Wij reizen om te leren.

07-04-2020
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Herfstwandeling Neerijse

Wandelknooppunten: 212 – 102 – 103 – 104 – 221 – 222 – 223 – 219 – 216 – 215 – 214 – 213 - 212 = 8,3 km.

Parkeren: Dorpstraat van Neerijse, nabij de kerk. 

Zondag 10 november 2019. 09u40. Strakke blauwe hemel zoals we hem zelden zien tijdens de zomermaanden. Er staat totaal geen wind en de temperatuur meet momenteel slechts 5°C. Een uitgelezen dag voor een verkwikkende wandeling. Een wandeling die ons door het valleilandschap van Dijle en IJse loodst. We rijden met de auto naar de provincie Vlaams-Brabant. De op één na kleinste provincie, maar dat is met het blote oog niet te zien natuurlijk. De provincie heeft, volgens Wikipedia, een langgerekte vorm en meet van oost naar west ongeveer 90 km en van noord naar zuid bedraagt de afstand ongeveer 40 km. Het heeft vanmorgen lichtjes gevroren en dat was duidelijk te zien aan de auto’s en de grasbermen in de straten. We parkeren onze wagen voor de begraafplaats van Neerijse die zich nog steeds rond de Sint-Pieter en Pauluskerk bevindt. Een eerste gebedshuis werd in de tweede helft van de twaalfde eeuw gebouwd op een kerkheuvel. In 1635 werd de kerk door Franse troepen in brand gestoken waardoor alleen de beide torens overeind bleven. De kerk werd heropgebouwd maar naderhand nog verder uitgebreid en enkele malen gerestaureerd. Voor het pad dat ons naar de kerk brengt hangt een infobordje: “Het Duitse leger komt uit de richting van Bevekom en Nethen naar Neerijse, waar een deel van het Belgische leger verblijft. Om de beweging van de Duitse troepen te kunnen volgen en vooral om te zien waar ze naar toe gaan, maken de Belgische soldaten een gat in de kerktoren. Op het einde van de oorlog treedt nog een andere vijand naar voren: de Spaanse griep. Relatief veel jonge mensen sterven aan deze griep, die zich snel verspreidt onder de verzwakte Europese bevolking. In oktober 1918 bereikt het aantal slachtoffers in Neerijse haar hoogtepunt.” De begraafplaats heeft drie zerken van oorlogsslachtoffers van het Gemenebest die gestorven zijn tijdens WOII. Ook het monument voor de gesneuvelden van WOI werd voor de ingang van de kerk geplaatst. De oude begraafplaats kleurt nog wit, geel, roze enz. van de chrysanten. Bijna op elke zerk staat wel een pot met bloemen. Op Allerzielen gedenken wij onze overleden familieleden en deze kleurrijke chrysanten zijn daar mee verbonden. Het is 11 uur en in de kerk wordt momenteel een dienst gehouden.  

We blijven de Dorpstraat volgen zodat de Sint-Pieter en Pauluskerk rechts van ons is. We nemen de tweede straat rechtsaf en volgen de Lindenhoflaan heuvelafwaarts. De regio is soms sterk heuvel-achtig en dat gaan we, als plattelandsmensen, vandaag voelen. De laan is een bolle gekasseide weg waarover ooit een laag asfalt werd gelegd. Ernaast staan nog enkele oude lindebomen waaraan nu de  bladeren beginnen te kleuren. Normaal verliest de linde zijn bladeren rond half september tot half november. Maar momenteel hebben ze nog veel groene bladeren. Ik twijfel eraan of ze hun bladeren kwijt zijn voor het nieuwe jaar. Maar de najaarsstormen zijn in aantocht. De lindebomen worden afgewisseld met Japanse Kerselaars. Dit moet hier in de vroege lente absoluut de moeite zijn wanneer de roze bloesems het landschap verfraaien. Rechts staat een witgekalkte boerderij: ‘Lindenhof’. Het is de voormalige kasteelhoeve d’Overschie uit de achttiende eeuw. Ze doet momenteel dienst als rustoord voor bejaarde paarden. Enkele oudjes staan nog buiten te grazen in het zonnetje. Aan het eerstvolgende kruispunt staan we stil om even uit te blazen. We hijgen en puffen alsof we net een marathon hebben gelopen. We hebben duidelijk geen conditie. Naast de Sint-Rochuskapel staat een houten zitbank maar die is al bezet door een liefkozend jong stel. Links van ons zien we door een gesloten gietijzeren toegangspoort het kasteel van Neerijse staan dat eveneens dateert uit de acht-tiende eeuw. Het fraaie gebouw werd volledig gerenoveerd tot 9 hoogwaardige kasteelappar-tementen dat te midden ligt van 230 ha natuurgebied. Een infobord maakt ons duidelijk dat er nog slechts één appartement te koop staat voor de kostprijs van € 475.000. Peace of cake. Achter een afsluiting liggen enkele rendieren in het zonnetje te luieren. Worden ze hier gekweekt of is het puur voor verfraaiing?  

Vanaf hier staan onze wandelknooppunten aangegeven. Voorbij het kasteel dwarsen we de IJse. Een zijrivier van de Dijle waarvan zich de bron in het Zoniënwoud bevindt. Ondanks de lage temperatuur (6°C) is het in het zonnetje aangenaam om te wandelen. Deze keer zijn we niet alleen. Iedereen komt blijkbaar buiten vandaag om van het mooie weer te genieten, en gelijk hebben ze. Morgen wordt het nog maar eens een natte regenachtige dag. We verlaten het asfaltpad en langs de slagboom wandelen we het natuurgebied de ‘Doode Bemde binnen. Dit is één van de grootste (250 ha) en meest waarde-volle natuurgebied van de hele Dijlevallei. Het natuurreservaat is met zijn 9 km wandelpaden het best toegankelijke natuurgebied van Vlaams-Brabant. ‘Doode Bemde’ betekent zoveel als onbruikbare graslanden. Onbruikbaar omdat de grond te vochtig is voor landbouw, maar het water levert een prachtig mozaïeklandschap op van broekbosjes, wei- en hooilanden, ruigten en rietvelden, vijvers en grachten. Het is hier wel heel modderig. Het is uitkijken waar je je voeten zet. We proberen ons evenwicht te bewaren en niet uit te schuiven. Onze stapschoenen hangen binnen de kortste keren vol modder. Ondanks de zwarte modder loodst de wandeling ons door een hemels paradijs van herfstkleuren.  

In het natuurgebied mondt de zijrivier IJse uit in de Dijle. In het zonnetje is het heerlijk wandelen. We hadden een dikke jas aangetrokken maar dat blijkt nu te warm te zijn. We horen een kakofonie van verschillende vogelgeluiden. De dieren weten het ook niet goed denk ik. Is nu herfst of lente? We genieten er alleszins van en ik sluit even mijn ogen om het geluid te combineren met beelden van enkele vogels. Tevergeefs, we zijn dan ook geen vogelaars. Sommige bomen zijn al bladerloos, anderen hebben nog hun groene bladeren. Het is nog steeds uitkijken waar we lopen. Het is de ene modderpoel na de andere. Het beste is om aan de zijkant te lopen maar ook daar is het nu modderig en gevaarlijk om uit te schuiven. Avontuurlijk nietwaar?  

Op weg naar knooppunt 102 wandelen we over een houten vlonder. Dat is wel echt nodig want op sommige plekken staat het grondwater hoog. Nu houden we tenminste onze voeten droog en zijn we even verlost van modderpoelen. We laten eerst enkele mountainbikers passeren. Ze hangen van onder tot boven vol met aangekoekte modder. Krijg dat thuis! Een jong gezinnetje met enkele kleuters kijken we glimlachend na. De spruiten joelen en kraaien van plezier omdat ze nu door de modder mogen rennen. Rechts van ons bevinden zich enkele afgespannen weiden die nog afgeboord zijn met schilderachtige knotwilgen. Op de achtergrond vertonen zich verschillende boomsoorten in diverse herfstkleuren. Een streling voor het oog. Er staat geen zuchtje wind. Geen enkel blad dwarrelt naar beneden. Aan water is hier geen gebrek door haar beboste hellingen die worden doorsneden door holle wegen. Om knooppunt 103 te volgen wandelen we langs de snel stromende Dijle-rivier die zich kronkelend door het landschap slingert. We moeten weer door de zwarte modder ploeteren. Naast ons een weiland dat nog voor een gedeelte spierwit is van de vorst. Ik krijg er zowaar een koude rilling van. De rust tijdens onze wandeling wordt af en toe onderbroken door opstijgende of landende vliegtuigen. Zaventem is hier nooit veraf. 

Op weg naar knooppunt 222 gaat het door een brede holle modderige weg. We komen slechts langzaam vooruit doordat we slalommend onze weg moeten zoeken. Maar op deze manier genieten we dubbel van de kleurrijke herfstbladeren. We klimmen de hoogte in naar het Margijsbos. Het historisch bos is gelegen tussen Neerijse en Overijse met een aantal holle wegen en taluds. En waar in het voorjaar enkele hellingen blauw kleuren door de boshyacinten. Er heerst tijdens onze wandeling nog samenhorigheid onder de mensen.  Wie ons passeert knikt of mompelt een goeiedag. Enkele mensen begroeten ons zelfs in het Frans. Het herinnert ons eraan dat we kort bij de taalgrens zijn. Er zijn ook medemensen die hun ogen neerslagen en je geen blik gunnen. Dan nog zeggen we dag en stappen we verder. Aan knooppunt 222 moeten we over een recent aangelegde betonbaan die glooiend de hoogte in gaat. Het is een nieuw fietspad dat naar knooppunt 4 leidt. Eenmaal boven dalen we langzaam heuvel af. Het is er even druk door fietsers, mountainbikers en wandelaars. 

Vanaf knooppunt 223 stappen we door het Margijsbos. Zover we kunnen zien is ons pad zonder modder, dat leidt ons tussen loofbomen met schitterende kleurige bladeren waarvan de meeste ons pad bedekken. We kijken halsreikend uit naar paddenstoelen. Af en toe vinden we er nog in verschillende grootte en kleuren. Voor knooppunt 219 moeten we rechtsaf. Hier ligt een dik tapijt van knisperende bladeren onder onze voeten. Langs ons pad hangen nog attributen van een halloween wandeling in de bomen. Reusachtige spinnen schuilen tussen de stammen van de bomen. Sommigen hebben blijkbaar al een halve mens opgegeten. Het onderlichaam in blauwe jeans ligt nog voor de spin. Jonge volwassenen werken aan een griezeltocht voor hun familie die vanavond zullen sidderen en beven. Er is duidelijk werk van gemaakt. Langs uitgesneden pompoenen die de wandeling sieren verlaten we het parcours. Hoog in de kruin van een boom rust een zilveren reiger en twee aalscholvers. Onze wandeling eindigt terug aan de Sint-Rochuskapel. De bewegwijzering was prima in orde. Oorspronkelijk moeten we rechtsaf maar wij slaan linksaf en nemen dezelfde weg terug tot aan de parkeerplaats waar onze auto trouw heeft gewacht.    

      

 

 

 











07-04-2020 om 17:15 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lepelstraatroute

Fietsknooppunten: 74 – 73 – 56 – 55 – 77 – 45 – 46 – 47 – 48 – 50 – 51 – 53 – 54 – 74 = 34,8 km.

Parkeren: Vagevuur (straat) in Lepelstraat (dorp), vlak voor knooppunt 74. Alternatief is de parking voor de kerk in de Kerkstraat.  

Zondag 15 september 2019, prachtig weer. Mooie strakke blauwe lucht zonder wolken en weinig wind. De boordcomputer geeft nu al 20°C aan. Dat beloofd voor vanmiddag. We rijden naar Nederland, naar de provincie Noord-Brabant dat relatief vlak is en dus uiterst geschikt is om er te fietsen. De vele fietsknooppunten brengen ons door pittoreske dorpjes waar het lijkt alsof de tijd er stil is blijven staan. Waar een mens nog heerlijk kan genieten van de rust en de omliggende natuur. De knooppunten brengen ons langs de belangrijkste bezienswaardigheden maar soms, heel soms wijken we van onze route af om dat ietsjes meer te zien. Met de auto houden we halt in het kleine dorpje met de eigenaardige naam Lepelstraat. Het behoort tot de gemeente Bergen op Zoom en telt iets minder dan 2 000 inwoners. We plaatsen de auto aan de onpare kant in de straat Vagevuur en met de fietsen laten we de auto rechts liggen en rijden richting knooppunt 74 aan het eerstvolgende kruispunt. Linksaf in Vossepad voor een eerste foto van een klein monument dat in een groen plantsoen werd geplaatst. De drie bronzen beelden staan voor “Saamhorig en eendrachtig, sterk en diepgeworteld.  

In de Kerkstraat werd in 1948 de huidige Sint-Antonius van Paduakerk gebouwd met een opmerkelijk voorportaal. In 1874 werd op deze plek al een kerk gebouwd ter vervanging van een oude schuurkerk. De architect ontwierp in feite een kruisbasiliek met een 63 meter hoge toren. Op 28 oktober 1944 werd de kerk echter verwoest toen terugtrekkende Duitsers het gebouw opbliezen om te voorkomen dat de geallieerden de hoge toren als uitzichtpunt zouden gebruiken. In 1948 dus werd de huidige kerk herbouwd, maar zonder hoge toren en met een ander voorfront. In het jaar 2.000 werd ernaast een kapel bijgebouwd die eveneens gewijd werd aan de heilige Antonius van Padua (1195-1231). Naast de kerk werd een beeld geplaatst met het opschrift: “Het vaderlandt ghetrouwe tot in den doot”. Dit monument herdenkt de gesneuvelde soldaten uit het dorp Lepelstraat tijdens WOII.  

