Genoeg
nieuws gehad over de verkiezingen? Ik alvast wel. Laten we het eens
hebben over de machtsstrijd bij Knack. Er zijn zo van die goedgelovigen
die overtuigd zijn van de eerbare bedoelingen van de media om ons,
kijkers en lezers, zo goed mogelijk te informeren. Wie echter na een
zware dag nog een beetje kritische zin heeft overgehouden bij het
aanzetten van de TV of het lezen van een krant of weekblad, weet wel
beter. t Is omdat de commercie geen eerlijke journalistiek meer
toelaat, kwettert men ten allen kante. Mag ik mij daar eens ferm tegen
verzetten, want naar mijn aanvoelen is dat een, minstens ten dele,
onterecht argument. Wel gemakkelijk om de doelstelling van
dekrantenman te versluieren en de gestuurde informatie of
desinformatie door de redacties te verdoezelen.
De Knack story anders gelezen
Tijdens
een lezing over dS verklaarde een voormalig bekend journalist van dS
dat krantenmannen - de Leysens en Co - een krant willen om hun mening te
kunnen verkondigen. Vroeger was dat zelfs heel duidelijk, maar hoewel
het nu minder duidelijk is, blijft de uitspraak van deze prominente
ingewijde overeind. Voor Knack was het duidelijk de bedoeling om een
hoogstaand Vlaams magazine te maken: pluriform
maar vooral ook Vlaams en die laatste doelstelling werd zo
langzamerhand een unique selling proposition onder de traditionele
Belgischgezinde mediakanalen (zowel TV als gedrukte pers).
Meegezogen
in de slipstream van deze maatschappelijke pro-België keuze,
ontwikkelden veel journalisten een vorm van autocensuur en verdween de
Vlaamse invalshoek langzamerhand. De opkomst van het Vlaams Blok
bezorgde hen daarenboven een argument om elke Vlaamse invalshoek af te
doen als een blijk van bekrompenheid of erger. Dat ze, ondanks hun
progressieve inborst, zelf op de schoot gingen zitten, soms letterlijk,
van de oerconservatieve Belgische krachten, werd niet alleen getolereerd
maar zelfs aangemoedigd. Ons-kent-ons, is een fenomeen dat nog meer dan
in de politieke wereld lucratief is in hetcrossmediale
medialandschap. Men zou zich kunnen afvragen of datcrossmediale niet
door en voor hen is uitgevonden. Het heimelijk huwelijk tussen
Belgischgezinde krachten zowel van links als van rechts - en deze
meegaande journalisten hebben de media als vierde macht volkomen
ongeloofwaardig gemaakt. Of het nu uit autocensuur is of omwille van een
opgelegde redactionele lijn, wat de media aan hun kijkers en lezers nog
aanbieden heeft één gemeenschappelijk kenmerk: het mag de politieke
machtshebbers (en het Belgisch establishment) niet al te veel pijn doen.
En wie dat wel doet, zoals onlangs de twee onderzoeksjournalisten van
de VRT, wordt prompt op de vingers getikt.
Dat
er in Knack een openlijke oorlog is uitgebroken tussen enerzijds Rik
Van Cauwelaert en Koen Meulenaere, die zich verzetten tegen de komst van
een nieuwe hoofdredacteur van linkse signatuur, en anderzijds het
bestuur, is in menig opzicht verwonderlijk. Voor Van Cauwelaert die
samen met satirist Meulenaere - zowat de enige overgebleven gezagvolle
journalist is die zeer kritisch durft te zijn voor de machtshebbers,
betekent deze keuze in feite een afkeuring van zijn onafhankelijkheid.
Het miskennen van een volgehouden terughoudendheid in zijn relaties met
de derde macht. Nochtans weet de lezer maar al te goed dat een
journalist die de derde macht kritisch durft te benaderen recht in zijn
schoenen moet staan. Het geeft hem of haar een groot aanzien (maar ook
het blad waarvoor ze schrijven) en vooral daaromis
Van Cauwelaert zo belangrijk geworden voor zijn lezerspubliek.
Verwonderlijk ook dat krantenman Rik De Nolf en de al even overtuigde
Vlaming en voorzitter van de raad van bestuur van Roularta, Hugo
Vandamme, lieten betijen. Of hadden ze het niet zien aankomen dat Van
Cauwelaert zich zou verzetten? Onvoorstelbaar toch, want anders was hij
als directeur strategie toch betrokken geweest bij de besluitvorming.
Het is veel plausibeler dat hij net omwille van het verwachtte verzet
werd genegeerd en dat moet ongetwijfeld hard zijn aangekomen.
Maar
is het dan de commercie? De tegenvallende cijfers die het bestuur
dwongen om een open breuk met Van Cauwelaert en Meulenaere te riskeren?
Het kan zijn, maar dan zullen ze onderhand wel beseffen dat het
commercieel gezien een stommiteit was. Na mijn oproep kreeg ik
tientallen reacties van lezers die dreigden met of daadwerkelijk hun
abonnement opzegden. Ze zullen het ongetwijfeld voelen in hun
portemonnee en in West-Vlaanderen zit die heel dicht bij het hart!
**
In
dS online verscheen als een dief in de nacht op zondag 7 oktober om
03.00 uur een artikel met als titel: Lezers volgen boegbeelden in
protest tegen nieuwe hoofdredacteur van Jesse Van Regenmortel. Citaat: De
aanstelling van Jörgen Oosterwaal als hoofdredacteur van Knack blijft
voor beroering zorgen. Lezers volgen massaal de twee belangrijkste
journalisten van het weekblad in hun protest en zeggen hun abonnement
op. In Roeselare verslikten ze zich ongetwijfeld in hun zondagse
brioche met zacht gekookt eitje. Eenmaal goed wakker stond blijkbaar
niet alleen de telefoon roodgloeiend en zie, het artikel was opeens
verdwenen van de webstek van dS. ** Het moeten er zoveel geweest zijn dat ook Jos Grobben zich genoodzaakt voelde omelke
opzegger een mailtje te sturen waarin hij de keuze van Oosterwaal als
nieuwe hoofdredacteur verdedigt. CitaatIk kan u verzekeren dat wij bij
zijn aanstelling niet over één nacht ijs zijn gegaan. Uit een grondige
selectieproces kwam hij gezien zijn ervaring met het maken van bladen,
zijn leidinggevende capaciteiten en zijn pakkende schrijfstijl, als
beste naar voren. Ik zou u graag nog een andere overweging meegeven. Van
redacteurs en bij uitbreiding hoofdredacteurs van Knack vragen wij niet
of ze voor Anderlecht zijn en tegen Standaard, wij vragen hen niet of
ze vegetariër zijn of vleeseter, wij vragen hen evenmin of ze Yves
Leterme sympathiek vinden of niet. ( ) U vreest als lezer dat Knack geen
pluriform of onafhankelijk magazine meer zal blijven. U vreest dat wij
met letterlijk schatplichtige mensen werken die het magazine een vreemde
koers zullen uitsturen. Wij zorgen ervoor dat dit niet zal gebeuren.
Maar
wie is Jos Grobben? De kingmaker van Knack of zoals voormalig
hoofdredacteur Karl van den Broeck in De Morgen schreef, de kwade genius
die uit persoonlijke rancune Van Cauwelaert buiten wilde en hiervoor
gehoor vond bij de nieuwe generatie De Nolf en francofiele
schoonfamilie? Zijn de eigenaars en bestuurders de speelbal geworden van
een intrigant die net als Oosterwaal van linkse signatuur is?
Hoewel
slechts een flauw afkooksel van wat een Bladspiegel is, geeft voormalig
hoofdredacteur Knack, Karl van den Broeck niet alleen uiting aan zijn
eigen frustratie maar hij vertelt er iets bij dat alvast voor mij heel
relevant is. Even meelezen: "Zijn
(Grobbens) oude contacten bij zijn rode vrienden in Limburg leveren
resultaten op. De provincie Limburg, het wingewest van de Socialistische
Mutualiteit, laat de Knack-redactie speciale magazines maken om de
troeven van de bronsgroene provincie te bezingen. Het gerinkel van de
kassa klinkt Katrien (dochter van Rik De Nolf) en Xavier (de francofiele
schoonzoon) als muziek in de oren. Macht komt niet uit de loop van een
geweer, zoals Mao vroeger zei. Macht komt van de subsidies van de rode
vriendjes van Jos Grobben.
Deze
boute bewering intrigeerde mij zozeer dat ik een mail stuurde naar
meneer Grobben met copy voor voorzitter Hugo Vandamme en Karl van den
Broeck, om deze bewering te weerleggen of te bevestigen. Als afsluiter
liet ik weten dat geen antwoord enkel mijn vermoeden zou versterken dat
deze vermelding correct was. In afwachting van een ontkenning ga ik
ervan uit dat Grobben inderdaad een socialistische pion is in de strijd
om de macht over de media door de socialistische zuil, die wel Vlaamse
kiezers heeft maar voorts in ruil voor machtsdeelname voorrang geeft aan
de samenwerking met de machtige Franstalige partijgenoten. Deze
uitspraak geeft ook aan dat al of niet verdoken sponsoring door de
(partij)politieke wereld wel degelijk een factor is in de manier waarop
de media omgaan met hun opdracht. Dit is helaas geen alleenstaand geval
en al evenmin beperkt tot één traditionele partij, hoewel sommige
socialisten het wel heel bont maken in hun machtshonger. Geen zinnig
mens die nog gelooft dat dit een uitzondering is en alleen daarom al
heeft Rik Van Cauwelaert (die ongetwijfeld van deze ongezonde relaties
wist) gelijk om zich te verzetten tegen een hoofdredacteur die eveneens
inkomsten puurde uit opdrachten voor socialistische kopstukken; Patrick
Janssens en de onvermijdelijke Johan Vande Lanotte. Zou Oosterwaal als
hoofdredacteur publicaties toelaten waarin zijn voormalige broodheren
door beide journalisten aan de schandpaal worden genageld? Bij de VRT
kennen ze alvast het antwoord op die vraag.
Is
vernieuwing niet mogelijk met Rik Van Cauwelaert en Koen Meulenaere,
zoals een topman beweert? Uit het artikel van Karl van den Broeck weten
we alvast dat deze vernieuwing de factoneerkomt
op het opofferen van twee kritische boegbeelden in ruil voor politieke
sponsoring. Een kaakslag voor elke rechtgeaarde lezer. Zou het
desgevallend niet commercieel beter zijn, maar vooral ook getuigen van
moed, om de foute beslissing toe te geven en ze terug te schroeven? Anders blijft het een onuitwisbare smet op het blazoen van Knack.
Of
is er onder druk van buiten uit afgerekend met de Vlaamse pennen? Laten
we niet vergeten dat Roularta ook aanwezig is op de Franse, Brusselse
en Waalse markt en dus vanuit die kant wenken kan gekregen hebben om de
Vlaamse verzuchtingen minder te steunen? In elk geval met het (tot op
vandaag eventueel) verdwijnen van Rik Van Cauwelaert en Koen Meulenaere
zijn de enige verliezers de Vlaamsvoelende lezers van Knack, niet de
Belgischgezinde. Ik zou in elk geval de
lezers die afhaakten geen eten willen geven. Maar als het een troost
kan zijn voor Grobben en Co: er zijn ook lezers die geen hoge pet op
hebben van RVC en KM en op de site van Knack schreef een lezer zelfs dat
hij Knack kocht omdat hij Focus zo fantastisch vond.
Uitspraak van de week
Luckas
Vander Taelen: Indien de Vlamingen (tijdens de federale
onderhandelingen) echt hadden durven pokeren, hadden ze moeten zeggen,
on est demandeur de rien, maar, Philippe Moureaux (PS), als jij geld
wilt voor Brussel, moet je de boel eerst eens opruimen. Maar wat hebben
de Vlamingen gedaan? Ze hebben 500 miljoen euro op tafel gelegd voor de
splitsing van BHV. Wat een triomf was me dat, je hebt de explosies van
volksvreugde in de Rand kunnen zien.
Pjotr
********
Waarde politici en opiniemakers,
Beste lezers,
De
Flash informatie over het mogelijk vertrek van Rik Van Cauwelaert en
Koen Meulenaere bij Knack heeft binnen enkele uren
reeds verschillende
lezers aangezet om hun abonnement op de helling te zetten.
Ter
illustratie twee reacties: M.E.S. schreef "Dames en heren, Een Knack
zonder Rik van Cauwelaert en Koen Meulenaere
is voor mij geen Knack
meer. Mochten zij door idiote beslissingen van het bestuur niet meer
schrijven in Knack,
dan wordt mijn abonnement stopgezet. Er is al genoeg
humo-eenheidsworst in de Vlaamse media, en daarvoor ben ik niet bereid
te betalen."
P.S. schreef: "Ik
heb contact opgenomen met de abonnementsdienst van Knack; deze vertelde
me dat de beslissing was genomen
en ze moeilijk terug konden. De
neutrale houding zou behouden blijven. Zulks is voor mij onmogelijk met
een linkse aan het stuur.
Na meer dan 40 jaar beroepsleven
geconfronteerd te zijn geweest met allerhande linkse kuiperijen en
machinaties
is het voor mij wel geweest. Ik heb dan ook mijn abonnement
opgezegd."
Nu
de "goed nieuws show" van Di Rupo werd onderuitgehaald door zelfbewuste
Vlaamse ondernemers, blijft er niet veel meer over
van de
regeringseensgezindheid. Zelfs Steven Vanackere, die verklaart dat de MR mee de pestbelastingen
ondertekende, beseft blijkbaar niet
dat hij met deze uitspraak
impliciet het pestkarakter van deze belastingen erkent. Wanneer zullen
ook de Vlaamse regeringspartijen inzien
dat ze met Di Rupo in de verkeerde boot zitten? En mochten we het vergeten zijn, vermits enkel
de Vlaamse regering een begroting in evenwicht heeft,
is door de
tekorten op de federale, Waalse en Brusselse begroting, de staatsschuld
opnieuw toegenomen met 4,3 miljard euro en
bedraagt nu 382,9 euro of
102,5 % van het BNP. Daarvan zal Vlaanderen ooit minstens 60 % moeten
betalen. Ook voor de export
doet enkel Vlaanderen het goed: de export
steeg tot 83,1 % en Wallonië + Brussel zijn nauwelijks nog goed voor een
schamele 16,9 %.
