Wij reizen om te leren.

13-01-2020
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tielt-Wingeroute

Fietsknooppunten: 27-95-39-90-360-350-351-355-43-42-41-40-44-61-79-78-77-76-28 = +/- 46,7 km.

Parkeren: Tielt-Winge. Parking: Optielt 14, nabij de kerk. 

Zaterdag 2 juni 2019. We vertrekken speciaal vroeg vandaag omdat ze (weerprofeten) een warme dag voorspellen. Temperaturen tot 27°C in de Kempen. En naar het schijnt is dat nog in de schaduw. We hadden afgesproken van morgen, zondag, te fietsen maar ze (weerprofeten) voorspellen dan nog warmer weer. Daarom dat we precies vandaag om 09:20u op de afgesproken parking staan  voorbij de kerk. We bevinden ons in het hart van Hageland te Tielt-Winge. Een gemeente die bekend is om zijn of haar wijnen en vooral door de fruitteelt van appels, peren en krieken. Voor de vruchten is het nog een paar maanden te vroeg, al zien we de kleine peren als krieken zo groot met trosjes aan de laagstammige fruitbomen hangen. De Sint-Martinuskerk die we net met de wagen voorbij reden heeft een vierkante toren waarvan het oudste gedeelte in ijzerzandsteen werd gebouwd in de loop van de dertiende eeuw. In 1754 werd hij verhoogd met rode baksteen. Met de fiets houden we de parking rechts van ons. Het is om te beginnen al klimmen. Onze plattelandsbenen zijn het niet gewend.  Voorbij huisnummer 137 slaan we linksaf en volgen knooppunt 27 tot aan de Vlooybergtoren. 

Op deze plek stond jaar en dag een vervallen houten uitkijktoren. Wat we nu zien is de bekende uitkijktoren die dateert van 2013. Deze toren werd bekent door de serie 'Callboys' die hem als decor gebruikten. In de nacht van 29 op 30 juni 2018 werd de uitkijktoren beschadigd door vandalen. Er werd brand gesticht door middel van balen stro en benzine. Enkele dagen later werden de daders reeds geklist. De toren wordt terug herstelt en zal ongeveer 1,5 meter hoger worden. Of dat zo is hebben we niet kunnen vaststellen. Het is in ieder geval een stevige klim tot op het hoogste punt, maar het loont de moeite. Door het helder weer zien we in het westen de koeltorens in Vilvoorde en in het oosten kunnen we de schachten zien van de Limburgse steenkoolmijnen. De akkers rondom zijn allemaal beplant. Hopelijk is het niet allemaal maïs. Tussen de akkers staan tientallen rijen laagstammige fruitbomen. Het lijkt op een groene oase nu alle bloesems verdwenen zijn en stillaan vruchten worden. Ook dorpen met hun spitse kerktorens zien we als ze niet achter een bos verscholen liggen. Terug beneden lezen we bij de picknicktafel een gedicht van Ina Stabergh ‘Toren van Tielt’.  

Enkele pedaaltrappen verder fietsen we op een asfaltweggetje ‘in the middle of nowhere’ tussen de fruitplantages door een (licht) golvend groen Vlaams-Brabants landschap. We rijden richting Limburg maar we bezoeken vandaag nog talrijke andere oude monumenten, historische stadjes en pittoreske dorpen in een perfecte mix van natuur en cultuur. Nadat we de N2 of de Diestsesteenweg gedwarst hebben houden we halt bij de ‘Kapel van Onze-Lieve-Heer’. De tamelijk grote kapel werd vooral op Goede Vrijdag bezocht om er te bidden voor het welzijn van de mensen en het vee. In 1945 werd de kapel verwoest door een Duitse bom. Tussen het puin werd het houten Christusbeeld ongeschonden terug gevonden. Het beeld ligt horizontaal onder het altaar opgebaard. Verderop fietsen we pal langs een hoge afsluiting met bovenaan prikkeldraad. Het is een militair domein waarop een kleine tiental schotelantennes geplaatst zijn. Het is ons niet direct duidelijk waarvoor ze dienst doen. Ik kan me voorstellen dat ze niet bedoelt zijn om VRT of VTM te ontvangen.  

Aan het volgende kruispunt hangt een klein Mariakapelletje aan een boom. Het is nog steeds versierd met blauw witte plastiek bollen ter gelegenheid van de afgelopen Mariamaand. Als we rechtsaf slaan in de Kerkstraat vervolgen we onze weg over kasseien. Het eerste stuk kunnen we naast de kasseien op de grasberm rijden. Aan het achtergelaten spoor te zien zijn we niet de enige die dit doen. Na de bocht duiken we in een holle weg en zijn we verplicht de vele kasseien te trotseren. Af en toe moeten we rechtstaan op de pedalen om ons zitvlak te sparen. We fietsen momenteel op het grondgebied van Molenbeek-Wersbeek. Een landbouwdorp dat tijdens WOI in 1914 zwaar werd beschadigd. Tijdens de invasie werden 14 huizen in brand gestoken en de rest werd leeggeplunderd. Bij de kerk stoppen we voor enkele foto's. De Sint Laurensiuskerk met omliggende begraafplaats dateert van de dertiende eeuw. De toren is van de veertiende eeuw. Er werd een monument aangebracht dat hulde brengt aan E.P. Gaston Daenen. Hij werd hier in de gemeente geboren op 27/12/1910. Hij werd missionaris in Kongo van 1938 tot aan zijn dood in 1967. Hij werd vermoord in Kisenge op 1/11/1967.  Verder langs holle wegen bereiken we ons knooppunt.  

Linksaf op de Halensebaan. Na enkele holle wegen krijgen we een betoverend groen landschap voorgeschoteld. Het is ondertussen al warm geworden. Er staat wel een frisse wind die verkoeling brengt. Dat maakt het nog gevaarlijker. Het is oppassen geblazen om niet te verbranden. Insmeren is de boodschap. We fotograferen prachtige vergezichten dat een belangrijk leefgebied is voor verschillende vogelsoorten. De bermen herbergen een schat aan flora en fauna. De beukenbomen groeien reikhalzend de hoogte in. In de verte zien we onze eerste vierkanthoeve. De eeuwenoude boerderij herinnert aan de tijd dat het boerenleven hier het karakter bepaalde. Linksaf op de Provinciebaan (N29), richting Diest.  

Op de hoek Zelliksebaan/Leemkuilstraat werd een kapel gebouwd die gewijd is aan O.L. Vrouw van Lourdes. Een prachtige onderhouden kapel met veel beelden en bloemen. We fietsen op het grondgebied van Bekkevoort. Het dorp zelf ligt op een hoogte van 64 meter. Het bladerdek van de bomen geven ons de nodige schaduw. De talrijke akkers liggen in grote, aaneengesloten, complexen bij elkaar. Alles baadt in het volle zonlicht. Als bloemenliefhebbers kijken we uit naar bijzondere plantensoorten die in de zijbermen groeien en bloeien.  

We rijden door het gehucht Struik. Het wordt niet aangegeven door een plaatsnaambordje, maar de vrijstaande villa's en gerenoveerde hoeves doen vermoeden dat hier een  dorp begint te ontstaan. Er ontbreekt slechts een kerk. Honderd meter verder verlaten we reeds het gehucht en fietsen opnieuw tussen akker- en weilanden. Teneinde linksaf fietsen we door Rijnrode. Een gehucht van Bekkevoort. We rijden ondertussen door de Provincie Limburg. Dat is alleen al te merken aan de knooppunten-borden. Ze zijn rechthoekig, en blauw met witte cijfers. Het Limburgse fietsnetwerk telt ongeveer 2.000 km fietspaden. 

Op de hoek Hagelandstraat/Gebrandhofstraat stoppen we bij de kapel O.L. Vrouw van het Heilig Hart. Een redelijke grote kapel met brede dubbele glazen deuren. Mooi onderhouden en ook hier is de versiering nog aanwezig. We fietsen op het grondgebied van Halen. Op de grens van Haspengouw en Hageland. Wat verder staat een gigantische boom en geloof het of niet, maar er hangt een versierd Mariakapelletje aan. Naast de boom werd een smalle zitbank geplaatst waar we onze meegebrachte picknick verorberen. Op een infobordje werd het lied gedrukt dat in 1910 werd geschreven ter gelegenheid van het vijftigjarig jubelfeest der plechtige kroning van O.L. Vrouw van Vlaanderen. Het lied ‘Liefde gaf u duizend namen,’ weerklonk in ’t hart van ons Vlaamse volk en heeft nog steeds succes. Ook een spreuk werd hier aan de oude boom geplaatst met de woorden: ‘Waar men ga langs Vlaamse wegen, oude hoeve, huis of tronk.’ We bevinden ons te midden van uitbundig veel groen. Zalig. Na onze lunch rijden we verder maar aan het volgende kruispunt staan we voor een dilemma. De straat werd vernieuwd en we zien wel verkeerspalen staan maar geen knooppuntenbordjes. Onze smart-phone helpt ons verder. We moeten naar de Rozedelstraat. Linksaf dus.   

De lucht is nog steeds lenteblauw al komen er wolken opzetten waar de zon af en toe achter schuilt. Rechtsaf bij ons ons knooppunt en even verder verlaten we het fietspad opnieuw naar rechts. Het is 12:30u als we op de Betserbaan in de open vlakte rijden. Een oase van stilte en groen. De mooiste stukjes van ons fietstraject zijn de kleine betonwegen waar enkel ‘landbouwvoertuigen en aangelanden’ mogen komen. Het moment om even diep adem te halen. Zuurstof opsnuiven en dan krachtig weer uitademen zonder lawaai te maken. Een gelukzalig moment. Wat verder werden slechts enkele vrijstaande woningen opgetrokken naast recent gerenoveerde boerderijen met een hele geschiedenis. Voor ons knooppunt fietsen we weer tussen hectaren fruitplantages maar een wegversperring houdt ons tegen. De baan is verderop opengebroken. Een infobord geeft aan dat het fietsknooppunt niet bereikbaar is. Een omleiding is niet voorzien. Tirez votre plan! En dat doen we. We stappen met de fiets aan de hand door de versperring. Twee fietsers komen vanuit de tegenovergestelde richting. Ik vraag of we verder kunnen, in de hoop dat deze mensen dezelfde knooppunten volgen. ‘Als ge niet te breed bent!’ roept hij nog na zonder te stoppen. Enfin! We riskeren het toch. Honderd meter verder moeten we rechtsaf. Iemand heeft twee smalle planken over een brede gleuf in het wegdek gelegd. We kunnen erover met de fiets aan de hand. 

We vervolgen onze weg tussen de fruitplantages. De zon verdwijnt vaak achter de grote witte wolken. Het voelt fris aan in het onbebouwde landschap. Volgens mij steekt de wind een tandje bij. Het is meer dan de voorspelde 2 beaufort. Rechts van ons  werden op 15 mei 2016 de 44 kleurrijke betonnen helmen ingehuldigd op de plek waar de Slag der Zilveren Helmen heeft plaatsgevonden. Ze zijn het symbool voor de Duitse soldaten die Limburg tijdens de oorlog bezetten. Elke helm vertegenwoordigd een gemeente en vertelt een klein verhaal via de streepjescode. Elke helm weegt maar liefst twee ton. Jong en oud gingen samen aan de slag om de helmen te bewerken en het resultaat mag gezien worden. Onder de voorkant is er een ledverlichting aangebracht, gevoed door een batterij op zonnepaneeltjes. Het opzet is dat de helmen op deze locatie mettertijd opgenomen worden in het landschap. We fietsen over de IJzerenbeek die een rol speelde in 1914. De grote cavalerieslag uit de geschiedenis 'De Slag der Zilveren Helmen' die uitliep op een Belgische overwinning. Echter zonder grote gevolgen voor de verdere verloop van WOI. Er stierven 160 Belgen, 140 Duitsers en er werden 600 soldaten gewond weggevoerd. Ook paarden waren slachtoffer van de veldslag. Ongeveer 400 paarden werden in de strijd gedood. 

Rondom ons werd maïs aangeplant. Hij staat al 15 à 20 centimeter hoog. We kunnen dus nog genieten van prachtige vergezichten. We worden tijdens het fietsen begeleidt door het gezang van de vink. Hij vliegt van boom naar boom en hervalt in zijn gezang. We fietsen vaak door holle wegen. Uit de wind is het dan weer te warm in de zon. Als we maar kunnen klagen! Wat verder werd het monument opgericht voor de Zwarte Duivels. Na enkele trappen staan we voor een enorme rotsblok uit de Oostkantons. Op deze blok natuursteen prijkte voorheen een driehoekig bord met een zwarte duivel als afbeelding. Waarom het verwijderd werd is niet gemeld. In 1976 werd het monument ingehuldigd ter ere van de Karabiniers-Wielrijders voor hun verbeten tegenstand tijdens het gevecht van 12 augustus 1914. Ter herinnering aan al de gesneuvelden, zonder onderscheid van herkomst, godsdienst of taal, werd bij gelegenheid van de vijfenzeventigste herdenking in 1989 het Europese Kruis opgericht.   

Aan het kruispunt rechtsaf. Bij het volgende kruispunt linksaf in de IJzerwinningstraat. Links is het grondgebied Halen en rechts van ons ligt Loksbergen. We fietsen tot het volgende kruispunt. We wijken af. Rechts is de Zilveren-Helmenstraat maar wij fietsen linksaf in de Liniestraat tot nummer 59 voor de Militaire begraafplaats. Hier rusten in totaal 181 Belgische soldaten waarvan de meerderheid stierf tijdens de ‘Slag van de Zilveren Helmen’ op 12 augustus 1914. De begraafplaats werd aangelegd in 1915 door de toenmalige burgemeester. Vlakbij de begraafplaats werd een monument opgericht ter nagedachtenis aan de gesneuvelden van het vierde en vierentwintigste Linieregiment. Terug naar het kruispunt en linksaf om ons knooppunt te volgen. Even verder staat het herdenkingskruis van het voormalige Duitse militaire begraafplaats. Het hardstenen kruis in de velden naast de IJzerwinning-hoeve is het enige restant van een Duitse begraafplaats uit 1915. Hier werden na de slag 111 Duitse gesneuvelden begraven. Ze werden in 1956 overgebracht naar de Duitse begraafplaatsen in Vladslo en Langemark.  

We houden halt bij de voormalige Rotemse molen vlak naast de Velpe. De cisterciënzerinnen van Mariëndal bouwden rond 1422 de watermolen die al in 1646 verdween toen de huidige molen gebouwd werd. Deze molen werd uiteraard veelvuldig gerestaureerd en uitgebreid. De watermolen ging na de Franse bezetting over in privébezit en maalde in 1920 nog 75.000 kg graan. Hij werd uitgebaat tot 1961. Nu is het een uitstekende locatie om de dorstige te laven. Het werd een duivelse verfrissing.  

Bij knooppunt 355 bevindt zich het museum ‘Slag der Zilveren Helmen’ dat de herinnering aan de slag levend houdt. Je vindt er een unieke verzameling van authentieke stukken zoals de kleurrijke uniformen, schilderijen, dagboeken en getuigenissen via videomontages. We stoppen even op de hoek met de Struikstraat, bij een oude lindeboom. Tegen de bast hangt een klein Mariakapelletje. Op de zitbank opzij hebben we vier jaar geleden nog gepicknickt. Nostalgie!  

We verlaten Limburg en rijden opnieuw Vlaams-Brabant binnen. We slaan rechtsaf in de Lindestraat en aan het volgende kruispunt wijken we af van onze route. Rechtsaf in de Mannekenshaagstraat met talrijke fruitplantages. Aan het T-kruispunt met de August Cuppensstraat werd een monument opgericht ter nagedachtenis aan de bemanning van een Harvard IIB H-68. De instructeur Roger Caillard en leerling Alain Julien kwamen hier op 2 september 1953 om het leven na een crash met hun vliegtuig. We fietsen terug en aan de picknicktafel eten we een appeltje. Naderhand genieten we van een uitgebreid palet aan fruitbomen. In de hoge bermen groeien volop klaprozen. Het lijken wel honderden druppels bloed in het groene landschap. Bij het volgende kruispunt staan we even stil bij een kapel voor een foto. De twee knotwilgen achteraan zijn door de jaren heen naar elkaar toe gegroeid als een getrouwd koppel. Ze vormen samen een uniek hart. In de verte spotten we de spitse toren van de Sint-Bartholomeuskerk. 

Voor het centrum van Waanrode werd de begraafplaats aangelegd met zerken van Oud Strijders uit de beide Wereldoorlogen. Vlakbij staat de Sint-Annakapel. Verderop bevinden we ons in Waanrode dat een deelgemeente is van Kortenaken. Hier pronkt de Sint-Bartholomeuskerk, omringt door een hoge muur waarachter nog steeds de begraafplaats is. De kerk staat momenteel in de steigers omdat het dak moet gerestaureerd worden. Ze dateert waarschijnlijk van voor de zestiende eeuw. In de loop der eeuwen werd ze meermaals vergroot en gerestaureerd. Ook hier werd een kapel neergezet. Oorspronkelijk moeten we linksaf maar we rijden even rechtdoor tot bij de parking waar een miniatuur werd geplaatst van de kerktoren. De Waanrodenaren worden met een spotnaam ‘Torendraaier’ genoemd, al is niet geweten waarom. Vermoedelijk wordt er gezinspeeld op de bouwwijze van de opeenvolgende kerkgebouwen, waarbij de toren telkens van plaats verwisselde. De huidige kerk is van 1902 en heeft geen westertoren maar een zuidwestertoren. We fietsen terug tot knooppunt 40 en slaan rechtsaf tot bij de St-Germanuskerk van Miskom. De kerkklok slaat net 15:30u. De kerk is omgeven door een hoge muur en via enkele treden kunnen we de begraafplaats bezoeken.  

Na knooppunt 44 bereiken we Kersbeek. Vanaf 1825 vormt het dorp samen met Miskom  de gemeenschap Kersbeek-Miskom, een deelgemeente van Kortenaken. In de Heerbaan wijken we nogmaals af naar de kerk van Kersbeek. We slaan niet linksaf maar rijden verder rechtdoor tot aan de T-splitsing. We rijden rechtsaf, richting Kapellen en Diest. Bij de Sint Servatiuskerk houden we halt. De muur rond de begraafplaats wordt gestut door houten balken. De oude bakstenen kankeren weg. We nemen een foto van de kleine maar mooie Lourdesgrot met Bernadette en Maria. De kleine gemeente heeft wel enkele opmerkelijke monumenten en grafzerken. Een monument van WOII dat de drie RAF-piloten herdenkt die vielen op 25 augustus 1942. Voor het monument prijken de drie witte zerken waar de militairen begraven werden. We bezoeken ook de graven van de veteranen van de beide Wereldoorlogen op het kerkhof. Ook blijven we even stilstaan bij het monument dat de slachtoffers herdenkt die vielen tijdens WOI. Het kanon dat zoveel slachtoffers maakte tijdens WOI werd ingehuldigd op 23 augustus 2003 door de toenmalige burgemeester. De bewolking is bijna weer opgelost. Het wordt meteen een paar graden warmer. Tijd om onze huid in te smeren met factor vijftig. We hebben ondertussen 35 km gefietst als we door een stiltegebied rijden. We horen geen auto’s, trucks, trams of treinen. Alleen het fluiten van vogels vergezeld ons. De warme zonnestralen zetten het landschap in een goudgeel licht. Een mens wordt van minder blijgezind. We fietsen terug naar de T-splitsing en slaan linksaf.  

Vervolgens staan we stil bij de kapel O.L. Vrouw van het Heilig Hart. Ze is niet open. De Bergstraat wordt omgeven door prachtige vergezichten. Alles kleurt groen. We fietsen over de N29. Fietsen vervolgens door de Dorpstraat van Kapellen en staan even later voor de grote kapel van O.L. Vrouw van Gedurige Bijstand, gebouwd in 1964. Mooi onderhouden kapel met veel bloemen en brandende kaarsen. Bij de Onze-Lieve-Vrouw-Geboortekerk nemen we enkele foto’s. Ook hier is de begraafplaats nog rond de kerk gevestigd. Tegen de straatkant werd het monument voor de gesneuvelden opgericht. Ernaast staat een herdenkingsbord dat plechtig werd ingehuldigd op 11 november 2016: Glabeek herdenkt! Het bericht over de dood van twee soldaten uit Glabbeek in 1960 na de onafhankelijkheid van Congo. De Tramstraat is geen volwaardig fietspad te noemen. Het is een breed grindpad waar de steentjes alle kanten opvliegen. Hopelijk rijden we niet plat. De omgeving maakt het dan weer goed door de vele fruitbomen. Een infobord over de crash van een Duits jachtvliegtuig tijdens WOII houdt ons staande. De wrakstukken van de neergestorte Spitfire werden in de buurt gevonden in september 1949. Het infobord werd ingehuldigd op vrijdag 28 april 2017.  

We komen in het centrum van Meensel een deelgemeente van Tielt-Winge. Op de hoek van de  Wersbeekstraat en de Statiestraat werd het monument met kanon geplaatst in 2015. Het kanon is een gerenoveerde Duitse mortierwerper uit WOI. Ernaast werd het monument geplaatst dat de gesneuvelden herdenkt van WOI. De beide relicten stonden eerlang bij de kerk. De Sint-Mattheüs kerk van Meensel is wellicht de kleinste kerk van het Hageland. Het is een mooie slanke kerk met onregelmatige grote en kleine vensters, zoals de boeren vroeger bouwden. De toren dateert van 1779, terwijl de beuk en het koor zijn opgetrokken in de zestiende eeuw. We dalen een paar treden af in de open grafkelder die gebouwd werd omstreeks 1810 en nog steeds toehoort aan de familie Kenes-Heps. Enkele nissen zijn dichtgemetseld. Een infobord verschaft de bezoeker van uitleg. Meensel-Kiezegem heeft een zware tol betaald aan WOII. Op zondag 30 juli 1944 werd door vreemde elementen een gewezen vooraanstaand lid van de Vlaamse Wacht vermoord. Hierop volgden weerwraakacties. De vreselijkste razzia’s waren vooral op 1 augustus en een tweede op 11 augustus. In totaal vielen er 68 slachtoffers, waarvan er vier ter plaatse werden vermoord en 64 de concentratiekampen niet overleefden. Dit maakte dat Meensel één negende van zijn bevolking verloor. Ter nagedachtenis werd een ere-kerkhof opgericht met voor elk slachtoffer een zerk.

Na de kerk rijden we verder tot het kruispunt Kapellekensweg en Keelstraat. Op de hoek werd een ontmoetingscentrum ondergebracht in een bestaande woning. De weg brengt ons naar de kerk van Kiezegem met bijhorende begraafplaats.