Linksaf aan knooppunt 56 en langs een smal asfaltpad dat omzoomd is met loofbomen. Links zien we een lange rij met serres staan. Er worden allemaal tomatenplanten in gekweekt die door een klimkoord met een speciale knoop bovenaan een metaaldraad vastgemaakt worden. Bovenaan staan de valramen open om de serre te luchten. De bloedrode rijpe tomaten hangen onderaan. Tijd om te plukken. Eens op de Ligneweg fietsen we tussen de groene natuur waar het rustig fietsen is. De zon trok zich daarnet even terug achter een nevelsluier. Nu begint ze er terug door te komen en dat maakt het onmiddellijk een paar graden warmer want er staat een frisse bries. Maar we klagen niet hoor! We zijn al blij dat het droog blijft. Rechts van ons is een muur van loofbomen en links een prachtig weids panoramazicht over weiden en velden. We naderen Steenbergen.  

Steenbergen is een stad die groeide in de veertiende en vijftiende eeuw, dankzij zoutwinning en handel met Antwerpen, Brugge en Gent. Aan knooppunt 77 wijken we af naar knooppunt 81. Er wordt momenteel een loopwedstrijd “De 10 door Dik&Dun” gehouden. Met de fiets aan de hand slalommen we eerst tot bij het ‘Oud Gemeentehuis’ van Steenbergen. Het allereerste stadhuis werd aangekocht in 1821. Het diende als commandeurswoning en als kapiteinslogement. Het gebouw werd echter door een felle brand verwoest in september 1936. Het pand kon niet meer gered worden en werd afgebroken. Dit voormalige Stadhuis werd gebouwd  in 1939. Het koppel Elly en Johan kregen in 2011 de kans om het gebouw over te nemen. Omdat het voormalige Stadhuis nog steeds een gewilde trouwlocatie is zorgen zij ervoor om er een onvergetelijke dag van te maken. Verder worden er ook nog exposities, vergaderingen en workshops georganiseerd. Op het dak staat nog een koepeltorentje met uurwerk. Voor het gebouw werd een bronzen standbeeld geplaatst van een heraut die op zijn trompet blaast. Het verbeeldt de oude stadsomroeper die met luid klaroengeschal het bruidspaar aankondigt. Het beeld is van de hand van kunstenaar Léon Vermunt.  

Volgende straat linksaf tot bij de Sint-Gummaruskerk waar het net vandaag opendeurdag is. Bij het binnengaan worden we ontvangen door twee vrijwilligers die ons graag te woord staan. We worden de kerk rondgeleid en krijgen de volledige geschiedenis te horen van het gebouw. Alles onthouden gaat natuurlijk niet maar laat ik proberen een korte versie te geven. De versie van Wikipedia. De geschiedenis van de kerk gaat terug tot de late dertiende eeuw toen de eerste kerk werd gesticht. Deze vroege kerk werd rond het jaar 1505 vervangen door een lange kruiskerk, gewijd aan Sint-Jacob. De kerk werd overgenomen door de protestantse gemeenschap en in 1820 gesloopt en vervangen door de huidige Witte Kerk. De katholieken hielden in de schuren rondom Steenbergen hun diensten tot 1707, tot er een schuilkerk in de Kleine Kerkstraat werd opgericht, opgedragen aan de heilige Gummarus van Lier. In 1831 werd midden op de Grote Markt een kerk gebouwd voor de katholieken, maar bleek al snel te klein te zijn. In 1900 werd begonnen met de bouw van de huidige kerk die in 1901 voltooid werd. Ze werd grotendeels verwoest tijdens WOII. Alle torens stortten in en het schip brandde uit zodat ook het glaswerk verloren ging. De restauratie begon in 1946. In 1960 werd de 83 meter hoge toren voltooid. Het interieur is gewoonweg fantastisch. Te mooi voor woorden. We zijn er bijna een uur binnen geweest maar onze fietsen riepen en we rijden terug naar knooppunt 81.  

Linksaf richting knooppunt 78 tot op het Kerkplein met de “Witte kerk” die een ellenlange geschiedenis heeft. Deze protestantse gemeenschapskerk werd gebouwd in 1831, na afbraak van de voormalige katholieke Sint-Jacobuskerk die dateerde van 1505. Vanaf het begin van de twintigste eeuw werd het gebouw wit geschilderd en kreeg ze de bijnaam ‘Witte Kerk’. Na de restauratie van 2007 werd de kleur verandert in geel. Over de kerk werd het ruim 4 meter hoge tufstenen zuilmo-nument opgericht ter herinnering aan alle slachtoffers uit Steenbergen die door het oorlogsgeweld en door het verzet zijn omgekomen. Een kunstwerk van beeldhouwer Niel Steenbergen. Het monu-ment werd op 14 augustus 1958 onthuld. Hier op het pleintje staan enkele zitbanken en we maken er gebruik van om in het zonnetje te picknicken. Het is middag. 

Nadien rijden we terug naar knooppunt 77. De loopwedstrijd is inmiddels afgelopen en kunnen we gewoon fietsen. We nemen nog een foto als we langs de ‘Steenbergsche Haven’ fietsen op de West-Havendijk aan de Steenbergse Vliet. Het  oudste gedeelte dateert van de veertiende eeuw. Rechtsaf aan de parking en we verlaten daar het centrum van Steenbergen.  

We rijden bijna frontaal op de site Fort Henricus. Het fort, dat aangelegd werd in 1626, bestaat uit een vijftal volle bastions omringd door een gracht met water. In het fort konden tot 450 soldaten terecht. Met zijn 11,5 ha was dit het grootste fort in het Zuidwesten van de Republiek der Nederlanden. Het fort diende ter verdediging van de haven van Steenbergen. In 1809 werd het fort voor het laatst in paraatheid gebracht door Napoleon in verband met een mogelijke Britse invasie in Zeeland. In 1816 raakte Fort Henricus buiten gebruik en werd het afgebroken. De grond werd gebruikt als akker. In 2008 werd begonnen met het gedeeltelijk te restaureren. Vanaf mei 2019 werd een houten brug geplaatst om de toegankelijkheid te verbeteren. Vroeger was deze toegangsbrug breed en functioneel, bedoeld voor paard en kar.  In geval van nood ging de ophaalbrug omhoog, sloten de poortdeuren en ging een ijzeren valhek neer. Nu verschaft de brug een vrije doorgang tot het binnenterrein. Daar bevindt zich in de zomer een kleurrijk palet van inheemse bloemen. Wilde bijensoorten halen er nectar en stuifmeel. Voor de uitkijktoren moeten we over deze brug die net als de Mozesbrug ontworpen is door Ro&Ad architecten. Als we bovenop de toren staan kijken we uit over de Graaf Hendrikpolder, met in de verte het Steenbergsche Vliet. Massa’s krijsende meeuwen vliegen over en weer en beneden ons zien we de brug waar we net overheen zijn gestapt en toegang geeft aan het voormalige Fort Henricus.  

Terug naar onze fietsen om knooppunt 46 verder te volgen. We rijden door het dorpje De Heen dat gesticht werd in 1614 te midden van een zeekleipoldergebied. We slaan even rechtsaf, in de Heensedijk, om een paar foto’s te nemen van jachthaven “De Schapenput”. Aan de overzijde werden zeven watervilla’s gebouwd die verhuurd worden. Langs de kant van het water zijn ze volledig omheind zodat kinderen niet in het water kunnen vallen. De particuliere haven werd in een prachtig natuurgebied aangelegd in 1785 en heeft een capaciteit van 150 ligplaatsen. We fietsen terug en slaan rechtsaf. De toren van de kerk trekt onze aandacht en we slaan onmiddellijk linksaf tot bij het chalet van Camping De Uitwijk. Hier is plaats om onze fiets te stallen. Langs een smal kassei pad  kunnen we naar de Onze Lieve Vrouw ten Hemelopneming kerk wandelen. Op 8 november 2014 werd de kerk gesloten en ontwijd. Het gebouw kwam in het bezit van een dorpsbewoner die hemel en aarde verzette om zijn plannen te realiseren. Samen met zijn vrouw zet hij zich in om de kerk leefbaar te houden met kunst en culturele activiteiten. We kunnen vanaf het portaal de kerk aanschouwen. Over de ingang van de kerk werd een zitbank geplaatst waar je vriendelijk wordt uitgenodigd om plaats te nemen. We wandelen terug en drinken iets fris op het terras van het chalet. Schol! 

In de verte spotten we een molen met wieken. Een mooi beeld maar hij staat te ver weg om ernaar toe te fietsen. Aan knooppunt 46 wijken we even af naar knooppunt 80 tot aan de sluis. Hier staat nog een oude Duitse bunker, die deel uitmaakte van de Atlantikwall, met een trap naar een uitkijkpunt. We hebben zicht over het Volkerak, de Dintelse en Heense gorzen en de polders van Steenbergen. De trap is 15 meter lang en 1.20 meter breed. We kunnen er mooie foto’s maken. De bunker maakt deel uit van “Het Benedensas”, een gerestaureerd historisch sluizencomplex uit 1824. In de bunker werden enkele informatieborden aangebracht over de waterpoort. Terug naar knooppunt 46. Verderop fietsen we tussen de akkers met weidse panoramazichten. Rondom ons is er alleen maar natuur wat de klok slaat. Vaak houden we halt om even stil te staan om te genieten van al dat groen rondom ons. De meeste akkers zijn geoogst. De grond werd omgeploegd en lijkt te wachten tot er opnieuw gezaaid of geplant wordt. We houden even onze adem in om gericht te luisteren. Maar geen enkel geluid komt ons tegemoet. Het lijkt zelfs alsof de vogels hun snavel stijf dicht houden om ons te laten genieten van de stilte. Een auto komt ons echter met hoge snelheid tegemoet. Gedaan met de nostalgische momenten en we springen opnieuw op ons stalen ros. We hebben nog wat kilometers voor de boeg. We fietsen verderop parallel met de N257 en bereiken na vijf kilometer knooppunt 47. 

Na een paar kilometer fietsen op de Zeelandweg-West bereiken we het “Schelde-Rijnlandkanaal” dat we een tijdje gaan volgen. Op 13 mei 1963 werd het verdrag voor de aanleg van dit kanaal ondertekend en in 1975 geopend. De Schelde-Rijnkanaal loopt van Antwerpen naar het Volkerak en is onderdeel van de Schelde-Rijnverbinding, de vaarroute tussen Antwerpen en Rotterdam. Het kanaal wordt druk bevaren. Het is een komen en gaan van schepen die volgeladen zijn met tonnen materiaal in containers of gewoon zand dat in een punt uit het ruim steekt.  

Na knooppunt 50 bereiken we Nieuw-Vossemeer waar het net vandaag kermis is. De Voorstraat is afgesloten voor het oliebollenkraam, de kindermolen en het viskraam. Het is druk van kinderen die kris kras de straat afrennen om toch maar het eerst bij een attractie te komen. We besluiten om met de fiets aan de hand verder te gaan. Nieuw-Vossemeer is een dorp in de gemeente Steenbergen. Het Vossemeer was de naam van een groot water dat zich vroeger aan weerszijden van de verdwenen rivier ‘Eendracht’ uitstrekte. Het dorp leed enorm veel schade na de watersnoodramp van 1953. Vijftig inwoners verdronken. Op de plaats, waar de zee door de dijk naar binnen drong is een herdenkingskruis opgericht ter herdenking van de slachtoffers. Het monument was echter moeilijk bereikbaar en men plaatste in 1996 een nieuw aandenken in de Voorstraat en nadien verhuisde het weer naar Hoogte (straat) ter hoogte van nummer 17.  

Op het pleintje, in de Voorstraat, werd het standbeeld geplaatst van Merijntje Gijzen. Een van de bekendste inwoners van het dorp was de schrijver A.M. de Jong (1888-1943). Voor hij werd vermoord door SS’ers schreef hij een serie boeken over Merijntje Gijzen. Een jongetje dat in het dorp leefde en allerlei avonturen beleefde. Naast het beeld werd ook het A.M. de Jong-Museum gesticht in 1974. Het toont voorwerpen die betrekking hebben de schrijver en zijn tijdgenoten. In een zaal worden oude films getoond, waaronder “Marijntje Gijzens jeugd” uit 1936. Aan de ingang van het museum werd een hoge paal in de grond geplant door “Het Scheldekwartier”. De witte cijfers op een blauwe achtergrond zijn ingedeeld per tien centimeter en bij 4,75 m geeft het de hoogte aan van het water tijdens de watersnoodramp van 1953. Indrukwekkend en hallucinant. Aan de overzijde werd een grote kapel gebouwd. Dit gebouw werd opgetrokken in 1910 als het Klooster Nazareth, gesticht door de Franciscanessen van Oirschot. Toen deze na de watersnoodramp niet terugkeerden werden ze opgevolgd door de zusters van Barmhartigheid van Ronse. Toen ook zij vertrokken fungeerde het gebouw van 1976 tot 1997 als gemeentehuis. Thans is het een kinderdagverblijf. In de Achterstraat werd in 1873 de Johannes de Doperkerk gebouwd. Rond 1795 werd er al een eerste parochiekerk gebouwd. Een schuurkerk die tot 1843 in gebruik was. Rond die tijd werd een nieuwe kerk in gebruik genomen op het plein achter de huidige kerk en gesloopt nadat de huidige kerk in gebruik werd genomen. Deze kerk werd nog in 1929 uitgebreid.  

