgenland flink doen toenemen. Deze blog is niks meer dan een foto-blog over een razend interessant gegeven en misschien ook een beetje een aanklacht tegen een kortzichtig (overheids)beleid dat de huidige en de toekomstige generaties opgezadeld heeft met een loodzware metro-erfenis.