Na de kerk fietsen we op de Tieltsestraat tot nummer 18. Hier werd in 2015 het standbeeld geplaatst van Eddy Merckx, rechtover zijn geboortehuis. De wielerlegende onthulde dit beeld op 6 juli 2015 tijdens de doortocht van de Ronde van Frankrijk. We genieten ernaast op het terras van de plaatselijke kroeg van een frisse pint onder een schaduwrijke parasol. Schol!  

Bij de driesprong bevindt zich de Sint-Donatuskapel die gebouwd werd in 1869 door de bewoners van de Goethuys-hoeve. De Heilige Donatus was de beschermheilige tegen donder en bliksem. De kapel werd meermaals gerestaureerd. Een eind verder langs de weg treffen wij de Goethuys-hoeve aan. Tot op heden is deze hoeve een landbouwbedrijf gebleven. Vroeger was het landschap rond de hoeve een kleinschalig landbouwgebied. Door vererving, wegenaanleg enz. werden de gronden erg versnipperd. Tussen de akkers en weilanden vonden we houtkanten. We houden rechts aan in de Sint-Donatusweg. Aan de volgende splitsing rechts houden en volgen Optielt tot voorbij de kerk. Het is net 19:00u en de fietsenteller staat op 55 kilometer.

















13-01-2020 om 15:20 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
05-01-2020
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kapelle-op-den-Bosroute 2

Parkeren: hoek Spoorwegstraat/Kuiermanstraat bij knooppunt 28.

Fietsknooppunten: 28 -30 -31 -32 -33 -43 -38 -39 -40 -41 -56 -60 -70 -26 -27 -28 = 33,7 km.

Woensdag 15 mei 2019. Buiten schijnt de zon, de temperatuur duidt 15°C aan en het is nog maar net 08:45u. Vanmiddag wordt het beslist warmer maar er staat een strakke wind van minstens drie beaufort. Hij waait vanuit het oosten, wat sowieso rond deze tijd van het jaar wat frisser aanvoelt. Na dit weerpraatje vindt ik mezelf een doorwinterde weerprofeet. Een feit is: voor een T-shirt met spaghettibandjes is het nog een paar weken te vroeg. De ijsheiligen zijn nog maar net het land uit. We gaan in ieder geval een fietstocht maken. Onze parking ligt vlakbij de spoorlijn Mechelen-Dendermonde die aangelegd werden in 1837 en doorheen het centrum rijdt van Kapelle-op-den-Bos dat volgens de inwoners van de gemeente nog steeds ”Kapelle” genoemd wordt. We bevinden ons in de provincie Vlaams Brabant, in de streek van de Brabantse Kouters. De gemeente bestaat ongeveer een kleine 800 jaar maar ze was toen niet meer dan een klein kapelletje in de bossen van Brabant. De legende vertelt dat een verdwaald edelman in de dertiende eeuw, uit dank voor zijn redding, een kapel liet bouwen. In 1564 werd deze vervangen door de huidige Sint-Niklaaskerk. De kerk werd tijdens de Eerste Wereldoorlog platgebrand en kreeg na de heropbouw een kroon als toren. Een unicum in België.

We fietsen zuidwaarts langs de Eternietfabriek dat lange tijd gebruik maakte van asbest, waardoor er veel asbestvervuiling was in Kapelle o/d Bos. De laatste jaren wordt werk gemaakt van de sanering van onder andere de asbeststorten en een beek. Er zijn jaarlijks nog slachtoffers ten gevolge van asbestkanker. Velen durfden echter niet te protesteren omdat de fabriek voor werkgelegenheid zorgt. Aan onze rechterzijde staan uitsluitend prachtige vrijstaande woningen met hier en daar een mobilhome op de inrit. Er is duidelijk nog een zekere welstand onder de mensen van “Kapelle”. Aan het eerstvolgende kruispunt slaan we linksaf in de Huttekenstraat die overgaat in de Vaartdijk. Na het bordje “einde centrum” zien we links van ons enkele magazijnen van de Eternietfabriek. Na de bocht fietsen we tot knooppunt 33 langs het Zeekanaal Brussel-Schelde dat in 1997 is ontstaan door het doortrekken naar de Schelde van het Zeekanaal Brussel-Rupel. Het zeekanaal Brussel-Schelde behoort tot de oudste kanalen van ons land en moest oorspronkelijk de stad Brussel verbinden met Antwerpen en de zee. Het kanaal werd mettertijd steeds verder aangepast en uitgebreid. In 1997 werd de zeesluis in Wintam in gebruik genomen, waarmee het kanaal een rechtstreekse verbinding kreeg met de Schelde en van toen af ook “zeekanaal Brussel-Schelde” genoemd werd.

Aan de overzijde van het recyclagepark werden in 2001 drie windturbines gebouwd. Een van deze windmolens werd in 2015 getroffen door een blikseminslag en verder werd afgebroken. In oktober 2018 werden ook de overige twee windturbines verwijderd. Verderop bevinden we ons op het grondgebied van Humbeek, een deelgemeente van Grimbergen. We moeten de “Buisbeek of Driesbosbeek” over en fietsen vlak naast het ’s Gravenbos. Een van de grootste en oudste bossen in de omgeving. Het is grotendeels privédomein maar de wandelpaden zijn toegankelijk. Bij de eerste picknicktafel houden we onze eerste stop om even te genieten van een warm kopje koffie. In de verte zien we de eerste betonnen constructie van de ophaalbrug over het kanaal.  

Bij knooppunt 31 bevindt zich de Lourdesgrot die in het begin van het jaar 1950 werd gebouwd en deze keer is Bernadette ook van de partij. Het plan om deze grot te bouwen kwam er op initiatief van 12 kajotters van Humbeek na hun bedevaart naar Lourdes in 1952. De grot werd op 15 augustus 1954 door monseigneur Cardijn, stichter van Katholieke Arbeidersjongeren, plechtig ingewijd. Ieder jaar heeft op deze datum een misviering plaats, speciaal voor bejaarden, zieken en mindervaliden. Dagelijks komen hier ook troostzoekenden om te bidden. Achteraan de grot bevindt zich de ‘Calvarie’ met Christus aan het kruis tussen Maria en Johannes. Verder werd een circuit aangelegd met de veertien staties waarbij Jezus vanuit het paleis van Pilatus vertrekt naar de heuvel Golgotha tot aan zijn graf. Op de achtergrond werd een decor aangebracht van imitatierotsen, afgeknotte zuilen en ruïnes uit de Grieks-Romeinse tijd dat dateert van 1958. Alles is gewoon prachtig onderhouden.

Even verder, net voor het centrumbord van Humbeek leidt een donkere dreef met een ongeveer 500 m bospad naar het domein van het ’s Gravenkasteel. Dat het donker is komt door het dichte bladerdek van de vele statige bomen langs de dreef die geen spatje zonlicht doorlaten. Verderop is een brede toegangspoort die verhinderd verder te rijden. Alleen als je van plan bent brandhout te kopen mag je verder. We nemen vanaf hier enkele foto’s van het imposante kasteel. Al is de afstand eigenlijk te groot voor een optimale foto. Het ’s Graven-kasteel is een waterkasteel dat ook Lundenkasteel wordt genoemd, naar de naam van de vroegere eigenaars. De  oudste delen dateren van de vijftiende en zestiende eeuw. Het kasteel werd in de zeventiende eeuw hersteld na zware schade door oorlogsperikelen. In de negentiende eeuw werd het dan weer sterk uitgebreid. We fietsen terug en vervolgen onze weg langs het kanaal. Aan de tweede ophaalbrug is knooppunt 33. Hier moeten we rechtsaf in de Vaartstraat.

De Oyenbrugstraat is volledig aangelegd met kasseien en dat was geen lachertje. We proberen zoveel mogelijk naast de weg te rijden, maar zelfs dat is geen optie. Het lijkt alsof elke honderd meter wel kilometers zijn. We krijgen er schele hoofdpijn van en als we denken dat het voorbij is, kondigt zich weer een kasseistrook aan. Ons geduld wordt danig op de proef gesteld maar de verlossing is nabij. Na volledig door elkaar geschud te zijn kunnen we terug genieten van uitbundig veel groen en horen we opnieuw de vogeltjes fluiten. Als bloemenliefhebbers kijken we uit naar bijzondere plantensoorten die naast ons in de bermen groeien. Die vreselijke kasseistrook heeft ook zijn voordelen. We stoppen bij de MOT-molen voor een sanitaire stop. Dat hebben we dubbel en dik verdiend. We bevinden ons bij de Tommenmolen, een watermolen op de Maalbeek. De gevelsteen onder het brugje vermeld het jaartal: 1547. Het molenaarshuis werd vergroot ‘Anno 1852’. De molen bleef in werking tot in de jaren 1960. Aan de eerstvolgende zitbank houden we onze picknick. Het is al na twaalf uur. We moeten voorbij een poel, omringd door struiken en bomen. We zouden er zowaar voorbij gefietst zijn maar er klinkt een concert van kikkers. Ze zijn niet te spotten. We moeten de Maalbeek over. Daar lonkt een weide met gele bloemen en dat trekt onze aandacht. In een scherpe bocht houden we halt bij ‘De Liermolen’. Deze molen dankt zijn naam aan het geslacht ‘De Lire’, één van de vele eigenaars uit het rijke verleden van deze graanwatermolen. De eerste vermelding dateert van 1341 toen de abdij de molen kocht. De huidige gebouwen dateren uit de zeventiende en achttiende eeuw. De molen bleef actief tot begin der jaren zeventig van vorige eeuw. Daarna werd de molen, in opdracht van de gemeente, gerestaureerd. In de oude molenschuur is een tentoonstellingsruimte ondergebracht over het MOT. Het molengebouw is nu een gezellige taveerne geworden. Momenteel is het haar sluitingsdag. Het water heeft een groot verval. De vele knotwilgen langs de Maalbeek moeten hoognodig gesnoeid worden. De takken steken al meer dan drie meter de lucht in en op deze manier heeft de wind er vat op. De oude wilden buigt zich met de wind mee. hoe lang duurt het nog voor hij omligt? Er worden blijkbaar geen manden meer gevlochten.

Bij knooppunt 38 staan we in het centrum van Grimbergen. De indrukwekkende abdijkerk lonkt ons en we wijken even een paar honderd meter af langs knooppunt 76. De kerk maakt deel uit van de Norbertijnerabdij maar doet ook dienst als parochiekerk. Ze bezit een koepel van 45 meter en een toren van 58 meter hoog. De toren bevat een beiaard met 48 klokken. In 1999 werd de kerk de eretitel van basiliek verleend. We kunnen ook binnenin een kijkje nemen. Het altaar dateert van 1732. Er bevinden zich verschillende relikwieën. Ze zijn ingewerkt in de altaren of in de zijdeuren van de altaren. Een koorgestoelte met vele heiligen en zaligen van de Norbertijnenorde.   

We verlaten al vlug het centrum van Grimbergen langs de ’s Gravenmolenstraat. Hier vinden we nog de gesnoeide schilderachtige knotwilgen langs de Maalbeek. De beek ontspringt op een hoogte van 61 meter in Relegem en mondt uit aan de Verbrande Brug in het Zeekanaal Brussel-Schelde. Teneinde de straat werd de kapel gebouwd in de schaduw van talrijke bomen. Aan knooppunt 39 bevindt zich een brasserie te midden het groen van de Maalbeekvallei te Grimbergen. Een uniek terras sinds 1993 dat zorgt voor een baken van rust en ontspanning. Ze heeft vandaag haar wekelijkse sluitingsdag.

Vanop de Roostbaan hebben we een mooi groen vergezicht met hier en daar een gerestaureerde boerderij die ons herinnert aan de tijd dat het boerenleven het karakter in de streek bepaalde. We horen duidelijk dat we het centrum van Grimbergen achter ons hebben gelaten. We bevinden ons in een oase van stilte dat slechts onderbroken wordt door de enige natuurlijke geluiden van verschillende vogels. Een mens wordt van minder zelfs blijgezind. Maar even verder neemt de bebouwing weer toe.

Eens over de N277 bevinden we ons in het centrum van Meise. Een gemeente die rond 1900 nog een landelijk dorp was.  De voortuintjes van de mooie luxewoningen kleuren en geuren van talrijke voorjaarsbloemen. De grootste bezienswaardigheid van Meise is echter het kasteel van Bouchout, een voormalige burcht van het huis Arenberg, waarrond zich de Plantentuin van Meise bevindt die opgericht werd tijdens de Franse periode. Het domein is 92 ha groot en bezit naast een bibliotheek ook over 18.000 levende planten. Vervolgens fietsen we door Bouchout, een deelgemeente van Wemmel. We zien talrijke villa’s die meestal achter hoge hagen of ijzeren sierhekken schuilgaan. Voorbij de begraafplaats van Meise moeten we rechtsaf door een holle weg. Het is voor ons, plattelands toeristen, een steile klimming. Eens op het hoogste punt hebben we een indrukwekkend uitzicht van 360°.

In de J.B. Van Gyjsellaan werden mooie vrijstaande woningen opgetrokken waarvan de meeste omringd zijn door een menshoge groene haag. In de Bosweg fietsen we over de Amelvonnes-beek die dwars door de Plantentuin van Meise verder naar Grimbergen stroomt, en ter hoogte van het Nekkerbos uitmondt in de Maalbeek. Onze rit gaat verder door een bos. Het is privé eigendom en wordt omgeven door groene afrastering. In het gehucht Amelgem moeten we rechtsaf en rijden door Oppem, een klein dorp van Meise. We fietsen door een smalle holle weg. De hoge wegkant is begroeid met bomen en struiken. De grond is bedekt met groene bodembedekker. De echte wilde natuur zeg maar. Aan het kruispunt met de achthoekige “Kapel Onze-Lieve-Vrouw van Lorette” is knooppunt 56. De kapel werd in 1851 opgericht door kardinaal Sterckx en zijn twee zussen die toen iets verderop woonden.

Via de Klepperstraat verlaten we Oppem en genieten meteen van een mooi vergezicht. Een bont deken van landbouwgronden. In de verte doemt de kerktoren op van Wolvertem. Maar het is nog een heel eind. We rijden er niet in rechte lijn naar toe. Linksaf op de Groene Weg met haar recente vrijstaande woningen. Toch prachtig dat de knooppunten ons langs de mooiste plekjes in de omgeving brengen! Tussen de hectaren akkers en weiden liggen de bescheiden boerderijen en statige landhuizen. We belanden in Wolvertem en houden even halt bij de Baggermolen waarvan het rad jaren geleden al werd verwijderd. In de gevel werd een jaartal bevestigd: 1748. De Baggermolen werd reeds vermeld in een telling van 1683, maar hij moet veel ouder zijn. De watermolen was een Ban- of dwangmolen, waar naburige boeren werden verplicht hun graan te laten malen.

We dwarsen de Molenbeek en fietsen tot aan de N211. We moeten niet echt bij de kerk zijn maar we zijn toch benieuwd of we er binnen kunnen. De Sint-Laurentiuskerk werd op de oude motte gebouwd en heeft een westertoren uit de dertiende eeuw. In de zuidelijke hoek werd een beeld van O.L. Vrouw op een zuil geplaatst met het jaartal 1954. Rechts van de ingang staat het Heilig Hartbeeld op een bakstenen sokkel. Binnen is er een prachtige doopvont uit de twaalfde eeuw. Over de kerk werd het voormalige gemeentehuis gebouwd in 1875 dat diende tot 2008. In de hoek van de gevel herinnerd een oorlogsmonument van blauwe hardsteen aan de gesneuvelden van beide Wereldoorlogen. De pastorie uit 1660 waar het OCMW is gevestigd.

We rijden verder over de Stationsstraat en nemen de eerste straat links. We nemen een foto van de levende wielerlegende Eddy Merckx. Het monument werd vlakbij het administratief centrum van Wolvertem geplaatst. Het kunstwerk werd in bijzijn van Eddy “himself” plechtig onthuld op 13 juni 2015. In de Van Hoorickweg werd een klein infobord geplaatst, over de oude pastorie, gelegen aan de overzijde van het kanaal. We lezen: “Mej. Van Horick stelde in haar testament Wolvertem aan als erfgenaam, op voorwaarde dat de gemeente met dit geld een godshuis zou oprichten voor wezen, ouderlingen en gehandicapten die in armoede leefden. Het geld werd gebruikt om deze oude pastorie te kopen. Vandaag is het godshuis uitgegroeid tot een rustoord, serviceflats en dienstencentrum”.

Vlak voor knooppunt 70 fietsen we door de dreef die naar het kasteel ‘Van Imde’ leidt. Het kasteel dateert van de negentiende eeuw. De gesloten hoeve is deels van de zeventiende en de achttiende eeuw. Het kasteel en de hoeve zijn gelegen in een prachtig en uitgestrekt park met lange populieren dreven, weiden en vijvers. Alle eigendom is privé.

Even afwijken voor de “Kapel Onze-Lieve-Vrouw der Kranken”. De boskapel werd herhaaldelijk hersteld en gerestaureerd tijdens de laatste eeuwen. De eerste steenlegging van de kapel gebeurde in 1695 in opdracht van de toenmalige barones van Imde. Dit gebeurde nadat door enkele gelovigen een beeldje van de Heilige Maagd werd opgehangen aan een oude eik omstreeks 1658. De Mariadevotie ontstond in de zeventiende eeuw naar aanleiding van de verschillende oorlogen en pestepidemieën. De kapel groeide met de eeuwen omwille van de grote toeloop van pelgrims.

Na ons bezoek fietsen we weer verder naast een brede Molenbeek die kronkelend door de natuur stroomt. Als we afdraaien in de Kerkhofstraat laten we de Molenbeek achter ons. We volgen een smal asfaltpad tussen uitbundig veel groen op de gronden van Londerzeel. Ook hier in de straat vinden we nog de bekende oude knowilgen langs de grachten. Sinds onze laatste tocht in deze regio is hier tamelijk veel bijgebouwd. Net voor het centrum van Londerzeel houden we halt bij de ‘Kalvariebergkapel’. Een zandstenen kapel uit het begin van de zestiende eeuw. Ze werd uitgebreid omstreeks 1800. Het interieur dateert van de zeventiende en achttiende eeuw. In de gevel van de kapel werd een monument bevestigd van het 426e Squadron Halifax III, een oorlogsvliegtuig dat was opgestegen vanop de Britse basis te Linton-On-Ouse en hier in Londerzeel neergestort op 13 mei 1944. Vier bemanningsleden overleefden de crash. Vier anderen kwamen om het leven en werden in Evere begraven. De gemeente Londerzeel behoort tot de streek Brabantse Kouters en bij de Groene Gordel rond Brussel.  We rijden niet echt door de kern van Londerzeel. We dwarsen de A12 en fietsen even gelijk met de A12 om na enkele meters rechts aan te houden in de Bergstraat tot aan de spoorweg en knooppunt 26.

Tot knooppunt 28 fietsen we naast het spoor dat ons terug bij de auto brengt in Kapelle-op-den-Bos. Onze fietsenteller staat op 41 km. Na de fietsen opgeladen te hebben rijden we naar rustoord Akapella in de Parallelweg 10. Voor de tweede dit jaar gaan we op bezoek bij tante Maria die morgen 92 jaar wordt. Ze is uiterst verast ons weer te zien. Een paar uur later moeten we helaas opnieuw afscheid nemen maar beloven plechtig snel terug te komen. Dan gaan we beslist een wandeling maken rond de vijver aan de achterzijde van het rustoord. Als het weer het toelaat ten minste.















05-01-2020 om 12:23 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Borgloonroute

Fietsknooppunten: 154 -155 -156 -132 -133 -127 -54 -57 -58 -549 -118 -115 -116 -117 -128 -139 -136 -152 -154 = 44,2 km.

Parkeren: Kerkhofplein Borgloon.

Vrijdag 19 april 2019. Witte donderdag. De dag waarop het laatste avondmaal van Christus met zijn apostelen wordt herdacht. Om 08:45u wijst de temperatuur al 17°C aan en de lucht is ‘Hemelsblauw’. Wij rijden voor een pittige fietstocht naar ‘de’ Limburg. In het voorjaar kleuren miljoenen bloesems het glooiende decor. Er zijn van die dingen die een mens zo blij kan maken als bloemen die de lente vrolijk komen bezoeken. Het is een spektakel dat slechts van korte duur is, maar dat maakt het alleen maar specialer. De fruitbomen bloeien maar een week of twee. Geen wonder dat het momenteel druk is in de omgeving van Borgloon. Het gezellige stadje Borgloon was ooit een versterkte burcht van waaruit de graven van Loon over hun graafschap regeerden. Toen de Franse revolutie een einde maakte aan het Ancien Régime werden alle privileges en titels van steden afgeschaft. Borgloon verloor zijn stadstitel. Op 19 juli 1985 zorgde een Koninklijk Besluit er echter voor dat Borgloon zijn titel van stad terugkreeg.

Het centrum van de stad Borgloon is een blauwe zone maar er is aan de bloesemtoerist gedacht. Vlak voor de dorpskern verwijzen borden naar vier of vijf verschillende locaties waar we langdurig kunnen parkeren. We rijden ze één voor één af omdat ze allemaal propvol staan. Het is duidelijk dat op zonnige mooie dagen zoals vandaag het Hageland overrompeld wordt door een mega toerisme voor de bloesems, fruitveilingen, wijndomeinen en andere fruitige locaties die hun deuren openzetten voor een sappige rondleiding.  Uiteindelijk belanden we naast de begraafplaats van Borgloon waar nog enkele plaatsen vrij zijn. Tussen de auto’s is het erg smal. Ik moet ons Rina eerst laten uitstappen voor ik mooi schuin tussen twee auto’s kan staan en zelf op een bijna normale manier kan uitstappen. Maar bon, er is geen alternatief. De temperatuur is intussen opgeklommen tot 20°C als we met de fiets vertrekken. De kerktoren steekt af en toe boven de daken van de huizen uit en is een baken om ons de weg te wijzen naar het rusthuis in de Graethempoort (straat). Ons vertrekpunt bij knooppunt 154. Het begijnhof van Borgloon ontstond rondom de kapel van het Johannietershospitaal te Graethem, bij de stadspoort. Deze Graethemkapel is de begraafplaats van Lodewijk I (+1171), graaf van Loon en zijn vrouw Agnes. De graftombe bleef bewaard tot 1860. Bij opgravingen werden de skeletten van Lodewijk I en zijn vrouw Agnes teruggevonden. In 1174 schenkt de weduwe het hospitaal aan de abdij van Villers. Enige tijd later vestigen er zich begijnen rond het hospitaal zodat rond 1258 er definitief een begijnhof komt. In 1654 worden de negen begijnhuizen door Lorreinse troepen platgebrand bij het beleg van de stad. Rond 1714 is het hospitaal zodanig vervallen dat het  wordt heropgebouwd aan de overzijde van de straat. In 1802 wordt het begijnhof een bejaardentehuis en twaalf jaar later wordt de kapel opengesteld voor de publieke eredienst. In 1911 wordt bij het ouderlingenhuis een nieuwe kapel gebouwd. Van het begijnhof rest enkel nog de kapel die deel uitmaakt van het hospitaal van het OCMW. De kapel fungeert thans als tentoonstellingsruimte. We houden de kapellen rechts van ons en volgen ons knooppunt.