In
De Tijd schreef Louis Verbeke (Vlerick Business School) een interessante
bijdrage over het keerpunt dat we momenteel beleven in België;
een
"Tipping Point". Komt zeker nog ter sprake na de
gemeenteraadsverkiezingen. Maar één bedenking wil ik nu reeds meegeven:
"Dat
gevestigde partijen in Vlaanderen daartoe bijdroegen (toch deelnamen
aan de regering), daar heb ik begrip voor, gezien de crisis.
Het zal
sommigen storen. Dat de N-VA er voorrang aan gaf haar credibiliteit niet
te verliezen door het systeem in gang te houden dat ze wil veranderd
zien,
lijkt mij evenzeer verantwoord. Misschien hadden beide gelijk: de
korte termijn moest benaarstigd en de lange termijn mogelijk gehouden
worden.
Nu is de vraag hoe die lange termijn wordt ingevuld. Dat
zullen de burgers beslissen, binnenkort en in 2014."
Anders gelezen toch een ernstige bedenking bij bovenstaand
standpunt: zou Louis Verbeke de 'gevestigde partijen' in 2014 opnieuw
gelijk geven
mocht het dan nog crisis zijn? Ik vrees dat er vanuit deze
redenering nooit een goed moment zal zijn voor een echte verandering.
Ik
stelde hem alvast de vraag en kreeg volgend antwoord (slechts
gedeeltelijk citaat): Ik vrees dit ook. Ik vrees zelfs dat men een
nieuwe crisis maakt.
Maar crisissen wennen ook. Ik heb er geen bewijs
voor,maar ben al lang overtuigd dat de wending van CD&V door Dexia
/ARCO is veroorzaakt.
Er is nog veel occulte financiering gebeurd die
het daglicht niet zag. Ik zei dat ik begrip had. Gelijk is nog iets
anders.
Veel leesplezier,
Pierre 'Pjotr' Therie
Bescheidenheid versus gewichtigdoenerij
Er was opnieuw heel
veel aanbod in de kranten dat eens anders gelezen mag worden. Twee
onderwerpen eruit gepikt: het interview in dS met de politicologen
Carl
Devos en Dave Sinardet en de toespraken naar aanleiding van de feestdag
van de Franse gemeenschap. Verschillende zeer interessante teksten in
verband
met de toekomstige staatsstructuur werden netjes opgeborgen voor
een latere andere lezing, na de verkiezingen. Wat beide onderwerpen
gemeen hebben?
Bescheidenheid versus stoerdoenerij.
Politicologen aan het woord
Alleen al de titel
zette de toon: De andere voorzitters laten zich afslachten. Opnieuw
een interview dat hoofdzakelijk draait rond De Wever versus
de
traditionele partijvoorzitters. Met zijn openingscollege zet hoogleraar
Carl Devos, UGent, meer en meer de toon bij het begin van het politieke
jaar.
Maar de deelname van alle voorzitters (behalve Bruno Tobback die
niet deelnam zonder dat de krant hiervoor enige verklaring gaf) was geen
succes.
De inhoudelijke boodschap viel tegen, aldus organisator
Devos. Een introductie hoefde niet maar er was een opmerkelijke
inleidende vraag over het advies
dat een ratingbureau hen vroeg. De
reactie van beide zegt vooral veel over hun verschillende
persoonlijkheden:Dan
denk je toch twee keer na voor je iets zegt,
vertelt Dave Sinardet
bewust als hij is van zijn belangrijkheid. Och ja, ik geloof écht niet
dat ze op ons oordeel afgaan. Ik ga daar vooral naartoe omdat ik
nieuwsgierig ben.
En ik heb goed gegeten, zegt Carl Devos, met een
ontwapenende bescheidenheid.
Het interview bevat
enkele interessante uitspraken over de manier waarop de
partijvoorzitters omgaan met de politieke realiteit en zichzelf al of
niet verkopen.
Maar uiteindelijk draait het om De Wever met wat had u
gedacht een duidelijk kritischer Sinardet dan Devos. Zo liet Sinardet
optekenen dat De Wever niets anders doet
dan anderen beschuldigen van
intentieprocessen: De
Wever verwijt anderen dat ze zich aan intentieprocessen bezondigen, maar
hij doet zelf niets anders.
Wie hem kritisch aanpakt, is links of
belgicistisch. Dan denk ik zo bij mezelf: hier verdedigt hij zichzelf,
want inderdaad, Sinardet heeft terecht de naam belgicist te zijn.
Als
lid van de PAVIA groep liet hij geen kans onbenut om te pleiten voor een
federale kieskring op maat van de Franstaligen. Hijzelf
blijft dat mordicus ontkennen,
bezorgd als hij is om zijn academische
geloofwaardigheid. Maar laten we even stilstaan bij die
intentieprocessen waarover hij het in het interview heeft.
De Wever is
een goede voorzitter en een goede polemist, maar zijn
bestuurskwaliteiten heeft hij nog niet kunnen tonen. Ik denk ook niet
dat besturen iets is
dat hem het meeste interesseert. Anders gelezen
lijkt dat toch heel sterk op een intentieproces. Waarop baseert Sinardet
zich om te veronderstellen dat De Wever
niet geïnteresseerd is in
besturen als hij net daarvoor toegeeft dat hij nog de kans daartoe niet
had? Nogal vooringenomen voor een academicus.
Over
de journalist van Knack, Stijn Tormans, vond hij wel dat het interview
zonder antwoorden niet had moeten gepubliceerd worden want er worden
zoveel interviews geweigerd
maar Tormans een slechte journalist noemen
wegens vooringenomenheid, zoals De Wever deed, vind hij onbetamelijk.
Is het niet juist een bewijs van moed om journalisten
te durven
tegenspreken en hun fouten aan de kaak te stellen? Overigens vind ik
zelf ook wel dat De Wever er goed aan deed om achteraf op die vragen te
antwoorden.
Waarom zou kritiek op een journalist onbetamelijk zijn? Zijn
de vragen - volgens beide politicologen pertinente, sterke vragen -
niet evenzeer vatbaar voor een andere lezing?
Devos
wijt het overwicht van De Wever ook aan de zwakte van zijn
tegenstanders. Ongetwijfeld klopt dat maar ik had liever gehad dat de
interviewer hier dieper op inging.
Waarom zijn ze zwak? Is het een
persoonlijke tekortkoming of is het gewoon omdat de traditionele
partijen geen verhaal meer hebben?
Omdat ze zich decennialang met
steun van de onkritische media te buiten zijn gegaan aan machtsdenken
en het voorrang geven aan de eigen partijbelangen?
Zij hebben onder druk
van de Franstaligen België uitgekleed maar verzuimden het om Vlaanderen
als volwaardig alternatief gestalte geven.
Professor
Devos heeft het over links-rechts als dé universele ideologische
tegenstelling en ik kan daar inkomen. Maar vooraleer in een democratisch
proces sprake kan zijn
van een strijd tussen ideologieën moet er eerst
opnieuw een democratie zijn waarin deze kunnen gedijen zonder inmenging
van buitenaf.
Hier te lezen als Di Rupo die terecht ervaren wordt als de onverkozen buitenstaander/buitenlander.
Misschien getuigt het
van naïviteit maar ik zou het alvast toejuichen mochten beide
politicologen eens hun volle aandacht richten op het slecht functioneren
van dit België.
En jawel, de Vlaamse politici zijn in hetzelfde bedje
ziek, want ze hebben het nooit anders geleerd. En ze zijn met handen en
voeten gebonden aan hun
Belgische partijhoofdkwartieren die slechts node
de macht zien verschuiven naar Vlaanderen.
De opmerking van Devos over het veranderend gedrag van De Wever (naar analogie met illustere voorgangers) begrijp ik wel. Er
is iets aan het gebeuren met De Wever.
Hij weet dat hoogmoed altijd
voor de val komt. En toch kan ik mij niet van de indruk ontdoen dat er
iets aan het mislopen is. Anders gelezen:
Een gouden raad van tante
Kaat.
Vlaanderen, boeman voor la Belgique francophone
dS:Terwijl
Vlaams parlementsvoorzitter Jan Peumans (N-VA) de feestdag van zijn
gemeenschap op 11 juli aangreep om de Vlamingen aan te zetten tot meer
belangstelling voor Wallonië,
gebruikten de Franstalige kopstukken hun
feestdag vooral om de Vlamingen te kapittelen. ( ) De minister-president
van de Franse Gemeenschap, Rudy Demotte (PS), was scherper.
Vlaanderen
heeft nog altijd niet begrepen dat Brussel een volwaardig derde gewest
is, zei hij. Ook hierop reageerde Peumans laconiek.
Hij spoorde Demotte
aan de grondwet te lezen. Demotte haalde uit naar de Vlaamse regering
omdat die beroep aantekent telkens de Brusselse regering wil investeren
in scholen,
kinderopvang en sport. Het Grondwettelijk Hof geeft de
Vlamingen gelijk, onder meer nog op 24 mei 2012.
Meteen is alles
gezegd: wanneer de Vlamingen hun inspraakrecht in Brussel willen
uitoefenen (om misbruiken tegen te gaan) zijn het tegenstanders.
Vlaanderen ondermijnt Brussels beleid aldus Demotte. Noch gewone
wetten noch de grondwet zijn in de ogen van de officiële Waals-Brusselse
gezagsdragers een referentie
als het hen niet goed uitkomt. Waarom
zouden ook de Vlamingen deze intellectuele soepelheid niet opbrengen en
wat kordater zijn in plaats van telkens opnieuw te hengelen
naar een
woordje van sympathie?
Niet alleen de
francofone Brusselaars zijn kwaad, ook Guy Van Hengel (Open VLD) volgt
de redenering van Demotte en bewijst daarmee de gespletenheid van Open
VLD.
N-VA wil een oorlogje voeren met Brussel, zo klinkt het uit zijn
mond. Bij Brussels minister Brigitte Grouwels (CD&V) klinkt het
enigszins anders (citaat blog):
Maar
ook de Franse Gemeenschap moet dringend een versnelling hoger schakelen
ten voordele van de Franstalige Brusselaars. Dit blijkt ook uit de
begrotingscijfers.
Nu al moet het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
jaarlijks met zon 250 miljoen euro bijspringen om de begroting van de
Cocof, de Franse Gemeenschapscommissie,
te doen kloppen. Het gaat hier
om gewestgeld dat oneigenlijk wordt gebruikt voor
gemeenschapsbevoegdheden. Geld dus dat niet gebruikt kan worden voor
echte gewestbevoegdheden,
zoals mobiliteit, werkgelegenheid of
woonbeleid. Daarom doe ik een warme oproep aan de Franse Gemeenschap om
Brussel op zijn beurt te herfinancieren.
De Franstalige Brusselaars
hebben immers recht op meer steun vanuit de Franse Gemeenschap. Om de
demografische uitdaging met succes te doorstaan,
heeft Brussel de steun
van de beide grote gemeenschappen in ons land meer dan nodig! Anders gelezen: Waarde
mevrouw de minister, denkt u echt dat de Franstaligen
rekening zullen
houden met uw verzoenende taal? Ongeloofwaardig sinds uw partij zomaar
een half miljard euro schonk aan de Brusselse francofonie, waardoor ze
nog meer geld
zullen gebruiken naar eigen believen. Bent u echt zo naïef
om te geloven dat ze de huidige misbruiken zullen stopzetten wanneer ze
nog meer geld hebben
terwijl de Vlaamse inspraak door het compromis dat
ook uw partij goedkeurde, nog kleiner wordt?
Diverse kranten: De Vlamingen hebben een verkeerd beeld van Wallonië en dat is de fout van de Vlaamse media. Er
moet een cel komen die waakt over het beeld
dat de Vlaamse media
schetsen van Wallonië. Dat vindt Jean-Charles Luperto, voorzitter van
het parlement van de Franse Gemeenschap.
Het voorstel van N-VA om na de
gemeenteraadsverkiezingen institutionele onderhandelingen op te zetten
noemde de parlementsvoorzitter in zijn toespraak
op het Brusselse
stadhuis een "valstrik".
Een
vraag: zijn deze uitlatingen een bewijs van het dalend respect van de
Franstaligen voor Vlaanderen of is het uit frustratie?
Gewichtigdoenerij
als camouflage voor de onmacht?
Uitspraak van de week
Sinardet:
Een ding is zeker: het Vlaamse politieke landschap zou er helemaal
anders uitzien mocht Karel De Gucht voorzitter worden van Open VLD en
Herman Van Rompuy van CD&V.
Dat zijn toch staatsmannen naar wie
geluisterd wordt.
Devos: En op wie gevloekt wordt. Vergeet niet dat De
Gucht vroeger ook slaag heeft gekregen van de kiezer. (nvdr: en dat
Van Rompuy nooit veel stemmen haalde).
Gedurende de hele duur van je burgemeesterschap ben je burgemeester
geweest van een kleine minderheid burgers. Een kleine minderheid,
want
ook onder de Franstalige burgers is gemor te horen over je non-beleid en
wat al beleid zou geweest zijn was wanbeleid.
Ter inleiding wil ik je
nog meegeven, Myriam, dat je tijdens je hele beleidsperiode al je
fouten, leugens en halve waarheden hebt proberen te verdoezelen
("les
excuses sont faites pour sen servir et les cons pour les croire"), maar
wij weten allemaal beter.
Je kreeg een bloeiende, levendige, sociale, groene en, laten we vooral
niet vergeten, Vlaamse gemeente onder je hoede.