Na de Schoolstraat verlaten we het centrum van Nieuw-Vossemeer. Verderop fietsen we door Notendaal, een buurtschap van Steenbergen met boerderijen en enkele huizen. We worden uitsluitend omgeven door landbouwgronden met spectaculaire vergezichten. Vervolgens belanden we in Kladde, een gehucht van Bergen op Zoom. Vervolgens rijden we opnieuw Lepelstraat binnen. Onze fietsenteller staat op 40 kilometer.



















07-04-2020 om 17:05 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
07-03-2020
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tremeloroute

Parkeren: Vinneweg 11 te Tremelo.

Fietsknooppunten: 57-67-91-92-11-50-60-55-61-70-68-69-24-23-25-58-57 = 36,7km. 

Zaterdag 24 augustus 2019. Het is 08:20u en al 20°C. Er staat een strakke blauwe lucht en er is geen wolkje te bespeuren. Kortom, het is een weertje om van te genieten en daarom besluiten we om met onze automobiel naar Vlaams-Brabant te rijden. Zoals Wikipedia schrijft is het de op één na kleinste provincie van ons land. Vlaams-Brabant is ontstaan in 1995 uit de splitsing van Brabant waarvan Leuven nu de hoofdstad is. Achteraan onze auto worden de fietsen op de fietsendrager vakkundig vastgebonden, picknick en voldoende drinken in een koelzak met koelelementen worden in de fietstassen gestoken en dan kunnen we vertrekken. Het is heel rustig op de ring rond Antwerpen. We geloven het haast zelf niet. Ook op de E19, richting Brussel loopt alles vlotjes. De vrachtwagens zijn op één hand te tellen. Voor één keer is het zalig rijden op de snelweg. Ongeveer een uur later bevinden we ons in Tremelo op een parking waar we langdurig en gratis kunnen parkeren. Na een grondige insmeerbeurt met factor 50, door moeder de vrouw, vertrekken we met de fiets voor een mooie tocht door en langs een prachtig traject met oneindig veel natuur. De spitse kerktoren steekt als een baken boven de daken van de huizen uit en dus rijden we via de korts mogelijke weg tot bij het gebedshuis. Het is kermis in het dorp. Woonwagens en kramen staan kris kras rond de kerk opgesteld. Het is nog stil nu. Straks, als de kermis open gaat, heerst hier een heel andere sfeer. Glinsterende kinderogen, luide muziek, ouders die staan aan te schuiven bij een smoutenbollen- en frietkraam, en nog veel meer. Met de fiets aan de hand slalommen we tussen de kindermolen en een schietkraam tot bij de toreningang van de kerk. De Onze-Lieve-Vrouw van Bijstand kerk werd gebouwd tussen 1781 en 1783 in rode baksteen met zandsteenversiering. Men gebruikte voor de kerk materiaal van drie kapellen (Veldonk, Kruis en Ninde) die in 1781 gesloopt werden en door kleinere kapelletjes vervangen werden. De grote poort staat uitnodigend open. Een meevaller. Of toch niet, want een grote glazen wand houdt ons tegen aan het portaal. Waar is de tijd dat men nog op klaarlichte dag een kerk kon in en uit lopen? Maar soit, ons Rina kan door de glazen afsluiting enkele mooie foto’s maken. Tussen de houten poort en de glazen wand is rechts nog een kleine ruimte waar iedereen binnen kan. Dit was de doopkapel waar in 1840 Pater Damiaan gedoopt werd. Er werd een houten standbeeld geplaatst van de Heilige man. Ook naast de poort, bij de ingang van de kerk, werd een bronzen standbeeld opgericht ter ere van Pater Damiaan.  

We houden de kerk rechts van ons en draaien rechtsaf in de Astridstraat. In de Processieweg werd de kapel van de Heilige Theresia gebouwd. Door het raam van de afgesloten deur worden we haast verblind doordat de muren, plafond en altaar wit geschilderd zijn. In het midden staat het beeld van de Heilige Theresia van Lisieux, patrones van missionarissen en het missiewerk. Ze werd Heilig verklaart op 17 mei 1925. Rondom haar werden nog meer heilige beelden geplaatst die mooi afsteken tegen het witte interieur met kaarsen en bloemen. Hier, bij knooppunt 57, wijken we af. We slaan linksaf en volgen even knooppunt 54 tot in de Jagersdreef voor de Fatimaheiligdom. We rijden pal af op de brede zwarte gietijzeren poort die de inrit afsluit. Een smallere doorgang is open gelaten voor voetgangers en fietsers. Achter het levensgrote Mariabeeld werd een geïmproviseerde kapel opgericht die we niet kunnen bezichtigen. Er werd opzij een rondgang aangebracht zonder beelden, alleen tekst is er te zien. We bevinden ons in Tremelo-Heide waar Emile Lorenz, een Brussels architect, besloot om op deze plaats een belofte na te komen. Het is nog volop oorlog in 1944 wanneer deze man de belofte doet om een kapel op te richten ter ere van O.L.Vrouw. meer bepaald van de Dame die in 1917 in het Portugese Fatima aan enkele kinderen was verschenen. Intussen is Fatima reeds lang tot het Portugese Lourdes uitgegroeid en wordt het jaarlijks door een massa pelgrims bezocht. Emile Lorenz was één onder hen. Hij is sterk onder de indruk en is van mening dat de beste bescherming van zijn familie tegen de oorlogsgruwelen een belofte is om de boodschap van O.L.Vrouw van Fatima uit te dragen door de oprichting van een bidplaats. De man beloofd dat de kapel gebouwd wordt al moet hij dit met eigen middelen doen. Hij heeft het geluk over een goed gevulde spaarpot te beschikken. Maar het noodlot slaat toe. Het einde van de oorlog gaat gepaard met een blokkade van het geld. Zo moet hij van nul beginnen. Hij besluit een vzw op te richten. In 1950 is het perceel grond eigendom van de vzw. Het Mariabeeld is van de hand van de Tremelose beeldhouwer Jan Boedts. Er wordt nog jaarlijks een openluchtmisviering gehouden. Bij elke fietstocht of wandeling maken we graag een omweg om een heiligdom te bezoeken. Dit doen we naar aanleiding van onze busreis met Verhoeven op een rondreis door Portugal. We verbleven enkele dagen te Fatima, een plaats in centraal-Portugal. Na een verschijning van O.L.Vrouw van Fatima in oktober 1917, werd het dorp een bedevaartsoord. Het hele jaar door komen pelgrims naar het heiligdom van O.L.Vrouw van Fatima om er te bidden. Tientallen pelgrims kruipen op hun knieën over het enorme plein naar de plek waar de Heilige Maagd Maria verscheen aan de drie herderskinderen. Het belangrijkste gebouw is de basiliek van Onze Lieve Vrouw van de Rozenkrans. De toren is 65 meter hoog en de kerk wordt geflankeerd door indrukwekkende colonnades die verwijzen naar andere delen van het complex. Binnen in de basiliek zijn de graven van de drie herderskinderen. Lucia, die in 2005 op 96-jarige leeftijd is overleden, werd in 2006 vanuit Coimbra in de basiliek bijgezet. Vooral de licht- en sacramentsprocessies zijn indrukwekkend. Langs dezelfde weg verlaten we de oase van rust en stilte en fietsen terug naar knooppunt 57 en rijden daar rechtdoor.  

In de Kalvennestraat staan nog veel oude knotwilgen, omgeven door een groen landschap. Ze worden spijtig genoeg al jaren niet meer afgeknot. De dikke stengels groeien boven de elektriciteitskabels die naast de weg tussen de betonpalen hangen. Het heeft toch iets nostalgisch. We dwarsen de Laak, een rivier die ter hoogte van Aarschot van de Demer afsplitst en in de buurt van het gehucht Hinde in de Dijle uitmondt. We fietsen over de Vondelweg, op het grondgebied van Werchter, een deelgemeente van Rotselaar. Na knooppunt 67 rijden we 4,8 km vlak naast de Demer rivier over het jaagpad. De Demer is 85 km lang en ontspringt in Ketsingen in Vochtig Haspengouw en wordt via de Dijle, de Rupel en de Schelde afgevoerd naar de Noordzee. Het water van de rivier staat laag. Maar dat is ondertussen al lang geen uitzondering meer. We fietsen stroomopwaarts en dat voelen we direct aan onze plattelands kuiten. Vlaams-Brabant is licht glooiend en dat gaan we nog enkele keren voelen. Onze tocht leidt ons tussen akkers en weilanden over smalle betonnen paadjes. De akkers zijn, zoals we kunnen merken, uiterst geschikt voor maïs. Hectaren en hectaren van deze plant staan reeds van hoogte. We kunnen er nog net bovenuit kijken vanop de fiets. Het zal toch nog wel minstens twee maanden duren voor er geoogst wordt. Het merendeel van het gewas wordt onrijp geoogst en volledig verhakseld en wordt voornamelijk aan rundvee gevoederd. Ondanks de warmte en de langdurige droogte kleuren de zijbermen van de Demer geel, wit en blauw van de wilde bloemen. Bijzondere planten groeien en bloeien langs de kant van de weg. Puur natuur, al mis ik het rood van de klaprozen. De skyline wordt gedomineerd door loofbomen. Het moet hier ook prachtig zijn tijdens de herfstperiode als de bladeren van de bomen beginnen te kleuren.  

Aan knooppunt 92 moeten we linksaf maar nemen enkele foto’s van de beklede Demerbrug die in augustus 2017 werd ingehuldigd. De beide zijden van de brug zijn bekleed met platen cortenstaal waaruit cirkels zijn gesneden. In het midden werd het tolhuis van Betekom geïmproviseerd. “In 1914 werd de Demer nog gebruikt voor de scheepvaart en over de rivier lag een ophaalbrug. Op 18 augustus vond hier een gevecht plaats waarbij één Duitse soldaat en enkele Belgische soldaten omkwamen. Nadien werd de brug vernield door terugtrekkende Belgen om de Duitse troepen te hinderen.”  Vanop de brug hebben we een prachtig uitzicht op de Demervallei waar de rivier door het landschap kronkelt en waar kajakkers en kanovaarders kunnen genieten van het landschap. We rijden verder noordwaarts en laten de rivier achter ons. We bevinden ons op het grondgebied Begijnendijk waar we de “Laak” dwarsen die helemaal droog staat. Verderop rijden we het centrum binnen van Betekom, dat sinds 1977 een deelgemeente is van Begijnendijk.  

Aan knooppunt 11 moeten we oorspronkelijk rechtsaf maar we wijken nog maar eens even af en blijven verder rechtdoor fietsen om knooppunt 52 te volgen die ons tot bij de kerk van Betekom brengt. De Sint Laurentiuskerk werd reeds in 1243 vermeld maar het huidige kerkgebouw is het resultaat van verschillende bouwperioden. De toren dateert van de veertiende eeuw en is gebouwd in ijzerzand-steen. Het schip van bak- en zandsteen stamt uit de zestiende eeuw. In de Sint Laurentiuskerk vinden geen weekendvieringen meer plaats. In de buurt werd het oorlogsmonument geplaatst voor de herdenking van de slachtoffers van WOI. Vlakbij de kerk zien we ook nog een hoge schoorsteen boven de wilde struiken en bomen uitsteken. De ronde fabrieksschoorsteen is van een voormalige brouwerij en dateert uit de jaren van 1930. Alleen de schoorsteen  met metalen trekbanden staat nog overeind. De gebouwen zijn reeds lang geleden gesloopt.  

We volgen verder knooppunt 52. In de Pater Damiaanstraat komen we bij de oude romp van een oude beltmolen. De molen was reeds voor WOI tot een mechanische maalderij omgevormd. Eerst met stoomkracht, daarna met elektrische motoren. De bakstenen romp dateert van 1854 en had drie zolders. Vlakbij ligt nog een ijzeren cilinder, waarmee sulferbrokken zouden gemalen zijn. We zien ook nog een hoge vierkante schouw. In de schaduw van een oude boom staat een picknicktafel. We weten niet of de site privaat is maar we zetten ons ongegeneerd neer om onze boterhammetjes op te eten. 

Verder langs knooppunt 52 tot bij de kruising Molenweg/Willekenslaan voor de romp van een tweede oude Torenmolen. Maar dat lukt ons niet. Ons asfaltpad stopt eensklaps en verandert in twee gescheiden mulle zandwegen zonder knooppuntenbordje. Het linker zandpad gaat de hoogte in en lijkt mij het enige pad te zijn waar de molenromp kan staan. Het rechterpad gaat langzaam naar beneden en wordt smaller en smaller. We riskeren het niet en houden het voor gezien. We fietsen terug naar knooppunt 11. Aan de kruising Processieweg /Tremelosesteenweg stoppen we bij een heel oude kapel. Het is de Onze-Lieve-Vrouwkapel uit 1755 en gezien de staat van het gebouwtje is daar nog niets aan verandert. Aan de andere kant van het voetpad werd een monument opgericht ter herinnering aan de mijnramp van Marcinelle. Het monument vraagt om stilte voor de 275 kompels die op 8 augustus 1956 om kwamen door brand of giftige uitwasemingen die de mijnschachten vulden. Onder de slachtoffers waren 33 Vlamingen uit de regio. Aan de overzijde van de Professor Scharpélaan werd een infobord geplaatst over deze mijnramp. Linksaf om knooppunt 50 te volgen. Langs de Heuvelstraat verlaten we het centrum van Betekom.  