Op de Markt werd het stadhuis gebouwd in 1680 met zuilengang. Een prachtig gebouw dat getuigd van een boeiend verleden. De eerste vermelding dateert echter van 1358 en was waarschijnlijk van de graven van Loon toen zij in Borgloon resideerden. Hier is de Dienst voor Toerisme ondergebracht. Moest de gerestaureerde schandpaal kunnen praten zouden we vele verhalen horen die onze haren ten berge deed rijzen. In de Papenstraat rijden we tot bij de parochiekerk Sint Odolphus en kloostergang. De oorspronkelijke kerk dateerde waarschijnlijk van 1047 en verving een ouder gebouw. Aan de kerk is duidelijk te zien dat ze in verschillende fasen gebouwd werd. Momenteel staat de kerk weer in de steigers. De glas-in-loodramen werden zorgvuldig verwijderd om gerestaureerd te worden en de opening werd tijdelijk dicht getimmerd met houten panelen. Achter de kerk werd de pastorie in 1824 op de plaats van een thans verdwenen kanunnikenhuis gebouwd.

Het kanunnikenhuis aan Speelhof 9 is een prachtig herenhuis uit de tweede helft van de zeventiende eeuw met een ellenlange geschiedenis. Het is nog altijd mooi onderhouden. Over het herenhuis werd het oorlogsmonument geplaatst tijdens het interbellum ter nagedachtenis van de gesneuvelden in de Eerste Wereldoorlog. Na WOII werd een extra gedenksteen bij geplaatst ter ere aan oorlogsslachtoffers  van WOII.

We houden rechts in de Tongersesteenweg tot aan de kapel van Sint Rochus die dringend moet gerestaureerd worden. Rochus van Montpellier is een Franse heilige die zijn vermogen schonk aan de armen en te voet vertrok naar Rome in 1317. Sint Rochus is de patroon tegen pest en besmettelijke ziekten. Naast de kapel werd een zitbank geplaatst waar we graag gebruik van maken om onze meegebrachte picknick te verorberen. Door de strakke wind blijven we niet te lang zitten. We nemen de volgende straat rechtsaf in de Grootloonstraat. We dwarsen de Sint-Truidersteenweg (N79). We blijven de Grootloonstraat volgen maar slaan onmiddellijk rechtsaf en nemen de oude kasseiweg. Het wordt puffen en blazen en vooral trappen. Weer ondervinden we dat onze conditie heel zwak is. Wij zijn rasechte plattelands rotten. Bovenaan rijden we terug op een betonbaan vergezelt van bloesemplantages. Aan de driesprong linksaf.

Spijtig dat het niet meer wordt aangegeven. Aan de volgende splitsing weer rechts en dan wandelen we door de grote drukte met de fiets aan de hand tot aan het fantastische doorkijkkerkje van de Nederlandse kunstenaar Gijs Van Vaerenbergh. “Reading Between the Lines” is een kunstwerk van 2011 en bestaat uit 100 op elkaar gestapelde lagen verroeste Cortenstaalplaat in de vorm van een authentiek kerkje. Binnenin zien we een prachtig lijnenspel. Buiten versmelt het kerkje helemaal met het landschap. Bij valavond moet het uitzicht nog mooier zijn als de zon tussen de luikjes lichtspelletjes speelt op het beton. Mensen blijven met hun kinderen massaal rond het kunstkerkje hangen. Ze kunnen hier vrij rondlopen, spelen en genieten van een mooi vergezicht. Een jongen van een jaar of tien laat net een drone op. Er is echter te veel wind op dit punt en vaak stort het kleine ding neer in het gras.

We rijden terug naar de Grootloonstraat en slaan rechtsaf om knooppunt 155 te volgen. Even verder heeft een goede ziel een oude antieke fiets langs de weg tentoongesteld. Het ijzeren geval heeft een groot wiel vooraan en een ‘klein’ wiel achteraan. Het levert een mooie foto op. We fietsen verderop door een holle weg tussen enorm veel groen waar we even verlost zijn van de wind die we blijkbaar altijd op kop hebben. We genieten tussendoor toch van de landelijke stilte die enkel onderbroken wordt door de natuurlijke geluiden van de omgeving. Soms fietsen we te snel over de slingerende smalle wegen. (Bergaf toch!) We hebben namelijk nog heel wat kilometers voor de boeg.  

Vanaf Groot-Loon passeren we regelmatig fruitplantages met een zee van bloesems. Rij aan rij pronken hele takken en kruinen met hun roze appelbloesems. Zover het oog reikt. Op de Loonderweg worden we massaal omringd door de natuur. Hier komt een mens tot zichzelf. We doen inspiratie op en blijven op dokters voorschrift in beweging terwijl we onze longen vol zuurstof fietsen. We houden halt voor een foto van een nieuw indrukwekkend aangelegde fruitplantage. Hectaren groot. De bebouwing neemt toe, we naderen Bommershoven, vlak voor knooppunt 156. Bommershoven is een deelgemeente van Borgloon en ligt in droog-Haspengouw op een hoogte tot 110 meter. In de Alfonsstraat werd het kasteel van Bommers-hoven gebouwd in 1761 op de plaats van een vroegere pachthoeve en brouwerij. Het gebouw heeft niet echt het uitzicht van een kasteel en lijkt meer op een groot herenhuis. Een 100 meter verder staat de Sint-Alfonskerk die werd opgetrokken tussen 1841 en 1844 op de funderingen van een oude Sint-Annakapel.

Eens uit het centrum fietsen we weer door een streek voor genieters. Een pittoresk landschap met een mix van akkers, weiden en uitbundig veel groen. Het is aangenaam om onder de stralende lentezon door dit mooie landschap te fietsen. Het is volop genieten. De maretakken zijn blijkbaar voorbehouden voor deze streek. Het is een bezienswaardigheid op zichzelf. In een bocht staat een oeroude kapel te verkommeren, omringd door onbebouwde akkers met aan de overzijde een appelplantage. De houten deur van de kapel heeft een houten afrastering met kleine mazen. We zien geen beelden binnenin de kapel en volgens mij is de kapel ten dode opgeschreven. In Terhove (straat) botsen we als het ware op ‘Kasteel Terhove’ aan de rand van de Mombeek. Oorspronkelijk lag hier een Romeinse villa. In de Middeleeuwen was hier een proosdij van de Abdij van Corbie gevestigd. We kunnen even genieten van het prachtige domein. De Mombeek stroomt links van ons, maar door het rijkelijke groen is dat niet te zien. Ze ontspringt in Widooie en stroomt na ongeveer 23 kilometer in de Herk rivier. De landbouw lijkt nog niet echt gestart. De akkers zijn netjes omgeploegd en in voren getrokken. Voor enig groen dat boven staat is het nog te vroeg. Vanaf maart werden de asperges al geplant en met aarde afgedekt. De rest van de akkers wachten tot na de ijsheiligen om beplant te worden.

Op de Kasteelweg genieten we van prachtige vergezichten aan onze rechterzijde. Ons pad slingert zich tussen de enorme hectaren landbouwgronden. Links groeit een kleine haag van enkele kilometers lang. Een smal asfalt pad ertussen leidt naar het kasteel van Widooie dat omgeven is door een prachtig domein. In 1559 werd het kasteel door abt Karel I van Bourbon in erfpacht gegeven aan Godfried van Bocholt. In 1588 is het kasteel eigendom van de patriciërsfamilie Vaes. Momenteel is het kasteel in het bezit van de familie van Ridder Norbert de Schaetzen. Hij erfde het kasteel van zijn vader en heeft het park en de arboretum uitgebouwd tot wat het vandaag geworden is. Een uitzonderlijk park in privé bezit. Het is uitsluitend toegankelijk voor evenementen. We naderen weer een fruitplantage. De weidse velden en onbewerkte bruine akkers wisselen af met prachtige vierkanthoeven die al of niet mooi gerestaureerd zijn. Verderop in de Bielenstraat bevinden we ons even in Vechmaal. Een dorp van Heers

We komen niet door het centrum maar slaan linksaf aan knooppunt 133. We rijden op het grondgebied van Tongeren. Aan het landschap valt dat niet op. Weer een stuk holle weg. In de Kerstboomstraat vinden we weer een fruitplantage met perenbloesem. Na de Romeinse Kassei (N69) fietsen we in de Tapstraat en rijden we even het kleine dorpje Lauw binnen, een deelgemeente van Tongeren. We rijden echter niet door het centrum. In de Ormelingerstraat steken we de taalgrens over. Aan de straatnaam is het nog niet te zien. Ten einde de straat moeten we rechtsaf en eerst dan verandert elk woord en elke zin in het Frans. We rijden op de Hesbeinsstraat op het grondgebied van Luik in het Waals Gewest.  Het Waals Gewest omvat de 5 Franstalige provincies met name Henegouwen (Hainaut), Waals-Brabant (Brabant Wallon), Namen (Namur), Luik (Liège) en Luxemburg (Luxembourg). De route leidt ons over de Jeker. De rivier die nabij Borgworm ontspringt en door een groot gedeelte van Haspengouw stroomt vloeit bij de Nederlandse stad Maastricht in de Maas. We fietsen op een smal betonnen pad tussen landbouwgrond. Heel in de verte zien we een kerktoren.

In de Rue Arbre Saint-Pierre is de prachtig onderhouden kapel opgedragen aan St-Pierre. Even voor knooppunt 57 fietsen we door het landbouwdorpje Thys, een dorp van de gemeente Crisnée. De Sint-Pieterskerk, rechts van ons, werd op het hoogste punt gebouwd.

Tussen knooppunt 57 en 58 we fietsen door het centrum van Crisnée. Het dorp ligt vlak aan de taalgrens en had in 1334 zelfs een Nederlandse naam: Gherstenhoven. We zien de Sint-Mauritiuskerk met begraafplaats op het hoogste punt van de omgeving. We dwarsen daarna de N614.

Bij knooppunt 58 bevinden we ons in Odeur of in het Nederlands Elderen met prachtige vrijstaande woningen. Zo te zien is er nog een zekere welstand in ons land. We fietsen voorbij de Sint-Severinuskerk en het kasteel van Odeur. We slaan linksaf om op, bij wijze van spreken, de taalgrens te fietsen. Links ligt Vlaanderen en rechts is Wallonië.  

Bij knooppunt 549 vatten we een tocht aan van 3,3 km. We bevinden ons eerst in Herstappe. In de Kerkstraat werd, hoe kan het ook anders, de Sint-Jan-de-Doperkerk gebouwd met hoge westtoren en achtzijdige naaldspits. De oorspronkelijke kerk van 1711 was in zo’n slechte staat dat men in 1858 besloot om deze te slopen. In 1869 wordt begonnen aan de huidige kerk. De Luykerweg is weer een holle weg. We fietsen verderop weer tussen hectaren akkers. Opvallend is dat het landschap hier niet verstoord wordt door windturbines en elektriciteitspylonen. Het kan hier evengoed 1919 of 1819 zijn, honderd of tweehonderd jaar geleden. Terug door een holle weg. We houden halt bij een picknicktafel. Een smal pad leid naar het “Heilige Huisje van Rutten”. Een kapel, te midden van de velden op een heuvel op het hoogste punt nabij Herstappe. De heuvel biedt een mooi uitgezicht over het voormalige slagveld van Haspengouw. De kapel, omgeven door de bekende lindebomen, werd gebouwd in de vijftiende eeuw ter nagedachtenis aan de veldslag bij Othée, die plaatsvond op 23 september 1408. Tijdens deze veldslag sneuvelden duizenden Luikse opstandelingen, die hier in de vallei van de Ezelsbeek door het Bourgondisch leger van Jan zonder Vrees werden verslagen. De kapel werd vaak bezocht door bedevaarders om bescherming tegen de ziektes van hun vee af te dwingen. In de verte zien we de kerk van Rutten en de Onze-Lieve-Vrouwebasiliek van Tongeren.

Bij de eerste straat links moeten we afslaan en rijden naast de Ezelsbeek. De gronden bij de beek worden voornamelijk gebruikt als hooi- of weiland. Door haar lemige bodem is de grond geschikt voor akkerbouw. Teneinde rechtsaf zien we reeds de kerktoren van Rutten. We komen echter niet door het centrum. Rechtsaf aan knooppunt 118. We houden halt aan het beeldje van de ‘De zaaier’, geschonken door de Landelijke Gilde van Rutten in 1994.

In de Motstraat, tegenover de Sint-Evermaruszaal staat de “Sint-Evermaruskapel”. Deze kapel is het middelpunt van een volksverering van Sint-Evermaar, pelgrim-martelaar, die volgens de legende door Hacco, heer van Herstappe werd vermoord. In de kapelweide werd rond 968 het graf van Evermarus gevonden door de plaatselijke pastoor. Hij zou op die plaats een houten kapel hebben laten bouwen. Abt Wedericus van Burtscheid bouwde rond 1048-1075 op het graf een grotere kapel. Deze kapel dateert van 1784 en werd door kanunnik Hardy gebouwd op de plaats van de vroegere kapel. Binnenin zien we een schilderij op doek met de voorstelling van de marteldood van Sint-Evermarus. De Hagelindeweg brengt ons bij knooppunt 115 met haar sterk uit te kluiten kapel. Linksaf in de Boudewijnstraat. Na de picknicktafel rijden we weer over de Ezelsbeek. Nog meer fruitplantages met wit-roze bloesems. Rechts van ons ligt Tongeren waar we weer niet door het centrum rijden maar wel een spectaculaire foto kunnen nemen van de Onze-Lieve-Vrouwebasiliek. Op het kruispunt Hossenstraat/Sint Rochusstraat staat de Sint Hubertuskapel van de twaalfde eeuw. De kapel is omgeven door een groen grasperk met op het voormalige kerkhof enkele oude grafkruisen die dateren van het eind van de zestiende en begin zeventiende eeuw. Deze plek was een bedevaartsoord tegen hondsdolheid en tandpijn. Na de Sint-Hubertuskapel komen we in Offelken. Een gehucht van Tongeren dat slechts 275 inwoners telt. Langs de oever van de Jeker werd een hippodroom aangelegd. Een van de weinige renbanen waar nog drafwedstrijden worden gehouden. Wat verder nodigt een zonnig terras ons uit om het innerlijke van de mens te versterken.

Na knooppunt 116 dwarsen we de Oude Jeker. In de Linderstraat werd een beeld geplaatst van de Heilige Maternus, langs de Jeker. Aangeroepen als beschermheilige tegen koorts en infectieziektes. We dwarsen nogmaals de Romeinse Kassei (N69). Voor knooppunt 128 zien we het “Provinciaal Instituut voor Biotechnisch Onderwijs”. Bij knooppunt 128 linksaf en rijden we Piringen binnen. Een kleine deelgemeente van Tongeren. Na de wit geschilderde kapel die gebouwd werd voor de Heilige Maria rijden we door de Tomstraat waar de opvallende Sint-Gertrudiskerk werd opgetrokken met massieve westertoren in silex. Het schip werd in 1819 gesloopt nadat deze in de achttiende eeuw bouwvallig was verklaart. Het vernieuwde gedeelte werd opgetrokken in baksteen en dateert van 1940. Voor de kerk rechtsaf. Vlakbij Beringen staan we voor de Mariakapel die afgesloten is. Door het glasraam in de deur lukt het om een foto te maken van het interieur. We houden de kapel links van ons als we verder rijden. Terug door een holle weg. Eens uit het centrum van Piringen worden we weer verwent door al het groen. We rijden op de “Weg Gors-Opleeuw” met rechts statige loofbomen en links hectaren landbouwgrond. Het is klimmen en dalen terwijl we genieten van de prachtige vergezichten. Ons pad is smal maar hier rijden amper auto’s. We dwarsen de Marmolbeek nadat we de oude spoorweg onderdoor zijn gereden die geheel in baksteen werd gebouwd. We naderen weer een bos en ik vraag me af of al die groene bomen een kasteel met grote tuin of park moet afschermen? Aan knooppunt 136 dwarsen we de Sint Annabeek en slaan linksaf om langs de Sint-Annabeek verder te rijden en bevinden ons in de Vallei van de Sint-Annabeek. Een klein gebied dat slechts een oppervlakte heeft van minder dan 10 hectare. Het is een lappendeken van wilgenstruwelen, rietveldjes en dottergraslanden. In de boomkruinen merken we de maretak op. Meer dan één zelfs. De Sint-Annabeek ontspringt ten oosten van Borgloon en mondt uit in de Mombeek te Gors-Opleeuw. We rijden over de N76 en laten het centrum van Kerniel rechts liggen. Een voormalige landbouwgemeente die geleidelijk aan zijn bedrijvigheid verschoof naar de fruitteelt. Langs de Steenweg op Borgloon bereiken we 152. We zijn terug in Borgloon. Onze fietsenteller staat op 50 km als we terug bij onze auto staan die trouw op ons gewacht heeft.  



















05-01-2020 om 12:02 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
02-12-2019
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tulpenwandeling

Donderdag 18 april 2019. We rijden naar de Isidoor van Beverenstraat te Groot-Bijgaarden. Ter plaatse kunnen we gratis parkeren op de nabijgelegen weide. Twee gele hesjes sturen je in de goede richting en zorgen dat alles netjes en ordelijk verloopt. Het kasteel van Groot-Bijgaarden werd gebouwd omstreeks 1640 door de heren van Bijgaarden. Het domein wordt omgeven door een brede sloot die overspannen wordt door een stenen brug met vijf bogen. Ze wordt bewaakt door twee heraldieke figuren uit de zeventiende eeuw. Het prachtige poortgebouw met ronde hoektorens stamt uit de veertiende eeuw.

Na de betaling betreden we het 14 ha grote domein dat enkel te bezoeken is tijdens de jaarlijkse internationale bloembollententoonstelling in april. Onder leiding van enkele vakspecialisten zijn in het park meer dan één miljoen bloembollen handmatig geplant door de medewerkers van het kasteel. Als liefhebber van kleurige voorjaarsbloemen kunnen we genieten van meer dan 500 soorten bloemen waarvan tulpen in de meerderheid zijn. Tussendoor kunnen we kennis maken met een 20-tal reproducties van Pieter Bruegel de Oude. Ter gelegenheid van de 450ste verjaardag van zijn overlijden (1569) brengt Floralia Brussels hulde aan deze grote kunstenaar. De werken zijn te bewonderen in hun originele afmetingen en de kaders worden gedecoreerd met bloemen of groen door de bloemsierkunstenaars.  

De arcade aan onze rechterzijde is afkomstig van het Hof van Hoorne, dat gesloopt werd in 1908. De koets is vooral een publiekstrekker voor amateurfotografen. De grote serre werd omgetoverd in een mooie binnentuin met enkele bloemstukken. We kunnen iets verfrissend drinken maar het is prijzig. Verder struinen we langs een tapijt van wilde bloemen onder eeuwenoude bomen. We kunnen volop genieten van narcissen, hyacinten en vooral van tulpen. De indrukwekkende bloemenpauw en de vele bloemperken weten elke bezoeker te imponeren. Tijdens de middag pauzeren we op een vrijstaande zitbank met een meegebrachte picknick. De massieve dertig meter hoge slottoren heeft muren die drie meter dik zijn. Het gebouw telt vier verdiepingen en stamt uit de veertiende eeuw. We hebben de treden niet geteld, maar het zijn er veel. Het was trouwens druk op de draaitrap. Er kwamen mensen met kinderen naar beneden terwijl wij naar boven wilden, en visa versa. Vanop het hoogste punt, dat beschermd wordt door een gekanteelde muur, hebben we een weids uitzicht over het domein en het Vlaamse landschap. Een winderig gedoe en het duurde dan ook niet lang voor we de terugweg aanvatte. Het kasteel zelf was ooit de zetel van de heerlijkheid van Bijgaarden. Via huwelijk werd het goed in 1720 verworven door Karel-Ferdinand de Königsegg-Rothenfels. Later wisselde het nog verschillende keren van eigenaar en raakte het kasteel in verval. Raymond Pelgrims de Bigard redde het van de ondergang en begon in 1902 met een dertig jaar durende renovatie. Zijn nakomelingen zetten zijn werk verder. Rechts is een aparte deur die ons toelaat de kapel te bezoeken. Ze werd magnifiek gedecoreerd met kleurrijke orchideeën. Geniet nog even mee van onze prachtige foto’s.









02-12-2019 om 15:54 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Meldertwandeling

Wandelknooppunten: 40-51-50-49-71-70-26-48-24-25-47-99-40 = +/- 8 km.

Parkeren: Eeckhoutstraat, vlakbij de kerk van Meldert en knooppunt 40.

Maandag 15 april 2019. Het is een stralende morgen met een overvloed aan zonneschijn tegen een strakke blauwe lucht. Een mens zou zich in het zuiden van Spanje wanen. We vinden het in ieder geval een uitgelezen dag om een boswandeling te maken tussen de wilde hyacinten en kleurige bosanemonen. Tijdens het nieuws van gisteren liet TV zender één nog een korte reportage zien over de drukte in de Hallerbossen. Omdat het paasvakantie was trokken de mensen massaal met hun kroost naar het 552 ha grote recreatiegebied om al het moois te aanschouwen. Het was een prachtig zicht. De bloemen lijken wel echte zonnekloppers. Geen seconde verliezen ze om de warme stralen in zich op te nemen. Elke dag kleurt het bos meer blauwpaars omdat vele bloemknoppen nog moeten open springen en beginnen te bloeien.

Wij rijden naar het Scheldeland, een regio die zich uitstrekt langs de Schelde, Dender en Rupel. De auto parkeren we in de Eeckhoutstraat, vlakbij de kerk van het landelijk en groen dorp Meldert. Een deelgemeente van Aalst, vlakbij de grens met Vlaams-Brabant. Het is klimmen tot bij de Sint-Walburgakerk die opgetrokken werd in de lokale witte steen. Ze bevindt zich op een heuvel en wordt nog steeds omringd door de begraafplaats. We hebben zicht op een hopmonument dat op het dorpsplein werd geplaatst op vraag van de Heemkundige Kring De Faluintjes. Het werd in september 2018 plechtig ingewijd. Het is een groot kunstwerk in gegalvaniseerd staal van een omgekeerde abstracte hopbel van 5,5 meter hoog en een diameter van 6 meter. De tekst rondom: ‘op de omtrek van de aarde komen begin en einde samen’ symboliseert de oneindigheid van de seizoenen. Wat verder op het driehoekig pleintje werd in 1978 een monument onthuld in de vorm van rechtopstaande en liggende zandstenen dat herinnert aan de bloeiende zandsteenontginning in het middeleeuwse Meldert. Vlak ervoor werd in 1919 het monument der gesneuvelden geplaatst dat hulde brengt aan de oorlogsslachtoffers van beide Wereldoorlogen.