Een gemeente waar de
mensen elkaar kenden, waar altijd iets te beleven was, waar cultuur alle
kansen kreeg,
waar sportievelingen hun hartje konden ophalen. Rode was
een bruisend dorp. Er waren winkels, er was een behoorlijke markt op
woensdag,
twee serieuze kermissen, een befaamde jaarmarkt,
een gordel.
De Vlaamse bevolking stond open voor andere culturen en andere talen en
was zeker niet te beroerd om andere talen te spreken,
om die mensen te
verwelkomen en wegwijs te maken.
Zo was er in september de Vlaamse kermis die later drie dolle dagen
werd, de DDD. Bijna alle verenigingen in Rode waren hierbij betrokken
en
er werd maanden enthousiast aan voorbereid. Omdat er in Rode vele
nationaliteiten zijn,
werd hier tijdens het weekend van de DDD op
ludieke manier aandacht aan besteed. Rode was een gemoedelijke gemeente,
populair omwille
van de goede en groene ligging in de buurt van de
Europese hoofdstad. Rode was geen communautair kruitvat. Rode had
akkefietjes zoals
elke gemeente dat heeft en Rode was rijk in alle
mogelijke interpretaties van dat woord.
Een overzicht van wat je allemaal liet kapotgaan, wat je verboden hebt,
wat je verloederd hebt, welke kansen je onbenut gelaten hebt om
de
gemeente die je moest besturen verder te laten bloeien en hoe je de
verschillende taalgemeenschappen tegen elkaar opgezet hebt:
Het gemeentelijk Cultuur Centrum Wauterbos: Als het niet Franstalig i,s
mag er haast niets meer plaatsvinden. Het gebouw waar wij
ons hartje
konden ophalen aan films en op zaterdagavond dicht bij huis konden
fuiven staat er triest en vervallen bij. Dat is overigens
ook omdat het
Franstalige publiek geen interesse heeft om activiteiten te organiseren
in dat cultureel centrum,
tenzij het provocatieve exploration du
monde.
Het gemeentelijk Zwembad Wauterbos: Verschillende noodzakelijke werken
werden niet of niet voldoende uitgevoerd,
waardoor het zwembad
uiteindelijk haast niet meer te redden viel. Gedaan de zwemlessen voor
de scholen van Rode
(ook voor de Franstalige leerlingen overigens),
gedaan waterpret in de vrije tijd. Gedaan sociale leven rond het
zwembad.
De woensdagmarkt: Eerlijk gezegd is het niet duidelijk hoe je er in
geslaagd bent, maar die markt is stilaan gewoon doodgebloed tot
er
alleen nog een kippenkraam stond. Je hebt geen enkele poging ondernomen
om die markt terug te laten opleven, iets wat in andere
steden en
gemeenten als een must beschouwd wordt, de mensen uit hun cocon halen,
het sociale leven bevorderen, maar niet voor jou
want niet Franstalig
genoeg. Weg sociale leven in Rode Centrum op woensdag.
Het verenigingsleven in Rode centrum: Je denkt nu wellicht, er zijn toch
nog verenigingen? Klopt, maar ze moeten voor alles rekenen op hogere
overheden,
niet op de gemeente. Niet voor logistieke steun, niet op
subsidies of hulp bij het bekomen ervan, kortom op niets waar het
verenigingsleven
in andere gemeenten in Vlaanderen wel kunnen op
rekenen. Bijkomend laat je niet na om activiteiten, als je bevoegdheid
het enigszins toelaat,
te dwarsbomen of in ieder geval te bemoeilijken.
Dat werkt niet motiverend, maar wij Vlamingen zijn standvastiger dan je
denkt en wij blijven doorgaan
omdat verenigingsleven nu eenmaal een
typisch Vlaams sociaal gebeuren is en wij laten ons dat niet afpakken.
Het gemeentelijk Cultureel Centrum
is zo goed als no-go zone voor de
Vlaamse verenigingen maar gelukkig heeft de Vlaamse overheid voor het
gemeenschapscentrum
de Boesdaalhoeve gezorgd waar de verenigingen wel
terecht kunnen.
De handelaars in Rode Centrum, of beter, het stilaan ontbreken er aan:
Door systematisch alles te verbieden en het centrum van Rode dood te
maken,
ben je er in geslaagd om de handelaars te verjagen. Denk vooral
niet dat de handelaars van de Middenhut daar voordeel uit halen
want de
centrumbewoners doen hun boodschappen in Alsemberg, waar men de mensen
wel in het Nederlands bedient.
De kleine en grote kermis en de jaarmarkt: Van gemiste kansen gesproken,
Myriam! Je hebt systematisch geprobeerd om te verhinderen dat de
kermissen
en de jaarmarkt nog konden doorgaan. Je hebt het geprobeerd
door het traject te verkorten, door de jaarmarkt in te perken,
de
traditionele jaarmarktdag te weigeren, enz enz. Ondertussen heb je het
Franstalige "Rhode en Fête" vollenbak gestimuleerd, en waar de kermissen
en de jaarmarkt een sociaal gebeuren zijn is "Rhode en Fête" een
enigszins verdoken politiek evenement om het feest van de Franstalige
gemeenschap te vieren.
Oh ja, je hebt halfslachtige pogingen gedaan om
het ook Rode Feest te noemen, maar waar je de activiteiten in het
centrum afbrak,
was het je verder alleen maar te doen om jouw feest "en
Français" te vieren aan de bovenkant van Rode, elk jaar met een beetje
meer "ampleur".
Triestig, echt triestig, want je had tradities in stand
kunnen houden en mensen dichter bij elkaar kunnen brengen.
Je had die
twee weekends in augustus en september kunnen aangrijpen om
bruggenbouwer te worden.
Je hebt er voor gekozen om de bestaande bruggen
helpen op te blazen.
De gordel: Van alles wat Vlaams is, waarschijnlijk de grootste doorn in
je oog, Myriam. Je hebt altijd je best gedaan om toelatingen zo lang
mogelijk te rekken.
Maar uiteindelijk was het gezichtsverlies
waarschijnlijk iets te groot. Of was het de angst dat de negatieve
reclame nog meer Vlamingen
op de fiets naar Rode zou brengen? Maar nu,
voor de laatste keer, ook jouw laatste keer, bundel je al je arrogante
kleinzerigheid.
Je gunt de Vlamingen niets meer, he, voor die laatste
maand dat je "burgemeesterke" mag spelen. Echt waar Myriam,
hoe denk je
dat je in de geschiedenisboeken zal staan? Denk je echt dat hier enige
eer mee te behalen valt?
De leugens waarop je je beslissing baseert zijn
er zo over. BHV is gesplitst dus het is niet meer nodig?
Het kost de
gemeente te veel. "Allez allez, rions peu mais rions bien", Myriam.
De gordel gaat niet over BHV en kost je gemeente niets, integendeel, het
brengt op. De gordel is een positief evenement met een positieve
boodschap:
Wij houden van alle mensen die het Vlaams Karakter van onze
gemeente respecteren. Je kunt je hoofd nog zo ver in de grond steken
als je wil,
je kan alle taalwetten naast je neerleggen, je kan de wetten
naar eigen goeddunken interpreteren en niet uitvoeren zoals ze bedoeld
zijn,
je kan de Franstalige inwoners een rad voor de ogen draaien en ze
leugens aanpraten alsof ze gedrukt staan,
maar wat je niet kan is
negeren dat Rode in Vlaanderen ligt, een Vlaamse gemeente is en het
altijd zal blijven.
De gordel wijst daar elk jaar op sportieve en
positieve wijze op en dat Myriam, dat doet pijn, want de Franstalige
burgers zijn ook niet dom.
Die doorzien jouw discours en die van alle
andere dwaze burgemeesters uiteindelijk ook. Is dat misschien jouw reden
om de gordel te verbieden?
Hebben ze je op t Central ook door?
De lijst is nog niet compleet en dat zal ze ook niet worden, maar toch nog een paar uitschieters:
De mammobiel (borstkankeronderzoek) die niet op een openbare
gemeentelijke plaats mag staan omdat dit een Vlaams initiatief is,
staat
al jaren noodgedwongen in het gemeenschapscentrum de Boesdaalhoeve.
Myriam, op kanker staat geen taal,
tenzij die van pijn en verdriet en
die is universeel.
Jeugdhuis: De jeugd van Rode wegpesten, dat is een van je ultieme
doelen. Als je jong genoeg begint met het pesten, gaan ze misschien wel
ergens anders wonen.
Kinderen leren fietsen: Het wegwijs maken van kinderen in het verkeer,
het gebeurt in vele gemeenten, maar in Rode mag het niet meer.
De
reclame rond dit evenement was enkel in het Nederlands. Drama! Het heeft
Franstalige ouders niet tegengehouden om wel naar het alternatief
evenement,
georganiseerd zonder het gemeentebestuur, te komen.
Filmclub Projecta: Niet Franstalig genoeg, dus niet meer in het
Cultureel Centrum. Geen recente films meer in Rode,
ga maar naar Brussel
of naar Braine LAlleud om daar de horeca ook nog laten bij te
verdienen.
Rode Kruis is noodgedwongen verhuisd naar buurgemeente Alsemberg. Niet
"Croix Rouge" genoeg, zeker? Hierover werd een Salomonsoordeel geveld:
het Rode Kruis of het Gordelsecretariaat. Twee keer slag binnen, want nu
verdwijnt de Gordel ook.
Jogging: Hiervoor zal je ook nog wel iets verzonnen hebben. Slijtage van
de toch al slecht onderhouden wegen in Rode door het veelvuldig geloop?
Kerstmarkt: Ja, wat kan er nu mis zijn aan een kerstmarkt? Was de
kerstversiering te Vlaamsgezind? Was de sfeer te Vlaams?
Klink Gluhwein
niet Frans genoeg? Joost mag weten welk excuus je hiervoor weer
verzonnen hebt. Overlast voor de mussen in het dorp?
Bijna vergeten, naast het zwemmen wordt de populairste sport van het
land ook niet gesteund. Wellicht niet elitair genoeg: het voetbal.
Aan
de naam zal het anders niet liggen KFC Rhodienne.
Tijdens de gemeenteraden, had/heeft elk onderwerp wel iets
communautairs. Eentje springt er nog altijd uit:
Wel of niet
politiebegeleiding bij het begin en einde van de schooldag aan de
Vlaamse gemeenteschool.
Voor de Franstalige gemeenteschool is dit niet
eens ter discussie gesteld. Dan zijn er de talrijke pogingen om Frans te
praten tijdens
de gemeenteraad die dan steevast op niets uitdraait
wegens niet wettelijk, allemaal ten koste van het gemeentebeleid en op
kosten van de belastingbetaler.
De lijst van jouw miskleunen en diegene
waar je eindverantwoordelijke voor bent, is echt eindeloos en tonen
sprekend jouw minachting aan
voor de Vlaamse inwoners van Rode en de
Vlamingen in het algemeen.
Van alle wetten die je al niet hebt toegepast of verdraaid hebt, is er
zeker nog één die hier ook moet vermeld worden: het versturen van de
oproepingsbrieven
voor de verkiezingen naar taalaanhorigheid. Dat mag
niet omdat de faciliteiten zo niet bedoeld zijn, maar ook omdat het
simpelweg verboden is
om de taal van de inwoners bij te houden. Je weet
dat, het geldt overigens niet enkel voor de oproepingsbrieven, je kunt
zo de verkiezingen gewoonweg verbrodden,
maar je doet het wel, je wordt
er niet voor gestraft en jij en je Franstalige politieke vriendjes van
het FDF lopen telkens te roepen dat het pesterijen zijn
van de o zo
stoute Vlamingen. Hoe pathetisch en leugenachting kunt ge eigenlijk
zijn, Myriam? Dura Lex Sed Lex. Jij als verkozene des volks,
die
gezworen heeft om de ouetten van et Belkische volk te respecteren, jij
zou je daar zeker moeten aan houden.
Je bent echter zo arrogant en
onbetrouwbaar dat je zelfs gezworen eden niet nakomt.
Myriam, je hebt onze mooie gemeente verpest. Sint-Genesius-Rode heeft
een negatieve bijsmaak gekregen door jouw wanbeleid.
Zowel de Vlamingen
als de Franstaligen uit Rode worden door de rest van het land als
extremisten gezien. De gemeente ziet er ook niet meer mooi uit.
Op
sommige plaatsen zijn de wegen in danig slechte staat. De Molenbeek
overstroomt regelmatig met alle gevolgen van dien.
Het dorp ziet er
gewoonweg verloederd uit. Het is er ook doods, haast geen mens meer op
straat. De Rodenaren weten amper zelf nog in welke richting
ze nu nog
wel of niet rond de kerk moeten rijden. Jouw prioriteiten gaan naar een
taalstrijd die onrechtvaardig en discriminerend is.
Een strijd die niet
zou mogen moeten gevoerd worden. Er hebben altijd twee
taalgemeenschappen in Rode geleefd, het is tijdens jouw beleid
misgelopen.
Je hebt je taalgenoten belogen en bedrogen en je hebt
persoonlijke ambities laten voorgaan op het algemeen belang. Je
discrimineert de Vlamingen in Rode
en je gedraagt je als een regelrechte
potentaat.
Het had anders gekund, maar je hebt elke kans tot toenadering met de
Vlamingen naast je neergelegd. Jammer,
je zult herinnerd worden als de
burgemeester van de gemiste kansen.
Toch een vriendelijke groet, want zo zijn wij Vlamingen, beleefde jongens en meisjes maar wel standvastig.
Katty Mostaert.
**GEWOONWEG WRAAKROEPEND, MAAR WE ZULLEN ZE WEL KRIJGEN.
De berichtgeving over de plots uitermate positieve maar zeer
snel verkeerd gebleken prognoses van zowel de NB als het Planbureau ivm
de verwachte groei,
was ondermaats. Behalve in Knack (J Van Overtveldt).