Nog voor het centrum van Begijnendijk fietsen we door een grote villawijk. Op de hoek van één der straten heeft een kunstenaar een oude telefoonpaal geplaatst met blauwe juffrouw ernaast die gebruikt maakt van haar smartphone. Het levert een mooie foto op. Al slalommend rijden we het centrum binnen van Begijnendijk. Het toponiem Begijnendijk is letterlijk te nemen en doelt op de dijk vlak aan het domein van de Begijnen. We staan even stil bij het monument dat de gesneuvelden herdenkt van WOI. Daarna rijden we even rond de kerk. De parochiekerk van de Heilige Lucia werd in 1955 gebouwd en heeft een opmerkelijke torenspits. Het bronzen standbeeldje “De Begijn” werd in 1996 op het Kerkplein geplaatst. Ernaast is een etablissement waar we iets fris en gezonds nuttigen. De priemende zon nodigt na een tijdje uit tot het volgende terrasje. De foto’s spreken voor zich. We verlaten al vlug het centrum van Begijnendijk en fietsen door de “Bieheide”. Een recreatief bos waar men kan fietsen, wandelen, joggen, spelen, genieten en verpozen. Er is gelukkig veel schaduw.    

Vlak voor knooppunt 61 rijden we over de “Vrouwvliet”. Een waterloop die ontspringt in Begijnendijk en na 28 km te Mechelen uitmondt in de Dijle. We fietsen afwisselend tussen bomen, en dat is welkom. Het is warm en de overhangende takken zorgen voor de nodige schaduw. Maar verderop genieten we van de vele weilanden, akkers, een visvijver en prachtige vrijstaande woningen. Tussen de talrijke bomen spotten we op verschillende plekken de paarse dekens van heidebloemen. Ondanks de langdurige droogte bloeit de heide deze maand op. Een uitgestrekt tapijt van paarse struik- en dopheide siert de vlaktes en bosranden. We bevinden ons terug op het grondgebied van Tremelo.  

We rijden langs de kerk van Grootlo. Een gehucht van Heist-op-den-Berg dat op de grens ligt van de provincies Antwerpen en Vlaams-Brabant. De parochiekerk is gewijd aan de Heilige Naam Jezus en werd gebouwd in 1936 ter vervanging van een oude kapel. In de Engelbert Goossensstraat, vlak bij knooppunt 68 werd “De Oude Kapel” opgericht. Reeds in 1450 was er sprake van een kapel in Grootlo, toegewijd aan de Zoete-Naam-Jezus. De kapel werd ernstig beschadigd tijdens godsdiensttroebelen, maar werd weer hersteld. Vanaf 1673 werd de kapel vergroot, gerestaureerd en nogmaals vergroot tot men in 1839 de toren moest afbreken die te bouwvallig was geworden. In 1936, na de bouw van de nieuwe kerk, werd de oude kapel een kinderopvangcentrum. Na knooppunt 68 dwarsen we nogmaals de Vrouwvliet.  

We rijden op het grondgebied van Keerbergen. In de bocht van de Lozenhoekstraat werd na WOII een mooie kapel gebouwd met een prachtige onderhouden voortuintje. We fietsen in een bosrijk gebied langs prachtige villa’s. Ze worden meestal afgeschermd door een hoge ondoorzichtige haag of een gesloten ijzeren toegangspoort met de nodige veiligheidscamera’s. Langs ons pad werd een betonblok in de grond gestoken “Als teken uit het verleden”. Tussen 1940 en 1945 lag dit stuk beton op de weg naar het vliegveld dat aangelegd werd door krijgsgevangenen onder de Duitse bezetting. Naast dit infobordje werd een ander bordje met een gedicht bevestigd door de Koninklijke Heemkring “De Botermolen”. 

Tussen de knooppunten 24 en 23 bevindt zich de oude Hansbrug. Een beschermde negentiende eewse gietijzeren brug over de Dijle. Al in 1234 werd de Hansbrug vermeld in een akte. In de loop van de eeuwen was hier afwisselend een brug of een veerpont om aan de overkant te geraken. Het was wachten tot 1893 vooraleer de houten brug werd vervangen door een ijzeren ophaalbrug. Tijdens de beide Wereldoorlogen werd ze telkens vernield en terug hersteld. In de nacht van 14 op 15 juni 2005 werd deze brug, een perfecte kopie, in stukken door drie opleggers ter plaatse gebracht en door een grote kraan gemonteerd. Op 27 augustus van dat jaar werd ze plechtig ingehuldigd. We rijden over de Hansbrug, die enkel geschikt is voor voetgangers en fietsers. Rechts van ons werd een hoge betonnen kubus in de grond geplant met de tekst: Antitankgracht. “Tussen september 1939 en mei 1940 wordt de KW-linie, een versperring tegen de Duitse tanks, aangelegd. Cointethekkens zijn efficiënt maar ook heel duur. Op de KW-linie, tussen Koningshooikt en Waver moeten Cointethekkens en de Antitankgracht de vijandelijke tanks en troepen tegenhouden. Daarna kunnen ze vanuit bunkers en loopgraven onder vuur worden genomen. De KW-linie telt meer dan 400 bunkers. Daar waar mogelijk kiest men dan ook voor andere doeltreffende strategieën zoals rivieren en hun natuurlijke overstromingsgebieden. Enkel hier, in Haacht, wordt voor een wel erg origineel idee geopteerd: een kunstmatig overstromingsgebied. Een 700 ha vrijwel onbewoond gebied tussen Haacht, Werchter en Wakkerzeel is lager gelegen dan de omgeving en kan zonder veel schade één tot twee meter onder water worden gezet. Om Haacht tijdens de kunstmatige overstroming te vrijwaren wordt ten oosten van het dorp, tussen de Dijle en de parallelle zuidelijke Leibeek, een 3,5 kilometer lange gracht aangelegd, versterkt met een betonnen muur. Wanneer Duitse troepen op 10 mei 1940 België binnenvallen, is de Antitankgracht klaar. Om 7u30 wordt het bevel tot onderwaterzetting gegeven. Nadat de schotten in de Dijledam gesloten worden, stroomt het water het gebied in, met 15 kubieke met per seconde. Een strook van 200 meter akker- en weiland ten oosten van de gracht verdwenen onder een watermassa van 5 miljoen kubieke meter. De verwachte slag bij de KW-linie blijft echter uit: op 16 mei wordt beslist dat de Belgische, Franse en Britse legereenheden zich moeten terugtrekken achter de Leie-stelling.” We fietsen 2,6 km langs de kronkelende Dijle over het jaagpad. De Dijle rivier stroomt door de provincies Waals Brabant, Vlaams Brabant en Antwerpen. Ze ontspringt in Houtain-le-Val en na een lengte van 86 km mondt de Dijle, vlak nadat de Zenne in haar loop uitmondt, in Rumst samen met de Nete over in de Rupel. We bevinden ons op het grondgebied van Haacht.  

Aan knooppunt 25 slaan we linksaf en steken weer de Dijle over via de Damiaanbrug. Naast de brug rijst een houten Damiaanfiguur twee meter de hoogte in. Het beeld werd op 22 augustus 2013 geplaatst. De Damiaanbrug, voor voetgangers en fietsers werd in 2012 in gebruik genomen. We zijn terug in Tremelo. Wat verder vinden we rechts van ons “Huize De Veuster vzw”. Vlak over het geboortehuis van Pater Damiaan startte in 1991, vanuit het psycho-geriatrisch centrum Damiaan, het Damiaan centrum voor volwassen gehandicapten, een bezigheidstehuis. Overdag nemen deze soms, nog jonge volwassen mensen, deel aan bezigheid in verschillende ateliers. Teneinde de straat zien we links het “geboortehuis” van Damiaan, dat nu het Damiaanmuseum is. In dit gebouw vindt de bezoeker een eigentijds en interactief belevingscentrum waar je het spoor volgt van Damiaan. Het museum loodst je doorheen de verschillende periodes in het leven van deze Grootste Belg en toont dat Damiaan ook vandaag een bron van inspiratie is. Rechts werd in een groene oase het kunstwerk “De Zelfgave” geplaatst. Een realisatie van Simon Lewi dat verwijst naar het leven van Pater Damiaan, die zichzelf gegeven heeft aan de melaatsen van Molokai. Anderen vertellen dat dit kunstwerk symbool staat voor het werk dat in het Geriatrisch Centrum wordt gedaan. Stof tot nadenken! 

Rechtsaf bij knooppunt 58 waar we verderop de locatie “Texas City” naderen. Het was de naam van het voormalige Amerikaanse paviljoen op de wereldtentoonstelling te Brussel in 1958. Het werd na de Expo naar Tremelo overgebracht. Ieder jaar wordt er in Texas City een country bijeenkomst georganiseerd. De site is gesloten en een bordje toont aan dat het paviljoen in september terug open gaat. Teneinde ons smalle pad bevinden we ons opnieuw in het centrum van Tremelo. Op de hoek Schrieksebaan/Veldonkstraat staat het gemeentehuis van Tremelo. In 1782 werd op deze plaats de pastorie opgericht. Het gebouw bevond zich centraal in een grote, ommuurde tuin met aan de straatkant een monumentale rondbooginrijpoort met aan weerszijden daarvan stallen, een koetshuis en schuurtjes. De muur en de poort zijn spijtig genoeg al lang verdwenen en de tuin werd nu het gemeenteplein. Boven de ingangsdeur bevindt zich het wapen van Simon Wouters. Het was de gewoonte dat de Abt bouwer het daar liet aanbrengen. De pastorie bleef bewoond tot 1967. Nadien verviel het gebouw zienderogen, totdat in 1976 de restauratie werd aangevat. In 1978 werd de oude pastorie het gemeentehuis van Tremelo. 

Vooraan links van het gemeentehuis werd het standbeeld van Flor Hermans “De Messenvechter” geplaatst. “Op het einde van de negentiende eeuw was de toestand in Tremelo niet erg rooskleurig te noemen. Vele dorpelingen hadden te kampen met honger en de harde strijd om te overleven. De onvruchtbare bodem leidde vaak tot miserie en vervolgens tot criminaliteit. Om te overleven werd er illegaal alcohol gestookt, gestroopt en gestolen. Tremelo bevond zich in een uithoek, langs de ene kant op de grens van Brabant en langs de andere kant op de grens met Antwerpen. Het wettelijk gezag keek naar Tremelo niet om en de inwoners maakten hun eigen wetten, vooral om te overleven. Vreemdelingen werden argwanend bekeken en soms beroofd. Ook onderling werden geschillen met de vuist of het mes geregeld.”

We blijven de Schrieksebaan volgen tot aan de kerk. Vanaf hier nemen we de tweede straat rechts tot op de parking en onze auto. Onze fietskilometerteller staat op 45 kilometer.

















07-03-2020 om 13:34 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ekerenroute

Fietsknooppunten: 13 - 14 - 76 - 74- 79 - 81- 25- 75- 72- 27- 73- 74- 76- 77- 13 = 41,5 km.

Dinsdag 30 juli 2019. Vanochtend was het licht bewolkt. Net voor de middag begint het op te klaren en stijgt de temperatuur toch nog tot een 26° Celsius. De wind is gedraaid naar het zuidwesten en wordt matig. We besluiten om een fietstocht te maken in de regio. Gewoon onze benen eens strekken en om in beweging te blijven. Het is mooi weer en een mens moet daar van profiteren. Met de fiets rijden we langs de Boerendijk naar Driehoekstraat waar we inpikken op het knooppuntennetwerk. We fietsen langs de vernieuwde speeltuin van Korte Bunt dat sinds december 2018 werd opengesteld. Het fietspad dat al in 2009 was aangelegd tussen Wilgenhoevestraat en Driehoekstraat werd eveneens doorgetrokken tot aan de Noteschelp en op deze manier kan de fietser veilig via de fietstunnel onder de spoorweg tot aan Bist rijden. 

Aan het eind van de Hogeschootlaan rijden we via de fietstunnel onder de spoorweg door naar knooppunt 76 en slaan linksaf om naast de spoorweg verder te rijden. We fietsen aan knooppunt 74 over de voormalige spoorweg van Kapellenbos. Dit treinstation werd gesloten in 1994 en de perrons werden afgebroken in 2005.  

Na knooppunt 81 komen we in Heide. Een dorp van Kalmthout, vlak naast spoorlijn 12 die treinreizigers naar Antwerpen of Roosendaal brengt. In de Sint-Jozeflaan houden we halt bij Monida Bistro & Cremerie om het innerlijke te versterken en de dorstige te laven. Het was er heerlijk toeven bij een ijsthee voor moeder de vrouw en een Gouwe Swa. Een goudkleurige tripel met fruitige smaak. Een baguette gezond stilt vast en zeker onze kleine honger.  

Een tijdje later bereiken we de Kalmthoutse Heide. Eén van de oudste en grootste natuurreservaten van Vlaanderen. Het heeft een uitgestrekt heidelandschap dat de laatste jaren ontwikkeld tot een echte publiekstreffer. We zijn echter te vroeg. Van paarse heidekleuren is nauwelijks sprake. We fietsen ook nog langs enkele bekende infoborden langs de weg over “Den Doodendraad & zijn Slachtoffers”. Er werd zelfs een reconstructie van zo’n draadversperring opgesteld. Uiteraard zonder de 2.000 volt. 

We komen bij de hoge metalen uitkijktoren die we kunnen beklimmen. Van daaruit hebben we een mooi uitzicht over de Kalmthoutse heide. In de verte spotten we de koeltorens van Doel. We fietsen tot in de dorpskern Heuvel met haar Heilig Hartkerk. De parochie is de jongste van Kalmthout. Op 1 december 1936 werd voor de wijken Heuvel, Zwarte Heuvel en Achtzaligheden een kapelanij opgericht, die afhing van de Onze-Lieve-Vrouwparochie in het centrum. In 1938 begon men met de bouw van een moderne zaalkerk die in 1939 werd ingewijd. Op 15 mei 1940 werd ze echter zwaar beschadigd maar grondig herstelt. In de Mariadreef werden in 1954 vijftien rozenkranskapelletjes geplaatst die de vijftien mysteries uitbeelden: vijf blije, vijf droevige en vijf glorierijke.  