We bevinden ons aan knooppunt 40. Even voorbij de kerk hangt een zeil waarop een oude foto wordt afgebeeld van het leven in een brouwerij. De tekst luidt: ‘er komt weer leven in de brouwerij’. Achter de hoge bakstenen muur bevindt zich ‘Hof den Tuitelaar’, een voormalige brouwerij die werd verbouwd tot een gezellige buurtherberg. De houten bankjes in de tuin lonken ons uitnodigend maar het is echter maandag en dan zijn alle cafés dicht. Onze wandeling is licht glooiend en dat voelen we al snel aan onze kuiten. We zijn echte plattelands mensen.

Eens uit het centrum worden we omringd door natuur. Sommige bomen beginnen stilaan groener te worden. Hoogstammige fruitbomen kleuren wit door miljoenen bloesems. Een streling voor het oog. De meeste akkers zijn nog bruin gekleurd. De grond werd omgeploegd en waarschijnlijk bemest. Om te planten lijkt het nog te vroeg. Wachten de landbouwers tot na de ijsheiligen? Regelmatig worden we opgeschrikt door laag vliegende vliegtuigen. Dit lawaai zijn we niet gewend en we vragen ons af of de toestellen op Zaventem gaan landen of zijn ze net opgestegen? De skyline vertoont nog vaak kale bomen. Langs een beek zien we de bekende knotwilgen staan. Ze moeten hoognodig gesnoeid worden. Ze kleuren alvast mooi groen.

Na knooppunt 50 bevinden we ons aan de rand van het Kravaalbos, de streek rond Aalst waar hopranken eeuwenlang het landschap bepaalden. Ze gebruikten de hop om hun bier op smaak te brengen en het bittere kruid groeide uit tot het belangrijkste exportproduct in de streek. In de loop van de twintigste eeuw verhuisde de hopteelt naar het Oostblok. De staakvelden verdwenen uit het landschap en het plantje wordt sindsdien vooral in haagvorm gekweekt voor de oogst van hopscheuten, een delicatesse. Het Kravaalbos is het restant van het vroegere Kolenwoud, (een oerbos dat het Hallerbos, het Zoniënwoud, het Buggenhoutbos, het Heverleebos, het Meerdaalwoud en het Bos van Houssière omvatte). Het Kravaalbos heeft een oppervlakte van ongeveer 80 hectare dat net als het Hallerbos vermaard is om de boshyacinten die er rond deze tijd bloeien. Het zal ons benieuwen.

Door de eeuwen heen werden grote delen gekapt voor de ontginning van kalkzandsteen, maar ook om de Duitse troepen tijdens de beide Wereldoorlogen van brandstof en buskruit te voorzien. Eerst wandelen we tussen de gele bosanemoon die bloeien van maart tot mei. De plant groeit op voedselrijke, vochtige grond in loofbossen tussen het hakhout. Hier ontspringen de beken die zich lieflijk door het landschap slingeren. We genieten van onze wandeling langs trage paden en wegen. We komen geen mens tegen maar genieten des te meer van de verschillende vogelgeluiden. Langs ons pad steken groene plantjes ongeveer tien centimeter boven de grond. De hyacint is op deze plek nog niet echt te zien alhoewel de zon de aarde overvloedig beschijnt en duidelijk warmte geeft.

Het Kravaalbos is niet te vergelijken met het Hallerbos. Hier is alles wild. Hier worden geen dorre bladeren of dode takken verwijdert. Groeit het is het goed, groeit het niet heb je pech. We kunnen toch enkele mooie foto’s maken van de wilde hyacint die hoofdzakelijk voorkomt in eiken- en haagbeukenbossen. Het Kravaalbos draagt sporen van de vroegere zandsteen-winning, waaronder de vijver langs ons pad. Het is rustig op en rond het water. Je zou toch zweren dat het lente is en dat de vijver of de oevers vol zitten met parende of broedende vogels.  

Onze voetzolen landen zacht op de verende bospaden. We worden geflankeerd door groene reuzen terwijl we gezamenlijk genieten van de overweldigende rust. Ik vraag me vaak af of we niet stiekem in het oog worden gehouden door de vele bewoners van het Kravaalbos. Ik betrap me erop dat ik voorzichtig rondom kijk. Je kan nooit voorzichtig genoeg zijn. Het blijven tenslotte wilde dieren. Op verschillende plaatsen liggen omgevallen bomen en mag de natuur haar gang gaan. Dood hout trekt insecten aan die op hun beurt ten prooi vallen aan de vele verschillende vogelsoorten die hier in het bos leven.

Langs de Putstraat bereiken we het volgende café met de bekende naam: F.C. De Kampioenen, bij Pascale. Ook dit etablissement is vandaag gesloten. Op maandag is het vaak niet gegund om even uit te rusten onder het genot van een verfrissend streekbiertje. Al dan niet gecombineerd met een streekhapje. Het café werd gebruikt als decor voor de derde bioscoopfilm van F.C. De Kampioenen. Het aanpalend voetbalveld is de thuisbasis van ‘De Stinneboys’. Het kapelletje ervoor is oorspronkelijk van 1886. Vanaf hier loopt een zandpad richting Kravaalbos. Deze zandwegjes zijn van levensbelang voor bepaalde solitaire bijen. De grijze zandbijen graven hier hun holletje. We verlaten Meldert langs de Putveldweg. Verder wandelen we tussen de onbebouwde akkers en weiden zonder grazers. Runderen staan nog in de stal omdat de nachten nog steeds te koud zijn. Voor een weids panoramazicht houden we regelmatig halt. Niet te lang want de gure oostenwind snijdt door merg en been. Om 15:30u bereiken we weer onze auto. 







02-12-2019 om 15:43 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
>> Reageer (0)
07-11-2019
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vordenstein 2019
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Zondag 24 maart 2019. Tijdens de lentemaand begint het bij elke tuinliefhebber te kriebelen. In de tuintjes komt het leven weer op gang met prachtige bloesems, krokussen, narcissen en tulpen. Het is nog redelijk vroeg als we de parking opdraaien van park Vordenstein te Schoten. Het is er verschrikkelijk druk. Het is wachten tot iemand wegrijdt om dan snel die plaats in te nemen. Iedereen die we zien wandelen heeft wel een plastiek zakje in de hand met bloemen, of planten. Van 10 tot 17 uur heeft net als voorbije jaren in de Oranjerietuin van het domein de lentebeurs plaats met gespecialiseerde kwekers en liefhebbers. Met verkoop van onder andere planten, groentezaden, bol- en knolgewassen en tips over de verzorging ervan. In de bijzondere parkbistro “Oranjerie De Vlinder” worden de dorstige met een glimlach onthaald. Het kasteelpark Vordenstein is 110 ha groot en dateert voor een groot deel uit 1850. De Oranjerie dateert van rond 1800. We wandelen verder door het domein over de brede majestueuze lanen die sinds kort in dolomiet werden aangelegd. We kuieren langs de sierlijke bezienswaardige vazen van de vroegere parterres die bewaard zijn gebleven. Ook hier in het park spotten we de grasgroene, luidruchtige halsbandparkiet met hun korte, rode haaksnavel. Verder langs open grasvelden, vijvers en interessante boomgroepen komen we bij het schilderachtige ‘thee- of boshuisje’. Ze zijn nog vaak te vinden in de uitgestrekte tuinen van grote landhuizen en kastelen. Ze werden doorgaans gebouwd als vrijetijdsbesteding in opdracht van welgestelden.

07-11-2019 om 14:44 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lentewandeling 2019
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Donderdag 21 maart 2019. De lente lokt ons naar buiten. Het mooie weer heeft daar  natuurlijk alles mee te maken. We willen beslist de eerste lentebloemen in de natuur zien bloeien. We willen de vele verschillende vogels horen fluiten. En beslist vriendelijke lachende mensen tegen komen die ook van de buitenlucht willen genieten. Om dit alles te zien en te horen trekken we samen naar het Veltwijckpark in de Veltwijcklaan. Onderweg ernaar toe bekijken we ook de mooie tuintjes van de huiseigenaars of huurders. Naast de vele paasbloemen bloeien nu ook de tulpen. Het tovert constant een glimlach op ons gelaat. Wat ons nu laat stilstaan zijn de tulpenbomen die hier en daar bloeien en een echte blikvanger vormen in de tuintjes. Het is gewoonweg prachtig hoe hij telkens in de lente bloeit met kelkvormige bloemen. In het Veltwijckpark komt zo’n boom helemaal tot z’n recht. De tulpenboom heeft hier veel plaats en kan alle kanten op groeien. De bodemgesteldheid speelt hierbij een cruciale rol. De narcissen staan hier in een grote groep samen. Zo houden ze elkaar wat recht. Degene aan de buitenkant buigen eerbiedig hun kopje. Wat verder bloeien de blauwe bodembedekkers. De bloemhoofdjes draaien naar de zon en profiteren van het extra licht onder de bomen vooraleer de bladerdaken en hogere planten de grond overschaduwen. We wandelen rond de vijver om nog meer moois te spotten. De verschillende vogels heten ons welkom. Door de kale bomen laten ze zich nog goed spotten. We proberen telkens om de diverse vogelgeluiden te herkennen. Het is hopeloos. Maar we genieten.

07-11-2019 om 14:40 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
01-10-2019
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kluizenroute

Parkeren: Toekomststraat 2 Kluizen.

Fietsknooppunten: 42  -36  -35  -26  -17  -78  -11  -05  -03  -13  -15  -28  -30  -34  -37  -31  -38  -40  -41  -46     -43  -42 = 37,2 km.

 

Woensdag 27 februari 2019. De weervrouw had het ons gisteren beloofd en wanneer we de pvc-rolluik optrekken zien we een helder blauwe hemel zoals we het soms zelden zien tijdens de warme zomermaanden. De thermometer geeft momenteel al 12°C aan maar er worden voor vanmiddag temperaturen voorspelt tot 20°C. Het lijkt wel een zomerse dag, maar het is nog steeds winter. Weer een dag om van te profiteren. Daarom rijden we met de auto naar Oost-Vlaanderen voor een uitgebreide fietstocht die start in Kluizen. Het dorp ligt in het Meetjesland, een wandel- en fietsregio tussen Gent en Brugge. Vanaf 1977 behoort Kluizen bij de gemeente Evergem en is vooral bekend voor haar spaarbekken en groene zones. 

Door vertraging en enkele files op de Antwerpse ring staan we eerst om 10:45u op de parking van Kluizen. Er was geen ontkomen aan. Het was wachten en aanschuiven tot voorbij de Kennedytunnel voor we zonder problemen weer vlot verder konden rijden. We houden de parking van Kluizen rechts van ons en fietsen op de Toekomststraat tot bij de Onze-Lieve-Vrouw-Geboortekerk van Kluizen. Een eerste gebedsplaats was volgens de geschiedenis van 1122, gebouwd in opdracht van de graaf van Vlaanderen. Ze werd echter in 1580 vernield door Calvinisten. De volgende kerk werd in de loop der eeuwen afgebroken, uitgebreid en gerestaureerd tot de huidige kerk die we nu zien. De vierkante toren werd in 1768 – 1771 verbouwd maar op 22 mei 1940 opgeblazen door oorlogsperikelen.  

Tussen 1953 en 1956 werd de schade hersteld. Rechts van de kerk werd de Heilige Cornelius in een nis geplaatst als de patroonheilige van het dorp. Links zien we het monument voor de gesneuvelden van beide Wereldoorlogen. De kerkklok slaat net het volle uur. Binnen in de kerk werden talrijke Obiits aangebracht. Aan elke kolom of pilaar zien we een Heiligenbeeld hangen. Op de achtergrond horen we stille kerkmuziek uit een luidspreker. Het geeft meteen een andere sfeer. Achteraan staat de Heilige Rita op een sokkel. Ze wordt onder andere aanroepen voor hopeloos gewaande zaken, langdurig zieken en door vrouwen met een ongelukkig huwelijk. Naast de kerk is de begraafplaats waar enkele zerken staan van burgerlijke oorlogsslachtoffers en oud-strijders van beide Wereldoorlogen. Het dodenhuisje van 1863 staat in het midden van de begraafplaats waar tegen de calvarie werd bevestigd. Het bronzen beeldje op het pleintje is van Dirk De Keyzer uit 1996. Het stelt twee koningskinderen voor.  

Na ons bezoek aan de kerk en de begraafplaats fietsen we de straat ten einde en slaan linksaf op de Kluizendorpstraat. De bebouwing verdwijnt langzaam en de natuur neemt de plaats in. We fietsen onder een stralende zon en de temperatuur is ok. Toch lijkt de natuur wel doods door de kale bomen. Desondanks komen we terecht in een streek voor genieters. Fietsen door een pittoresk landschap waar we een mix van akkers, weiden en ja, toch nog uitbundig veel groen vinden. Het zou mij niet verbazen moesten we een kunstenaar naast de weg zien zitten die deze natuurrijkdom met een penseelstreek op het doek schildert. Voor het knooppunt staan de statige villa’s met een eentonige tuin. We verlaten Kluizen langs het “einde centrum” bord.  

We rijden over de brug van het “Watering De Burggravenstroom”, zoals we zien staan in de lage gemetselde muur. Het Verbindingsvaartwater stroomt onder de brug en vloeit in de Burggravenstroom die we ongeveer 2,7 km gaan volgen. Het is een prachtige waterweg die een totale lengte heeft van 33 km. De waterweg werd tijdens de dertiende en veertiende eeuw bevaren door schuiten, geladen met goederen zoals laken, appelen, hout en turf met bestemming Gent. Na de godsdienstoorlog kwam hier een einde aan. Langs de dijk groeien hier en daar de paasbloemen of narcissen in verschillende tinten. Aan knooppunt 36 dwarsen we de stroom en slaan rechtsaf. Nu houden we het water rechts van ons. Verderop slaat de Burggravenstroom linksaf naar Eeklo en stroomt verder via Assenede, Lembeke enzovoort. We dwarsen straks nogmaals de stroom in Lembeke. Links van ons moeten twee gigantische spaarbekkens zijn. Door de beplanting en de bebouwing zijn ze niet te zien vanop de fiets. Het is slechts duidelijk op Google-View of vanuit een luchtballon. De uitvinding van de heteluchtballon dateert van 1783 en spreekt nog steeds tot de verbeelding van avontuurlijke mensen. Hoe mooi moet dat niet zijn om vanop een hoogte de regio te zien? Maar ik dwaal af. De twee waterreservoirs hebben een gezamenlijke inhoud van meer dan 10 miljard liter. Vanuit Kluizen voorziet ‘De Watergroep’ heel het Meetjesland van drinkwater. Dagelijks kan er tot 60 miljoen liter geproduceerd worden. De spaarbekken bevinden zich tot aan het volgende knooppunt. Tussen de akkers en weiden, rechts van ons, werden ‘bescheiden’ villa’s gebouwd. Afgewisseld door mooie gerenoveerde boerderijen en statige landhuizen.  

Vanaf knooppunt 26 bevinden we ons op het grondgebied van Assenede en worden we meteen opgeslokt door een heerlijk stuk natuur. Vanaf de Abdijstraat werd de Antwerpse Heirweg gekasseid. We doen zoals de professionele wielertoeristen en rijden zoveel mogelijk naast de weg in de zijberm. Dat is niet veel beter want die zit vol kuilen, putten en regenwater. Hopelijk rijden we niet plat. De Antwerpse Heirweg maakt deel uit van de oude weg die van Antwerpen naar Brugge liep en doorsnijdt het bosgebied van Oosteeklo. Het deel dat over het grondgebied van Oosteeklo loopt dateert uit de zestiende eeuw. Een deel van de weg bevindt zich zelfs nog in zijn oorspronkelijke staat en is dus niet verhard. We zijn dan ook opgelucht wanneer de kasseien overgaan in een zandweg. Hier houden we halt aan een picknicktafel die ons uitnodigt om onze zelfgemaakte boterhammetjes te verorberen. Hier werd een infobord geplaatst. We bevinden ons in de Lembeekse bossen. Deze bossen, 305 ha groot, strekken zich uit over Lembeke, Oosteeklo en Waarschoot op een zandrug die loopt van Oedelem tot Stekene. Hier kun je heerlijk wandelen, fietsen of paardrijden. Na een stevige wandeling kun je aan de noordzijde van het bos nagenieten in één van de horecazaken. Het Bellebargiebos is een vochtig loofbos langs de Burggravenstroom. Links is een bosrijk gebied en rechts een afgespannen weide met een skyline van verschillende kale loofbomen. Op de hoeve, even verder, woont een echte paardenliefhebber. Zijn weide is rondom afgespannen met een doorsteekomheining van hout. Geen prikkeldraad want dat is voor paarden ongeschikt. Het is te onopvallend voor de viervoeter en vooral onveilig. Prikkeldraad is scherp en kan ernstige verwondingen veroorzaken. Over het Syngelbrugje fietsen we de Burggraventroom over en komen we in Sleidingen/Evergem en slaan rechtsaf in de Vierhuizen. Een smalle betonbaan tussen de velden. Landbouwgrond domineert hier boven de weidlanden waar binnenkort koeien vredig liggen te herkauwen. Naast ons pad zijn de grachten afgeboord met gesnoeide knotwilgen. Nostalgie! De knooppuntenbordjes zijn tot hiertoe goed aangegeven. We hebben het al meegemaakt dat er bordjes verdwenen zijn en dat weet je eerst achteraf als je na enige tijd geen bordje meer tegenkomt of een knooppuntenbordje met een vreemd nummer. Hoe frustrerend is dat? Voor vandaag lijkt er geen probleem te zijn. We ruiken dat er in buurt gemest wordt. Het aroma komt ons af en toe tegemoet.  

Aan knooppunt 78 fietsen we linksaf in het Meistraatje waar de betonbaan afgeboord is met hoge statige eiken. Hier werd een infobordje geplaatst over de legende van de “Bevende Hazelaar”. ‘Op deze driesprong staat de “Bevende Hazelaar”, eigenlijk een (tril)linde. Hij staat op de plaats waar de graaf van Kleef per vergissing werd vermoord. Toen de Oostmoerenaren het vertrek van de Oostenrijkse overheersers vierden, bemerkten ze een vreemde man die, aan zijn kledij te zien en aan zijn stem te horen, beslist een buitenlander was. Ze namen hem dan ook onmiddellijk voor een Oostenrijker en hij werd in het heetst van de verwarring gedood. Om deze misstap uit te wissen ging men het lijk in de bossen begraven. Boven zijn graf plantte men een (tril)linde. Later werd aan de boom een Mariakapelletje gehangen, waar de kooplieden hun penning offerden, om zegen te bekomen voor een goede koop.’

Rondom ons zien we niets anders dan natuur waar we ten volle van genieten door de kleur, de geur en de vele geluiden van bekende en minder bekende vogels. Deze streek is een echt fietsparadijs. Soms, heel soms, fietsen we te snel door het landschap over de kleine smalle plattelandswegen. Want aan het eind van het straatje komen we weer terug in de harde wereld. Ja, bebouwing is natuurlijk de dag van vandaag nergens meer uit te sluiten. Ook het lawaai van de auto’s hoort daarbij en is een tweede natuur geworden. Maar er is verbetering op til. De elektrische auto rijdt muisstil door de straten. Wees gewaarschuwd! Als je niets hoort is er een Hybride of een 100% elektrische auto in de buurt. Of dat nu veilig is of niet daar ga ik niet over discuteren. Tijd voor een frisse pint op een zonovergoten terras. Ik ben bijna uitgedroogd. We hebben flesjes water bij maar dat smaakt zelfs te droog. Het is nog wachten tot in de dorpskern van Waarschoot om de dorstige te laven. In Bellebargie, na knooppunt 11, rijden we al op het grondgebied van Waarschoot. Voor de rotonde links, in de Bellebargie, stond de oude Sint-Jozefkerk. Tijdens de renovatie van de Sint- Ghislenuskerk in de dorpskern van Waarschoot, werd de Sint-Jozefkerk gebruikt als noodkerk. In 2008 werd deze kerk ontwijd en in februari 2017 afgebroken. In de plaats werd een kleuterschool gebouwd. Op een betonnen sokkel werd de zware koperen klok tentoongesteld die herinnerd aan de Sint-Jozefkerk.  

De helft van het voetpad werd omgetoverd tot fietspad. We rijden langs de grote luxueuze woningen waar de eigenaars optimaal kunnen genieten van hun vrijstaande woning. Vooral omdat ze weinig of geen last hebben van burenlawaai, of ze kozen ervoor om rondom rond te kunnen genieten van een groene omgeving. De woningen hebben meer ramen, dus meer daglicht in elke kamer. Bij enkelen staat de grote mobilhome op de oprit. Klaar om te vertrekken naar het zonnige zuiden. Het is nog ongeveer twee kilometer tot de dorpskom van Waarschoot. Het dorp ligt in de regio Meetjesland en bezit nog ongeveer 154 ha bos. Genoeg om in te verdwalen dus maar met wat geluk spot de wandelaar of oplettende fietser zelfs herten, reeën, zwijnen, de kleine bonte specht of de kleine boomkliever. Op de hoek Kapellestraat/Hoeke staat een smalle wegkapel omgeven door knotwilgen. De kapel werd opgericht in 1860 in opdracht van pastoor Van Dorpe. In de nis werd het beeldje van O.L. Vrouw met kind geplaatst. Een zitbank nodigt uit voor een warme kop koffie. Boven het dak van een woning zien we een hoge ronde gemetselde schouw die samen gehouden wordt met ijzeren banden. Het is de fabrieksschoorsteen van het voormalige S.A.W.-textielfabriek dat opgericht werd in 1889. Na de stopzetting tijdens WOII kwam er een nieuwe bloei in de jaren 1950 en 1960. In 1981 volgde echter de definitieve sluiting. Ons volgende kapelletje bevindt zich ongeveer 250 meter verder in de Kapellestraat onder twee stevige Lindenbomen. Een donkere madonna prijkt op het kleine altaar. De kapel werd gebouwd in 1987, volgens de datum boven de nis. Onderaan werd een tekst gebeiteld: “Wij willen behouden dit volk en dit land, lief Meetjesland.” Getekend:” Lorand Verbeecke 1911-1985 stichter Godsdienstig en heemkundig erfgoed.”