Ook nu rees bij mij de vraag of de kwaliteitsmedia beseffen wat de
draagwijdte is van het manipuleren
van cijfers door instanties waarvan
men mag verwachten dat ze boven elke verdenking verheven zijn. Geleid
door twee socialistische technocraten (dixit JVO)
hebben deze
instellingen hun reputatie ten dienste gesteld van Di Rupo en zijn
regering. In feite zou zoiets moeten leiden tot het ontslag van de
verantwoordelijken
en een aanzet zijn tot depolitisering van deze
instellingen.
lezersreactie Dirk De Vrieze op het bewuste artikel van JVO (8 augustus 2012): Kijk, zo'n artikel lees je nooit in DM of DS. Dat is het verschil tussen kritiische journalitiek en 'spreekbuis van'.
In Hasselt is het tijd om af te rekenen met de klokkenluiders: "Terwijl
de klokkenluiders zonder enige vorm van tegensprekelijk debat aan de
schandpaal worden genageld,
blijven de rotte appels zonder enig schuld-
of foutbesef gewoon in de Hazodi-mand zitten." Dat zegt politievakbond
NSPV naar aanleiding van de beslissing om
de klokkenluiders van Hazodi
te dagvaarden voor de burgerlijke rechtbank. De klokkenluiders moeten
329.713 euro terugbetalen."
Gert
Cockx, nationaal voorzitter van het Nationaal Syndicaat van het
Politie- en Veiligheidspersoneel:. "Zij worden aangeklaagd voor
terugbetaling van weddes, terwijl eenieder
die wat basiskennis heeft van
het pecuniair statuut bij de politiediensten, weet dat je bij de
politie niet zelf je wedde kan kiezen, noch jarenlang ongestoord te hoge
weddes kan opstrijken."
Hoelang
kan een overheid "gesticuler du lièvre crombez" en hoelang mag een
kwaliteitspers nog zwijgen zonder medeplichtig te worden aan de
Belgische ziekte?
Een
lezer had de indruk dat dS erop vooruitging: dat klopt inderdaad en is
een fenomeen dat ik ook vaststelde in de vorige vakantieperiode; in
komkommertijd mag er al
iets meer maar zodra de komkommmertijd voorbij
is of het erom begint te spannen, vrevallen ze opnieuw in
hun onvolledige en eenzijdige berichtgeving zoals
gezagsgetrouwe lakeien die hun plaats kennen.
Vlaggengezwaai
is niet mijn ding en ik verwonderde mij elke keer om het
uithoudingsvermogen en de hardnekkigheid waarmee men via een vlag een
politieke boodschap poogt te verkopen. Wanneer de omstandigheden zich
ertoe lenen deed het mij zelfs iets, eens pronken met een vlag. We
hoeven ons daarvoor niet te schamen.
Een
zelfbewuste maar ook eenzame wandelaar met leeuwenvlag op de dijk te
Middelkerke of een windscherm met Vlaamse wimpel waarachter een
Vlaamsgezinde familie lekker ligt te zonnen, het zijn signalen dieik
niet zo direct associeer met een strandvakantie. Daartegenover zijn die
opvallende leeuwenvlaggen langs het parcours van een wielerkoers oh zo
Vlaams; ze vormen een integraal onderdeel van het sportieve gebeuren. Dezelfde actie Vlaanderen vlagt, maar andere omstandigheden.
Volksfeesten:
wie is er nog niet bewonderend blijven stilstaan bij een optreden van
vendelzwaaiers? Prachtige souvenirs heb ik van de historische evocatie
in de Karlstein burcht nabij Praag. Vendels, volksmuziek en historische
kledij waar men terecht mee pronkt. Geen nostalgie maar respectvolle
herinneringen die daarenboven nog wat geld in het laatje brengen. De
stadsvlag, een Gilde en nog zoveel meer, allemaal symbolen van
verbondenheid, net zoals de Vlaamse leeuw of de Waalse haan.
Op
de Olympische Spelen pronken de winnende atleten met hun nationale vlag
en klinkt de nationale hymne uit de talrijke luidsprekers. Het land
heeft het weer eens gehaald en het volk associeert zich wat graag met de
winnaar. Het zou een Vlaamse of Waalse winnaar kunnen zijn die pronkt
met Leeuw of Haan, maar het is een Belgische vlag. Alleen bij
tegenvallende resultaten vraagt men de Vlaamse minister voor sport of
hij wel goed bezig is. Hieruit zou men kunnen afleiden dat voor sommige
media en het Belgisch establishment alleen de winnaars Belgen zijn en de
verliezers Vlamingen of Walen. Het moet in elk geval een grote
frustratie zijnvoor born-again Brusselaarsdat bij gebrek aan een eigen gemeenschapsbevoegdheid- ze zelfs daarvoor niet in aanmerking komen.
Waar
ik mij ook vlaggen en veelkleurige wimpels bij kan voorstellen, zijn
jeugdkampen. Als er één plaats is waar het groepsgevoel bewust wordt
aangezwengeld, zelfs een doel is tijdens die kampen. Het vormt een
essentieel onderdeel van de militaireteambuilding: elk peloton zijn
eigen wimpel, elk bataljon zijn eigen mascotte. Het getuigt dan ook van
intolerantie wanneer een gemeentebestuur meent te moeten tussenkomen als
Vlamingen zich als dusdanig willen manifesteren. De reactie van de
Vlaamse beweging en N-VA daarentegen was een politiek signaal van
verdraagzaamheid. Iets waarin we duidelijk geen lessen hoeven te krijgen
van onze Waalse vrienden. Ik vermoed dat de haatcampagnes in de
Franstalige media, met Le Soir en RTBF voorop, hier mee te maken hebben.
Het werk van Belgicisten à la Béatrice Delvaux en Cie.
Tussen pot en pint
Er
is iets merkwaardigs aan de commentaren naar aanleiding van het
overlijden van PS politicus Michel Daerden. Herman Van Rompuy was er als
een van de eersten bij om te laten weten dat Daerden warme gevoelens
koesterde voor hem en zijn broer Eric. Elke kans is blijkbaargoed
om zichzelf te bewieroken. In dS (07/08) had Pascal Delwit het over de
Gainsbourg van de politiek. Vooral de toegankelijkheid van deze
politicus was belangrijk:onmisbaar in de huidige politiek, zo
schrijft Delwit.
Even
citeren uit het artikel: Als we er rekening mee houden dat de
verwachtingen ten aanzien van politici, niet in de laatste plaats van
plaatselijke politici, tegenwoordig een stuk hoger liggen dan vroeger,
dan lijkt het profiel van Michel Daerden achterhaald. Plaatselijke
politici moeten meer dan ooit blijk geven van managerscapaciteiten,
moeten hun beleid kunnen inpassen in Europese projecten of die zelf
aandragen, hun stad met zin voor innovatie kunnen besturen of partners
uit cultuur of bedrijfsleven kunnen aantrekken. Zo bekeken is het
duidelijk dat het imago' van Michel Daerden, zijn rol', zijn
personage', niet spoorde met die verwachtingen. Je kunt trouwens goed
zien hoe in de gemeentepolitiek het profiel van de bewindsploegen steeds
meer verandert ( ) De belangrijkste Franstalige politici stellen zich
lokaal dan ook zeer benaderbaar op: denk aan Elio Di Rupo, Rudy Demotte
of Charles Michel. Ze hechten daaraan, omdat ze het van wezenlijk belang
vinden om aan politiek te kunnen doen.
Wat
Delwit hier voorstelt als een positief element is in feite niets anders
dan een louche manier van aan politiek doen. Even anders lezen.
De
lokale toegankelijkheid van politici à la Daerden en Di Rupo heeft
weinig te maken met politiek inzicht maar vooral met electoraal
opportunisme. Op zich niet zo erg maar wanneer een politicus zijn
federale invloed gebruikt om zijn stad te bevoordelen, denk maar aan
Stevaert en Vande Lanotte in Vlaanderen en
de ganse PS inclusief premier Di Rupo in Wallonië (denk maar aan de
megalomane treinstations in Luik en binnenkort in Bergen), dan is er
iets fundamenteels fout. Politici die hiervan een systeem maken zijn
géén voorbeelden van goede bestuurders, laat staan van staatsmanschap.
Dat Bart De Wever de dorpsstraat ziet als de noodzakelijke machtsbasis
om ernstig genomen te worden in de Wetstraat mag dan al kloppen, het kan
snel ontaarden in het omgekeerde: de
Wetstraat die gebruikt wordt om de eigen dorpsstraat te bevoordelen en
de eigen (electorale) machtsbasis te bestendigen. Dienstbetoon om mensen
te helpen is vooral nodig wanneer de publieke diensten niet goed
functioneren, terwijl dienstbetoon om mensen te bevoordelen vooral nodig
is wanneer de publieke diensten wel objectief werken. Ja toch?
Lezer Peter
P. uit Antwerpen reageerde op het artikel: Dat zijn eigen
kabinetschef, Sophie Brouhon hem zwaar beschuldigde voor zijn gedrag met
vrouwen, sprak boekdelen. In Vlaanderen worden politici hiervoor van de
kieslijst gehaald door klachten van politieke tegenstanders twintig
jaar na de feiten. Soit, we leven in België met twee compleet
verschillende culturen. Zijn carrière is hij begonnen als revisor bij
wijlen André Cools. Diegene die de boekhouding en de zwarte kassen kent
van de PS heeft veel macht. Na de dood van Cools komen een aantal zaken boven zoals OMOB en Agusta. Daerden weet veel en overheidsinstellingen
moeten allemaal langs de kassa van zijn revisorenkantoor. Als nu deze
tot op het bot corrupte politicus een rolmodel is van de PS, ben ik
benieuwd wie er volgens Delwit het slechte voorbeeld is.
Anders gelezen: De Belgische ziekte voorstellen als een positief kenmerk van een politicus kan enkel in DIT België!
Pjotr
********************************
********************************
Waarde politici en opiniemakers,
Beste lezers,
Mag het gezegd dat de verstrenging van de snel-Belg wet een goede
stap vooruit is? Zou het kunnen dat het parlement ditmaal de weg wees,
zoals het eigenlijk altijd zou moeten zijn? Of is het de evolutie in
Brussel waar de Franstaligen ontdekten dat al die buitenlanders toch
niet zo'n zegen zijn
- behave electoraal - en hun leiders opeens een
stuk minder tolerant werden. Ze hebben wellicht nog eens de uitspraken
van Verhofstadt,
Tobback de Oude, ... gelezen.
Nu N-VA gekozen heeft voor een confederaal systeem blijkt dat
sommigen in de traditionele partijen zich herinneren dat ze ooit ook
iets gelijkaardigs dachten.
Meesurfen op de hoge golf of zoals we
ondertussen gewoon zijn: nadien iets anders "doen" omdat de macht wenkt?
In
de nabeschouwingen over de splitsing van BHV werd in dS warm en koud
geblazen. De verdedigers van het compromis met op kop CD&V mochten
hun fierheid breed uitsmeren. Hoewel, Wouter Beke had het vooral over de
tegenstander, N-VA, bij gebrek aan voldoende argumenten om het eigen
compromis te verdedigen? Enkele redactionele uitspraken verdienen toch
wel anders gelezen te worden.
In de editie van 12 juni schrijft hoofdredacteur Bart Sturtewagen onder meer het volgende: De
prijs voor dit akkoord is hoog. Te hoog. Want het conflict heeft
Vlamingen en Franstaligen gedwongen karikaturen van zichzelf te worden.
Het is geen paix des braves geworden, geen historische deal onder
leiders die misschien geen overwinnaars zijn, maar wel met opgeheven
hoofd het slagveld kunnen verlaten.
De
prijs die betaald werd voor dit compromis ligt dus volgens Sturtewagen
niet zozeer in de bezwaren die geformuleerd werden door de
tegenstanders, maar in het feit (dat is althans zijn persoonlijke
mening) dat zowel Vlamingen als Franstaligen een karikatuur werden van
zichzelf. Met de laatste bemerking uit het citaat laat hij uitschijnen
dat het om een redelijk akkoord gaat en schaart hij zich dus achter de
voorstanders van het compromis. Het zal dan ook niemand verbazen dat in
de verdere edities van dS nauwelijks nog sprake is van de argumenten die
de tegenstanders aanhaalden. Dit in tegenstelling met andere kranten en
weekbladen, die uitgebreid berichten over de argumenten van onder meer
de Gravensteengroep, Prof Hendrik Vuye en advocaat Keuleneer.
Verder
schrijft hij nog: De schuld voor het uitblijven van echte pacificatie
ligt niet in een kamp. Het is een gedeelde verantwoordelijkheid. Een
collectief falen. De tijd zal aantonen of deze BHV-regeling werkt.
Nochtans is de doelstelling van een pacificatie vanuit een Vlaamse
invalshoek eenduidig: elke regeling moet ertoe leiden dat niet alleen
Vlaams Brabant maar gans Vlaanderen zijn eigenheid kan behouden en dat
betekent onder meer het verplicht gebruik van de Nederlandse taal en
ruimer gezien het behoud van onze culturele en dagdagelijkse
levenswijze. Wie de argumenten las van de tegenstanders weet dat dit
compromis geen enkele garantie biedt. De inkt is nog niet droog of de
interpretaties vanuit Franstalige hoek als de alledaagse werkelijkheid
in de Rand laten het tegendeel vermoeden. Wie weigert de
contra-argumenten te publiceren zal wellicht nog de hoop koesteren dat
de weldenkende Vlamingen uiteindelijk toch zullen zwichten voor de
bijkomende grondwettelijke grendels waar zedig over gezwegen wordt. Ze
zullen allicht ook geen belang hechten aan de poll van de krant De Tijd
onder geregistreerde lezers (5.795) die het tegendeel bevestigen: 70 %
vindt de prijs van dit compromis voor Vlaanderen veel te hoog.
Volgens Sturtewagen liggen de uitdagingen voortaan op een ander vlak, namelijk om zowel Vlamingen alsFranstaligen
een eigen beleid te laten voeren dat ze menen nodig te hebben. En hij
vraagt zich ook af of er nog voldoende meerwaarde is in het behoud van
een gezamenlijke koepel? Daarover blijft twijfel gewettigd, schrijft
hij. Kijk eens aan, na koud dan weer warm blazen? De twijfel blijft maar
wanneer een politieke strekking durft eisenom
een eigen beleid te voeren, leest men in dS vooral onheilsprofeten die
elke zelfstandigheid als catastrofaal bestempelen of erger nog, het werk
van caractériels. Over karikaturen gesproken.