Na knooppunt 72 fietsen we door Rodeweg en houden halt bij villa ‘En Passant’. Een pop-up biertuin die met de opbrengst hier een dagcentrum wil bouwen. Een ‘welgekome’ halteplaats om onze calorieën terug op te bouwen. Onder invloed fietsen we verder naar Kapellen en via Sint-Mariaburg terug naar het centrum van Ekeren.





07-03-2020 om 13:26 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
05-02-2020
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mozesbrugwandeling

Wandelknooppunten: 1 – 94 – Fort Pinssen  - 93 – 99 – 98  -– 92 – 95 – 96 – 97 – 88 – 69  - - Fort de Roovere  - - 1 = 7,50 km.

Vertrek: Parking Ligneweg, zijstraat Schansbaan 4661 PN Halsteren. 

Dinsdag 9 juli 2019. Het is 08:30u en de temperatuur wijst slechts 17° Celsius aan. Te fris voor de tijd van het jaar zei Sabine gisterenavond nog. Vanaf morgen wordt er regen voorspeld die vier à vijf dagen kunnen aanhouden. Daarom willen we vandaag nog een wandeling maken. Onze benen eens extra uitrekken. En vooral in beweging blijven. Daarvoor rijden we met onze Citroën Picasso naar Halsteren. Een dorp van Bergen-op-Zoom in de provincie Noord-Brabant.  

Wij rijden noordwaarts tot in de Ligneweg waar we de wandeling starten. Het is even oriënteren en kijken welke kant we uit moeten vanaf de parking. Het is nog vroeg, amper 09:10u. De meeste mensen wandelen met hun hond en tussendoor worden we ook nog gepasseerd door joggers. We staan vlakbij knooppunt 1 en slaan rechtsaf in de Fort de Roovereweg vanaf de parking, richting knooppunt 94, een bosrijke omgeving met uitsluitend loofhout. Eikenbomen staan langs ons pad. Op het eerste zicht zien we geen processierupsen. Of zijn ze al getransformeerd tot een prachtige vlinder? Of heeft Nederland geen last van de rupsenplaag? Het zou ons sterk verbazen als de processierups een halte maakt aan de Belgische grens. We blijven dan ook niet dralen rondom een eikenboom en stappen er zo snel mogelijk voorbij. Het is stil en rustig in het bos. We moeten stil staan en scherp luisteren om de zang van een vogel te horen. In de verte horen we toch nog het monotone geraas van het verkeer op de hoofdweg.  

De wegbeschrijving is niet evident. Af en toe staan er slechts pijltjes met geel groene strepen. Net alsof we een langeafstandswandeling maken. We gokken af en toe of we linksaf of rechtsaf moeten. Ons bospad is zanderig en met een fiets kan je hier niets beginnen. In de zijbermen groeien prachtige wilde bloemen in verschillende kleuren. De grote kattenstaart en de lisdodde bloeien weelderig. Het is echter de distel die de bermen domineren. We komen langs de Groote Melanen. Een plas met een oppervlakte van 4,5 ha waar sportvissers het hele jaar door kunnen vissen. Duizenden insecten dansen op of boven de plas. De bomen weerspiegelen in het heldere water. De zon probeert door de uitdagende grijze wolken te breken. Als we de geel groene strepen een tijdje volgen bereiken we toch knooppunt 94. Eureka! We naderen een half open vlakte waar men fitnesstoestellen langs het wandelpad heeft geplaatst. Het ziet er nog allemaal nieuw uit. Een grootvader helpt zijn kleinzoon van het ene toestel op het andere en toont waarvoor het dient. Het kind kraait van plezier. Hier, ongeveer tussen knooppunt 94 en knooppunt 93 ligt de voormalige West-Brabantse waterlinie met Fort Pinssen. Dit fort werd in 1628 gebouwd tussen De Roovere en Moermont met als doel een gat in de inundatievlakte rond Halsteren te dichten. In 1816 werd het fort buiten gebruik gesteld en na verloop van tijd overwoekerd. Van een fort is totaal niets meer te zien. 

Knooppunt 93 vinden we niet. Op een zitbank maken we de balans op terwijl we van een meegebrachte thermos een kopje koffie drinken en we besluiten om terug te keren en een andere weg te nemen. Maar ook dat brengt geen soelaas. We komen weer vast te zitten. We lopen in een kringetje want we eindigen weer bij de fitnesstoestellen. Een dame van leeftijd jogt ons tegemoet en we vragen haar of zij weet welke richting we uit moeten voor een knooppunt. Niet dus. We willen het eigenlijk opgeven en terug naar knooppunt 1 stappen als we toch een aanwijzing vinden naar knooppunt 88.   

Het voormalige Fort de Roovere werd gebouwd in 1628 op een hoge zandrug en vormde samen met de forten Moermont, Fort Pinssen en het Halsters Laag de zogenaamde linie naar Steenbergen. Door middel van inundatie kon een gebied tussen de vestingen Steenbergen en Bergen-op-Zoom onder water gezet worden. In 1727 werd het fort verbeterd. Aan de zuidzijde kwam een aansluitende liniewal tot stand. Tijdens het Beleg van Bergen-op-Zoom (1747) deden de Fransen tevergeefs een aanval op het fort. In 1784 bracht men wijzigingen in de voorwerken aan en werd het hoofdwal aan de noordzijde afgegraven. Het fort werd als vestingwerk in 1816 opgeheven. Van een fort is al lang geen sprake meer. Een houten vlonder brengt ons over een brede gracht. Van Fort De Roovere rest alleen een uitgestrekt areaal dat gedeeltelijk een weide- en bouwland vormt, al dan niet bebost. De duidelijke plateau’s met steil aflopende zijden zijn van elkaar gescheiden door diepe grachten en greppels. Aan de grachtkant werd een hoge toren gebouwd die een voormalige uitkijktoren vervangt. Deze hoge uitkijktoren, met de naam Pompejus, kan door middel van 129 trappen beklommen worden. Bovenaan staan we 25 meter hoog en kijken we uit over de West-Brabantse Waterlinie en genieten van een prachtige uitzicht.  

We moeten over een verzonken brug waarvan de rand vrijwel parallel aan de grond en het wateroppervlak loopt waardoor deze nagenoeg onzichtbaar is. Na nog een aantal trappen kunnen we uitblazen op een houten zitbank. Even pauzeren voor we de terugweg aanvatten. Het kanon op de waterschans werd als sierstuk geplaatst en is oorspronkelijk uit Luik en werd in de negentiende eeuw gegoten. Langs de kortste weg wandelen we terug naar de parking en besluiten we om naar Halsteren zelf te rijden om in het centrum van het dorp rond te wandelen. 

Een kerktoren leidt ons tot in de dorpskern. Het Raadhuis van Halsteren werd, volgens de muurankers, gebouwd in 1633. De laatste restauratie vond plaats in 1917 waar men aan de achterzijde de raadzaal vergrote. Het gebouw liep tijdens WOII grote schade op maar alles werd netjes hersteld in 1949. Sinds 2010 is er een restaurant-café in het Oude Raadhuis gevestigd. Vlakbij, in de Dorpsstraat, staat de Nederlandse Hervormde kerk. Gebouwd rond 1457 tegen een veertiende eeuwse toren. We pick-nicken vlakbij de protestantse kerk op een bankje in het zonnetje. Vervolgens wandelen we verder door de Dorpsstraat waar we halt houden bij de Rooms-Katholieke Sint-Quirinuskerk die samen met de pastorie gebouwd werden in 1911. Na een verfrissing op een schaduwrijk terras van SDW dag-centrum De Colweghe rijden we naar de bekende Intratuin van Halsteren. Het dorp staat vooral bekend vanwege haar overdekte Intratuin dat tijdens de jaren is uitgegroeid tot één van de grootste tuincentra van Nederland. Het bedrijf Intratuin werd opgestart in 1983 en is marktleider in de Benelux. De winkel is maar liefst 25.000 m² groot en tevens 7 dagen op 7 open.







05-02-2020 om 19:51 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Putteroute

Parkeren: Kerkhoflei bij de begraafplaats van Sint-Katelijne-Waver.

Fietsknooppunten: 36 -37 -26 -01 -74 -15 -03 -04 -84 -92 -19 -18 -17 -39 -35 -36 = 45km.

We fietsen door dorpen zoals Onze-Lieve-Vrouw-Waver, langs Putte bij Mechelen, Peulis, Grasheide en Beerzel.

Zaterdag 6 juli 2019. De zomervakantie en het bouwverlof is begonnen. Momenteel genieten we nog van lange dagen en korte nachten. De temperatuur wijst momenteel al 23°C aan en het is nog maar 08:30u in de morgen. Nochtans gaat de zon vaak schuil achter dikke sluierwolken. Maar het zou beslist droog blijven tot vanavond. We hebben geen regenkledij bij omdat we onze weergoden vertrouwen. We rijden naar Onze-Lieve-Vrouw-Waver. Een gemeente tussen Heist-op-den-Berg en Mechelen. Het is niet al te druk onderweg op de snelweg E19. Het vrachtverkeer is zelfs op één hand te tellen. Toch is het langzaam rijden als we de Lode Craeyeckxtunnel naderen. Een kleine drie kwartier later staan we op de parking vlakbij de begraafplaats. Er is plaats in overvloed. De begraafplaats heeft een ereperk en een naamplaatje voor oud-strijders van de Eerste Wereldoorlog en twee graven van gesneuvelden die worden onderhouden door de World War Graves Commission. Vooraan, op de lager gelegen nieuwe begraafplaats, werden de zusters van de Ursulinen begraven. We houden de begraafplaats rechts van ons en fietsen naar knooppunt 36.

Onze-Lieve-Vrouw-Waver is een deelgemeente van Sint-Katelijne-Waver en is vooral bekend sinds 1841 vanwege het bekende Sint-Ursula-Instituut dat hier gevestigd is. De school telt momenteel een 1750 leerlingen en had tot eind jaren tachtig, van vorige eeuw, een internaat. Aan het eind van de Vinkenhofstraat moeten we oorspronkelijk rechtdoor in de Leemstraat. We wijken echter even af en slaan linksaf naar Dorp en rijden rond de kerk. De Onze-Lieve-Vrouwkerk was al van ver zichtbaar vanwege haar 68 meter ranke toren, de hoogste uit de omgeving. Vanaf de dertiende eeuw was al sprake van een kerk op deze plek, maar ze werd meermaals verwoest door oorlogsperikelen. In het ontwerp voor de opvallende vierbeukige kerk werd de laat romaanse vieringtoren uit de dertiende eeuw behouden. Tijdens de slag om Dorpveld in 1914 raakte de kerk zwaar beschadigd. Het was wachten tot 1921 voor alles terug werd heropgebouwd. Vlakbij de kerk werd in 1910 het oud gemeentehuisje met schooltje uit 1829 afgebroken. In de plaats werd dit nieuwe neogotische gemeentehuis opgetrokken dat nu een ontmoetingscentrum geworden is met allerhande activiteiten. De waterpomp in het midden van het driehoekige dorpsplein werd in 1870 ‘gestoken’ om het dorp van zuiver drinkwater te voorzien, na een cholera-epidemie die aan vele dorpelingen het leven kostte. Tussen de kerk en het raadhuis werd in 1926 een oorlogs- en Heilig Hart monument opgericht. Het draagt de namen van de acht Waverse soldaten die tijdens de Eerste Wereldoorlog sneuvelden. Vooraan op het dorpsplein bevindt zich een kleine rozentuin ter herinnering aan de plaatselijke rozenkwekersfamilie Lens. Na ons kort bezoek keren we terug en slaan de eerste straat linksaf in de Leemstraat tot knooppunt 37.  

We blijven de Leemstraat volgen waar volop de vrijstaande woningen werden gebouwd. Sommigen hebben het allure van een villa. Al dan niet door een grote tuin omgeven waarin hier en daar de zomerbloemen schitteren in verschillende tinten. Het is de tijd van de grote bolhortensia’s ‘Annabelle’ die maagdelijk wit kleuren. Mobilhomes worden op de lange, brede oprit in gereedheid gebracht. Het is raden waar de rit naar toe gaat. Ik gok op het zuiden. Voor de bocht linksaf in de Lemenhoekstraat. Een smal asfalt pad tussen kleine kasseien. Nog meer statige vrije woningen die afgewisseld worden met groene weiden waarin de koeien grazen. Het is blijkbaar lang geleden dat ze nog mensen gezien hebben. Ze blijven ons nastaren tot we uit het zicht verdwenen zijn. Tussen de weilanden lijkt het of de wind een tandje bijsteekt. We laten ons echter niet kennen. We nemen een ondersteuning meer en halen dan “gemakkelijk” een snelheid van zeventien à achttien kilometer p/u. We genieten tussendoor van de prachtige panoramazichten. Even verder rijden we op het grondgebied Putte. We rijden echter niet door het centrum. In de Spoelstraat dwarsen we de N15 Mechelbaan. We laten de drukke straat achter ons en draaien de smallere veldwegen  en kronkelpaadjes in. We bereiken even later knooppunt 26.