Even verder, op het nummer 53 van de Kapellestraat zien we een prachtig herenhuis dat omringd wordt door een haag en vooraan door een hekwerk. Het is het voormalige priorshuis van de Priorij O.L. Vrouw ten Hove. Gesticht in 1444 door de Gentse patriciër. Het gebouw werd geplunderd en verwoest in 1578  en  1581 door de Calvinisten. Het klooster werd opgeheven in 1796 door de Franse bezetters en openbaar verkocht.  Vlak voor de spoorwegovergang met knooppunt 03 vertelt een bordje over “Het Goed te Diependale” is het voormalige neerhof van de priorij van O-L-Vrouw ten Hove. Het voormalige kloosterdomein (1444-1650) bestond uit de goederen van de stichter Simon Utenhove, aangekocht en later geschonken goederen. Het Waterschootse patrimonium van het voormalige Cisterciënzerklooster omvatte zo’n 100 ha bos en drie belangrijke landbouwuitbatingen: het eigenlijke kloostergoed, het neerhof van het klooster (dus het oorspronkelijke Goed te Diependale) en de hoeve Koudekeuken. De straatnaam Jagerspad verwijst naar het feit dat dit gebied ooit het jachtgebied van de graaf van Vlaanderen was.” 

Aan de parking van de Nieuwstraat bevinden we ons pal in het centrum van Waarschoot en wijken we af naar de Sint-Ghislenuskerk. Het ruïnegedeelte is afgezet met de bekende hekwerken. Je wordt totaal stil als je de voormalige kerk aanschouwd. In de overgang van 2001 naar 2002 werd op oudejaarsavond de Sint-Ghislenuskerk door een scholier uit het naburige Eeklo opzettelijk in brand gestoken. De reden kunnen we niet vinden, al is er voor deze vandalenstreek geen enkel excuus. Alleen bogen, koor en de massieve toren van 1393 bleven overeind. Er kwam een nieuwe kerk, tegen het schip van de ruïne aangebouwd. Ernaast staat de verbrande madonna op een sokkel. Ter herinnering aan de kerkbrand. Langs de oude toren kunnen we in de nieuwe kerk binnen. Het is een hele aanpassing om hier rond te lopen. We staan dan ook snel terug buiten. Tijdens de renovatie werd de Sint-Jozefkerk aan de Bellebargie gebruikt als noodkerk. Op 24 juni 2007 werd de nieuwe kerk ingehuldigd. Naar aanleiding van de renovatie van de verwoeste Sint-Ghislenuskerk besliste Waarschoot om meteen ook de dorpskern ter hernieuwen. Het resultaat is een groene ontmoetingsplaats met onder andere een petanquebaan en een kunstwerk ter ere van priester-dichter Basiel de Craene. Het dorp is uitnodigend met haar gezellig terrasje waar we eveneens van profiteren om een sanitaire stop te houden. Het is en blijft de favoriete halte van elke wandelaar of fietser. Dat hoort er nu eenmaal bij. Ik probeer telkens iets nieuw uit de streek. Schol!  

Na onze halte  in Waarschoot rijden we uit het centrum door een smal pad tussen hectaren weidegrond. Ze liggen er maar kaal bij omdat de dieren nog op stal staan. De nachten zijn nog te koud. Het is 15:00u gepasseerd als we knooppunt 13 bereiken. Vanaf hier volgen we ongeveer een kleine zes kilometer waterloop ‘De Lieve’ die rechts van ons stroomt, maar totaal geen functie meer heeft in de scheepsvaart. Het is een historisch binnenscheepvaartkanaaltje dat werd gegraven tussen 1251 en 1269. Het kanaal was in totaal 45 km lang en vormde de eerste kunstmatige waterverbinding tussen de Leie in Gent en de Zwinmonding in Damme. Nog tot de Tweede Wereldoorlog werd via de Lieve alle aal van de stad Gent met schuiten naar Lovendegem gevaren, om er de velden te bemesten. Het traject langs De Lieve is zondermeer lovenswaardig op het smalle asfaltpad. Ik veronderstel dat het kanaal vroeger breder was want links van ons groeien de schilderachtige knotwilgen die oorspronkelijk langs de waterkant staan. We genieten van onze fietstocht langs het water. We komen volledig tot rust langs de kilometers uitgestrekte natuur van weilanden en landbouwgronden. We kunnen zowaar proeven van al dat moois dat de streek te bieden heeft. De elektriciteitspylonen, in de verte, proberen we weg te denken. Dit is genieten van water en rust die enkel verstoort wordt door vogelgeluiden. Een eind verder moeten we een omweg maken. Zelfs een fietser mag niet door. Een wielertoerist komt uit die richting en vraag hem of we toch niet doorkunnen. De man is zo vriendelijk om halt te houden om ons te woord te staan. Hij was tot aan de versperring gereden om te kijken hoe ver de werken gevorderd waren. Er is geen doorkomen aan, vertelt hij. Het is beter even om te rijden. Het is nog geen kilometer roept hij nog terwijl hij terug snelheid maakt. Ik vergat te vragen waarom er een omleiding voorzien was. We moeten voor ons volgende knooppunt drie keer dezelfde spooroverweg dwarsen. Nog voor de eerste spooroverweg houden we halt bij een grote watertoren met uitkijk op het hoogste punt. Na 2020 komt er een betonstop, maar er wordt momenteel massaal nieuwbouw opgetrokken zodat er tegen die tijd geen plek meer vrij is om nog te bouwen. Dit zijn dan nog de vrijstaande woning die worden gebouwd. We bevinden ons in Sleidinge, nog een deelgemeente van Evergem. In de Wurmstraat zien we rechts het grote Psychiatrisch Centrum Gent-Sleidingen. Een belangrijk gastvrij herstellingsoord, een ruimte die rust en voorspelbaarheid biedt waar mensen kunnen herstellen. We dwarsen de Weststraat en de derde spooroverweg in de Langendam. In deze straat uitkijken, we moeten rechtsaf op een smal pad tussen een weiland en een gracht. Veel geluk! 

Na knooppunt 31 rechtsaf tot de Sint-Joriskerk van Sleidingen. Ze heeft de meest spitse toren van de provincie. Er was al sprake van een gebedshuis in 1260. Ze brandde af, en werd groter heropgebouwd. Gerestaureerd en weer vergroot in de volgende eeuwen. In 1740 kreeg de toren zijn nieuwe spits. We kunnen binnen ook een kijkje nemen. De glas-in-loodramen maken de kerk donker. Achteraan staan er geen stoelen meer door het gebrek aan parochianen. Er bevinden zich vrij veel Heiligenbeelden die hier met naam benoemd zijn. We zien de Heilige Joris, de Heilige Godelieve, de Heilige Jozef met kind, de Heilige Coleta, het Heilig Hart van Jezus  en de buste van Pater Damiaan. De prachtige biechtstoelen springen echt in het oog. Zouden ze nog gebruikt worden? In een nis staat het Heilig Hart van Maria. Ook de preekstoel met rode loper op de dubbele trap is bezienswaardig maar waarschijnlijk slechts een pronkstuk. Terug buiten zien we de monumentale dorpspomp die dateert van 1863 om de lokale bevolking van zuiver water te voorzien. De laatste renovatie vond plaats in 1980. In de buurt van de kerk vinden we de bronzen premier Wilfried Martens. In 2016 werd het monument onthuld die geboren en opgegroeid is te Sleidingen. Van 1979 tot begin 1992 was Martens eerste minister in ons land. Het bronzen beeld van 1,92 m is een creatie van Leo De Buysere. Bij de onthulling werd het dorpsplein omgedoopt tot Wilfried Martensplein. We dwarsen verderop de N456. 

Na een tijdje fietsen we op de Meerbeke dat wordt gedomineerd door weiden met grazende paarden. Ze dragen een deken op hun lichaam. Een paard voelt zich best bij een temperatuur van 10°C. Bij langdurige regen of na een lange rit is een paard bezweet en heeft het vaak koud. Dan kan men het best het paard bekleden met een deken om de spieren warm te houden. Na enkele pedaaltrappen fietsen we Wippelgem, een deelgemeente van Evergem, binnen. De vrijstaande woningen voor de dorpskerk zijn statige gebouwen waar meer dan één auto de oprit siert. Links van de kerk werd de pastorie in 1856 gebouwd. Het landelijke dorp heeft in 1856 de Onze-Lieve-Vrouw Ten Troost kerk gebouwd die in de volksmond “De Boskapel” wordt genoemd omdat ze aan de rand van het dorp gelegen is, aan de bossen. De kerk, met haar vierkante klokkentoren van 1855 wordt geflankeerd door twee kapelletjes. Links werd de kapel gebouwd voor Sint-Antonius Eremyt in 1894 en rechts staat de kapel die opgedragen werd aan Sint-Appolonia in 1893. Ze hebben beiden fraaie heiligenbeelden staan op een altaar.  

Tegenover de kerk leidt een dreef naar het grootste kasteelpark van Evergem. Het “Kasteel van Wippelgem” is sinds 2008 eigendom van de gemeente. De oudste vermelding dateert van 1375. Het kasteel met zijn U-vormige aanleg, gelegen midden het omgrachte park, werd volgens kadastergegevens en volgens het op de voorgevel aangebrachte wapen van de kasteelheren wederopgebouwd rond 1892, nadat het vorige kasteel vernield was door een hevige brand. Het kasteel is volledig onderkelderd en heeft naast het gelijkvloers twee bovenverdiepingen en een zolderverdiep. Op het gelijkvloers waren de leefruimtes gelegen: het ‘petit salon’ als ontvangstruimte voor familie en belangrijke gasten en als fumoir, het ‘grand salon’ als dagelijkse leefruimte en verder nog de eetplaats, de bijkeuken en keuken. De immense traphal werd enkel gebruikt door de eigenaars, voor het personeel was er een kleinere trap aan de keuken. De eerste verdieping bestond uit slaapkamers en badkamers en op de tweede verdieping waren de huiskapel en de kamers voor het personeel ondergebracht. Op die verdieping staat tevens een immens grote watertank die het regenwater verzamelt. Via loden buizen en een grote handpomp werd het water tot in de kamers verspreid. Op de zolder staat een gelijkaardige watertank. Het kasteeldomein omvat 27 ha en is een openbaar domein zodat er vrij kan gewandeld en gefietst worden. In het kasteel worden nog huwelijken voltrokken en jubilarissen gehuldigd. 

Bij de kolossale vierkante duiventoren hoort uiteraard een infobordje. We lezen: “De eerste duivenhokken werden vanaf de zestiende eeuw ondergebracht in torens. Het doel van zo’n gigantische duiventil was vooral economisch en praktisch, want de duivenkweek vormde een belangrijk onderdeel van de voedselvoorziening voor de rijke tafels. De voornaamste verdienste van de duivenkweek was echter de productie van mest. Tegen het einde van de zestiende eeuw werd het duifrecht ingevoerd, als gevolg van de ontevredenheid onder de boeren wiens graan de duiven opaten. Het waren enkel de heren, abdijen en enkele pachthoven die nog duiven mochten houden. De komst van kunstmest luidde het einde in van deze traditie en vele duiventorens werden afgebroken of voor andere doeleinden gebruikt.

De duiventoren op dit domein is een vierkante toren van bak – en zandsteen met drie bouwlagen en een tentdak met bolbekroning. Hij zou dateren uit 1676 maar is hoogstwaarschijnlijk ouder. Volgens sommige bronnen dateert hij uit 1641, nog andere spreken van 1623. Wellicht deed hij oorspronkelijk dienst als vestingtoren en uitkijktoren. Hij had toen een plat dak. Pas later werd het duivenkwartier en het tentdak erop geplaatst. Aan de oost- en westgevel zijn consoles van de verdwenen loopplaten, alsook de vlieggaten bewaard. Twee deurtjes in de oostgevel verlenen toegang tot de begane grond met twee stalletjes. De deur naar het kippenhok op de verdieping in de noordgevel met steektrapje werd toegevoegd in 1912. Het huidige koetshuis was oorspronkelijk de boerderij. Het eerste gedeelte, met opbouw, was de paardenstal voor de werkpaarden. Minder luxueus en eenvoudiger van uitvoering dan de stallen voor de luxepaarden aan de hovenierswoning. Daarachter was de woning voor de boer die voorzag in het eten voor het kasteel. Verderop lagen de hooizolder en de stallingen. De twee kleinere gebouwen naast het koetshuis waren de stallen voor de varkens, de rookkamer (om hespen te roken), het fornuis en aanpalend de ‘remise’ of bergplaats om de wagens te stallen en een ruimte om mest op te slaan. Het voormalige koetshuis geldt nu als het hart van het sociaal-cultureel leven van Evergem. In de loop der eeuwen kreeg het kasteel heel wat bijgebouwen. In één ervan, de voormalige hovenierswoning, is vandaag Salon Sauvage gevestigd, een combinatie van theehuis, eetcafé en biertuin.

 

In de Moleneinde, voor we de brug oversteken aan de Burggravenstroom, slaan we rechtsaf voor een kort bezoek aan de stenen beltmolen. Gebouwd op een heuvel door Gerd Neyt in 1864 op de plaats van een houten staakmolen van 1645 die in 1787 afbrandde en werd heropgebouwd. In 1870 werd een stoommachine geplaatst en draaide de molen nog tot 1940. De molen raakte in de jaren van 1950 in verval. De gemeente kocht de molen en liet hem grondig restaureren. We fietsen het laatste stuk tot aan de auto in Kluizen. De sloot links van ons brengt het water naar de Burggravenstroom verderop. We rijden recht naar de parochiekerk waar we om 18:10u terug bij onze auto aankomen na 41,5 km gefietst te hebben.




















01-10-2019 om 10:13 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Fietswaterbus

Fietsknooppunten: 96-54-22-16-20-32-10-12-77-13 = 20,6 km.

Maandag 25 februari 2019. Zolang de wind uit het zuidoosten komt blijft het bij ons een beetje lente. Na een koude nacht, met lichte vorst, is het vandaag opnieuw zonnig. We krijgen vanmiddag temperaturen tot 17°C en er staat nauwelijks wind. We gaan ervan profiteren om met DeWaterbus over het Albertkanaal te varen. Sinds 2017 vaart DeWaterbus tussen het Steenplein Antwerpen en Hemiksem, met een tussenstop in Kruibeke. Daar kwam in 2018 een tweede route bij die het Steenplein via een noordelijke route verbindt met de Antwerpse haven. Vanaf midden februari 2019 is daar dus een oostelijk traject bijgekomen en vaart DeWaterbus elk half uur op het Albertkanaal met de haltes in Antwerpen, Merksem, Deurne, Schoten en Wijnegem. Dit is nog maar eens een duurzaam alternatief voor het woonwerk-verkeer langs het Albertkanaal. En wat meer is: de fiets mag gratis mee. We vertrekken omstreeks 10:45u met de fiets vanaf onze woonplaats in het centrum van Ekeren. We fietsen door de Oude Landen om te zien of de natuur zich al heeft aangepast aan de bijna zomerse temperaturen. Maar de natuur hou je niet voor de gek. De takken van de bomen zijn nog kaal. Echt kleur is nog niet te zien. Wat wel een meevaller is met die kale bomen. We zien de Galloway’s gemakkelijker staan. Na een koude nacht vinden de dieren het aangenaam om stil te staan in het zonnetje. Enkelen staren ons na als we passeren. Zouden ze ons herkennen? De vogels zijn ook al druk in de weer. Het is een concert van verschillende fluitende vogels die hoog in de kruinen van de bomen een serenade brengen. Waarschijnlijk een ode aan de rustige fietser, wandelaar of jogger. De schutkleur van de vogels is zo goed aangepast dat we ze niet kunnen zien. En zeggen dat we thuis twee verrekijkers hebben liggen. Soit!

We volgen knooppunt 54 en houden halt bovenop de Straatsburgbrug. Vanaf hier hebben we een mooi uitzicht over de omgeving. Voor ons het MAS en de vele wolkenkrabbers nabij het Eilandje. Rechts zien we reeds het pomphuis. Daar moeten we zijn om DeWaterbus te nemen. We hebben nog even want we zien geen schip liggen. Wat mij het meest imponeert is het Havenhuis wat we van hieruit kunnen zien. Het Havenhuis is oorspronkelijk gebouwd in 1922 als brandweerkazerne en sinds enkele jaren gerestaureerd waarna men een glazen “zeilschip” boven het gebouw heeft aangebracht. Het is sinds 2016 de werkplaats voor een 500-tal medewerkers. Het is een blikvanger. Heel ver weg stijgt een zwarte rookwolk de lucht in. Waarschijnlijk een brandje ergens in de haven. Verschillende schepen varen af en aan. Het is drukker dan een paar jaar geleden. Langs de kade liggen enkele kolossale schepen aangemeerd. Een van hen haalt met een hels kabaal het anker op. Tijd om door te rijden en we laten ons naar beneden bollen. Net als we aan de steiger staan naast het pomphuis, draait de bus tot tegen de kade. Het is druk op de boot. Vooral veel wandelaars. De laatste die uitstappen zijn de fietsers. Dan is het onze beurt. Wij zijn slechts met vier. Na ons stappen nog twee fietsers, een moeder met haar volwassen dochter, op het achterdek. Het schip wacht niet. DeWaterbus vertrekt meteen. De Nederlandse vlag wappert boven de ingang naar het binnenschip. Daar kunnen de passagiers schuilen bij slecht weer. We zien de kapitein boven in de stuurhut staan. Het is niet toegelaten de trap naar boven te gebruiken. Er kunnen tot 120 passagiers vervoert worden en vijftig fietsen. We varen met een snelheid van 18km/u tot onze eerste halte. Een jongeman komt ontvangen en een praatje maken. Hij vraagt waar we eraf willen en geeft antwoorden op enkele vragen. Wij willen mee tot aan Wijnegembrug. Als de kapitein ziet dat er niemand aan de fietsbrug van de IJzerlaan staat te wachten geeft hij gas en vaart verder.

Vervolgens gaat het zo verder onder de brug van den Azijn in Deurne, Hoogmolendijk van Schoten en als laatste de Brug Houtlaan van Wijnegem. Het is 12:15u als we op de oever staan in Wijnegem met onze fietsen. We nemen afscheid en proberen ons te oriënteren. We zien geen knooppuntenbordjes hangen. We weten niet welke kant we uit moeten. De beide dames die meegevaren zijn weten ook van toeten noch blazen. Zij moeten knooppunt 24 hebben. Wij 22. Waar is knooppunt 22? Misschien moeten we aan de andere zijde van de brug zijn zegt moeder de vrouw. We zullen zien. De beide dames houden het kanaal links en rijden verder. We proberen de andere kant tot we niet verder kunnen. We rijden vlak naast de Houtlaanbrug en stoppen bij het kruispunt Houtlaan/Merksemsebaan. We kunnen ook hier de baan naar Merksem nemen maar dat is constant naast het drukke verkeer rijden. Knooppunten zijn hier niet. We keren terug en rijden over de Houtlaanbrug. Hier liep het mis. Even voorbij het ijzerwerk van de brug hadden we naar beneden moeten gaan, maar langs de trappen gaat niet met onze fietsen. Vlak aan het water is fietsknooppunt 22. We dachten dat als we het fietspad blijven volgen kunnen we ook zo langs de brug naar het water. Niet dus. We rijden op de N12 en laten ons volledig gaan tijdens de afdaling. We halen meer dan 25km/u. Aan het kruispunt met de ’s Gravenwezelsteenweg slaan we linksaf. Bij een smeedijzeren hek met hardstenen balustrade houden we halt. Achter het sierhek met puntige stekels zien we kasteel “Hof ter Pull”. Een dubbel omwalde vesting uit de vijftiende tot zestiende eeuw. Een gebouw waar we onze fantasie de vrije loop kunnen laten. Na de Galgenstraat rijden we vanzelf op de Wijnegemsteenweg in Schilde. Het is heerlijk fietsen in het zonnetje. We rijden tot het grote kruispunt en slaan linksaf op de N121. We rijden het “Klein Schijn” over en fietsen op de Kaak en vervolgens op de Botermelkbaan. Het is hier één en al natuur. Ondanks de winter is er nog veel groen te bespeuren. We fietsen over het Kempisch Kanaal om daarna langs de Elshoutbaan te rijden. Over de E19 snelweg tot het eind. Linksaf op de Miksebaan te Brasschaat. Vanaf hier volgen we opnieuw onze knooppunten dat ons het gemeentepark van Brasschaat inleidt. Aan het dienstencentrum gaan we eerst de dorstige laven. We nemen twee tuinstoelen en een klein tafeltje dat we in het zonnetje zetten. Veel plaats is er niet meer. Sommigen staan te wachten tot er stoelen vrij komen.

In het park kunnen we de eerste lentebloemen fotograferen. De witte krokussen staan in bosjes bij elkaar. Ook de gele narcissen kijken hoog boven de grond naar de vele wandelaars en fietsers die hier passeren. Onze volgende sanitaire stop is in de “Wijnschuur Oud Antwerpen” in de  Fabriekstraat te Brasschaat. Ook hier kan je als het ware over de koppen lopen. Er is alleen nog plaats in de schaduw. Zo gauw er plaats is verhuizen we naar een plekje in de zon. Het is wel veel geduld hebben. Maar we hebben tijd. Na afloop rijden we naar knooppunt 77. Ons laatste knooppunt brengt ons weer terug in het centrum van Ekeren. Als we ons stalen ros weer in zijn “stal” zetten wijst de kilometerteller net 29 km aan. Niet slecht voor een eerste fietstocht in het begin van het nieuwe jaar.





01-10-2019 om 09:59 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
12-09-2019
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Retiewandeling

Wandelknooppunten: 123 – 122 – 115 – 116 – 100 – 120 – 111 – 123 = 4,0 km.

Parkeren: “Vakantiecentrum Corsendonck De Linde” Kasteelstraat 67 Retie.

Vrijdag 15 februari 2019. We rijden naar het noordoosten van de provincie Antwerpen. De boordcomputer duidt slechts 10°C aan maar het is een stralende dag met een helder blauwe lucht. Geen wolkje te bespeuren en last but not least, het is zelfs windstil. Een uitgelezen dag dus voor een mooie en stevige wandeling met de bekende wandelknooppunten. Via de wandelknooppunten kunnen we als liefhebber alle kanten op. De folder “Dorpswandeling Centrum Retie” loodst ons naar de parking van het vakantiecentrum Corsendonck. Daar zou normaal gesproken voldoende staanplaatsen zijn. Uitgezonderd vandaag dan. We rijden richting het centrum van Retie en plaatsen de auto op een parking met kiezelsteentjes, vlak over de Gildenstraat aan de N123. De ideale plek omdat hier borden hangen die naar fietsknooppunten verwijzen. En hier werd eveneens een klein bordje aangebracht van onze wandeling, nummer 123, met een pijltje naar rechts. Makkelijker kan niet! Wat ik toen nog niet wist. Ik had thuis alleen de knooppunten opgeschreven en het plannetje gelaten voor wat het was. Ik zou er spijt van krijgen.