Loopgravenoorlog of pacificatie in zicht?
Waarvoor
de metropolitane gemeenschap moet dienen weten we ondertussen ook al.
Bij monde van de minister-president Charles Piqué stapt het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest naar de Raad van State want een winkelcentrum in
Vlaams Brabant dat mag niet zonder toestemming van de Brusselaars. Wordt
ongetwijfeld vervolgd.
Een
inwoner van Vilvoorde liet mij weten dat er in de laatste jaren 10.000
niet-Europese inwoners bijgekomen zijn en zijn stad haar Vlaams
karakter nu reeds kwijt is. Er zijn echter ook signalen dat heel wat
allochtonen sneleer Nederlands leren dan die hardleerse francofiele
landgenoten. Toch is het duidelijk dat de verzuring toeneemt en voor
de traditionele goegemeente is dat vooral de fout van N-VA. Zouden de
traditionele partijen echt zelf geloven dat de lezers hen zullen volgen
in de beschuldigingen aan het adres van N-VA? Hebben ze het inderdaad
niet zelf gedaan (vooral dan onder de Paarse regeringen)? Géén grote
(bek) woorden maar daden liggen aan de basis van het afhaken van een
groot deel van de Vlaamse bevolking.
Een
gepensioneerd kolonel uit Wemmel stelt dagelijks vast dat Franstaligen
in zijn gemeente steeds opdringerig worden en via allerlei sluikse
methoden pogen om het Franstalig onderwijs uit te breiden. Zijn advies
om deze imperialistische houding een halt toe te roepen: schaf de
faciliteiten (op korte termijn) af. Bekrompenheid of een teken van
groeiend zelfvertrouwen? Zolang ook in de zo tolerante bakermat van de
francofonie, Frankrijk, anderstalige minderheden niet erkend worden,
hoeven we ons geen zorgen te maken om een Brusselse kliek ogenschijnlijk
armlastige francofielen. Vermits deze regering van de Grondwet toch een
vodje papier maakte (zie de bezwaren van advocaat Keuleneer en Prof H
Vuye) mag dat een onderdeel zijn van het confederale model.
De
dixit een partijgenoot - chagrijnige Eric Van Rompuy heeft het over
een arrogante De Wever die hem zelfs geen hand meer geeft. Zou het
alleen mij opgevallen zijn hoe neerbuigend de lichaamstaal van Eric Van
Rompuy soms is? Persoonlijke aanvallen in plaats van argumenten zoals
bij Walter Pauli en zopas ook nog Patrick Dewael die in Knack N-VA de
label van extreem rechts aanmeet, (inclusief een verwijzing naar WO II
in De Morgen). Dat alles bij gebrek aan argumenten? Even twee reacties
citeren op al dat verbaal geweld: Eric Van Rompuy is niet alleen
een slechte verliezer, ( ) met een kort geheugen. Wat volgt zijn
uittreksels uit het boek van Ivan De Vadder "Het Koekoeksjong, Het begin
van het einde van België". (Regeringscrisis 2007-8) Pag. 242: In mei
2008 wordt (Eric) Van Rompuy heel pessimistisch. 'De scheiding der
geesten gaat verder. Over welke dingen zijn we het nog eens? Ligt hier
niet de echte reden van de onmacht van de regering-Leterme en de
niet-eindigende stroom van communautaire incidenten? Beste vrienden,
chers amis: er ligt een staat te sterven, twee volkeren zullen erven.'
........... In juli 2008 schuift Van Rompuy op zijn weblog zelfs het
idee van de Vlaamse onafhankelijkheid naar voren. 'Indien ik Vlaams
parlementsvoorzitter was, dan zou ik mijn toespraak openen met: "Waalse
vrienden, we staan op enkele dagen van een historisch rendez-vous. Besef
dat dit één van de laatste kansen is op een grondige hervorming van
deze Belgische Staat." En ik zou eindigen met: "Hopelijk zien we elkaar
hier terug op 11 juli 2009 in een nieuw en hervormd land!" Zoniet zal
de Vlaamse parlementsvoorzitter anno 2009 zijn toespraak moeten beginnen
met het Plan B waar vandaag niemand over durft spreken: "VOLK, WORD
STAAT!"..............Ivan De Vadder: "Het is een separatistische
boodschap die je nergens in officiële documenten van CD&V zult
terugvinden, ook het kartelprogramma tussen CD&V en N-VA heeft het
separatisme niet opgenomen. Maar met deze boodschap staat de CD&V'er
Eric Van Rompuy uit de gemeente Zaventem in de kieskring B-H-V volledig
op de N-VA lijn" .......
Reactie op Patrick Dewael: 'N-VA is nieuwe platform voor extreemrechts'
Kan
Patrick Dewael niet beginnen met zijn eigen partij uit te zuiveren? Te
beginnen met hardcore racist Guy Verhofstadt:" De vraag is of de islam
wel in overeenstemming te brengen is met de liberale democratie en de
vrijheid, de verdraagzaamheid, de verscheidenheid en het tegensprekelijk
debat zonder dewelke geen open samenleving mogelijk is" (blz. 64
Burgermanifesten). En over de zaak-Rushdie zei hij: "Toont zij niet aan
dat de islam in wezen een intolerante en totalitaire ideologie is, die
botst met de culturele, morele en juridische voorschriften die gelden in
een open democratische samenleving?". En nog "De islam is in
werkelijkheid niet alleen een godsdienst, maar ook een ideologie, een
sociaal-politieke leer die door de overheid wordt gecontroleerd. In
wezen verschilt die toestand niet van het socialisme of het communisme
dat aan de samenleving een bepaalde morele code en een manier van leven
wou opleggen". En waarom zegt hij niets over hardcore racist Louis
Tobback? : "Asielzoekers die hier als meeuwen op een stort komen zitten
omdat dat makkelijker is dan thuis te vissen of de grond te verbouwen,
dienen systematisch te worden uitgewezen".
De grote clash is onvermijdelijk
Hoewel
het nog te vroeg is, is de Wetstraat in de ban van de verkiezingen in
2014. Dat een invloedrijke maar ook voorzichtige opiniemaker, Carl
Devos, hiervan melding maakt en nu reeds voorbeschouwingen geeft, is een
veeg teken aan de wand. Al dat verbale geweld heeft een belangrijke
oorzaak: de existentiële angst bij de traditionele partijen voor het
verlies van hun macht. De particratie en al wie er belang bij heeft zijn
tot heel veel in staat om de macht te behouden. Het probleem is dat
iedereen zich heeft vastgereden en dus niet anders kan dan doof en blind
te blijven voor de argumenten van de andere. Het gevaar voor deze kloof
werd goed vertolkt door Bart Sturtewagen in zijn commentaar (14 juli): "Wordt
Vlaanderen beter van een niets ontziende loopgravenoorlog om het
politieke centrum? Het is een ding om de macht te verwerven zodat je
alleen de volgende krachtmeting met de Franstaligen kunt aangaan. Maar
welk bitter en gepolariseerd Vlaanderen zullen we dan erven? En in wiens
voordeel speelt de tijd? Ook bij Merckx sloeg de verzuring wel eens toe
in de slotklim. Haar obsessie om de macht te verwerven, voert de N-VA
tot een spreidstand die moeilijk vol te houden is. Soms is de zekerste
manier om je doel niet te bereiken het te hard willen."
Hierop stuurde ik Sturtewagen volgende mail: Geachte heer hoofdredacteur,
Ik
denk dat dit een zeer belangrijke overweging is en dat de uitkomst voor
een belangrijke mate zal bepaald worden door de manier waarop de media
omgaan met deze verdeeldheid. Wie, zoals u doet, de schuld a priori bij
de uitdager legt en in de krant vooral ruimte biedt aan het eenzijdig
discours van de voorstanders van het status quo draagt bij tot de
polarisatie en die zal inderdaad nefast zijn voor Vlaanderen.
Mag
ik u voorstellen om de opdrachtverklaring van dS om "bruggen te slaan
tussen Noord en Zuid" te veranderen en als nieuwe opdracht "bruggen te
bouwen tussen alle Vlaamse strekkingen; vanuit een Vlaamse invalshoek
die boven de partijen staat.
Hieraan had ik nog kunnen toevoegen: en eindelijk de Franstaligen van repliek dienen, in de eerste plaatsuw zusterkrant Le Soir die ongegeneerd kant koos en anti-Vlaamse propagana verspreidde.
Tom Naegels heeft zijn eerste verjaardag als ombudsman van dS aangegrepen om een balans op te maken en online te publiceren. Een lovenswaardig initiatief dat ongetwijfeld tegemoet komt aan de wensen van de talrijke lezers die hem contacteerden. Het zou goed zijn mochten de lezers ingaan op zijn vraag om alvast hun pen een beetje steviger vast te houden en minder uitroepingstekens en hoofdletters te gebruiken. De volldedige tekst van zijn balans is te lezen in dS online: http://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=BLTNA_20120705_001&word=Een+jaar+ombudsman Geachte heer Naegels, mag het iets meer zijn? In de evaluatie van de ombudsman lees ik dat het al bij al meevalt met de reacties, al mag het wat gematigder van toon in plaats van de vis stinkt aan de kop. Ook zijn contacten met de redactie getuigen van veel openheid, schrijft hij. Slechts tweemaal werd hij niet zo goed onthaald. Zo te horen is de ombudsman goed geïntegreerd in de krantenfamilie die een redactie toch is. Met de lezers heeft hij het moeilijker want slechts 10 tot 20 % van de lezersreacties vindt hij terecht. 80 à 90 % onterechte kritiek verdient om eens anders gelezen te worden. Geachte heer ombudsman, Met deze formele aanspreektitel hebben wij mekaar enkele malen op een zeer beschaafde manier gemaild over een of ander onderwerp dat in dS gepubliceerd werd en waar ik meende een vraagteken bij te moeten plaatsen. Naar aanleiding van uw publicatie zou ik deze correspondentie even in herinnering willen te brengen, u enkele vragen stellen en enige verduidelijking geven bij de vragen die u mij stelde. Het is sympathiek dat u in uw evaluatie de eigen (kleine) foutjes toegeeft, maar ik vind uw vermeldingen over de relaties met de redactie en de lezers veel belangrijker. Ik kan mij best voorstellen dat niet alle redactieleden gelukkig zijn wanneer ze in de eigen krant moeten lezen dat het beter had gekund. Maar overtuigd zijnde van uw goede bedoeling denk en hoop ik dat het u er niet om gaat deze of gene gelijk te geven, maar dat het uiteindelijk doel van uw taak als ombudsman een beetje meer mag zijn: namelijk dat de krant rekening houdt met uw aanbevelingen en evolueert naar een kwalitatief hoger niveau dan actueel het geval is. Of, zoals ik u schreef in onze correspondentie, het is niet wat u schrijft in de krant dat het belangrijkste is, maar wel in welke mate uw kritiek door de redactie aanvaard wordt én effectief bijdraagt tot een betere kwaliteit. Met andere woorden, geachte heer ombudsman, indien uw werk slechts tot doel heeft de lezers de indruk e geven dat dS bekommerd is om de kwaliteit, maar er verder niets verandert, dan dient uw bijdrage slechts de schone schijn en dat zou vooral voor uzelf wel heel jammer zijn. Wellicht borrelt nu reeds uw eerste vraag op: hoezo, durf ik te beweren dat de dS geen kwaliteitskrant is? Volgens de redactie en een grote schare vluchtige lezers is dS ongetwijfeld interessant en misschien volstaat het om in een commerciële omgeving onverantwoord interessant te zijn om ook een kwaliteitslabel te claimen. Maar voor de kritische meerwaardezoeker kan en moet een kwaliteitskrant veel beter kunnen. Vooraleer in te gaan op enkele concrete tekortkomingen, eerst de essentie: kwaliteit is bovenal een kwestie van voldoende en gedegen journalisten. Welnu, in een internationale vergelijking doet dS het in dit domein niet zo best. Alle begrip voor de beperkte redactionele bemanning omwille van de beperkte afzetmarkt (hoewel het potentiële lezersbereik van de kwaliteitsvolle Zwitserse Neue Züricher Zeitung niet groter is), maar zou het dan niet beter zijn om wat minder bladzijden te vullen? Moet de WE krant meer dan 400 A4tjes beslaan met nog een magazine erbij? Onderzoek leerde mij dat de vroegere dS (voor de commercie en de marketeers het voor het zeggen kregen) veel dunner was en er verhoudingsgewijs meer journalisten waren om deze in omvang bescheiden krant in te vullen. Zou het dan toch waar zijn dat - in tegenstelling met vandaag - de kwaliteit toen voorrang had op de kwantiteit? Dat brengt mij bij een heikel punt dat u aanhaalt in uw evalutie: het copy-pasten van teksten die verschenen in ander dag- en weekbladen. Misschien kan dS een voorbeeld nemen aan een dunne krant zoals De Tijd, die heel dikwijls over enzelfde onderwerp voor evenveel informatie slechts een halve bladzijde nodig heeft terwijl de gedrukte dS de schaarse informatie over meer dan tien bladzijden uitsmeert. Is dat fenomeen niet eerder typisch voor de tabloidkrant? Daar kan de gedrukte versie van dS morgen mee stoppen. Maar goed, de commerciële verplichtingen zijn dominant geworden en dus moeten er ook toegevingen gedaan worden. Maar er is niet alleen de commerciële inbreng uit de privésector, ook de sponsoring onder verschillende vormen - door de overheid heeft duidelijk een invloed op de redactionele lijn. U zult het wellicht met mij eens zijn dat het voor een beroepsjournalist moeilijker wordt om deze officiële sponsor voor het hoofd te stoten met al te kritische benaderingen. Vandaar dat u in uw evaluatie melding maakt van de klachten over vooringenomenheid en sturing van de gepubliceerde informatie. In onze correspondentie geeft u zelfs toe dat het anti Vlaams discours overheerst in de opiniebladzijden. Wel, waar wacht dS op om ook in deze rubriek een evenwichtig aanbod te publiceren? Toch niet het gebrek aan goede Vlaamse pennen? Wat we nu lezen van opiniemakers die zich verschuilen achter hun academische referentie om eenzijdige anti-Vlaamse uitspraken te doen kan toch niet uw referentiekader zijn? Meteen hoort hierbij ook een antwoord op uw vraag omtrent mijn kritische bijdragen die