Rechtsaf in de Schaapstraat langs de Sport- en recreatiecentrum met ruime parking. Het is weer een smal asfalt pad waar we door moeten en we hopen maar dat er geen auto’s moeten passeren. Misschien aangelanden maar dat maakt het daarom niet veiliger. De regio is soms zacht glooiend maar met onze e-bikes is dat geen probleem. We nemen een ondersteuning meer en zoeven naar het hoogste punt. Bij de afdaling schakelen we onze ondersteuning uit en laten ons uitbollen. De handen binnen het bereik van de remmen. Als we een bosrijk gebied naderen zijn we uiterst voorzichtig en speuren op de eikenbomen naar de processierupsen.  En als we ze zien wat dan? Moeder de vrouw fietste net nog met opgetrokken mouwen maar nu trekt ze wijselijk haar mouwen naar beneden tot bijna over haar vingers. Stukken bos worden afgewisseld met weiden en akkers waar tussen grote en kleine boerderijtjes of statige landhuizen gebouwd werden. We vullen ondertussen onze longen met groene zuurstof terwijl we genieten van prachtige vergezichten. Op sommige akkers is de maïs al hoog gegroeid ondanks de droogte. Zelfs vanop de fiets kunnen we er niet meer bovenuit kijken. Het koren oogt goudgeel en de enkele klaprozen kleuren als bloedvlekken ertussenin. Ergens hoog boven ons in de kruin van een beukenboom horen we de luidkeelse discussie van de eksters die in de groene stilte de rust verstoren. De zon speelt gedurig verstoppertje achter grote wolkenformaties. We zijn er niet gerust in. Ons Rina trekt een golfje aan. Teneinde moeten we rechtsaf op een brede betonbaan. Oef! Even toch want wat verder moeten we linksaf in Zegbos en weer is het een smal pad om op te fietsen. Als er een auto wil passeren moeten we aan de kant in het gras of de sloot inspringen. Keuze genoeg. Teneinde Zegbos zijn we terug aan de grote N15 Mechelbaan die we rechts laten liggen. Vlak voor het centrum van Peulis staat een kapel van de negentiende eeuw aan onze linkerzijde. Mooi wit gekalkt met grijze plint. De dubbele groene deur is afgesloten. Erboven staat “H. Apollonia” in drukletters geschilderd. De Heilige Apollonia uit Egypte is de patrones van de tandartsen en wordt aangeroepen bij kiespijn. We volgen verder de Oude Putsebaan tot aan het kruispunt met de Peulisstraat. Aan de overzijde is café “in ’t witte huis” (2009). Hier rechtsaf tot aan het majestueuze gebouw dat in 1895 werd opgetrokken als pastorie. Het toont vanop afstand indrukwekkender dan de Sint-Jozefkerk van Peulis. Tussen de pastorie en de kerk bevindt zich een Lourdesgrot. Dichtbij de beelden van Maria en Bernadette houden we onze koffiestop. Terug naar het kruispunt met de Oude Putsebaan en rechtsaf.

Na knooppunt 01 moeten we linksaf in de Scherpstuklei waar we weer omgeven worden door groene natuur. De weilanden worden op sommige plaatsen nog afgeboord met oude knotwilgen en grachten. De bomen geven door hun scheve groei de heersende windrichting mee. Teneinde rechtsaf fietsen we door Bonheiden. Een gemeente die aanzien kreeg door de omvorming van een sanatorium in een ziekenhuis en er voor tewerkstelling zorgde. Eens in de Harentstraat worden we omgeven door een bosrijk gebied. Verderop bevindt zich de watertoren van Bonheiden. Een betonnen kegelvormige kuip van 1973. Op de hoek Oude Booischotsebaan/ Harentstraat te Bonheiden vinden we op een driehoekig pleintje met twee linden de zogenaamde Onze-Lieve-Vrouw van Harentskapel, patrones tegen koorts. Gebouwd in 1965 ter vervanging van een zeventiende eeuwse kapel. Een picknicktafel nodigt uit om onze lunch te verorberen. Met een warme kop koffie erbij genieten we voor twee.  

Aan knooppunt 74 linksaf in de Peerlaarstraat met mooie moderne villa’s die vaak worden afgeschermd met hoge hagen en veilige ijzeren hekwerken. Moet het gezegd worden dat we af en toe een hond horen blaffen? Volgens mij zijn het geen schoothondjes. Op de Oude Booischotsebaan zien we de hoge watertoren boven de kruinen van de bomen uitsteken. Langs de weg rijden we vlak naast een bunker van het type PS2. Deze kazemat van het anti-tank centrum was een onderdeel van de KW-Linie, (KW = Koningshooikt – Waver) aangelegd tussen september 1939 en mei 1940. In de Plasstraat vinden we knooppunt 15. Even rechtdoor en dan rechtsaf in de Bleukstraat. We fietsen tweemaal over de Krekelbeek die door het landschap slingert. Het is ondertussen wel duidelijk dat we door de natuur fietsen. Het is één en al landschap afgewisseld met bomen, weiden en vergezichten om bij weg te dromen. Tussendoor zien we de statige villa’s die Bonheiden hebben doen groeien. Eens we terug door de Plasstraat fietsen bevinden we ons op het grondgebied van Putte.

Van ver zien we de spitse toren van kerk net boven de bomen uitkomen. Daar moeten we naartoe. We bevinden ons in Grasheide. Een gehucht van Putte met een kleine 2.000 inwoners. Aan de nieuwe bebouwing te zien groeit het gehucht elk jaar. We bereiken de dorpskern en houden halt bij de Sint-Gerardus-Majellekerk. Opgetrokken rond 1909. Het voormalige kerkhof werd omgebouwd tot parking. Over de kerk is een zonnig terras dat we niet zomaar kunnen negeren. Het wordt een sterk biertje. We hebben het terras helemaal voor onszelf. Maar we genieten voor twee. In de Kerkhoflei werd in 1948 het kleine kapelletje gebouwd, toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw. Info is ter plaatse. Teneinde de Kerkhoflei is ons knooppunt.

Als we linksaf slaan in de Haachtsebaan vinden we de kleine kapel die werd gebouwd ter ere van de Heilige Gerardus Majella, patroonheilige van de parochie. Gebouwd in 1919 door August Jennen. In 1919 wilde Frans Mariën, overgrootvader van de eigenaar met drie dochters naar Beerzel verhuizen, zeer tegen de zin van de meisjes die in Grasheide wilden blijven. De familie beloofde een kapelletje te bouwen als ze in Grasheide een woning vonden. Enkele weken later kon Frans het huis kopen en na de verbouwingswerken metste hij het kapelletje. In deze straat zijn talrijke nieuwbouwhuizen die kunnen doorgaan voor villa’s. Over huisnummer 57 vinden we onze volgende wegkapel met infobordje. Gebouwd voor Maria van Lourdes. Na de kapel rechtsaf in de Vijfheide waar we al snel weer opgeslokt worden door groene natuur, open velden en weidse vergezichten. De skyline wordt gedomineerd door hoge loofbomen. De boerderijen werden mooi gerenoveerd tot woningen. Een fel gegeerd vastgoed. Op het einde van de Grasheideweg is ons knooppunt.

We fietsen op het grondgebied van Heist-op-den-Berg. De gemeente dankt zijn naam aan de “Heistse Berg”, een heuvel die centraal in de gemeente ligt. Op de 48 meter hoge top ligt het historische centrum. Aan het einde van Oude Schrieken bevinden we ons in het gehucht Achterheide. De kapel in de Hollandstraat is van Onze-Lieve-Vrouw van Hal en oorspronkelijk gebouwd in 1894. Door het getraliede venster zien we de zwarte madonna op het altaar staan. Vanaf de Hollandstraat fietsen we weer op een smal asfaltpad onder bescherming van de takken van de bomen. De zonnestralen dringen niet door de overhangende takken van de bomen. Het is hier fris en stil. Daarnet reden we nog door een drukke hoofdstraat met razende auto’s. Het was even schrikken na een trip door het rustige landschap.  

Rechtdoor en rijden even later het centrum in van Beerzel. Een deelgemeente van Putte dat al bekend was in 1151. Ook hier is een getuigenheuvel te zien met 51,60 meter het hoogste punt van de provincie Antwerpen. De Beerzelberg is een recreatiegebied met spelen voor jong en oud. Biljarten, poolen, minigolf en een speeltuin voor de kleinsten. Een leuke plek om te wandelen door bos, hei en grasland. Er zou een terras zijn maar afgebrand in 2017. Even verder rijden pal op de zoveelste wegkapel van vandaag. Op de hoek met de Koningsbaan/Warandestraat werd de bakstenen kapel in 1885 gebouwd. Op het altaar staat een Mariabeeld en obiitborden van 1938 en 1966. We komen niet veel fietsers tegen op onze tocht. Blijkbaar zijn er veel naar het buitenland vertrokken.

Rechtsaf in de Diepestraat met de Beerzelberg rechts van ons. De Borgstraat brengt ons tot aan de N15 of Mechelbaan. Een stukje rechtsaf en de eerste straat linksaf in de Molenstraat. Een brede betonbaan en heel veel groen. Op de Berlaarbaan verlaten we het grondgebied van Beerzel en rijden door Berlaar. Onze laatste kapel is de Kapel van de Heilige maagd.

Na afloop van onze fietstocht staat de fietsenteller op 48 kilometer en rijden we met de auto naar Brasserie “De Stenen Molen” voor een welverdiend avondmaal. De foto’s spreken voor zich.













05-02-2020 om 19:44 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
13-01-2020
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Pijnvenroute

Fietsknooppunten: 554 - 515 - 258 - 257 - 272 - 255 - 264 - 552 - 266 - 60 - 30 - 275 - 277 - 555 - 554 = 41,9 km.

Parkeren: IJzerlei 21 Leopoldsburg.

Woensdag 17 juli 2019. Het is 08:20u en de huidige temperatuur bedraagt 17°C. Voor vanmiddag beloven de weergoden nog 25° à 26°C. Het is één strakke blauwe lucht en momenteel nog windstil. Tijd voor een fietstocht. Met de fietsen achterop de drager rijden we naar Leopoldsburg. Het verkeer valt goed mee zodat we een half uur later op de voornoemde parking staan gestationeerd. Met onze fietsen houden we de parking links van ons en vlakbij is knooppunt 554. In de Koning Leopold III-laan werd een beeldje geplaatst van “De Soldaat”. Het is een kunstwerk van Hilde Fransen dat op 10 september 2010 onthuld werd ter gelegenheid van 175 jaar “Kamp Beverlo” en 160 jaar Leopoldsburg. Rechtdoor spotten we de grote kiosk van Leopoldsburg waar nog regelmatig openlucht evenementen plaats vinden. De Onze-Lieve-Vrouw-Tenhemelopneming kerk staat in de schaduw van talrijke bomen waardoor het gebedsgebouw is onttrokken aan de omgeving. Alleen de toren is van ver zichtbaar omdat deze boven de kruinen van de bomen uitsteekt. Het is onmogelijk om de volledige kerk op foto vast te leggen. De militaire kerk werd gebouwd in baksteen en arduin. De rondbogige glasramen in de koorgang zijn kopieën van glasramen uit de kathedraal van Chartres in Frankrijk. De kerk werd ingewijd op 12 juni 1903 en behoort tot de grootste van de provincie door haar 1 400 zitplaatsen en 1 000 staanplaatsen. Vlakbij de appartementsblok werd een massieve rotsblok in de grond gezet in de schaduw van een grote boom. Een herdenkingsplaatje werd aangebracht dat ons vertelt dat op deze plek een meiboom werd geplant. Verderop in de Koning Leopold III-Laan houden we nogmaals halt bij een monument dat ons vertelt dat deze laan ingehuldigd werd door Zijne Majesteit Koning Boudewijn op 21 september 1985.

We wijken even af en rijden de laan ten einde. Rechtsaf in de Koningin Louisa Marialaan en komen langs het “Paviljoen van de Commandant van de Genie” dat in 1869 werd gebouwd. Dit gebouw valt op door zijn bekoorlijkheid in bouwstijl. De verdieping is volledig omgeven door een sierlijke gaanderij en tegen de regen beschermd door een uitspringend dak. Op het hoogste punt prijkt een belvedere en in de gevel zijn fraaie motieven ingemetseld met gekleurde bakstenen. Het is niet direct duidelijk of het paviljoen nog in gebruik is. Er is nochtans sprake om er een museum in onder te brengen. Rechtdoor voor een bezoek aan het Belgisch Militair Kerkhof. Door de “Kampenaars” wordt het nog wel eens het Duitse kerkhof genoemd. Het kamp was tijdens WOI immers een belangrijke troepenopleidingsplaats voor de bezetter. In het militair hospitaal werden zwaar gewonde Duitsers verpleegd. Velen onder hen stierven en werden begraven op deze begraafplaats. Na WOI werden er Belgische militairen en oorlogsslachtoffers begraven. In 1945 werden de Duitse stoffelijke resten naar de grote Duitse begraafplaats in Lommel overgebracht. Vooraan op de begraafplaats liggen ongeveer 800 slachtoffers van WOI. Op het achterste gedeelte bijna 400 uit WOII. Helemaal achteraan zijn de graven van 29 gefusilleerde waaronder 22 ongeïdentificeerde weerstanders die in het Gemeentebos, kort bij Hechtel, werden neergeschoten tijdens WOII. Op de begraafplaats staan twee kleine gebouwtjes (Mausolea). Het eerste is het mausoleum voor de onbekende krijgsgevangenen van beide wereldoorlogen, het tweede is dat van de onbekende politieke gevangenen van WOII. Wat verder staat nog een oude waterput die dateert van 1850.

Als we de begraafplaat verlaten moeten we rechtsaf en de Koning Leopold II-laan volgen tot bij de ingang van de militaire begraafplaats van het Brits Gemenebest. De begraafplaats werd in 1948 in gebruik genomen. De militairen die hier hun laatste rustplaats kregen sneuvelden vooral tijdens de opmars naar Arnhem tijdens WOII “Operatie Market Garden”. Het bekendste graf (4B13) is dat van de Britse majoor Lord Robert Cavendisch (markies van Hartington). Hij sneuvelde in Heppen bij de bevrijdingsgevechten aan het hoofd van een compagnie van de Coldstream Guards. Hij was getrouwd met Kathleen Kennedy, de zus van John F. Kennedy, voormalig president van Amerika. In totaal rusten hier 724 Britten, 31 Canadezen, 8 Australiërs, 27 Polen, 4 Nederlanders en 2 onbekenden.