Het dorp Retie is omringd door vele kleine gehuchten zoals Looiend, Geenend, Watermolen, Brand,  Weerbeek, Pontfort, Hodonk, Bosend, Duinberg en de deelgemeente Schoonbroek. De Markt is het centrale punt waar enkele belangrijke verkeerswegen elkaar kruisen. Het dorp is doorweven met talrijke slingerende riviertjes die de bovenloop van de Kleine Nete vormen en die, volgens de folder, de zuiverste riviertjes van Vlaanderen zijn. Retie heeft een rijke geschiedenis waarvan de vroegste bronnen dateren van de twaalfde eeuw. Het bekendste historische gebouw is wel de pastorie.

Onze parkeerplaats grenst toevallig aan de voormalige pastorie dat gebouwd werd in 1696 in opdracht van prelaat Crils van de Norbertijnenabdij van Tongerlo en bewoond werd door de pastoor en de onderpastoor van Retie. In 1797 verhuisden de beide pastoors en werd het gebouw een korte tijd als gendarmerie gebruikt. In 1799 werd de pastorie verkocht aan maire Van den Eynde, die ze in 1808 op zijn beurt verkocht aan de gemeente. In 1814 konden de pastoors er opnieuw hun intrek nemen. In 1984 verliet pastoor Frans Geuens definitief het pand en kort nadien nam het politiekorps er zijn intrek. Sinds 2000 vinden ook de Heemkring “Zeven Neten” en het jeugdatelier “De KolkKuyl” er een onderkomen. Het centrale gebouw en de twee zijvleugels worden omringd door een ruime tuin en een gracht. We volgen  knooppunt 123.

In de Sint-Paulusstraat staat een hoge vierkante rode telefooncel. We wanen onszelf even in Groot-Brittannië. Het is echter een blikvanger voor de kapperszaak “Ludo”. Er staat echter wel een echte telefoon in. Maar of hij werkt is weer een andere vraag. Ik vraag me af of het een rechtstreekse verbinding naar de U.K. is.

Onder het straatnaambordje “Gildenstraat” hangt een infobordje: “Gilde duidt op de boeren- en boerinnengilde, die er voor zorgde dat in 1925 langs die straat een parochiezaal, de zogenaamde Gildenzaal, werd opgetrokken. Ze werd ook wel ‘de boerenzaal’ genoemd. Het sociale en culturele leven van de dorpsgemeenschap speelde zich grotendeels af in de Gildenzaal. Een aantal jaren bood zij ook onderdak aan de bibliotheek. De Gildenzaal werd begin de eenentwintigste eeuw verkocht. Begin jaren vijftig, van vorige eeuw, was de Gildenstraat, omwille van haar asfalt, een geliefd voetbalterrein voor de buurtjongens. Een toen nog zeldzame auto hoorde men immers van ver aankomen” We dwarsen de Gildenstraat, zoals aangegeven door het knooppuntennetwerk. In de regel geldt dat als er geen aanwijzingsbordjes hangen loop je gewoon rechtdoor. Blijkbaar wordt hier van de regel afgeweken want een bordje met nummer 123 wijst aan dat we rechtdoor moeten. Geen probleem. Beter één bordje teveel dan één te weinig.

In de Jozef Cardijnstraat hangt weer een infobordje bij de straatnaam: “De straatnaam is genoemd naar Kardinaal Jozef Cardijn (1882-1967), stichter van de Katholieke Arbeidersjeugd (KAJ), bijgenaamd ‘De Kajotters’. Een grote troef was zijn retorisch talent. Hij sprak zijn publiek al roepend toe, hevig gesticulerend en erg overtuigend. In de Sint-Martinusbasiliek van de stad Halle droeg Cardijn zijn eerste mis op. In 2005 eindigde Cardijn op de drieëntwintigste plaats in de Vlaamse versie van ‘De Grootste Belg’.” Bij deze straat vinden we geen bordje meer dat ons wijst in welke richting we moeten stappen. Dilemma! Rechtdoor of linksaf? Of rechtsaf? Links zien we de spitse kerktoren als een baken boven de dakpannen uitsteken en besluiten om daar naartoe te stappen. We hebben inmiddels al drie straten gedwarst zonder een bordje van de wandelknooppunten te zien. De wandeling komt sowieso door de dorpskern. We nemen dus de kortste weg door het Molenaarspad. Het is trouwens tijd voor een sanitaire stop. Halverwege het Molenaarspad echter zien we rechts terug onze knooppuntenbordjes hangen met het nummer 122. We “zitten” dus op het juiste spoor. We hadden daarnet toch nog rechtdoor moeten wandelen, denk ik.

In het Bokpad spotten we onze eerste citroengele vlinder die men normaal als eerste van alle vlinders  in de lente te zien krijgt. Ze overwinteren in dichte vegetatie, zoals klimop, hulst of braam. Onze vlinder vliegt vlak bij een hoge groene haag die het zicht verbergt op de tuintjes van de vele vrijstaande woningen. De lucht hangt vol met vogelgeluiden. Vogels en insecten zijn, net als wij, de kluts kwijt. Ze denken ook dat de lente al in het land is. Bij de Akkerstraat is ons volgende infobordje: “Akker duidde oorspronkelijk het gezamenlijk lanbouwland aan dat door de inwoners van het dorp gemeenschappelijk werd bebouwd. De Retienaren waren ten tijde van de Franken allen boeren, voornamelijk veehouders. Het was ‘gezond volk met grote huishoudens’ zodat ze, om de kost te verdienen, almaar nieuw land moesten bijmaken. Zo’n stuk land noemden zij een ‘ekker’ of akker. Uit die tijd, meer dan 1000 jaar geleden, dagtekenen de Retie-ekkeren.

Aan het volgende kruispunt hangt weer geen knooppuntenbordje. We maken ons geen zorgen. Langs het “Huis St-Antonius” komen we in de Molenstraat, richting kerk. We lezen: “Deze oude straat, vroeger de weg naar Mol en Geel, leidde naar ’s heren windmolen op de Molenakker nabij de huidige Beukenlaan. Hij wordt reeds vermeld in 1595 en in 1837 overgeplaatst naar het gehucht Obroek waar hij in 1958 werd afgebroken. De straat, of een deel ervan, werd destijds ook ‘Ravennest’ genoemd. Het was een beschimpende aanduiding van de onbemiddelde vreemdelingen die er woonden.” De zon brandt af en toe in onze rug. Wat zou de reden kunnen zijn waardoor er enkele knooppuntenbordjes verdwenen zijn uit het straatbeeld? Misschien is de oorzaak te zoeken bij de afbraakwerkzaamheden die onlangs werden uitgevoerd aan oude woningen. Om schade te vermijden werden de paaltjes verwijderd? Misschien werden aanwijzingsborden verwijderd om het teveel aan borden in het straatbeeld te beperken en werden daardoor de knooppunten over het hoofd gezien? Een feit is dat er een massa nieuwbouw in het centrum is gekomen.

Bij café Amelie houden we onze sanitaire stop. Er is nog geen terras voorzien. Het is nog te vroeg in het voorjaar om tafels en stoelen buiten te zetten. Maartse buien en aprilse grillen moeten nog komen. Na een verfrissende pint wandelen we naar de lindenboom die zich midden op de Markt bevindt. Er zijn aanwijzingen dat deze eeuwenoude gerechtslinde zou dateren van voor de zestiende eeuw. Onder deze linde vergaderde vroeger de schepenbank die er boeten en straffen uitsprak. Van 1727 tot begin van de twintigste eeuw werd er elke maandag botermarkt gehouden. In 1988 kreeg de linde een grondige restauratie waarbij de metalen constructie van 1891 vervangen werd door de huidige ondersteuning in padoek hout. Enkele wandelaars of toeristen maken gebruik van de overschaduwde zitbanken rondom de boom.

Een ander gebouw met een geschiedenis is de Sint-Martinuskerk die gebouwd werd in 1872 en indrukwekkend toont. De toren met hoge spits dateert echter al van voor 1500. In de loop der jaren volgden verbouwingen en aanpassingen elkaar op tot de kerk haar huidig uitzicht kreeg. De klok begint te luiden en geeft net twee uur aan. We kunnen binnen het interieur bewonderen. De borstwering van het hoogzaal werd rondom in hout vervaardigd met enkele medaillons van pauzen. Naast de inkom werd een plaats voorbehouden voor de garderobe van de priester. Stevige pilaren ondersteunen de middenboog. Ook vooraan werd een orgel geplaatst. Er zijn maar liefst vier biechtstoelen die afkomstig zijn van de Augustijnenabdij van Corsendonk. Links naast het altaar werd een aparte ruimte voorzien voor een familiegebed. Het is een frisse en lichte kerk omdat de hoogste boogramen gewoon in glas werden vervaardigd. De onderste ramen zijn prachtige kleurrijke glas-in-loodramen die geschonken zijn door de Graaf van Vlaanderen. Door de ouderdom is de tekst niet volledig leesbaar. Rechts van de kerk werd het Heilig Hart opgericht. Links, naast de kerkingang, staat het grafmonument van de dichter Lodewijk de Koninck (1838-1927), de romantische dichter die vele jaren in Retie verbleef.

Op een steenworp van de kerk werd het gemeentehuis in 1898 opgericht. De laatste grote verbouwingen gebeurden in 2005. Toen kwam de ingang van het gemeentehuis langs de zijkant te liggen. Er is een infokantoor aanwezig. Een plaats voor alle toeristische informatie over wat er te zien, of te doen en te beleven is in de regio. Dan moet het wel open zijn natuurlijk. Vlakbij vinden we onze wandelknooppunten terug.

Al wandelend langs oude monumentale gebouwen doet een mens soms terugkeren naar de goede oude tijd. Of was die tijd niet zo prettig? We stappen even tot bij het prachtige gebouw op de Markt met het nummer drie. Het is een voormalig brouwershuis met achteraan nog de bijhorende bedrijfsgebouwen. Tijdens het Franse bewind bevond zich hier al een brouwerij. De woning zelf zou gebouwd zijn in de zeventiende of achttiende eeuw. Voor de aanleg van de steenweg, in 1860, diende men een gedeelte van de woning te slopen. Rond 1900 werd de site eigendom van burgemeester-brouwer Aloïs Van Gansewinkel. Sinds 1950 ligt de brouwerij stil.  

Op de hoek van de weg naar Turnhout en Arendonk staat de oude handbediende waterpomp op een hoge arduinen steen. Vroeger kwamen de huisvrouwen hier hun wasgoed spoelen. Hier zien we ons wandelknooppuntenbordje 100 hangen. We slaan wel de knooppunten 115 en 116 over. Maar we doen niet moeilijk.

Het gebouw Kloosterstraat 8 heeft enkele opmerkelijke torentjes die bij een groot herenhuis behoren dat circa 1908 gebouwd werd in opdracht van E. De Koninck en L. Van Herck. In 1964 werden diverse verbouwingen en aanpassingen gedaan en het gebouw werd afgelopen jaar nog gerestaureerd. Het wordt momenteel gebruikt als kleuterschool of kinderopvang. Een indrukwekkend gebouw.

We volgen bordje met knooppunt 100. Als we de Burgstraat dwarsen vinden we weer een infobordje: “De Burcht of ‘Borght’ was een groot herenhuis, omringd door watergrachten, aan wat toen nog de Oude Turnhoutsebaan was. Het huis werd in 1620 door Michiel van Belle, de secretaris van Retie en rector van de Latijnse school, opgetrokken. Er waren in die tijd maar drie huizen met een verdieping in dit dorp, waaronder het Hooghuis op de Markt, de Pastorie en de ‘Borght’. Het historische pand werd in 1964 gesloopt.”

Langs de kortste weg wandelen we terug naar de auto.







12-09-2019 om 13:04 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Spildoornwandeling
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Woensdag 13 februari 2019. Een zonnige droge dag waarop we kunnen genieten van een aangename temperatuur tot 10°C. We besluiten om tante Maria in haar home te bezoeken. Mijn meter, die ondertussen al lang de negentig is gepasseerd, woont al enkele jaren in rustoord Battenbroek te Walem, een woonzorgcentrum voor 88 residenten. Het is een rustgevende omgeving waar de oudere mens echt tot rust kan komen in een familiale sfeer. Vlakbij het rustoord bevindt zich de Spildoornvijver of de put van Walem. Een oude zandwinningsput die uitgegraven werd op het einde van de jaren zestig van vorige eeuw voor de aanleg van de E-19. Het domein is 25 ha groot waarvan 16 ha water oppervlakte. De ideale leefomgeving voor de snoek, baars en karper. De oevers zijn bedekt met veel riet en hier en daar een loofboom. Enkele struiken hebben al katjes. Een andere struik kleurt al geel. De lente lijkt dichtbij. Aan de overzijde, tussen de struiken zien we nog net de kerktoren van Walem. Na onze wandeling rijden we tot bij het rustoord waar men ons vertelt dat tante Maria verleden week verhuist is naar een rustoord in Kapelle-op-den-Bos. Het personeel was zo vriendelijk om het adres mee te geven. Lucy, onze GPS, bracht ons een half uur later tot bij het woonzorgcentrum Akapella. In juli 1997 opende Akapella zijn deuren in de Parallelweg. Een prachtig gebouw dat enkele jaren geleden nog grondig werd gerenoveerd en uitgebreid. Tante was blij om ons te zien en we gingen in het cafetaria iets drinken terwijl we elkaar bijpraten. Om eerlijk te zijn, tante Maria praat en wij luisteren. Tot de volgende keer tante!

12-09-2019 om 12:59 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
01-09-2019
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kesselse Heidewandeling
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Zondag 3 februari 2019. Het is nog fris. In tal van steden en gemeenten heeft het aan de grond nog lichtjes gevroren. Hier en daar is het wegdek nog nat en ontstaan er ijsplekken. De zon schijnt aan een stralende blauwe hemel bij een temperatuur van 5°C. We gaan onze tweede winteruitstap maken van het nieuwe jaar. Gewoon er even tussenuit. In beweging blijven zegt de dokter vaak en dat gaan we doen. Het is ongeveer elf uur als we aan de Lindekensbaan de parking opdraaien van het Provinciaal Groendomein Kesselse Heide. Dit natuurgebied van 43 hectare werd tot eind jaren zeventig van vorige eeuw nog gebruikt als oefenterrein voor het Belgische leger. In 1978 kocht de provincie Antwerpen het aan. Sindsdien wordt het hele gebied beheerd met inzet van een vijftigtal Kempische heideschapen zodat de ongewenste grassen op een natuurlijke manier verwijderd worden. In het natuurreservaat zijn een aantal beweg-wijzerde wandelroutes uitgezet. De heide staat nu niet in bloei maar we zien een kleurrijke afwisseling van struikheidevlakten en poeltjes, naald- en loofbossen. Aan de zandvlakte staan picknicktafels waar we van ons zelf meegebracht hapje en een warm drankje kunnen genieten. Als de wolken voor de zon schuiven voelen we de koude noorderwind. Tijd voor een warme chocomelk of kopje hete koffie. We moeten beslist nog eens terug komen als de heide bloeit.

01-09-2019 om 20:01 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Parkwandeling Ekeren
Klik op de afbeelding om de link te volgen

 

 

Maandag 21 januari 2019. Een helder blauwe lucht nodigt uit om een wandeling in de natuur te maken. Een wollen jas en sjaal zijn geen overbodige luxe artikelen. Afgelopen nacht vroor het nog tot -7°C. Vanmiddag doet de zon alle moeite van de wereld om het kwik boven het vriespunt te duwen. Volgens de weergoden op TV gaat dat lukken tot +2°C. Voor morgen  beloofd men sneeuwbuien doorheen Vlaanderen. We gaan het vandaag niet te ver zoeken. Het park van Ekeren is aangelegd in Engelse landschapstijl en heeft zelfs in de winter, zoals vandaag, zijn charme. Doordat de bomen kaal zijn kunnen we beter de verschillende vogelsoorten spotten. Ons Rina slaagt er zelfs in om een eekhoorn te fotograferen. De halsbandparkiet is zelfs hier niet meer weg te denken. Deze papegaaiachtige vogel uit het tropisch Afrika blijkt hier goed te aarden. Ze hebben zich ondertussen vermenigvuldigd tot vele tienduizenden exemplaren en zich als exoot hier gevestigd. We wandelen rond de vijver van het kasteel waarop enkele eenden staan te zonnen op een dun laagje ijs. Het lijkt alsof de mees en het roodborstje op ons wachten om gefotografeerd te worden. Tijdens de lente lukt dat niet meer. Aan het zandstenen beeld van de Romeins godin Flora voelen we onze tenen tintelen. Zelfs met de handen diep in de jaszakken voelen we dat onze wollen handschoenen de bijtende koude niet tegenhoud. Met rode wangen en een frisse neus keren we terug naar huis om bij de centrale verwarming te genieten van een tas heerlijke warme chocomelk. Met een koekje erbij maken we plannen voor onze volgende winterwandeling.

01-09-2019 om 19:57 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
01-08-2019
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bokrijkroute

Fietsknooppunten: 94 -237 - 95 - 96 - 97 - 98 - 243 - 91 - 92 -71 - 79 - 305 - 300 - 301 - 93 - 94.   

Geplande afstand: 41,8 kilometer.

Parkeerplaats: Sint-Amandusstraat 11, bij de kerk van Stokrooie.

Vrijdag 5 oktober 2018. Het is 13°C bij ons vertrek om 08:30u. De zon schijnt en de lucht is lenteblauw. Magnifiek, want het is net herfst geworden. Onze weerman, Frank, beloofde voor vandaag toch nog een 23°C. Dat is dan nog in de schaduw. Rond tien uur parkeren we onze auto in de Kempen vlakbij de kerk van het landbouwdorpje Stokrooie. We bevinden ons in de provincie Limburg dat, volgens Wikipedia, een fietsroutenetwerk heeft van 2.000 km fietspaden, waarvan grotendeels autovrij. De deelgemeente van Hasselt ligt aan de Demer en het Albertkanaal. Het interieur van de Sint-Amanduskerk is gewoonweg prachtig. De kleurige Heiligenbeelden contrasteren mooi tegen de witgeschilderde pilaren. Ondanks de loodramen komt er heel veel licht binnen in de kerk. De Sint-Amanduskerk is een bouwwerk van 1853. Ze werd gebouwd in opdracht van de Witte Paters Norbertijnen van Averbode. Deze Norbertijnen verbleven in het toenmalige pastorijgebouw van Stokrooie. De pastorij uit 1867 werd gesloopt rond 1965 en vervangen door het huidige exemplaar. Het Heilig Hartbeeld, voor de kerk, werd in 1929 geplaatst en wordt momenteel nog bijeen gehouden door ijzeren banden in afwachting van een grondige restauratie. We houden de kerk rechts van ons en fietsen tot het volgende kruispunt. Linksaf in de Schabbestraat en onmiddellijk rechtsaf in de Sint-Amandusstraat om knooppunt 237 te volgen.

De Lavendelhoeve in de Olmenbosstraat 25 is een uniek stukje Provence in Limburg. Hier draait alles rond lavendel die wordt gebruikt in cosmetica, zeep, parfum, thee, gebak pralines, … Lavendel heeft een ontspannend effect. Dit project werd opgestart in 2001 op de voormalige hoeve door vijf cursisten na een opleiding tot herborist te Hasselt. Er worden demonstraties gehouden en er zijn verkoopstandjes met lavendelproducten en aanverwante. Men kan er kunstenaars aan het werk zien met keramiek en juwelen. Er is eveneens een springkasteel en kinderanimatie voorzien. De bankjes bij de molensteen onder de bomen is een geluksplekje.  Een prachtig plekje voor een eerste kopje sterke koffie. Na de parking van ‘Limburg Lavendel’ rijden we over de ‘Zonderikbeek’ die de grens vormt tussen Stokrooie en Kuringen. Langs een semi verhard pad fietsen we over de Demer.

Over de Tuilterdemer komen we bij de abdijsite van Herkenrode. We kunnen er niet naast kijken. De oude abdijsite van Herkenrode ademt rust, verbondenheid met het verleden en vooral gastvrijheid uit. De Tuilterdemer is opnieuw ingericht als waterloop naar de Tuiltermolen waardoor die permanent water krijgt en na restauratie opnieuw kan draaien. De abdijmolen maakte deel uit van de ambachtelijke zone van de abdij met een bakkerij, een brouwerij, een huidevetterij en een aantal werkateliers met verblijven voor het dienstpersoneel. Zo konden de cisterciënzerinnen zelf in hun behoeften voorzien. De nog aanwezige bedding van de Tuilterdemer is zoveel mogelijk behouden. Stroomopwaarts van het Vissershuisje tot aan de Demer was de Tuilterdemer grotendeels gedempt. Dit traject is opnieuw uitgegraven. Hierbij werden een aantal middeleeuwse kademuren aangetroffen en archeologisch onderzocht. Ter hoogte van de Tuiltermolen is een nieuwe brug gebouwd en zijn de kademuren hersteld. De historische gebouwen zijn gerestaureerd. De eerste cisterciënzerinnenabdij van de Nederlanden groeide uit tot een belangrijk bedevaartsoord. Mensen zochten er geluk en bescherming. De abdij, die meer dan 800 jaar oud is, kende hoogdagen en tegenspoed. Ze ligt in een wijdse vlakte van spirituele stilte, een natuurgebied van 100 ha. Na de abdij fietsen we door een prachtig natuurgebied. Het grondwater is hier verrijkt met ijzer dat roest bij contact met zuurstof uit de lucht. Op het einde van de Sacramentstraat is knooppunt 237.

Linksaf aan knooppunt 237 en we rijden de Demer over die deel uitmaakt van het stroomgebied van de Schelde met een lengte van 85 km. Het water wordt via de Dijle, de Rupel en de Schelde afgevoerd naar de Noordzee. We rijden niet door het centrum van Kuringen. We fietsen de Groenstraat ten einde en draaien rechtsaf langs het Albertkanaal dat loopt door Luik, Limburg en Antwerpen. Het kanaal werd gegraven tussen 1930 en 1939 en heeft een lengte van 129,5 km. 

We blijven een hele tijd het kanaal volgen. Langs de gehele lengte ligt er een belangrijk industriegebied op beide oevers. We volgen het fietspad zuid oost langs het Kanaalkom Hasselt. Een voormalig haven- en industriegebied dat thans een recreatie- en woonfunctie heeft met kantoren en de nodige horeca. De kom werd gegraven tussen 1854 en 1858 als aftakkingskanaal en verbinding van Hasselt naar Dessel, waar men via het Kanaal Dessel-Schoten uiteindelijk Antwerpen kon bereiken. Na de aanleg van het Albertkanaal verloor het Kanaalkom zijn functie.