volgens u (en terecht) vanuit een Vlaamse invalshoek geschreven zijn: met deze bijdragen wil ik een aanvulling geven op het tekort in dS. Dat mijn steeds talrijker lezers daardoor veel kritischer omgaan met dS (meerdere onder hen zijn uw vragenstellers die nadien hun vraag en antwoord doorsturen) mag u toch niet verbazen. Er is echter meer: niet alleen het onevenwichtig aanbod doet vragen rijzen maar vooral de vaststelling dat dS veel informatie niet publiceert, doet de wenbrauwen fronsen. Sinds de toegang tot informatie dank zij het www zo eenvoudig geworden is, zou een krant moeten beseffen dat ze alleen kan winnen door in de gedrukte krant, naast de onvermijdelijke politieke faits divers van de dag, vooral in te zetten op kwaliteitsvolle journalistieke duiding, die niet één opinie weerspiegelen maar door nuance en diepgang inzicht verschaffen, zonder cordon sanitair en zonder dat de journalist uit angst voor broodroof aan zelfcensuur doet. Zo werd het multicuturele debat slechts occasioneel gevoerd (naar aanleiding van een incident) en werd heel dikwijls geschreven over toestanden in Nederland, precies alsof er in België geen problemen waren. Het duurde tot een progressieve stem, Luckas Van der Taelen, in zijn pen kroop vooraleer dS dit onderwerp prominent durfde aan te kaarten. Is er een mooier bewijs van censuur omwille van politiek-maatschappelijke vooringenomenheid? In uw evaluatie heeft u het eveneens over het onderscheid tussen gedegen journalisitiek (met de nuance van enerzijds en anderzijds) en columnisten. Radicaal is voor columnisten schrijft u. Maar hoe zit het dan met een columnist die tegelijk redactielid is van dS en soms in dezelfde editie, een column schrijft vanuit een anti-Vlaamse invalshoek en in de rubriek Binnenland een genuanceerde bijdrage zou kunnen/moeten schrijven over dezelfde problematiek. De door u geciteerde journalist-columnist heb ik ondanks lang zoeken nooit kunnen betrappen op tegenstrijdigheden tussen zijn eenzijdige columns en zijn redactionele bijdragen. Zijn waarheid als norm voor de waarheid van dS? Toeval of toch netjes binnen de redactionele lijn? Geachte heer ombudsman, Ik hoop dat u deze vragen wilt beantwoorden en mocht u denken dat andere lezers er ook iets aan hebben, dan heb ik er alvast geen problemen mee om bovenstaande een plaatsje te geven in dS online. Overigens, mocht u denken dat ik kritisch sta tegenover dS omdat men mijn reacties niet publiceert, dan zit u fout. Slechts twee maal stuurde ik een lezersbrief in en éénmaal werd die over een halve pagina afgedrukt, (zie dS 11 augustus 2009: Hoe kunnen we onze economische diplomatie verbeteren?). Statistisch ongetwijfeld een prima score. Het leuke was dat nadien zowel de Vlaamse pen, D. Criekemans, als de Belgischgezinde pen, J. Holslag, mij feliciteerden met mijn bijdrage. Zo ziet u hoe een genuanceerde bijdrage in plaats van een scherpe pen ook onverantwoord interessant kan zijn. Hoogachtend, Pierre Therie, andersnieuws.eu
Geachte heer Pauli, mag het iets minder zijn? Niet alleen dS is soms onverantwoord interessant. Meteen een voorbeeld waar ik eveneens vraagtekens bij plaats: de bijdrage van Walter Pauli De aanval is ingezet in Knack (4 juli). Het blijvend succes van N-VA moet toch wel stilaan een nachtmerrie zijn voor journalisten ter linkerzijde. Maar wellicht nog erger voor Pauli en Co is, dat met de Gravensteengroep nu ook al een Vlaamsgezinde linkerzijde van zich laat horen. Daarover schrijft Walter Pauli onder meer het volgende: Een club van verstandig en geëngageerd volk die op een paar uitzonderingen na een links of op zijn minst vrijzinnig etiket draagt. Wie Pauli regelmatig leest weet dat hij de kwalificaties verstandig en geëngageerd niet zo snel zou gebruiken mocht het over rechtse flaminganten gaan. Maar goed, het steekt, en dus volgt er een reprimande die ongetwijfeld in slechte aarde zal vallen bij de ondertekenaars van de Gravensteenmanifesten. Hij gaat zelfs zover om Clijsters en Co te linken aan het VB: schouder aan schouder met Karim Van Overmeire neo N-VA, ex VBer, schrijft hij. Volgens Pauli is de Gravensteengroep ook Anti-Waals, omdat ze de Belgische grendels willen weghalen. Is dat zo of is het een venijnige slag onder de gordel? Mijnheer Pauli, wanneer ik alles overschouw dan denk ik niet dat linkse flaminganten het probleem zijn maar wel het ontbreken van een Vlaamse linkse politieke familie. Wanneer de sp.a van linkse Vlammsgezinden politieke daklozen maakt, moet u vooral eens de vraag beantwoorden waarom deze partij haar Vlaamsgezinde vleugel afstoot. Zou het kunnen zijn omdat de sp.a omwille van de machtsdeelname dat ze haar eigen electoraat negeert? Geachte heer Pauli, mag het iets minder eenzijdig zijn? Iets minder een intentieproces. Een Gravensteenlid besloot zijn reactie op Paulis aanval met volgende veelzeggende zin: Een staat die de ene ondemocratische grendel na de andere nodig heeft om overeind te blijven, heeft vrees ik zijn beste tijd gehàd. En: als zijn verdedigers niet eens argumenten kunnen aanvoeren, maar zich moeten behelpen met het verdraaien van feiten en verdachtmaken van critici, dan heeft die staat zelfs geen vijanden meer nodig. Ocharme. Waarvan akte.
De voorzitter van de Europese Raad, Herman Van Rompuy, maakte zich boos op de staatslui van weleer die een Europees project realiseerden zonder de nodige diepgang, waarmee hij bedoelde dat er onvoldoende convergentie bestaat tussen de lidstaten op maatschappelijk, financieel en economisch vlak. Nochtans zo merkte Rik Van Cauwelaert op bij de uitspraak van Van Rompuy, "Wie dat 12 jaar geleden durfde te zeggen werd als een verkrampte nationalist, in het beste geval als een euroscepticus weggezet, ook door de kopstukken van Van Rompuys eigen CD&V." Inderdaad, we hebben em niet gehoord toen Dehaene als voorstander van de verdieping zijn standpunt wijzigde en koos voor uitbreiding. Samen met de zo gewenste convergentie rijst een vraag waar nauwelijks aandacht voor is: veronderstelt diepgang ook een eenheidsdenken? Een vanbovenuit opgelegd dictaat zonder een democratische besluitvorming, wegens het ontbreken van een maatsschappelijk draagvlak?
Eens Anders Lezen... In de recente discussies over het onderwijs valt bij herhaling het begrip eenheidsworst, waarmee men bedoelt dat eenzelfde onderwijssysteem of - methode voor leerlingen die per definitie verschillend zijn, niet de beste oplossing is. De grootste gemene deler hoort thuis in een statistische benadering maar sluit evenmin aan bij de diversiteit aan capaciteiten van de leerlingen. Elitair versus gelijke kansen in het onderwijs staat gelijk met verdieping versus uitbreiding voor het Europese project. De keuze voor de uitbreiding zonder verdieping was een zegen voor de nieuwe zwakkere landen omdat ze zo konden genieten van de Europese welvaart via allerlei steunprogrammas. Voor de kernlanden waren het nieuwe afzetgebieden en vermits er voldoende geld was, vormde deze bijkomende financiële last geen onoverkomelijk obstakel. Men vergat dat de aanvankelijke Europese gedachte - om elke oorlog tussen Europese staten onmogelijk te maken - stoelde op een groot maatschappelijk draagvlak. Dat er voor de verdere evolutie - niet voor de uitbreiding noch voor de verdieping - zelfs geen moeite meer werd gedaan om een voldoende draagvlak te verwerven is vanuit een democratisch standpunt onbegrijpelijk. Trouwens, is er geen sprake van een contradictie wanneer sommigen dromen van de Verenigde Staten van Europa, die net zoals de Verenigde Staten van Amerika, overal ten strijde trekken? Maar waar men bij de uitbreiding te weinig rekening mee heeft gehouden, was dat de nieuwe leden-landen kwamen uit een langdurige periode van dictatuur en helemaal niet vertrouwd waren met democratisch beleid en individueel ondernemerschap in een concurrentiële omgeving. Vanuit Europa stroomde geld binnen, maar er was onvoldoende ervaring om hiermee om te gaan. Decennialang was besturen een zaak van een kleine elite en de nomenclatura (een ander woord voor een gepolitiseerde totaal afhankelijke administratie) die nooit rekenschap had moeten afleggen en nauwelijks besef had van wat verantwoordelijk participatief bestuur is, laat staan van transparantie. Het manna zorgde vooral dat rijken rijker werden en de spreiding van de welvaart slechts met mondjesmaat tonam. Overigens geldt dit gebrek niet alleen voor deze nieuwe landen, want het gesjoemel met Europese subsidies in de Zuid-Europese landen (en sommige Belgische provincies) is al even onverantwoordelijk, zoals vandaag maar al te duidelijk blijkt uit de eurocrisis. Dat in tijden van budgettaire tekorten de confrontatie tussen de rijke landen die daarenboven de spelregels volgen en de zwakkere landen die zich minder verantwoordelijk gedragen hoog oploopt, is begrijpelijk. Om deze tegenstelling te illustreren met een vertrouwde situatie in eigen land: de culturele elite die acties onderneemt om de solidariteit te redden en zich afzet tegen vermeende kortzichtige Vlaamse sponsors, maar tegelijk wel op haar achterste poten staat wanneer het manna van publieke gelden dreigt op te drogen. Is het niet een beetje hypocriet om alleen solidair te zijn met andermans geld? Hetzelfde plaatje maar dan de keerzijde: de goedkope arbeiders die vandaag onze arbeidsmarkt overspoelen zijn een doorn in het oog van de links progressieve maatschappij met op kop de vakbonden, want het is een aanslag op het sociaal systeem van de kernlanden. Maar was het niet de bedoeling van de uitbreiding om meer mensen te laten deelnemen aan de welvaart van Europa? Had men toen niet door dat goedkope concurrentie de prijs voor arbeid zou doen wankelen? Een socialer Europa maar wel op maat van de rijke landen, net zoals de culturele elite solidair is zolang het haar niets kost? Anders Gelezen: Het lijkt er sterk op dat de Europese landen zich hebben laten leiden door een aanvankelijk mooi verhaal met een duidelijk doel dat echter in de daaropvolgende decennia evolueerde tot een diffuus verhaal van ambitieuze politici die, niet gehinderd door enig pragmatisch denken en realiteitszin, teveel hooi op hun vork namen en nu aan de bevolking vragen om nog meer macht.
Het Joegoslavisch voorbeeld In een opiniebijdrag in dS (3/7) schrijft Theodore Dalrymple dat Herman Van Rompuy beter zou moeten weten. Het Europa dat Van Rompuy nastreeft weigert de realiteit te zien, namelijk dat de lidstaten zowel in tradities als in cultuur en wetgeving verschillen. Het resultaat, zo waarschuwt Dalrymple zal zelfs geen Belgisch model zijn maar eerder gelijken op Joegoslavië. Vanuit mijn ervaring (in diplomatieke dienst) met dit deel van Europa, heel even deze uitspraak Anders Lezen. Joegoslavië werd bijeengehouden door een dictatoriaal bestuur. Serviërs, Kroaten en Slovenen hebben nauwelijks een gemeenschappelijke traditie en cultuur, tenzij het gaat om de opgedrongen cultuur van de bezetter: de Italiaanse vooral katholieke tradities die nog leven langs de Adriatische kust en uiteraard de Habsburgse tradities. Dan heb ik het nog niet over de moslimbevolking in Bosnië-Herzegovina. Joegoslavië, een kunstmatige staat zoals België, geen natie, waarin zowel orthodoxe en nationalistische Serviërs, katholieke en al even nationalistische Kroaten en Slovenen met de reputatie vanBalkan joden, gedwongen werden tot samenleven. Onder de knoet gehouden door een dictatuur die als enig doel had om zichzelf te bestendigen en daarvoor alle nodige maatregelen nam om rebellie te voorkomen. Kroatische generaals dienden daarom in Servië en omgekeerd. Toen de burgeroorlog uitbrak kwamen al die frustraties naar boven en iedereen die ter plaatse deze periode meemaakte kan getuigen van de wederzijdse diepe haat die deze volkeren voor mekaar koesterden. Na al die jaren van vreedzame coexistentie in een ondemocratische samenleving ten tijde van het Joegoslavisch regime. Vreselijke misdaden tegen de mensheid waren het bittere resultaat. Oorlogsmisdadigers werden nog lange tijd na de oorlog beschermd door hun regering en slechts na veel aandringen overgeleverd aan het internationaal gerechtshof in Den Haag. Maar de ontelbare misdaden die begaan werden door gewone mensen, buren tot zelfs voormalige vrienden, vormen een veel langer nawerkend gif dat niet door het lidmaatschap van de EU wordt geneutraliseerd, hooguit onderdrukt. De implosie van Joegoslavië was op termijn onvermijdelijk en zo riskeert het ook Europa te vergaan, wanneer de Unie, net zoals het oude joegoslavië, de mensen verplicht om op te gaan in een eenheidsdenken en het eigene ondergeschikt wordt gemaakt aan het overleven van een staat zonder maatschappelijk draagvlak en dus zonder democratische legitimiteit. Wie werkelijk voor Europa is, voor de Europese bevolking is, kan niet anders dan de verscheidenheid van de volkeren (naties) erkennen en respecteren. Wanneer daaruit voorvloeit dat er minder gemeenschappelijke besluitvorming mogelijk is, dan is dat zo, want het alternatief kan enkel een (economische) dictatuur zijn. Was het net niet de bedoeling van de founding fathers om elke dictatuur in Europa definitief te bannen?
Onderzoeksjournalistiek is in Vlaanderen een ondergeschoven kind
12-06-2012 00:00:00
Onderzoeksjournalistiek is de moeder van de
journalistiek maar in Vlaanderen een ondergeschoven kind.
Ik zat 5 jaar
in de jury van Het Fonds Pascal Decroos dat in Vlaanderen
onderzoeksjournalistiek promoot.
Veel projectvoorstellen gingen over
verre landen, onbekende volkeren en samenzweringstheorieën.
Veilig en
vrijblijvend. Bij het Belgisch politieke machtssysteem werd de spoeling
dun. Te riskant. J
ournalisten vreesden de lange arm van de politiek. Van
den Eynde en Pauwels durfden het, met steun van het fonds.
De lange arm
volgde.
Wat is het resultaat van 18 jaar Johan Vande Lanotte in Oostende? Dat is de legitieme vraag die VRT-journalisten
Wim Van den Eynde en Luc Pauwels zich stelden in hun boek De keizer van Oostende. De keizer van Oostende
is een van de
beste boeken over de werking van het Belgische politieke
systeem van de afgelopen 25 jaar. Het boek toont hoe de uit de klei
getrokken machtspoliticus Johan Vande Lanotte Oostende
tot zijn bastion maakte. Het vestigt, zoals de PS deed in Wallonië,
een
staat in de staat en gebruikt (of misbruikt) alle middelen van het
lokale, regionale en federale systeem. Zulke figuren kunnen veel
bereiken, tenzij hun macht wordt beperkt door tegenmacht. Maar hij heeft
alle correctiemechanismen afgeschaft: de gemeenteraad is
een
nakaartclub, oppositie gesmoord, de lokale pers een gezelschap
schrijvende sufferdjes, in het Vlaams Gewest dekken zijn
socialistische
paladijnen hem in en als federaal minister van de Noordzee krijgt hij
vrije vaart.
Politieke monocultuur leidt tot economische uitdroging, en dat
gebeurt nu met Oostende. De stadsmonitor 2011 laat duidelijk zien hoe
pover Oostende scoort in de nettogroei van ondernemingen. Met de
werkgelegenheidsgraad is het al even slecht gesteld, terwijl de
kansarmoede ruim 25 procent bedraagt. Dat staat in schril contrast met
de grootspraak van 'the Godfather'. Naast water uit de
Noordzee spoelden
nog twee zaken aan in Oostende: schulden en subsidies. De stad drijft
daar nu op via de 'autonome' gemeentelijke
bedrijven waarvan de
belangrijkste enkel schulden accumuleren. De Vismijn ging failliet. Op
welke deur men ook klopt: overal is Vande Lanotte.
Johan is de subsidieman die de weg naar de vetpotten van Brussel
kent. Johan is de constructieman die projectontwikkelaars rijk maakt
terwijl er voor daklozen geen plaats meer is. Johan is de prestigeman
die bij bedrijven geld aftroggelt voor zijn basketbalclub.
De burgers
kennen het devies van the Godfather: "Rood of geen brood!". Johan de
businessman heeft een commanditair vennootschap voor
zijn verdiensten
uit de vele bestuursfuncties. Rood en veel brood? De kustsocialist
weigert te zeggen hoeveel.
De tweede keizer zonder kleren is Luc Rademakers,
hoofd van de VRT Nieuwsdienst. Hij brengt geen nieuws maar smoort het en
dumpt zijn journalisten.
Het getuigt van een zeldzame
onderkruiperigheid. Natuurlijk komt hij met statutaire bezwaren: het
boek was buiten de VRT-werkuren geschreven.
Dat gold voor alle
VRT-journalisten die projecten indienden bij het Pascal Decroosfonds.
Nooit iets over gehoord, maar die gingen niet over een boegbeeld
van het
Vlaamse socialisme. De twee auteurs hebben voldaan aan de principes van
de onderzoeksjournalistiek. Vande Lanotte wordt in het laatste
hoofdstuk van het boek geïnterviewd. Dus: hoor en wederhoor. De auteurs
gebruiken cijfers uit officiële bronnen, voor zover mogelijk, want het
systeem
van Vande Lanotte is een ondoorzichtig kluwen. Rademakers
beschuldigde de auteurs van opiniërend onderzoek en insinuaties.
Ik heb
het hele boek zorgvuldig gelezen en zou graag weten welke passages
Rademakers bedoelt. De verhaallijn wordt onderbouwd door feiten en
interviews.
De auteurs brengen de machtspiramide van Vande Lanotte in
kaart. Kortom: de vlag dekt de lading. Een VRT dat een budget van 300
miljoen euro waard wil zijn,
zou dit boek moeten oppikken als een badge
of honour.
Toen ik bij NRC Handelsblad werkte, werd de lichtgeraakte Hans van Mierlo
ooit razend over een paginagroot artikel dat ik over hem produceerde.
Hij belde de hoofdredacteur en eiste mijn ontslag. Antwoord van de
hoofdredacteur: "if you cannot stand the heat, get out of the kitchen".
Einde incident.
Dat had het antwoord moeten zijn van Rademakers. Maar neen, in plaats
van ruggengraat te tonen, kronkelde hij zich in partijpolitieke bochten
en in de
morsige omroepbureaucratie met als eindresultaat: de doodsteek
voor de Vlaamse onderzoekjournalistiek. Rademakers: wrong man on the
wrong place.
Het is genoegzaam bekend dat er de voorbije dagen onrusten zijn
geweest in bepaalde gemeenten. Die onrusten zijn te linken aan
Sharia4Belgium,
een organisatie die de sharia wil invoeren in België en
zodoende de stempel 'radicaal' krijgt opgeplakt. Minister van
binnenlandse zaken Milquet
heeft als antwoord op die onrust een voorstel
klaar dat alle radicale verenigingen a priori wil verbieden. Bovendien
wil ze ook websites die geweld
prediken blokkeren en de politie
opleiden om radicalisme sneller te spotten. Ten slotte wil ze ook de
culturele centra, moskeeën,
gevangenissen en televisie- en radiozenders
in het oog houden, zo schrijft de Standaard. Wij hebben echter onze
vragen bij dit voorstel.
De eerste vraag is die naar een definitie van de te verbieden
'radicale organisaties'. De website van Open VLD, die de maatregelen
steunt,
heeft het onder meer over 'alle vormen van radicalisering'.
Met deze definitie kan men vele kanten uit. Vallen radicale
christelijke organisaties daaronder?
Vallen politieke partijen die de
traditionele partijen aan het wankelen kunnen brengen daaronder? Valt
iedereen die een betoging tegen het huidige beleid
op de been brengt
daaronder? Wie bepaalt wat 'radicaal' is? De mogelijkheden die deze -
misschien goed bedoelde - maatregelen bieden aan regeringen,
zijn enorm,
en de vergelijking met de toestand in bepaalde niet zeer democratisch
te noemen landen dringt zich op.
De minister doet immers voorstellen die tot een verregaande censuur
van haast alle audiovisuele media kunnen leiden. Bovendien kunnen ze ook
een
de facto wettelijk verbod op vereniging voor (willekeurige?)
organisaties die een doel hebben dat bepaalde mensen niet aanstaat,
betekenen.
Merk overigens op dat artikel 27 van onze grondwet
uitdrukkelijk stelt dat het recht van vereniging niet aan enige
preventieve maatregel kan worden onderworpen,
wat deze regeling echter
al even uitdrukkelijk doet.
Verder kunnen we ons ook afvragen of deze maatregelen doeltreffend
zouden zijn om de organisaties (en misschien zelfs belangrijker: het
ideeëngoed)
in kwestie te bestrijden. Want iemand die in ideeën gelooft,
zal niet plots minder in ideeën geloven omdat ze verboden zijn. Een
verbod zal er enkel toe leiden
dat de organisaties in kwestie met hun
ideeën ondergronds gaan, zichzelf een slachtofferrol toe te meten, nog
extremer te worden, en zichzelf organiseren.
Men lijkt ervan uit te gaan
dat omdat men iets niet ziet, iets niet bestaat. Dat is echter
allerminst waar: het is niet omdat bepaalde groepen worden
gedwongen
ondergronds te gaan, dat ze niet bestaan. Het verder leven van
neonazistische ideeën is daar een mooi voorbeeld van.
En ondergrondse
organisaties, waarvan men de macht en impact moeilijk kan inschatten,
zijn volgens ons veel gevaarlijker dan organisaties die iedereen kent
en
waarvan iedereen de doelen kent. Om het met een vergelijking te zeggen:
een sluipschutter die men niet ziet liggen, is gevaarlijker dan iemand
die
aan iedereen zijn pistool toont voor hij zijn eerste schot lost.
De geviseerde organisaties vormen een potentieel gevaar voor onze
samenleving. Maar de verregaande erosie van onze grondrechten is dat
evenzeer.
Het beste wat we kunnen doen is herbevestigen dat onze cultuur
gefundeerd moet zijn op persoonlijke vrijheid en respect voor éénieders
rechten.
Sommige organisaties willen dit vervangen zien door één of
andere vorm van tirannie. Als wij blijven verdergaan met het kortwieken
van grondrechten,
dan verlagen we ons tot hun niveau. Laat ons deze
mensen bekampen met argumenten, debat en een aanhoudende bescherming van
individuele rechten, ook die van hen.
Kort samengevat: deze maatregelen tasten onze grondrechten aan, en
kunnen sterk repressief worden ingezet. Bovendien lijken ze ook hun doel
volledig
te zullen missen en zelfs een averechts effect te zullen
hebben. Daarom zijn wij, als studentenvereniging die het recht op
vrijheid hoog in vaandel draagt,
Toen
Karl Marx eind 1847 in Brussel het Communistisch Manifest schreef, had
hij nooit kunnen vermoeden hoe België het beste voorbeeld zou worden
van
zijn politieke theorie de socio-economische onderbouw determineert de
politiek-culturele bovenbouw. In België stelde de bovenbouw zich
moeiteloos
in op de veranderende onderbouw. Wallonië was ooit rijk,
maar werd arm. Vlaanderen was arm, maar werd rijk. Brussel is de
hoofdstad van vergane glorie.
Toch is er een transformatieproces waarop
België mogelijk stukbreekt: Vlaamse natievorming.
Het
Belgische establishment staat oog in oog met Bart De Wever, leider van
de Vlaamse nationalisten, die het Vlaams autonomiestreven
verpersoonlijkt.
Het establishment, met aan het hoofd de koning, zijn
entourage en de heersende elite, is altijd geslaagd in het beheersen van
transformaties, door zijn
exponenten een belang te geven in België.
Waalse socialisten, ooit staatsgevaarlijk, werden trouwe landgenoten
dankzij de gulle subsidiekassen van de
Belgische staat. Links
Vlaanderen, socialisten en groenen, werden bondgenoten. Ze wonen liever
in een links België dan in een rechts Vlaanderen.
De Vlaamse culturele
elite werd ingepalmd door een België dat zich afficheerde als
multicultureel. Dat was stijlvoller dan kneuterige Vlaamse dorpstrots
met pensenkermissen rondom parochiezalen.
De
Wever is een probleem. Hoe kan het Belgische establishment een politicus
incorporeren die geen voorstander is van België? De Wever noemt zelfs
het koningshuis een poppenkast. De meeste Vlaamse politici koesteren
ontzag voor het gezag en zijn gemakkelijk te paaien met audiënties,
eretitels
en erebanen. België heeft circa vijftig ministers van staat.
Succesvolle Vlamingen, van charmezanger tot zakenman, maken kans op een
adellijke titel
baronnen bij de vleet. Het Belgische establishment kon
zo voorkomen dat zich een politiek-cultureel zelfbewuste Vlaamse
bovenlaag ontwikkelde.
Het
establishment heeft het autonomiestreven in Vlaanderen, de onderbouw,
onderschat. Jarenlang werd het Vlaamse nationalisme, samen met het
Vlaams Blok,
veilig verbannen achter een cordon sanitaire de
uitsluiting van de macht. Het werd geblokt, met etiketten als fascisme
en racisme. Vlaamse,
traditionele partijen hadden een eigen recept om
het autonomiegevoel electoraal op te vangen. Voor de verkiezingen
voerden ze een luidruchtige
pro-Vlaamse campagne, om de dag na de
verkiezingen te verstommen. Het establishment vond het prima. De Vlaming
die Belgisch premier werd, verloochende
toch alles wat hij zei. De
liberale premier Guy Verhofstadt (1999-2008) deed dat met verve.
In
die periode ging het mis. De christen-democratische CD&V, de
natuurlijke regeringspartij, kwam in de oppositie en volgde een
pro-Vlaamse koers.
Dat deed zij in kartel met een Vlaams
nationalistische partij (N-VA). CD&V-partijleider Yves Leterme
sloeg, onder luid applaus van zijn junior
kartelgenoot De Wever, op de
Vlaamse trommel. België moest confederaal worden. De christen-democraten
boorden zo de bron van het Vlaams nationalisme aan.
Het werd een
eclatant succes. In 2007 zegevierde het koppel Leterme-De Wever. Leterme
kwam voor de keus te staan: Vlaams minister-president blijven of
Belgisch premier worden. Hij koos voor het laatste en verloochende zijn
Vlaamse beloften. Het kartel ontplofte.