We rijden terug en houden halt op de hoek van het Koning Albert I-plein en de Leopold III-laan. Op deze plaats werd in 1903-1904 het gebouw voor de posterijen opgetrokken ter vervanging van het eerste postkantoor dat gebouwd werd in 1838 op de plaats van de oude pastorij. Al voor de aanleg van steenwegen reden er postkoetsen, die dagelijks de regio Diest en Hasselt verbonden. In die tijd duurde een reis heen en terug bijna een hele dag. Vanaf 1835 was er een dagelijkse postkoetsdienst tussen het kamp en Brussel en vanaf 1936 kon je ook iedere dag met de postkoets naar Herentals reizen. In de winter werd deze rit slechts eenmaal per week gereden. Het grote postgebouw staat momenteel te koop.

Verderop, in dezelfde laan, staan we stil voor een prachtig gebouw met kapel dat één geheel vormt met de straat. Het is de kapel van het Karmelklooster. Op deze plek werd in 1843 een nieuw kerkje, buiten het militair domein, ingewijd ter vervanging van een klein parochiekerkje van 1837 dat door een orkaan vernield werd. In dit kerkje was er slechts plaats voor 300 personen wat veel te weinig was voor de grote militaire gemeenschap. In 1906, na de bouw van de grote nieuwe kerk, kocht een handelaar het kleine kerkje en gebruikte het als stapelplaats. In 1924 werd in Leopoldsburg onder impuls van priester Eduard Poppe een gemeenschap van de zusters Karmelietessen gesticht. De zusters richtten de stapelplaats in als kloosterkapel. Voor het gebouw werd op 9 december 2005 het borstbeeld ingehuldigd van Koning Leopold I (1790-1865) door Z.K.H. Prins Filip.

We rijden vervolgens vlak naast de oefenterreinen van het Belgische leger in  Leopoldsburg. In de periode van 1831 tot 1839 heerst er tussen België en Nederland een gewapende vrede. De Nederlandse koning Willem I erkent echter onze onafhankelijkheid niet. Dit verplicht het leger om paraat te blijven en de grens met Nederland te bewaken. Vanaf 1832 worden kleine Belgische observatiekampen opgericht langs de grens. Deze kampen kosten handen vol geld en beantwoorden niet aan de doelstellingen van de eerste Belgische koning. Leopold I wil immers één groot kamp dichtbij de Nederlandse grens, waar infanterie, ruiterij en artillerie samen kunnen oefenen. In oktober 1834 komt hij met enkele generaals op verkenning naar de “Grote Heide van Beverlo”. De koning is onmiddellijk gewonnen om in deze desolate vlakte een enorm kamp te bouwen. De grond is goedkoop, het gebied is dun bevolkt en er is genoeg drinkwater. Begin 1835 keurt het parlement de bouw van “Het Kamp van Beverlo” goed. In nog geen vier maanden tijd worden meer dan 400 barakken van Diest overgebracht naar Beverlo, meer dan duizend tenten rechtgezet en honderden strohutten gebouwd. In augustus van dat jaar komen de eerste 20 000 soldaten op oefening en het “Kamp” is geboren. Handelaars vestigen zich rond de basis. Deze pioniers vormen de kern van het latere Leopoldsburg dat als “kind van het kamp” in 1850 het levenslicht ziet.

We fietsen op het fietspad naast de drukke N73. Net voor het informatiekantoor staat nog steeds het oud militair hospitaal. De plaats waar in 1835 de ambulancecompagnie haar tenten en wagens neerzette en het domein er omheinden. Enkele gebouwen voor het personeel, een keuken en stallen voor de paarden worden gebouwd waardoor het hospitaal vorm krijgt. De eerste definitieve gebouwen zijn uit 1841 en de eerste hospitaalzalen uit 1850. Een nieuwe methode van laagbouw met afzonderlijke paviljoenen maakt dit complex uniek. Onderling verbonden door een gang, sloot het geheel een centrale binnenkoer en tuin in. Het hospitaal was als dusdanig zeer modern voor zijn tijd en dwong in Europa, algemene bewondering af. In 1901 kreeg het hospitaal een speciale afdeling voor tuberculozen. In 1913 werd het complex uitgebreid met 8 ziekenzalen, een apotheek en een administratiegebouw. 1 000 zieken en gewonden konden er verzorgt worden. Vanaf augustus 1914 bezetten de Duitsers het hospitaal. Zij brenger er elektriciteit aan. Na de oorlog neemt ons leger het hospitaal terug over. In 1923 wordt er een kloostergebouw en een kapel aan toegevoegd. De Duitsers nemen de instelling tijdens WOII over en blijven zelfs nog een hele tijd na de bevrijding. Pas op 20 december 1948 verlaten de laatste krijgsgevangenen samen met hun Duitse dokters het hospitaal. Op 1 januari 1949 wordt het complex opnieuw militaire infirmerie en vanaf 1951 tot 1971 terug volwaardig militair hospitaal voor de Belgische strijdkrachten. Vanaf 1982 is er het “Museum van het Kamp van Beverlo” in ondergebracht.

Wat verder houden we halt bij het majestueuze “Tacambaro” monument. In 1867 werd de “zuil van Mexico” in alle stilte ingehuldigd wegens de hevige beroering die de expeditie had veroorzaakt in het land. De zuil draagt de namen van de manschappen die gesneuveld zijn tijdens de veldtocht van 1864/1865 in de veldslagen van Tacambaro, Loma en Morelia. In 1864 werden twee bataljons (ongeveer 1500 militairen) gerekruteerd door Mexico. Ze werden geïntegreerd in een voornamelijk Frans bezettingsleger. In Mexico was een keizerrijk tot stand gekomen door toedoen van Frankrijk, Engeland en Spanje. De kroon van dat nieuwe rijk werd toegewezen aan Maximiliaan van Oostenrijk en aan zijn echtgenote prinses Charlotte van België, dochter van koning Leopold I. Al snel, na zijn troonbestijging geraakte keizer Maximiliaan in zware moeilijkheden en werd hij geconfronteerd met een algemene opstand. Leopold I stuurde zonder raadpleging van het parlement het expeditiekorps ter hulp omdat zijn dochter in nood verkeerde. Het detachement geraakte verwikkeld in hevige gevechten. Het meest bekende wapenfeit is dat van Tacambaro op 14 april 1865. Niet alleen de gevechten maar ook ziekten waren verantwoordelijk voor de zware verliezen. Keizerin Charlotte keerde terug naar België in 1866. Het detachement scheepte terug in begin 1867 en keizer Maximiliaan werd in juni 1867 door de opstandelingen gefusilleerd.

Achter de omheining staan talrijke militaire voertuigen gestationeerd in elke vorm die je maar kan bedenken, maar militairen krijgen we niet te zien. Misschien heeft het iets te maken met het verlof. Rechts zien we het vliegveld van Leopoldsburg dat een onderdeel is van het militaire kamp. Aeroclub Sanicole vzw kreeg in 1971 een vergunning om hier een vliegveld uit te baten. Het wordt gebruikt door  para’s en A109 helikopters.

We fietsen voor een gedeelte door het centrum van Hechtel zelf. Een smalle asfaltstraat met aan beide zijden prachtige villa’s. Als we er Wikipedia op na lezen komen we te weten dat Hechtel een klein landbouwdorpje was met een rijke geschiedenis. De gemeente werd in 1977 samengevoegd met Eksel. We nemen van op afstand een foto van de kerk. Links van ons zien we, in de verte, de boomtoppen van het “Bosreservaat In de Brand”. Het wordt beheerd door het Agentschap voor Natuur en Bos. Een prachtig domein met verschillende wandel-mogelijkheden.

Voorbij knooppunt 258 slalommen we tussen hoge bomen waarvan de takken met bladeren voor de nodige schaduw zorgen. Het is er zelfs frisjes. Eksters roepen, alsof ze andere vogels waarschuwen dat er fietsers in aantocht zijn en mogelijk een gevaar betekenen. De talrijke schapen, vlakbij in de groene weide antwoorden terug. Eens uit centrum van Hechtel rijden we weer langs het militair domein. Als we de Grote Nete dwarsen fietsen we door Locht, een gehucht van Hechtel-Eksel.  Door Locht loopt de N715 van Hasselt naar Lommel en Eindhoven.

We rijden noord west tussen het militair domein. Als we op de Kiefhoekstraat fietsen rijden we pal naast het Slijkven dat vroeger een rijk heidegebied was dat vervolgens bebost werd. Vanaf 2010 werd begonnen met ontbossing en werd de grond afgegraven. Het twaalf hectaren grote gebied wordt opnieuw een heidegebied. Op het eind van de straat is knooppunt 272. Tijd voor onze meegebrachte picknick. We zetten ons op een dikke boomstam die eigenlijk dienst doet als fietsstalling die niemand gebruikt. Het is hier druk van fietsers en wandelaars. We hebben, hier in Limburg, al letterlijk door het water gefietst en sinds kort kan men ook door de bomen fietsen. Hier, bij knooppunt 272, aan het Pijnven in Bosland werd een constructie gebouwd met 449 unieke kolommen in weervast staal, die de stammen van de dennen symboliseren. Zo gaat het geheel mooi op in de omgeving. Met het nieuwe pad wil de provincie zich nog meer op de kaart zetten als fietsparadijs. Het lijkt of vandaag iedereen hier de bomen in wil fietsen. Gelukkig is het slechts toegankelijk in één richting. De klimming is goed te doen, niet te steil. Op het hoogste punt houd iedereen halt voor een foto. Iedereen blijft keurig rechts zodat het doorgaand verkeer geen hinder ondervindt. Terug beneden rechtsaf naast het ‘Domeinbos Pijnven’ dat zonder meer een paradijs is voor stevige boswandelingen.

Verderop nodigt een mooie picknicktafel uit om even te verpozen. Bij een kopje koffie hebben we een prachtig panoramazicht over de vlindervallei. Rondom onze rustplaats werd op 18 maart 2007 feestelijk een nieuw bos aangeplant. Dit gebeurde in het kader van de campagne “Kom Op Tegen Kanker”. De boompjes werden aangekocht en geplant door bewoners, verenigingen en bedrijven uit Hechtel-Eksel, Lommel en Overpelt ten voordele van het Kankerfonds. Sofie van Mol en Marcel Vanthilt zijn de trotse meter en peter van dit stukje bos. Het zorgt niet alleen voor een aantrekkelijk landschap. De natuurlijke structuur biedt ook meer leefgebied voor tal van zeldzame diersoorten in deze vallei. Bijvoorbeeld vlinders maken hiervan graag gebruik om zich op te warmen en bloemen te bezoeken. De ideale bosrand ziet er dan ook uit als de vleugelranden van de gehakkelde aurelia.

We houden halt bij de Duitse begraafplaats te Kattenbos dat in 1959 in gebruik werd genomen. Het is er uitzonderlijk druk vandaag door een theater- en muziekvoorstelling van “Stage of Mind”. Het evenement gaat van start om 15:00 uur. Momenteel is men nog bezig met de opbouw en het opstellen van de rekwisieten. Er komen tot 30 jongeren uit verschillende landen die via deze voorstelling zich uitdrukken over oorlog, vrede, mensenrechten en diversiteiten. Wij bezoeken de begraafplaats die nu bruin oogt door de langdurige droogte. Nergens zien we bloemen of kransen. Dit is een terrein van 16 ha groot waar 38.000 soldaten van WOII rusten. Er bevinden zich ook een kleiner aantal (483) gesneuvelde soldaten van WOI. Sinds 2015 kan men in het plaatselijke fietscafé “Hof Ten Vrede” iets verfrissend drinken. We zetten ons in het zonnetje en drinken elks een streekbiertje “Oudstrijder”. Daarna fietsen we verder. Het Ford Lommel Proving Ground is een testbaan van Ford. Een terrein van 3,22 km² dat aangelegd werd in 1964 maar later nog werd uitgebreid.

Na knooppunt 264 rijden we over de N746 en fietsen tussen de Molse Nete en het Kattenbos. De Molse Nete is een rivier die ontspringt nabij het Lommelse Kattenbos en in westelijke richting stroomt. Ze doorkruist het Kanaal van Beverlo en stroomt dichtbij Geel in de Grote Nete. Vlakbij het Kattenbos vindt men de Kattenbosserheide, één van de weinige overgebleven heidegebieden. In de Zandstraat, even verder, stoppen we voor een ijsje en een drankje bij Sandens ice cream. Zij zorgen alle dagen voor 27 verse ijssmaken. Terwijl moeder de vrouw afkoelt met een tiramisu- en amaretto ijsje geniet ik van het abdijbier “Steenbrugge Blond”. Een bier van hoge gisting met nagisting in de fles. Na onze sanitaire stop komen we even verder bij de ingang van het Kattenbos. We worden aangenaam verrast door een groot mooi kunstwerk. Het is een rups die een mooie vlinder wordt. Tijdens een tocht van 2,2 km door het Kattenbos spot de wandelaar nog enkele mooie kunstwerken. Wij fietsen verder. We rijden voorbij een akker waar groene kool verdort is. Hier wordt duidelijk niet gesproeid. Andere groenten, in de buurt, staan er tip top bij. Niet overal krijgt de zon kans om het water te laten verdampen.

Na knooppunt 552 fietsen we op de Oude Vosvijvers. Een asfaltweg met luxueuze open bebouwing. Links mooie vergezichten door de hectaren landbouwgronden. Op schaduw moet je hier niet rekenen. Op het eind van de straat bevinden we ons in Gelderhorsten. Een gehucht van Lommel dat enkel bestaat uit een straat met enkele zijstraten. Er is wel een voormalige kerk en een Mariakapel.