We rijden langs het monument op het Vrijwilligersplein van Hasselt. Het werd op 10 september 1961 onthuld. Het monument brengt hulde aan de bewerkers van ’s lands onafhankelijkheid in 1830, aan de zovele vrijwilligers van WOI en WOII en aan de strijders die in 1950 onder UNO-vlag naar Korea vertrokken. Bij knooppunt 96 bevinden we ons in het hart van Hasselt.

We fietsen rechtdoor en eerste straat rechtsaf. Hasselt is de hoofdstad van Limburg en grenst aan het Albertkanaal en de Demer. We houden onze eerste sanitaire stop om de “dorstige te laven”. Daarna houden we halt bij het monument van het Demermanneke in de Demerstraat aan de Grote Markt. Zijn taak bestond erin de Demer te vrijwaren van houten blokken en allerlei ander drijvend vuil. Eveneens stond het Demermanneke in voor het onderhoud van de aarden dijken. Sinds 1 oktober 1977 is het “Demermanneke” het embleem geworden van de commerciële activiteiten die plaatsvinden in de Demerstraat. Op het plein van de Molenpoort staat een uitvergroot beeld van een beloftevolle sporter, een prijs of award die de Ambassador Club Hasselt jaarlijks uitreikt aan de meest verdienstelijke jonge Hasseltse sportpersoonlijkheid. Het monument werd geplaatst op 15 maart 2014. Vervolgens houden we halt bij de begraafplaats van Hasselt. Het oud kerkhof was in gebruik van ongeveer 1800 tot 1930. Na WOI werd nabij de ingang een ereperk ingericht voor de 149 Hasseltse gesneuvelde militairen. Nog voor knooppunt 97 zien we rechts het ‘Kapermolenpark’. De site bevat een zwembad, een ijshal, een park en een aantal scholen. De Demer stroomt er doorheen. Ernaast bevindt zich de Japanse tuin die in 1992 geopend werd als grootste van zijn soort in Europa. De hoofdmissie is de Japanse cultuur bekend maken in België. Het is een plek van rust om er een gezellige picknick te houden of om er rond te wandelen. Sinds 2016 heeft een vredesbel een vaste plek in de tuin.

We verlaten al vlug het centrum van Hasselt en rijden tot aan het Albertkanaal. Rechtsaf op het jaagpad na de wegkapel met jaartal 1924 die toegewijd is aan O.L. Vrouw van Lourdes. Van de kapel was al sprake in 1775 en omdat ze bouwvallig was geworden werd ze afgebroken en in 1924 heropgebouwd in opdracht van de familie Briers-Philippaerts. De kapel is niet open. Langs de houten tralies in de deur kunnen we een blik werpen op het prachtige interieur. Het originele beeld werd in 1944 gestolen en de kapel werd herhaaldelijk vernield door vandalen. Voorbij de sluis waar de Vlaamse Waterweg nv een gecombineerde pompinstallatiewaterkrachtcentrale gebouwd heeft. Dankzij deze installatie wordt het sluizencomplex beperkt met ongeveer de helft. Er werd eveneens een fietsbrug over het kanaal voorzien waar we gebruik van maken.

Over het kanaal fietsen we over de ‘Miserikbeek’ die ontspringt in het ‘Natuurreservaat De Maten’ en hier in de Demer vloeit. In de Langwaterstraat staat rechts van ons de volgende wegkapel, gewijd aan O.L. Vrouw van Lourdes. Mooi onderhouden met tamelijk veel Heiligen-beelden en kleurige plastiek bloemen. We rijden over de N75 en belanden bij ons knooppunt in het Openluchtmuseum Bokrijk. Linksaf naast het spoor, rechtsaf over ‘Parking 2’.

Het fietspad door het water voegt een unieke beleving toe aan het fietsroutenetwerk. We rijden 212 meter lang op een pad van 3 meter breed. Het werd ingehuldigd op 27 april 2016. Het water bevindt zich aan weerszijden op ooghoogte. Je ruikt zelfs het water vanop de fiets. Het is vandaag wel extra druk. Uitkijken is geen luxe. Sommigen denken dat dit alleen een fietsbrug is en slalommen levensgevaarlijk tussen de wandelaars door. De eenden die ons tegemoet zwemmen zijn niet bang. Op hun dooie gemak dobberen ze voorbij. Hun oogjes spreken boekdelen. “Eten alsjeblieft”. Bokrijk is een 550 ha groot domein dat op 21 maart 1938 door de provincie Limburg werd verworven. Het domein staat bekend omwille van zijn openluchtmuseum dat officieel werd geopend op 12 april 1958. Er is ook een speeltuin, een arboretum en een geuren- en kleurentuin aangelegd.

Na het Arboretum fietsen we langs het ‘Natuurreservaat Het Wik’ dat midden in de bosrijke omgeving van Bokrijk ligt en een vijvercomplex heeft met de naam Het Wik. Het gebied heeft 19 vijvers, elk met een specifieke flora en fauna. Van de 110 hectare natuurgebied is er ongeveer 50 hectare bos. Het gebied is niet opengesteld voor het publiek. Over de Zonhovenweg rijden we tussen paarse kleuren van de bloeiende heide. Heide is belangrijk voor reptielen zoals hagedis en de adder. Ook de blauwvleugelsprinkhaan is een insect van heide. Bij een enorme poel zien we een reiger op de andere oever. Doodstil staart hij in het water. Heeft hij een prooi in het oog? Het volgende moment heeft hij een kikker in zijn lange spitse bek. Smakelijk! De bomen weerspiegelen zich in de uitgestrekte vijver. Enkele eenden waggelen langzaam voorbij.

In Bolderdal fietsen we langs verschillende vijvers zoals de ‘Kleine Vijver’, ‘Rietvijver’ en ’t Winkeltje. Aan de overzijde van de straat ligt de ‘Groot Wijven’ waterplas. Er werd een 15 meter hoge uitkijktoren “De Wijers” gebouwd die een indrukwekkend uitzicht geven over het vijvergebied Bolderdal en het landschap. Bovenop de toren spotten we in de verte een zilveren reiger die ons angstvallig in het oog houd. Weer naar beneden springen we terug op ons ‘stalen’ ros en fietsen langs het Natuurreservaat Rode Vijvers-Wijvenheide. Het reservaat, dat uit visvijvers bestaat, is 160 ha groot en werd in 1958 opgericht als vogelreservaat. Er broeden wel 100 vogelsoorten. Aan knooppunt 93 moeten we weer het kanaal over via een brug met kleurige bloemen. De blauwe lucht weerspiegeld in het water. Bij “Chambres D’ hôtes stoppen we voor een heerlijk avondmaal. De foto’s spreken voor zichzelf. De zon staat al laag als we terug rijden naar Stokrooie tot bij de kerk waar onze auto trouw als een hond staat te wachten.












01-08-2019 om 13:12 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Grote Schijn

Een magische avondwandeling door het Rivierenhof.

Op een boogscheut van de stad Antwerpen kom je weer op adem in een magisch mooi stukje natuur: het Rivierenhof. Tijdens de herfstvakantie wordt het park nóg wat magischer, tijdens ‘De Grote Schijn’.

Het lijkt wel alsof het park besprenkeld werd met toverstof: achter iedere boom wacht een nieuwe verrassing. Bomen lijken tot leven te komen, planten begroeten je met hun klanken en zwammen krijgen een lichtgevende gloed terwijl water in de omgekeerde richting loopt. De Grote Schijn nam ons op 4 november 2018 mee voor een zinnenprikkelende tocht door het donker. Niet zómaar een wandeling, maar één groot totaalspektakel waarbij we mochten  genieten van de pracht en de kracht van de natuur in duizenden geuren en kleuren.Tijdens valavond, wanneer de zon verdwijnt achter de bomen en de maan haar plek inneemt, verspreidt de magie zich over het Rivierenhof. Bomen en planten spelen de hoofdrol tijdens De Grote Schijn, met het park als prachtig decor voor een feeërieke ervaring.

We verdwalen in het park, terwijl de bomen en planten ons de weg wijzen. Even houden we halt om naar een muzikale treurwilg te luisteren om nadien onze tocht te vervolgen langs een feeëriek verlicht pad.

Tijdens de 2 kilometer lange wandeling ontdekken we de mooiste hoekjes en plekjes van het park. Het hele parcours is één grote beleving: indrukwekkende technieken voeren ons van de ene mysterieuze verrassing naar de andere. Een uniek audiovisueel spektakel brengt een verhaal zonder woorden, met innoverende snufjes en lumineuze emoties. Wij wandelen. Het park verwondert.

De Grote Schijn wordt geproduceerd door La Tilia, dat de top van de Belgische en wereldwijd gerenommeerde evenementensector wist te verzamelen voor dit project. Zoals Mundomatic, een globale en sterk geapprecieerde technisch producent. Het is het collectief rond producer, technisch en creatief brein Piet Winten. Hun brede deskundigheid en internationale connecties reiken van China tot de VS.

Lieven Scheire is alvast heel enthousiast : “Combineer natuur met wetenschap en technologie en ik ben de gelukkigste man ter wereld. Ik ben heel benieuwd hoe dit park tot leven gaat komen.”. Jef Neve zal een nummer componeren voor De Grote Schijn. Het wordt een soundtrack, die tot leven komt op één punt tijdens de wandeling.






01-08-2019 om 13:05 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
11-07-2019
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tervurenwandeling

30 september 2018. Het wordt een stralende dag vol zonneschijn. Tijd voor een toeristische wandeling in en rond het domein van het Koloniënpaleis van Tervuren. We plaatsen de auto op de Paleizenlaan. Het is er druk. Blijkbaar wil iedereen hier vandaag wandelen. We vinden gelukkig nog een plaatsje. Het uitzicht is hier fenomenaal. Op de rotonde werd in 2005 een prachtige grote ronde fontein geplaatst met een Jazz Band van Afrikaanse waterdieren. Verderop worden hoog op een sokkel vrouwenbeelden tentoongesteld. Waar we de auto parkeren staat de beeldengroep “Après le combat” aan het Koloniënpaleis. Het gietijzeren beeld werd in de negentiende eeuw gemaakt en stelt twee herten voor die net gevochten hebben op leven en dood. Rondom rond staan reusachtige bomen al dan niet met herfstkleuren.  

We beklimmen de enkele trappen tot het indrukwekkende gebouw. Het Koloniënpaleis of tentoonstellingspaleis werd gebouwd op de resten van het paviljoen van de Prins van Oranje Willem-Frederik, dat in 1879 was afgebrand. Tijdens de Wereldtentoonstelling van 1897 stelde koning Leopold II hier zijn Congostaat voor aan de Belgische bevolking. De toenmalige feestzaal bleef behouden. In de vleugels zijn er afdelingen van het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika. In dit gebouw was ook eerst het museum gevestigd. Toen dit echter te klein werd, gaf koning Leopold II in 1904 opdracht het huidige museum te bouwen dat voltooid werd in 1910. Het vijverpark was het vroegere jachtdomein van de hertogen van Brabant nabij het Zoniënwoud. We wandelen rechts naast het gebouw naar de achterzijde. Een groene middenberm leidt ons langzaam heuvelafwaarts. We zijn omgeven door een buxushaag en hoge bomen. In de verte zien we een vijver.

Halverwege draaien we rond het levensgrote beeld van de Romeinse krijger Claudius Civilis van Lodewijk Van Geel (1787-1852). Dit beeld was reeds op het terrein aanwezig ten tijde van het verdwenen paviljoen van Prins Willem-Frederik.

Voor de grote waterplas zien we het “nieuw” Koloniaal Museum dat werd ingewijd in 1910 door Koning Albert en dat zich specialiseerde op het gebied van de Afrikaanse zoölogie en etnografische verzamelingen. In 1911 werd in het gebouw een scheikundig laboratorium ingericht. Er worden momenteel restauratiewerken uitgevoerd aan het majestueuze complex of aan de perken voor het gebouw. Hekwerken verhinderen de toegang. Volgens Wikipedia was er een grote schare van kunstenaars verantwoordelijk voor de luxueuze binneninrichting: prachtige marmeren vloeren, rijk beschilderde en met stucwerk opgehoogde plafonds, diverse muurschilderingen met als hoogtepunt de overkoepelde erezaal. De tuin alleen al is een fortuin waard. De bloemperken werden beplant met viooltjes. Op de achtergrond worden de kegelvormige buxussen regelmatig gesnoeid.

De volgende beeldenpartij werd in een ronde vijver geplaatst rond 1994. Het is een satirisch herdenkingsmonument naar aanleiding van “100 jaar Koloniale tentoonstelling (1897-1997)”. De titel: “The Congo I Presume”, parodieert de woorden van Henry Morton Stanley bij zijn ontmoeting met David Livingstone: “Dr Livingstone I presume?”

Langs de afspanningshekken, tussen de bomen, nemen we de kortste weg naar de voorzijde van het gebouw. We gaan linksaf. Over de ingang van het Koninklijk Museum werd een beeld geplaatst van een Afrikaanse olifant. Het witgeschilderde ijzerzandstenen beeld staat hoog op een sokkel en heeft zijn slurf in de hoogte. Klaar om te trompetten. Op zijn rug zitten drie Afrikaanse krijgers. Het beeld werd ontworpen door Albéric Collin (1886-1962). De toenmalige directeur van het Tervuurse Museum, Frans Olbrechts, zorgde er in 1938 voor dat het kunstwerk in Tervuren geplaatst werd.

Langs het paviljoen wandelen we terug richting auto. Na een laatste foto slenteren we over de Paleizenlaan en slaan de eerste straat linksaf. Via de Kastanjedreef komen we op een groot plein waar we iets kunnen drinken op het terras van De Foyer. Een moderne gezellige bar in het vrijetijdscentrum op de Markt. Naderhand wandelen we verder op de Kastanjedreef die ons op het Kazerneplein brengt. Hier bevindt zich de Panquinkazerne die van 20 juni tot 11 november 2018 omgetoverd werd tot vredessite. Hier herdenkt men het einde van de Groote Oorlog door het kunstwerk “Maaiveld”. Ook het herdenkingsmonument wordt in de aandacht geplaatst. Het plein is een “graanveld” geworden, bezaaid met klaprozen als symbool voor het leed en de hoop. In het midden is er een 100 meter lange loopgraaf van gestapelde boomstammen waar men kan doorwandelen en aan het einde heeft men een unieke kijk op de ruïne van het voormalige hertogelijk paleis en de vijvers in het park. Op de plek van de Panquinkazerne liet de Oostenrijkse landvoogd Karel Van Lorreinen een hoefijzervormig gebouw optrekken dat moest dienen als stallingen en logies voor het personeel. Vanaf de Napoleontische tijd werd het een paardenstoeterij. Later huisden er afdelingen in van de gendarmerie. In 1897 nam het leger de gebouwen in bezit.

In de tijd van de aartshertogen Albrecht en Isabella (1599-1633) werd op de binnenkoer van de middeleeuwse burcht ter vervanging van de houten “Sint-Huybrechtscapelle” een nieuwe kapel gebouwd die rijkelijk werd gestoffeerd met taferelen uit het leven van Sint-Hubertus. Van de rijke stoffering bleef echter niets bewaard. De hoge kapel staat momenteel in de steigers en kan niet bezocht worden.

We zakken nadien af naar het centrum bij de Sint-Jan Evangelistenkerk. De gotische kerk uit de dertiende eeuw waarin de Brabantse hertogen Antoon van Bourgondië (+1415), Jan IV (+1427) en Filip van Sint-Pol (+1430) begraven liggen. De kerk leed fel onder de zestiende en zeventiende eeuwse godsdienstoorlogen. Het doksaal dateert van 1517. We kunnen ook het interieur bewonderen. Ze wordt helder verlicht door de zonnestralen die door de bovenste ramen binnen komt. Beneden zijn de glas-in-loodramen.

Vlakbij de kerk staat de Rijkswachterspomp die aanvankelijk in de Warande stond. Ze diende om de paarden van de Tervuurse rijkswachtbrigade van water te voorzien. In 1994 werd de pomp op het marktplein geplaatst. De Warandepoort in de Klarastraat is één van de tien poorten die tijdens de periode 1625-1632 de oorspronkelijk houten palissade die de Warande omgaf vervangen door een stevige bakstenen muur. Het is voorbij twee uur als we terug naar de auto stappen en terug rijden naar Ekeren.










11-07-2019 om 13:39 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vennenwandeling

Wandelknooppunten: 52-51-93-50-92-89-88-85-86-78-80-79-78-76-87-91-90-52 = 9,5km.

Vertrek: Bezoekerscentrum Klein Engeland 29 Turnhout.

 

Dinsdag 28 augustus 2018. Er wordt mooi weer voorspelt met temperaturen tot 25°C in de schaduw. Dat beloofd. Folders van ons laatste bezoek aan de fiets en wandelbeurs te Antwerpen worden te voorschijn gehaald en geselecteerd. Aangezien het een broeiende hete dag wordt besluiten we niet te ver te rijden en zeker niet te fietsen. Gezien het de tijd van de heide is willen we een wandeling maken in het natuurgebied van Turnhout met heide en vennen. De folder beloofd ons “Weidse paarse heide, schitterende vennen, eikenbossen en bloemrijke graslanden die samen het Turnhouts Vennengebied vormen”. Op weg naar Turnhout onderscheiden we bossen, weiden, akkers en vennen die de stad omarmen. Op slechts tien minuten rijden van het centrum vinden we rust in een groene gordel, vanaf de oevers van het kanaal Dessel-Schoten tot aan de Nederlandse grens. Een uniek decor voor een centrumstad in Vlaanderen. Het bezoekerscentrum 'Klein Engelandhoeve' te Turnhout lijkt ons een ideaal startpunt voor een heidewandeling. De Klein Engelandhoeve is het symbool bij uitstek van de tweehonderd jaar lange ontginningsgeschiedenis van het gebied. De hoeve ligt op een enge strook middenin het gebied en tussen de vennen. Stad Turnhout opende hier een bezoekerscentrum in samenwerking met Trefpunt Toreke en Natuurwerk vzw. De hoeve is een smeltkroes van natuurbeleving, toerisme, platteland en landbouw, sociale tewerkstelling, landschapsbeheer en cultuurhistorie. Een hoeve waar kansarmen in groep een mooie gezonde vakantie beleven. De hoeve grenst aan het Zwart Water, de Grote en de Kleine Kotteraard en het Zandven. Ooit was de Klein Engelandhoeve een tijkweverij en diende ze als verblijfplaats voor seizoenarbeiders van blekerij Borghs van 1901 tot 1919. Het Turnhouts Vennengebied is een echt pareltje. We gaan er een snoer van vennen en heidestroken ontdekken. 

 

In het Vennengebied zijn de meeste wandelpaden het hele jaar door toegankelijk waardoor het hier bruist van het leven en waarbij het elk seizoen net een beetje anders is. In het voorjaar en tijdens de zomer komen hier water- en weidevogels broeden. Dan vindt men hier de tweede grootste populatie grutto's in Vlaanderen en broedt de wulp op de heide en omliggende weilanden tussen het Zwart Water en de Hoogmoerheide. Alleen dan worden enkele paden afgesloten om de vogels niet te storen. Vogels hebben ook recht op privacy, laat dat duidelijk zijn. Door de openheid en rust voelen weidevogels en vlinders, zoals het heideblauwtje, zich hier thuis. Het Vennengebied is een belangrijk heidegebied en herbergt er zich ook nog in de plassen de waterlobelia, drijvende waterweegbree en het oeverkruid. Het gebied is ontstaan door eeuwenlange menselijke invloed en maakt zo deel uit van ons cultuurhistorisch erfgoed. Het herbergt bovendien een unieke schat aan natuur, zelfs op Europees niveau. We plaatsen de auto op de parking waar we nog alleen zijn. Het is nog vroeg. Het is twintig over tien en de prachtige oude hoeve opent haar deuren eerst om elf uur. Het is windstil en het zou me niet verbazen als de zon het laat afweten. Ze verschuilt zich achter de mist en vermits er totaal geen wind is kan het nog een poos duren voor we de zon gaan zien. De boordcomputer duidt aan dat het 20°C is. Belofte maakt schuld en daarom willen wij meer. We blijven optimistisch en we vinden toch dat alle ingrediënten aanwezig zijn om er een warme en gezellige dag van te maken.

 

Vanaf de parking beginnen de bekende wandelknooppunten zodat de liefhebber twee kanten op kunnen. Tevens staan er enkele infoborden langs het pad die tekst en uitleg geven. Langs ons wandelpad werden enkele ijzeren platen verticaal in de grond geplant. We lezen litenatuurtjes, dat zijn korte poëtische teksten, van Geert De Kockere over de natuur. Ze bevatten meestal een woordspeling en een knipoog naar de mens.

 

In toenemende mate worden de landbouwgronden ingenomen door maïs. Het wordt geteeld voor veevoeder. De maïs zou nu normaal van hoogte moeten staan. Op sommige plekken is het loof niet zo hoog als andere jaren door de zuiderse temperaturen van de laatste maanden. Maïsplanten aan de kant van het pad zijn soms niet hoger dan veertig centimeter. De stengel draagt dan ook geen vrucht. Of ligt de oorzaak bij de bomen die in de buurt staan. Hun takken hangen gedurig over een gedeelte van de akker en houden het weinige regenwater tegen dat er de afgelopen maanden is gevallen, en dat was niet veel. We wandelen verder en horen niets meer. Elk geluid is weggevallen. Zelfs om een vogel te horen moeten we stilstaan en onze oren spitsen. Er is te weinig zuurstof in de lucht en de vogels houden zich rustig en stil om energie te sparen. De omgeving oogt aantrekkelijk met zijn grote variatie aan bomen, planten en landschappen. Hier komt een mens tot rust.  Achter een hoge draadomheining lopen enkele Kempische geiten met hun lammeren. Ze zijn druk aan het eten. Straks is het misschien te warm en dan willen ze in de schaduw liggen niksen. Net als ik. Ernaast staat een schilderachtige schuur uit de jaren ‘stillekes’. Prachtig gewoon. De skyline vertoont een dicht loofbos waar de wandelaar het hele jaar door van genieten kan in dit groene gebied. Enkele gevlekte koeien proberen een plek te bemachtigen onder twee eenzame bomen in de wei. Straks zijn het de enige schaduwplekken en er is geen plaats voor iedereen. 