De
christen-democraten hadden wel het Vlaamse autonomiestreven
gelegitimeerd. De N-VA begon te groeien. Het CD&V zakte weg. De
Vlamingen zijn trots.
Ze zien in De Wever een man die pal staat voor de
Vlaamse autonomie en die het durft te zeggen. De Vlaamse partijen die
het Belgische establishment altijd hielpen,
liggen intussen in puin.
Wat
kan het establishment nog doen? Interne correctiemiddelen afkopen,
inkopen, omkopen werken niet bij De Wever. Wat resteert, is externe
druk,
bangmakerij. Het establishment kent de psyche van de Vlaming
moedig aan de toog, maar minder strijdvaardig naarmate het gevaar
dichterbij komt.
Daarom verschijnen in de media verhalen over
speculanten die het als aasgieren hebben voorzien op België. De
schuldige is bekend: De Wever.
Hij kan geen compromissen sluiten.
Oproepen voor een noodregering volgen, zonder N-VA. Ook Europa wordt
erbij gesleept. Europees Commissievoorzitter
Barroso zegt dat België
snel een regering moet hebben. De Europaus heeft gesproken.
De
vraag is hoe koel De Wever blijft in het politieke schaakspel met het
establishment. Marx zou dit waarschijnlijk zien als de klassieke
spanningen die onvermijdelijk
een einde maken aan het regerend systeem.
Zijn historische wetmatigheid zegt dat de politiek-culturele bovenbouw
niet ontsnapt aan de wurggreep van de
socio-economische onderbouw. De
tijd speelt in De Wevers voordeel. De Belgische staat verkeert in
politieke en financiële ademnood. Wallonië en Brussel
zitten structureel
krap bij kas. Van nieuwe verkiezingen is het gevolg dat zowel
Vlaanderen als Wallonië radicaliseert. De Wever haalt 40 procent in
Vlaanderen.
Socialistenleider Di Rupo haalt 40 procent in Wallonië. De
twee kunnen om tafel zitten om de koek te verdelen. Wallonië wil geld,
Vlaanderen zijn eigen bovenbouw.
Marx wees erop dat de instemming van
het establishment niet is vereist voor een politieke omwenteling,
integendeel.
Geen
establishment is gezelliger en minzamer dan het Belgische, dat de beste
champagne schenkt, maar de geschiedenis kent geen genade met wie zich
de leerrijke lessen
van het Marxisme niet eigen maakt.
Dit artikel werd gepubliceerd in NRC Handelsblad op Dinsdag 18 januari 2011, pagina 9
Een kritische bijdrage van Jean Vanempten in De Tijd over Europa begint met de bewering dat Europa leeft in een permanente staat van ontkenning.
Het is alsof iemand ongemerkt de Europese hymne van Beethoven heeft afgevoerd en in plaats daarvan 'Tout va très bien, madame la marquise' tot
Europees lijflied heeft gemaakt. ( ) De aanstormende problemen werden te laat onderkend, te veel onderschat en te traag aangepakt.
Het zou tot mei 2010 duren voor sprake was van een Grieks reddingsplan. Iets wat de Griekse politici in de maanden vooraf nog van tafel hadden geveegd.
En toen het plan er was, bleek het meteen al te licht.
De auteur heeft het over politici die de problemen pas aanpakken als ze zich stellen en daardoor eigenlijk altijd achter de feiten aan lopen.
Verder in de tekst staat volgende bedenking: Het onvermogen is niet alleen politiek of intellectueel, maar is vooral een onvermogen om buiten de
traditionele kaders te gaan. Het slopen van taboes is nog een van de grootste taboes van de Europese bank- en schuldencrisis, en daarom blijft
radicaal ingrijpen moeilijk. ( ) De permanente staat van ontkenning staat wel een snelle oplossing van de eurocrisis in de weg.
Telkens opnieuw moet Europa tegemoetkomen als er al een brandhaard is. Zelfs als iedereen wist dat die brandhaard er zou komen, zoals bij de Spaanse banken.
En in plaats van een zorgvuldig uitgekiend plan, komt er dan een oplossing die afhangt van de beperkingen van het moment.
Met het traject dat inmiddels is afgelegd, lijkt het vanzelfsprekend dat er op zijn minst een masterplan voor de Europese constructie moet klaarliggen.
Dat is nog altijd niet het geval. 'A part ça, madame la marquise, tout va très bien, tout va très bien!'
Ook in België was hoerageroep te horen, maar die verstomde nogal snel. Luc Coene, gouverneur van de Nationale Bank, verklaarde dat de EU-steunmaatregelen
voor de Spaande banken de crisis zouden oplossen. Het duurde nauwelijks enkele uren of hij werd door de markten in het ongelijk gesteld.
Ontkenning en overschatting van de publieke inbreng vormen een constante in deze crisisaanpak. In zijn rustige vastheid speculeert Europa op tijdswinst:
om de getroffen landen de tijd te geven om hun ziekte te laten uitzieken.
Anders Gelezen, dacht ik bij mezelf hoe moeilijk het is voor mensen die geen tijd hebben om verschillende kranten te lezen om te begrijpen wat er gebeurt.
De kloof overbruggen tussen de onheilsprofeten en zij die menen dat het allemaal wel goed komt. Dan zijn De Tijd en Knack wel aanraders.
De Tijd is zakelijk en sober, zelfs als het gaat over politieke themas. Maar er blijven veel vragen. Bij voorbeeld, of het correct is om de bankencrisis
op één hoopje te gooien met de totaal vastgelopen monetaire politiek van sommige EU lidstaten die dateert van lang voor deze bankencrisis?
Wanneer de leidende klasse van een staat een beleid voert door schulden te maken en de media daar géén kritische vragen bij stellen, kunnen de kiezers niet weten
dat ze bergaf aan het rijden zijn. Het gaat immers zo gemakkelijk en de problemen zullen zich wel vanzelf oplossen? Vergeten of genegeerd: de weg bergop is
altijd lastiger en duurt ook langer. Vandaar het grote belang van een kritische Vierde Macht die niet aanschurkt tegen de gevestigde macht.
Maar welke Vlaamse krant laat staan de staatszenders - durft nu nog in te gaan tegen dergelijk beleid, wanneer ze zelf afhankelijk geworden zijn voor hun
overleven van staatssubsidies? Waar zit de moed van de salonjournalisten die oh zo graag vooraanstaand willen zijn en de hoge toon voeren in elk debat,
maar vooral blijven zweren bij de status-quo en elke verandering afkeuren?
Bekende Journalisten
In mijn boek dS anders gelezen (www.andersnieuws.eu) wijdde ik een hoofdstuk aan de Bekende Journalisten BJ - die het voor en met elkaar doen in de media.
Een frappant voorbeeld hiervan was het artikel van drie bladzijden in dS van 28 november 2009 waarin Tom Naegels het eerste boekje van barones Mia Doornaert
mocht de hemel in prijzen. Wel erbij vermelden dat er één paginagrote zwart-wit foto bij was. Toch nog een vraag die Naegels als ombudsman zou kunnen beantwoorden:
zou het wel betamelijk zijn dat een journaliste de kennis die ze opdeed op kosten van dS gebruikt voor een privé-boek?
Was dat niet een van de pertinente bedenkingen bij het boek over de Keizer van Oostende geschreven door journalisten van de VRT?
Nu kan de aanzwellende kritiek ook al in Knack waar Mark Van de Voorde het heeft over de mediadel. Media die enkel nog met zichzelf bezig zijn en rondjes draaien
in een cirkel van zelfbewieroking. Het zal wel even slikken geweest zijn bij het gild van de BJ en ook niet terecht voor sommigen, maar wel toepasselijk op heel veel
BJ die het beeldscherm avond na avond vullen met hun ongelooflijk interessante anekdotes; liefst buiten hun vakgebied. Even citeren uit het artikel:
BV's vormen de nieuwe adel van het land, de nieuwe elite. En ze eisen alle aandacht op. Ze krijgen die ook. ( ) Deze fase van 'je hoort erbij omdat je erbij hoort'
is de mediadel ook ingetreden. Sommige BV's hebben hun bekendheid gewoon te danken aan hun BV-schap, hun bekendheid dus. Of ze worden uitvoerig in de media opgevoerd,
omdat ze in de media komen. Onze talkshows, of ze Vanthilt heten of De Laatste Show, of straks zelfs nog een andere naam dragen, zijn die fase ingetreden:
of je wat te zeggen hebt of niet, je krijgt het woord omdat je een bekend smoel bent.
Anders Gelezen: Ik herinner mij dat de ombudsman van dS, aan een lezer van AG die het moeilijk had met een stukje scheldproza, schreef dat een scheldpartij van een BV
wel nieuws is omdat het om een BV gaat. Blijkbaar een kwestie van afwijkende normen voor BV.
Het artikel in Knack sluit af met een citaat van de Franse journalist-essayist Jean-Claude Guillebaud in het weekblad La Vie: "Er steekt nogal wat kinderachtigheid
in deze zelfverheerlijking die ons journalisten ziet als 'einddoel', terwijl we ons zouden moeten beperken tot de rol van 'middel'."
Waarvan akte.
Di Rupo en zijn Vlaamse vazallen
Di Rupo doet in zijn eerste half jaar Europa na: vooral de mensen niet tegen de regeringspartijen in het harnas jagen door structurele maatregelen die de mensen zouden pijn doen.
Tout va très bien. In DT schreef Jos Bouveroux, gewezen Wetstraatjournalist en ex-hoofdredacteur van de VRT-nieuwsdienst, hierover het volgende:
Juicht, Belgen, juicht. Ons roemrijke land heeft al een half jaar lang een heuse federale regering. Is dat geen verbazingwekkende prestatie na het wereldrecord
van de langste kabinetsformatie? Premier Elio Di Rupo was vorige week bijna euforisch over deze halfjaarlijkse verjaardag. Ei zo na knalden de champagneflessen.
Maar is er - behalve dit ene feit - wel veel reden tot feesten? ( ) Akkoord, de coalitiepartners hebben het vaste voornemen om het vermaledijde BHV-dossier,
dat al zolang het politieke leven domineert, op te lossen. Maar volgens mij is daarvoor een hoge prijs betaald: een onvoldragen staatshervorming en een budgettair beleid
waarin vooral de forse belastingtoename opvalt. De geplande staatshervorming zal er de structuren niet doorzichtiger op maken. Van bijna elke bevoegdheid blijft een stukje federale materie.
Er zijn wel meer beleidsdomeinen naar de deelstaten toegeschoven, maar als puntje bij paaltje komt, is de Belgische staat helemaal niet ontmanteld.
De financieringswet zorgt ervoor dat de deelstaten niet al te ver uiteengroeien en er is een ruime overgangsperiode afgesproken. Dat betekent concreet dat een volgende
staatshervorming zich al aankondigt. Di Rupo heeft handig een pak zaken voor zich uitgeschoven. Hetzelfde op sociaal-economisch vlak.
Ingrijpende maatregelen zijn er niet gekomen. ( ) Opmerkelijk vind ik dat de zes partijen van de coalitie koste wat het kost de rit willen uitdoen, ondanks alle interne tegenstellingen. ( )
Maar een en ander betekent ook dat er tot en met 2014 geen erg ingrijpende maatregelen genomen zullen worden. Di Rupo is, zeker na de socialistische overwinning in Frankrijk,
niet van plan om het roer drastisch om te gooien. Hoezeer de liberalen en de rechtervleugel van CD&V ook aandringen, de PS zweert bij de behoedzame aanpak.
Of dat ook voor het land goed is, zal de erg nabije toekomst uitwijzen. Ik vrees wel dat een dergelijke politiek van pappen en nathouden uiteindelijk geen fundamentele oplossing
zal brengen voor de Belgische problemen. ( ) Voorlopig surfen we mee op de Duitse golven en proberen we ons onzichtbaar te maken voor Europa en de markten.
Erg moedig is dat niet. En dat verdient zeker geen champagne.
Nog in DT heeft Wim Van De Velden het over schuldig verzuim van de Vlaamse partijen (CD&V, Groen!, OVLD en SP.A) in verband met het akkoord over de splitsing van BHV.
Even meelezen: U houdt er niet van in korte broek rond te lopen en met vlaggen te zwaaien? En dus laat de 'historische' splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde (BHV) u eigenlijk koud?
U zou zich wel eens kunnen vergissen, zeker als u een van die 200.000 Vlaamse pendelaars bent die elke dag komt werken in Brussel. Want als u straks, na de splitsing,
een conflict met uw werkgever hebt en geen andere uitweg meer ziet dan naar de Brusselse arbeidsrechtbank te trekken, dreigt u van een kale reis terug te komen.
Niet alleen voor de arbeidsrechtbank, ook voor de politierechtbank en voor de rechtbank van eerste aanleg is de verdeelsleutel van 80-20, die gebruikt werd om het aantal Franstalige
en Nederlandstalige rechters in Brussel te bepalen na de splitsing, een ramp. Dat komt niet overeen met de verdeling van de werklast. Het is schuldig verzuim van alle Vlaamse partijen,
want ook al ontkennen sommigen nog altijd het licht van de zon, ze weten intussen dat verkeerde cijfers zijn gebruikt.
Eveneens in DT verwijst Lars Bové naar de emails over BHV, waaruit blijkt
dat men vooraf wist dat de cijfers over de werklast van het gerecht in Brussel fout waren en toch hebben de Vlaamse partijen dit akkoord in de Senaat goedgekeurd.
De ontkenning van deze fout door Servais Verherstraeten ( in Terzake) zorgde ervoor dat rechtbankvoorzitster Van den Bossche in een mail aan Verherstraeten insinueert
dat de staatssecretaris heeft gelogen in de tv-studio. Het artikel sluit af met een uiterst belangrijk vaststelling: Als de Kamer het wetsvoorstel goedkeurt,
kunnen de 'essentiële elementen' van de hervorming alleen nog bij bijzondere meerderheid gewijzigd worden. Ook hier kunnen de Franstaligen elke wijziging blokkeren.
Een mooi cadeau van onze uitgeslapen onderhandelaars.