Vanuit het hotel zien we op het Ohridmeer. Ohrid is een meer dan duizend jaar oude omwalde stad met een Bulgaars tsarenfort en vele oude kerkjes. Het meer is oeroud en toevallig kwamen we terecht op de boot met een bruiloftspaar dat zijn huwelijk bevestigde in Sveti Naun bij de Albanese grens.
We bezochten het bereninformatiecentrum van Nymfio en logeren nu op het drielandenpunt van Griekenland, Albanië en Macedonië. Vooral vogels trokken, naast oude kerkjes onze aandacht.
Edessa is een stadje met overal waterloopjes en watervallen in het Noorden van Griekenland. Aan de voet van de berg ligt de antieke benedenstad; de oude bovenstad heeft smalle straatjes en mooie erkerhuisjes.
We bevinden ons nu op het schiereiland Sithonia, waar we bij mevr. Filio logeren. We maken een rondrit, genieten van de zon, en doen een daguitstap met een piratenschip naar het heilige schiereiland Athos met zijn kloosters, een afgesloten wereld op zich.
Daar het weer veel belovend leek vertrokken we met de auto naar Prionia (1100 m hoogte), eindpunt van de weg. Waar ook de Byzantijnse vlag hangt begint onze tocht naar de goden van de Olympus. Door een beukenwoud, een pijnbomenbos en een aantal sneeuwvelden komen we toe aan de refuge (2100 m). We hebben dus 1000 m geklommen. Spijtig ligt de top van de Olympus alweer in de wolken en zien we dus geen goden.
Aan de voet van de Olympusberg bezochten we de ruïnes van Dion, de heilige stad der antieke Macedoniërs; vooral Romeinse mozaïeken en het oudste waterorgel ter wereld trokken onze aandacht. Wij verblijven in Litochoro en genoten nog van de zon op het dakterras voor de kamer met achter ons de zee en voor ons de Olympusberg.
Vergina was de hoofdstad van het antieke Macedonië; hier werd het tumulusgraf gevonden van zowel de vader als de zoon van Alexander de Grote. Ook hier zagen we veel gouden en zilveren voorwerpen. Daarna wandelden we door het oude stadscentrum van het nabijgelegen Veria met zijn Turkse erkerhuizen en zijn oude kathedraal.
Dwars door het Noordelijke Pindusgebergte reden we langs bochtige en soms in slechte staat verkerende wegen naar Vergina in het Griekse Macedonië. Wel een prachtig landschap.
De dag begon met regen maar tussen de regenbuien konden we toch nog iets zien. Eeuwenoude bruggen, de Vikoskloof en het stenen woud, en het dorpje Monodendri waar we overnachten.
Met de stadsbus naar Ioannina, de hoofdstad van de regio Epirus. Tot honderd jaar geleden was dit nog een Turkse stad, wat te zien is aan het fort en de minaretten, en de soek.
Op weg naar Perama bezochten we het antieke theater van Dodoni. Na de middag daalden we af in de grotten waar de vleermuizen niet ontbraken. We verlieten de grot op een andere plaats en keerden terug met zicht op het meer Pambotis.
Vandaag bezochten we nog twee nonnenkloosters. Niet alleen zijn de fresco's van de Meteora-kloosters waardevol, je vindt hier ook kunstzinnig houtinlegwerk, houtsnijwerk, met gouddraad geborduurde doeken, talrijke ikonen, gouden en zilveren voorwerpen enz. De nonnetjes kunnen ook fraaie tuintjes aanleggen op de top van de rots. Ook de natuur is hier wondermooi.
Op deze kale rotsen, die paleizen werden voor duizenden asceten, leerden orthodoxe monniken om wijs te zijn in gedachten en nederig in verlangens - en de wijn die ze maakten verblijdt het hart - maar onder de monniken zaten er ook grote kunstenaars.
We laten de Parnassus- en Gionbergen achter ons en rijden naar Meteora. Daar bezoeken we reeds het Drievuldigheidsklooster en het stadje Kalambaka met de meer dan duizend jaar oude byzantijnse Maria-Hemelvaartkerk.
Waar men gaat langs Griekse wegen, komt men kapelletjes tegen, is het devotie of gebeurde hier een ongeval??? Op weg van Athene naar Delfi niets dan regen en onweer, dus ook geen vergezichten. In de namiddag klaarde de lucht op en zagen we de Golf van Korinthe beneden liggen.
Met de metro naar Piraeus en dan met de boot naar Egina. Ditmaal geen pelikanen, wel een massa meeuwen en natuurlijk de zeerover mag niet ontbreken. Nog te koud om te zonnen, maar wel een rustig dagje uit op een eiland.