 

Aan het hek dat ons pad blokkeert werd een infobord van Natuurpunt geplaatst met de mededeling dat we tijdens onze wandeling Galloway runderen kunnen tegenkomen. Baasjes met honden mogen de afsluiting niet passeren maar moeten rechtsaf voor een omleiding. Wij betreden dus het gebied van de Schotse hooglanders. Galloway runderen zijn zeer zachtaardige dieren, maar kunnen agressief uithalen naar loslopende honden. De Schotse Galloway’s hebben een vriendelijk karakter en zijn uitstekend aangepast aan het leven in natuurgebieden. Ze moeten niet bijgevoederd worden. Ze zijn afkomstig uit het zuidwesten van Schotland van het gelijknamige schiereiland Galloway. Alhoewel we de runderen niet zien is het uitkijken voor de uitwerpselen. Ze liggen her en der verspreid op het wandelpad. Ondanks de droogte groeit de vegetatie hier alsof er nooit droogte geweest is. Of zitten daar de koeienvlaaien voor iets tussen? Van heide is tot hier toe niets te zien. Het is nochtans augustus! Daar zal de droogte wel voor iets tussen zitten zeker? De zon heeft alle heide blijkbaar verbrandt. Rondom werden veel bomen gekapt. De bedoeling is om de heide hier terug te laten groeien. We lezen aandachtig het infobord van Natuurpunt: “Helpers op de hei. Onze voorouders hielden de Kempense heidelandschappen eeuwenlang in stand. Ze kapten bomen voor brandhout of om er constructies en werktuigen mee te maken. De rondtrekkende kuddes peuzelden jonge bomen op, de heide werd plaatselijk gemaaid en de gestoken plaggen, gebruikten ze als strooisel in de stallen. Dankzij die verschillende gebruiken verjongde de heidevegetatie regelmatig. De laatste decennia verdwijnen deze methoden echter waardoor praktisch alle heidegebieden verbossen en vergrassen. Het open heidelandschap met zijn typische planten en dieren dreigt daardoor verloren te gaan. Om dat te voorkomen schakelt Natuurpunt de hulp in van geiten, ezels, schapen, … De verschillende grazers helpen vergrassing tegen te gaan en jonge bomen in toom te houden.” Het helmgras groeit weelderig en bedekt bijna geheel ons wandelpad. Een jong koppel dwarst ons en groeten vriendelijk. Blijkbaar was een bordje met ‘verboden voor honden’ niet duidelijk genoeg want ze wandelen door het Galloway gebied met hun hondje, zonder leiband. We groeten toch met een brede glimlach terug. Rechtsaf aan de Koeivenheide waar we ze zien vliegen!

 

Een zwerm zwaluwen scheert rakelings over de grond. Hun manier om insecten te vangen. Een infobord legt uit: “Welkom op de Koeivenheide. Het vellen van bomen verwacht je niet meteen in een natuurgebied, toch is het soms noodzakelijk. Heiden zijn zeer zeldzaam geworden in Vlaanderen en Europa, maar in het Turnhouts Vennengebied zijn er mooie kansen voor herstel. De paarse heiden, bloemenrijke graslanden en waardevolle vennen herbergen een schat aan leven. De aangeplante dennen en Amerikaanse eiken, maken het onze eigen inheemse soorten moeilijk. Daarom verwijderen we de uitheemse soorten waar nodig. Na het vellen van de bomen, plaggen we. Plaggen is het afschrapen van de voedselrijke strooisellaag. Dat is nodig om de schrale, arme, heidevegetaties terug maximale kansen te geven. Onder die laag zijn vaak zaden van de vroegere heide te vinden, die opnieuw kans krijgen om te kiemen als ze aan de oppervlakte komen. Er blijven ook bomen staan. Die vormen een waardevolle schuilplaats voor holenbroeders en verschillende vleermuizen. Heel geleidelijk kan de Koeivenheide ontwikkelen tot een kleurrijke open mozaïek van bos, heide en grasland. In die gevarieerde omgeving voelen meer dieren en planten zich thuis. De vele insecten die aan de bosranden leven, vormen de hoofdmaaltijd voor de boompieper en de zeldzame nachtzwaluw.” Het is echt een zoektocht om heide te vinden. Weer lezen we een gedicht van Geert. We verlaten het afgespannen gedeelte zonder één Galloway te zien. De uitwerpselen zijn nochtans vers. De runderen staan nooit lang stil. Ze doorkruisen hun domein in een spiraalvormige cirkel. Ze vertoeven zich dus steeds ergens anders. Verderop, in de verte, zien we een watermassa met enkele watervogels. Bomen weerspiegelen zich in de uitgestrekte vijver. Een plaats waar het nu heerlijk toeven is. Ik vraag me af of hier ooit een kunstenaar deze natuurrijkdom met een penseelstreek op doek heeft geschilderd. Wilde eenden dobberen in het midden van de plas. Het lijkt wel een stil leven. In de buurt staan enkele Galloway runderen te grazen. Een vijftal aan onze rechterzijde en twee achter de omheining met hun grote brede kop tussen de struiken. Ze hebben blijkbaar een goed gehoor want als we naderen steken ze hun kop de hoogte in om ons na te staren. Het zijn kudde dieren maar hier worden de runderen dan toch gescheiden van elkaar. Veel dood hout blijft liggen. Talrijke insecten knagen zich een weg door het hout en vogels vinden er hun maaltje. Uiteindelijk overwoekeren mossen en zwammen het hout. Langs ons pad groeien de rode braambessen. De plant is een heester en kan van twee meter tot zes meter hoog worden. Ze zijn dit jaar wel echt klein. Een ander informatiepaneel werd naast ons pad geplant ter nagedachtenis aan: “Paul de Vicq-ven. Uit dankbaar eerbetoon aan Baron-Kolonel Paul de Vicq de Cumptich die zijn hart verloren had aan de natuur, in het bijzonder het domein Klein Engeland. De titel kolonel refereert naar zijn sociaal en politiek engagement op het einde van zijn leven. In het begin van de twintigste eeuw waren in Turnhout verschillende landschapsschilders actief. Onder hen René Degroux en Louis Clesse, die vaak werkten in opdracht van gegoede Turnhoutse families.”

 

Het volgende infobord handelt over het kappen van de Amerikaanse vogelkers. Een uitheemse boomsoort die vanaf 1910 op grote schaal werd ingevoerd. Het resultaat is dat de natuurlijke plantengroei zich spectaculair herstelt. We spotten hier zelfs de lisdodde. Een prachtige plant vind ik persoonlijk. Knooppunt 92 kan men in twee richtingen volgen. Rechtdoor of rechtsaf door een afgebakend gebied waar de Galloway’s grazen. Het gebied is echter tijdelijk afgesloten met een hangslot. Het waarom wordt niet meegedeeld. Dan maar rechtdoor. We volgen nu een breed grindpad met fietsknooppunt 03. Het is een gedeelte van het Bels Lijntje dat oorspronkelijk 33 km lang is. Het is een voormalige spoorweglijn tussen Turnhout en Tilburg. Voor knooppunt 91 moet men linksaf over een houten vlotter die de gracht overspant. Wij volgen knooppunt 88 rechtdoor dat eertijds aangeplant werd met dennen. Alleen langs ons wandelpad groeien statige hoge eikenbomen. De eikels beginnen al te vallen. Rechtsaf voor knooppunt 85. Op sommige akkers groeit de maïs dan weer weelderig hoog. Alleen langs de kant van de gracht waar het bladerdek van de bomen over hangen blijven de maïsstengels klein.

 

Tussen de knooppunten 88 en 85 werden jonge scheuten aangeplant. Welke soort van bomen het zijn weten we niet. Maar het maakt me wel blij. De nieuwe plantjes worden vanaf de grond beschermt met groene kokers tegen wilde dieren. Ze staan dichtbij elkaar te wachten tot ze worden verplant.

Ik mis een infobordje met uitleg. Tijd voor onze picknick met een warm kopje koffie. De zon hebben we nog niet gezien. Aan knooppunt 86 moeten we rechtsaf na het infobord te hebben gelezen van “De Nieuwe Bossen, waarvan 24 ha in beheer van ANB, waren één van de eerste bossen die in de negentiende eeuw aangeplant zijn op de heidegronden ten noorden van Turnhout. Ook het Peerdsven maakt hier deel van uit: een ven, waar vroeger paarden doorheen geleid werden om zo bloedzuigers te verzamelen voor geneeskundig gebruik. Men probeert de natuurwaarden van dit bosgebied te vergroten. Zo zijn enkele heiterreintjes hersteld die elke zomer begraasd worden door heideschapen.”   

 

Op weg naar knooppunt 78 zien we links nog een grote watermassa. Ditmaal zonder een watervogel te bespeuren. Zou het al te warm zijn om te zwemmen? Volgens een infobord werd deze vijver afgeboord met heide maar dat is nu niet het geval. Heide is nochtans belangrijk voor reptielen zoals de hagedis en de adder. Ook de blauwvleugelsprinkhaan is een insect van de heide. Ook de ree snoept graag van de bessen en bloempjes langs de bosrand. Het infobord vlakbij de vijver geeft uitleg over het ontstaan van Peerdsven. We spotten zelfs nog een mooie paddenstoel. We ademen diep in en vullen onze longen vol groene zuurstof. Als we knooppunt 91 volgen komen we aan een open vlakte met op de achtergrond een groen loofbos. Een beek slingert zich door het vlakke landschap. Achter  de rij bomen zien we grazende koeien staan. Een beeld dat iedere schilder inspireert. Om 13:15u komt de zon even tevoorschijn. Het is alsof ze laat weten dat ze in aantocht is. De temperatuur stijgt als het ware per minuut. Eindelijk voelen ons Rina haar handen niet meer koud aan.  Als we knooppunt 90 volgen werd een infobord geplaatst over vleermuizen. Ons smal pad wordt langs beide zijden nogmaals afgeboord met eikenbomen. Opgepast voor vallende eikels! De kruinen zijn in elkaar gegroeid en laten weinig zon- en daglicht door. Nog een infobord “Dood hout in het bos. Het verteringsproces van dood hout is een ingewikkeld gebeuren en vormt een belangrijke schakel in het ecosysteem. De snelheid waarmee en de wijze waarop het hout  wordt afgebroken hangt af van talrijke factoren, zoals de boomsoort, de dikte van de stam en milieuomstandigheden als vocht en temperatuur.”

Na afloop van onze stevige wandeling kunnen we in het bezoekerscentrum als afsluiter een streek-biertje of  -hapje nuttigen. En de zon? Die hebben we niet gezien.










11-07-2019 om 13:32 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
13-06-2019
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.China Light

12 december 2018. Het is bijna 17:30u als we van de bus stappen vlakbij de Rooseveltplaats te Antwerpen. Het is donker en koud. Vooral de wind snijd ijzig door je kleren. We stappen slalommend tussen de vele passanten naar het Astridplein. Van ver zien we dat er blauwe spots op het station en enkele nabij gelegen gebouwen gericht zijn. Het is eens iets anders. In de grote majestueuze kerstboom brandden duizenden lichtjes. Voor de ingang van de dierentuin werd een hoge winterse glijbaan geplaatst waar men, mits betaling natuurlijk, langs een steile helling naar beneden kan schuiven op een rubberen band. Voor de ingang van de ZOO hebben we meteen een indruk van wat we te zien gaan krijgen. Er staat een langwerpige boogpoort met kleurrijke bloemen en vlinders. Daarbovenop staan twee Chinese figuren in traditionele klederdracht. Aan de pilaren van de poorten waken de groene draken. Sidderend als een espenblad sluipen we door de poort de ZOO binnen.

De dierentuin van Antwerpen wordt dit jaar voor de vijfde keer gehuld in een magische Chinese sfeer. Als afsluiter van de feestelijkheden rond 175 jaar ZOO trekt het China Light alle registers open en zorgt voor een speciale editie. Net als de vorige jaren krijgen we een verhaal dat als een rode draad door het lichtspektakel loopt. Van een prinses die verliefd wordt op een soldaat. We hebben vooraf geen tickets gekocht en moeten nu wachten tot 18:00 uur voordat de kassa open gaat. We drinken ondertussen een koffie om ons op te warmen. Even opwarmen aan een vuurkorf kan ook maar dan moet je de rook en de gensters er wel bijnemen. Daarna wordt het aanschuiven om binnen te kunnen.

Tijdens de wandeling bewonderen we maar liefst 71 lichtcreaties in al hun betoverende magie. Infobordjes geven het verloop van het verhaal mee. Langsheen het parcours staan sculpturen in de vorm van mythische dieren, goden, een drakenboot, gebouwen en tempels. Gewoon magie, symboliek helemaal ingevoerd uit China. Op de achtergrond horen we zweverige muziek. Op twee locaties wordt op vaste tijden een levensechte magische dans gedemonstreerd door een Chinese schone. We zien de Lotusprinses langsheen ons traject opgroeien, transformeren tot vlinder en omgekeerd tot ze uiteindelijk verliefd wordt op een soldaat. Liefde en oorlog weerspiegelen zich bij de strijders van het leger. We blijven gefascineerd staan bij een vier meter hoge Boeddha en een drakenboot van 60 meter lang. Na afloop warmen we ons terug op aan de vuurkorven. Uitkijken voor de wind want de gensters komen op je af.










13-06-2019 om 11:50 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
12-06-2019
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Brouwerij De Koninck

Samen met Veerle en Danny brengen we op 11 november 2018 een bezoek aan de bekendste brouwerij van Antwerpen. We rijden daarvoor naar Berchem. Hieronder volgen enkele sfeerbeelden van ons bezoek aan “Brouwerij De Koninck”. Het bedrijf werd opgericht in 1833. De brouwerij werd aanvankelijk ook “Brouwerij De Hand” genoemd, naar een grenspaal met een hand als grensteken. In 1912 veranderd de naam in “Brasserie Charles De Koninck”. Maar in 2010 wordt de brouwerij verkocht aan “Brouwerij Duvel Moortgat”. In 2015 opent de brouwerij haar deuren voor het publiek na een grondige renovatie. Er is een interactieve brouwerijtour uitgewerkt waarbij we in verschillende themaruimtes alles te weten komen over de bierstad Antwerpen. We leren andere bieren kennen en hoe ze gemaakt werden. Na afloop drinken we een gratis biertje van 5,2% met verschillende kruiden, een “Lost in Spice”. Schol!








12-06-2019 om 18:21 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
29-05-2019
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hobokense Polderwandeling

6 november 2018. We parkeren de auto op de Schroeilaan op 150 meter van station Hoboken-Polder. Parkeren in de Scheldelei of Leigrachtlaan is ook mogelijk. Dat is nog dichter bij de ingang van het domein. Als je net als wij op de Schroeilaan parkeert heb je al een stuk gewandeld tot aan het begin van onze wandeling die oorspronkelijk 7,5 km is. We volgen daar de witte A.S.-Adventure pijltjes. Eigenlijk maakt het niet uit. Het is een zonnige dag en de weergoden beloven een 20° C voor vandaag. Er staat slechts een zwakke wind die in het domein volledig wegvalt. Voor we de Scheldelei indraaien stappen we even de spoorweg over voor een foto van het nostalgische station van Hoboken-Polder. Het station werd op 10 juni 1878 geopend aan spoorlijn 52 Puurs-Antwerpen Zuid. Het gebouw sloot  zijn deuren in 1984 om in 1988 terug te openen. Weliswaar zonder loketten.

We dwarsen de Schroeilaan en stappen tot bij het infobord aan het domein. We  lezen: “Eeuwenlang maakte de mens het gebied geschikt voor landbouw en veeteelt door het in te polderen. Later palmde industrie grote delen van deze Hobokense en Kielse polders in. Wat overbleef werd in de jaren zestig, van vorige eeuw, opgehoogd met grond afkomstig van de aanleg van de ring rond Antwerpen en de Kennedytunnel. Hier zou men de woon- en KMO-zone ‘Polderstad’ bouwen waarvan uiteindelijk slechts een beperkt deel werd gerealiseerd. Op de resterende gronden kreeg de natuur vrij spel. Zo ontstond een gevarieerd landschap: plassen, rietkragen, moeras en wilgenstruwelen op de lager gelegen delen en graslanden, ruigten en jonge bossen op de hoger gelegen delen. De rijkdom aan dier- en plantensoorten is groot! Dankzij het gevoerde beheer blijft een verscheidenheid aan biotopen behouden en zich ontwikkelen.”

We wandelen het domein “De Hobokense Polder” in dat ligt tussen de Schelde, de dichtbevolkte woonkernen van Hoboken en Antwerpen en de industrie van Petroleum Zuid, één van de mooiste groene plekjes van Antwerpen. Het is ook het grootste op het grondgebied van de stad: de perfecte plek om een paar uur helemaal op te gaan in de natuur. Het natuurgebied ligt in een Scheldebocht en heeft een heerlijk brok groen van 170 ha waar Natuurpunt er de natuur zo veel mogelijk haar gang laat gaan. Dat resulteert in een grote diversiteit aan landschappen en fauna en flora. De herfst lijkt nu toch definitief zijn intrede gemaakt te hebben. De bladeren beginnen nu allemaal spontaan te kleuren en dwarrelen nu en dan massaal naar beneden. Straks ligt er overal een dik tapijt van mooi gekleurde bladeren. 

Natuurpunt heeft op zijn website fotomateriaal geplaatst met verschillende zoogdieren die in het domein aanwezig zijn. Onder dat beeldmateriaal zien we de opnames van een vos, steenmarter en ree. Ze blijven de zoogdieren op de voet volgen want Natuurpunt heeft een vermoeden van nog enkele soorten die in het gebied voorkomen zoals de wezel, de bunzing, de egel, de eekhoorn, …

Rond een grote poel staan kleine boompjes met gele en groene bladeren. Ze weerspiegelen in het water. We blijven even staan en staren in het troebele water om te zien of er leven inzit. Volgens het infobord dat we passeerden zou hier de meerkikker, de bruine kikker, de gewone pad, de alpenwatersalamander en de kleine salamander te zien zijn. Het water lijkt op dit moment wel doods, maar in de lente bruist het hier van het leven. Kikkers en salamanders stoeien dan in het water. Een reiger staat dan roerloos tussen het riet. Een plek waar de mens spontaan tot rust komen als je de vogelgeluiden wegdenkt. Verderop staan we te turen door de kijkgaten bij de vernieuwde kijkwand. Hier kunnen we vogels observeren zonder ze te storen maar veel leven is er niet te zien op het water.

Paddenstoelen kunnen we dan wel tussendoor spotten. Er zouden hier meer dan 500 verschillende planten en tot 360 verschillende paddenstoelen te vinden zijn. Een soort hebben we alvast gefotografeerd voor het nageslacht. Een vlonder pad helpt ons om natte stroken te overbruggen. Al bij valt het goed mee. De laatste paar maanden heeft het nauwelijks geregend. Het volgende infobord handelt over de “Biotoop bloemrijke graslanden”. Omdat het volop herfst is kunnen we er niet van genieten maar in een bloemrijk grasland groeien er naast grassen ook heel wat kruiden, die éénmaal in bloei een mooi kleurenplaat opleveren. Deze graslanden trekken veel insecten aan die op hun beurt weer insectenetende vogels aantrekken. Maar dat is voor later. We picknicken op een zonnige bank tussen het groen.

We ontdekken na onze lunch nog meer herfstgroene bossen, waterplassen en zelfs een weide met Galloway-koeien. Een sociaal dier dat  in kuddeverband leeft en in kleine groepjes kan losgelaten worden in natuurgebieden. Hier en daar steken nog gele bloemen in bosjes uit de grond.

We volgen een tijdje de dijk langs de Schelde. Op de Linkeroever zien we de parochiekerk van Burcht. Gebouwd tussen 1899 en 1904. Het is heerlijk wandelen langs het water. Halsreikend kijken we uit we naar de schepen die voorbij varen. Een zitbank nodigt uit om even te verpozen. De zon verdwijnt achter sluierwolken. De temperatuur moet inleveren. De waterbus vaart met een snelheid voorbij. Ze vertrok vanaf de kade bij Kruibeke. In de verte zien we nog net de spitse toren van de O.L. Vrouwekerk van Kruibeke waarvan de oudste delen dateren van de vijftiende eeuw. We wandelen tot aan de jachthaven en houden links aan. We moeten over een oude kasseiweg dat vroeger, in 1825, de Scheldedijk noemde. Bij de splitsing werd een stenen monument gelegd: Polderbos voor iedereen, beschermd door iedereen. Geplaatst door de gemeente Hoboken op 6 december 1975.

Kijkpunt “De Dodaars” is een verhoogde kijklocatie die sterk lijkt op een bunker van WOI of II. Niets is minder waar. Op de grote betonplaat die nodig was om de stabiliteit op dit voormalig huisvuilstort te verzekeren, werden twee wanden met zandzakken opgetrokken. Bij deze kijkwand aan de grote plas moeten we normaal zeldzame vogels spotten, volgens het plaatselijke infobord. Volgens mij zijn ze allemaal naar het zuiden getrokken. Ik kan ze geen ongelijk geven. Langs de Scheldelei stappen we terug naar onze auto. Blij dat we weer groene longen hebben.








29-05-2019 om 11:41 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)


Inhoud blog
  • Broekemwandeling
  • Meerhoutwandeling
  • Nieuwmoerwandeling
  • Herfstwandeling Neerijse
  • Lepelstraatroute
  • Tremeloroute
  • Ekerenroute
  • Mozesbrugwandeling
  • Putteroute
  • Pijnvenroute
  • Tielt-Wingeroute
  • Kapelle-op-den-Bosroute 2
  • Borgloonroute
  • Tulpenwandeling
  • Meldertwandeling
  • Vordenstein 2019
  • Lentewandeling 2019
  • Kluizenroute
  • Fietswaterbus
  • Retiewandeling
  • Spildoornwandeling
  • Kesselse Heidewandeling
  • Parkwandeling Ekeren
  • Bokrijkroute
  • De Grote Schijn
  • Tervurenwandeling
  • Vennenwandeling
  • China Light
  • Brouwerij De Koninck
  • Hobokense Polderwandeling
  • IJzerlaantochtje
  • Bazelroute
  • Bevrijdingswandeling Antwerpen
  • Tulpenwandeling
  • Beeltjes te Ieper
  • De Legende van Veltwijck
  • Waterbustrip
  • Willemstadroute
  • Vichteroute
  • Dieren in de binnenstad
  • Lottum
  • Loenhoutroute
  • Leuvenwandeling
  • Liberationroute
  • Van Moerkerke (Damme) naar Blankenberge
  • Van Assenede naar Moerkerke (Damme)
  • Van Hulst naar Assenede
  • Wandeling Hulst
  • Met de fiets naar de kust
  • Asroute
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Archief per maand
  • 11-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 03-2014
  • 02-2014

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    kodalinefansite
    www.bloggen.be/kodalin
    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    fictiereeksen
    www.bloggen.be/fictier
    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    overgewicht
    www.bloggen.be/overgew
    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    frankloopt
    www.bloggen.be/franklo
    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    mysteries
    www.bloggen.be/mysteri
    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    annesophie1999
    www.bloggen.be/annesop
    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    movie
    www.bloggen.be/movie

    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs