In het vroege voorjaar van '62, vermoedelijk was het februari of maart waren de Grenadiers voor drie weken op kamp in Vogelsang.
De eerste week was het ijzig koud met sneeuw en vorst, de volgende dagen waren de weersomstandigheden wat beter, minder koud en de sneeuw was verdwenen, wij vonden dat een uitstekende gelegenheid om in de vrije tijd een eindje te wandelen in de toch wel prachtige eifel.
Tijdens de bombardementen van de Urfttalsperre, in W.O.II, werd het nabij gelegen dorpje Wollseifen zwaar beschadigd. Het in de twaalfde eeuw gestichte dorpje telde aan het eind van de Tweede Wereldoorlog ongeveer een 550 inwoners, meestal boeren en ambachtslieden. Na de Oorlog hadden de Britten Burg Vogelsang in gebruik genomen als militair trainingscentrum, de Britse bezettingsmacht besloot in 1946 het oefengebied rond Burg Vogelsang gevoelig te vergroten, zodoende kwam Wollseifen in verboden militair gebied te liggen. Op Brits bevel werd het dorpje ontruimd, de bewoners werden aan hun lot overgelaten, de bevolking van Wollseifen kreeg drie weken tijd om hun huizen te verlaten. Op 1 september 1946 mocht geen enkele burger zich nog in het dorp bevinden, een groot gedeelte van de gebouwen die door de bevolking pas hersteld waren van de Oorlogschade, werden door de Britten met de grond gelijk gemaakt.