We dwarsen het kanaal van Beverlo dat een aftakking is van het kanaal Bocholt-Herentals. Het is tevens één van de zeven Kempische kanalen tussen Maas en Schelde. Met de bouw, van het kanaal, werd gestart in 1854 om militaire redenen. In 1830 werd de kazerne van Leopoldsburg opgericht en via het kanaal werd het garnizoen bevoorraad van zwaar militair materiaal. Onderweg zien we hectaren groen loof van aardappelen in bloei staan. Volgens mij kan er geoogst worden.

We fietsen aan de rand van het natuurreservaat Keiheuvel. Een gebied van 108 ha unieke duinen en bossen waarvan ongeveer de helft beschermd is omdat er zo’n waardevolle planten en dieren opgroeien en bloeien. We rijden ondertussen op het grondgebied van Balen. We rijden niet echt door het centrum maar steken de Grote Neet over en volgen even de Zwellingsloop tot bij de molen. De Zwellingsloop is een kunstmatige zijloop  van de Grote Nete. De Topmolen is de enige molen van het bovenslag type in de provincie Antwerpen. Dit betekent dat het water geleid wordt tot boven het kleine wiel, dat voorwaarts draait. In tegenstelling tot de andere watermolens van de streek, die allen onderslagmolens zijn. De watermolen werd in 1850 opgericht. In 1935 werd hij volledig heropgebouwd in steen, samen met het molenhuis. De molen werd voorgoed stilgelegd in 1958.

Linksaf aan knooppunt 30 waar we ons even in de provincie Antwerpen bevinden. Op Schoorheide (straat) hebben we langs beide zijden een prachtig panorama. Schoorheide is een gehucht van Balen. Hier bevond zich oorspronkelijk de Schoorse Heide. Aan knooppunt 275 moeten we het kanaal van Beverlo dwarsen via brug 5 Balen Zwaling. We fietsen langs het kanaal op het grondgebied van Leopoldsburg. We vertragen ter hoogte van de grote jachthaven. Pleziervaartuigen liggen hier te pronken en te schitteren in de late namiddagzon. Goedkoop om uit te varen is het blijkbaar niet want sommige eigenaars zitten met familieleden te zonnen op het dek terwijl het jacht zachtjes schommelt tegen de kade.  

Na knooppunt 277 houden we halt bij een arduinen grafzerk van Louis Goetz. Sergeant kandidaat officier Louis Goetz maakte deel uit van de Derde Gemotoriseerde Eenheid die tijdens de bevrijdingsgevechten van september 1944 in stelling lag rond Heppen. Men vermoedde dat de vijand in de loop van de nacht van 11 op 12 september een 88 mm antitankkanon in versterking had gekregen in de omgeving van Oostham. Een verkennings-patrouille drong zich dus op. Sergeant Goetz meldde zich vrijwillig om de patrouille te leiden. Op 12 september, tijdens de patrouille, liet hij rond 19:30 uur de mannen van zijn sectie in dekking gaan in een gracht en stak alleen de Engestraat in Heppen over. Hij vorderde nog enkele tientallen meter verder in het open weiland om de positie van de vijand beter te kunnen bepalen. Plotseling werd Cadet Goetz dodelijk getroffen in het hart door de kogel van een vijandelijke scherpschutter.

We fietsen naast de spoorlijn Hasselt-Mol. Hier krijgen we een mooi zicht op het stationsgebouw van Leopoldsburg. In 1878 stoomde de eerste trein Leopoldsburg binnen. Dit gebeurde na jarenlange onderhandelingen waarbij het Kamp twee andere kansen had verkeken: eerst de lijn Hasselt-Neerpelt langs Wijchmaal, later de lijn Mol-München Gladbach. Uiteindelijk kreeg de gemeente een station op de lijn Diest-Mol. Oorspronkelijk was het in rode baksteen maar vanaf 1950 werd het gebouw overschilderd. Het vroegere goederenmagazijn werd afgebroken en ruimde plaats voor een parking. Het is 17:30 uur als we terug bij onze auto staan.



















13-01-2020 om 15:28 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tielt-Wingeroute

Fietsknooppunten: 27-95-39-90-360-350-351-355-43-42-41-40-44-61-79-78-77-76-28 = +/- 46,7 km.

Parkeren: Tielt-Winge. Parking: Optielt 14, nabij de kerk. 

Zaterdag 2 juni 2019. We vertrekken speciaal vroeg vandaag omdat ze (weerprofeten) een warme dag voorspellen. Temperaturen tot 27°C in de Kempen. En naar het schijnt is dat nog in de schaduw. We hadden afgesproken van morgen, zondag, te fietsen maar ze (weerprofeten) voorspellen dan nog warmer weer. Daarom dat we precies vandaag om 09:20u op de afgesproken parking staan  voorbij de kerk. We bevinden ons in het hart van Hageland te Tielt-Winge. Een gemeente die bekend is om zijn of haar wijnen en vooral door de fruitteelt van appels, peren en krieken. Voor de vruchten is het nog een paar maanden te vroeg, al zien we de kleine peren als krieken zo groot met trosjes aan de laagstammige fruitbomen hangen. De Sint-Martinuskerk die we net met de wagen voorbij reden heeft een vierkante toren waarvan het oudste gedeelte in ijzerzandsteen werd gebouwd in de loop van de dertiende eeuw. In 1754 werd hij verhoogd met rode baksteen. Met de fiets houden we de parking rechts van ons. Het is om te beginnen al klimmen. Onze plattelandsbenen zijn het niet gewend.  Voorbij huisnummer 137 slaan we linksaf en volgen knooppunt 27 tot aan de Vlooybergtoren. 

Op deze plek stond jaar en dag een vervallen houten uitkijktoren. Wat we nu zien is de bekende uitkijktoren die dateert van 2013. Deze toren werd bekent door de serie 'Callboys' die hem als decor gebruikten. In de nacht van 29 op 30 juni 2018 werd de uitkijktoren beschadigd door vandalen. Er werd brand gesticht door middel van balen stro en benzine. Enkele dagen later werden de daders reeds geklist. De toren wordt terug herstelt en zal ongeveer 1,5 meter hoger worden. Of dat zo is hebben we niet kunnen vaststellen. Het is in ieder geval een stevige klim tot op het hoogste punt, maar het loont de moeite. Door het helder weer zien we in het westen de koeltorens in Vilvoorde en in het oosten kunnen we de schachten zien van de Limburgse steenkoolmijnen. De akkers rondom zijn allemaal beplant. Hopelijk is het niet allemaal maïs. Tussen de akkers staan tientallen rijen laagstammige fruitbomen. Het lijkt op een groene oase nu alle bloesems verdwenen zijn en stillaan vruchten worden. Ook dorpen met hun spitse kerktorens zien we als ze niet achter een bos verscholen liggen. Terug beneden lezen we bij de picknicktafel een gedicht van Ina Stabergh ‘Toren van Tielt’.  

Enkele pedaaltrappen verder fietsen we op een asfaltweggetje ‘in the middle of nowhere’ tussen de fruitplantages door een (licht) golvend groen Vlaams-Brabants landschap. We rijden richting Limburg maar we bezoeken vandaag nog talrijke andere oude monumenten, historische stadjes en pittoreske dorpen in een perfecte mix van natuur en cultuur. Nadat we de N2 of de Diestsesteenweg gedwarst hebben houden we halt bij de ‘Kapel van Onze-Lieve-Heer’. De tamelijk grote kapel werd vooral op Goede Vrijdag bezocht om er te bidden voor het welzijn van de mensen en het vee. In 1945 werd de kapel verwoest door een Duitse bom. Tussen het puin werd het houten Christusbeeld ongeschonden terug gevonden. Het beeld ligt horizontaal onder het altaar opgebaard. Verderop fietsen we pal langs een hoge afsluiting met bovenaan prikkeldraad. Het is een militair domein waarop een kleine tiental schotelantennes geplaatst zijn. Het is ons niet direct duidelijk waarvoor ze dienst doen. Ik kan me voorstellen dat ze niet bedoelt zijn om VRT of VTM te ontvangen.  

Aan het volgende kruispunt hangt een klein Mariakapelletje aan een boom. Het is nog steeds versierd met blauw witte plastiek bollen ter gelegenheid van de afgelopen Mariamaand. Als we rechtsaf slaan in de Kerkstraat vervolgen we onze weg over kasseien. Het eerste stuk kunnen we naast de kasseien op de grasberm rijden. Aan het achtergelaten spoor te zien zijn we niet de enige die dit doen. Na de bocht duiken we in een holle weg en zijn we verplicht de vele kasseien te trotseren. Af en toe moeten we rechtstaan op de pedalen om ons zitvlak te sparen. We fietsen momenteel op het grondgebied van Molenbeek-Wersbeek. Een landbouwdorp dat tijdens WOI in 1914 zwaar werd beschadigd. Tijdens de invasie werden 14 huizen in brand gestoken en de rest werd leeggeplunderd. Bij de kerk stoppen we voor enkele foto's. De Sint Laurensiuskerk met omliggende begraafplaats dateert van de dertiende eeuw. De toren is van de veertiende eeuw. Er werd een monument aangebracht dat hulde brengt aan E.P. Gaston Daenen. Hij werd hier in de gemeente geboren op 27/12/1910. Hij werd missionaris in Kongo van 1938 tot aan zijn dood in 1967. Hij werd vermoord in Kisenge op 1/11/1967.  Verder langs holle wegen bereiken we ons knooppunt.  

Linksaf op de Halensebaan. Na enkele holle wegen krijgen we een betoverend groen landschap voorgeschoteld. Het is ondertussen al warm geworden. Er staat wel een frisse wind die verkoeling brengt. Dat maakt het nog gevaarlijker. Het is oppassen geblazen om niet te verbranden. Insmeren is de boodschap. We fotograferen prachtige vergezichten dat een belangrijk leefgebied is voor verschillende vogelsoorten. De bermen herbergen een schat aan flora en fauna. De beukenbomen groeien reikhalzend de hoogte in. In de verte zien we onze eerste vierkanthoeve. De eeuwenoude boerderij herinnert aan de tijd dat het boerenleven hier het karakter bepaalde. Linksaf op de Provinciebaan (N29), richting Diest.  

Op de hoek Zelliksebaan/Leemkuilstraat werd een kapel gebouwd die gewijd is aan O.L. Vrouw van Lourdes. Een prachtige onderhouden kapel met veel beelden en bloemen. We fietsen op het grondgebied van Bekkevoort. Het dorp zelf ligt op een hoogte van 64 meter. Het bladerdek van de bomen geven ons de nodige schaduw. De talrijke akkers liggen in grote, aaneengesloten, complexen bij elkaar. Alles baadt in het volle zonlicht. Als bloemenliefhebbers kijken we uit naar bijzondere plantensoorten die in de zijbermen groeien en bloeien.  

We rijden door het gehucht Struik. Het wordt niet aangegeven door een plaatsnaambordje, maar de vrijstaande villa's en gerenoveerde hoeves doen vermoeden dat hier een  dorp begint te ontstaan. Er ontbreekt slechts een kerk. Honderd meter verder verlaten we reeds het gehucht en fietsen opnieuw tussen akker- en weilanden. Teneinde linksaf fietsen we door Rijnrode. Een gehucht van Bekkevoort. We rijden ondertussen door de Provincie Limburg. Dat is alleen al te merken aan de knooppunten-borden. Ze zijn rechthoekig, en blauw met witte cijfers. Het Limburgse fietsnetwerk telt ongeveer 2.000 km fietspaden. 

Op de hoek Hagelandstraat/Gebrandhofstraat stoppen we bij de kapel O.L. Vrouw van het Heilig Hart. Een redelijke grote kapel met brede dubbele glazen deuren. Mooi onderhouden en ook hier is de versiering nog aanwezig. We fietsen op het grondgebied van Halen. Op de grens van Haspengouw en Hageland. Wat verder staat een gigantische boom en geloof het of niet, maar er hangt een versierd Mariakapelletje aan. Naast de boom werd een smalle zitbank geplaatst waar we onze meegebrachte picknick verorberen. Op een infobordje werd het lied gedrukt dat in 1910 werd geschreven ter gelegenheid van het vijftigjarig jubelfeest der plechtige kroning van O.L. Vrouw van Vlaanderen. Het lied ‘Liefde gaf u duizend namen,’ weerklonk in ’t hart van ons Vlaamse volk en heeft nog steeds succes. Ook een spreuk werd hier aan de oude boom geplaatst met de woorden: ‘Waar men ga langs Vlaamse wegen, oude hoeve, huis of tronk.’ We bevinden ons te midden van uitbundig veel groen. Zalig. Na onze lunch rijden we verder maar aan het volgende kruispunt staan we voor een dilemma. De straat werd vernieuwd en we zien wel verkeerspalen staan maar geen knooppuntenbordjes. Onze smart-phone helpt ons verder. We moeten naar de Rozedelstraat. Linksaf dus.   

De lucht is nog steeds lenteblauw al komen er wolken opzetten waar de zon af en toe achter schuilt. Rechtsaf bij ons ons knooppunt en even verder verlaten we het fietspad opnieuw naar rechts. Het is 12:30u als we op de Betserbaan in de open vlakte rijden. Een oase van stilte en groen. De mooiste stukjes van ons fietstraject zijn de kleine betonwegen waar enkel ‘landbouwvoertuigen en aangelanden’ mogen komen. Het moment om even diep adem te halen. Zuurstof opsnuiven en dan krachtig weer uitademen zonder lawaai te maken. Een gelukzalig moment. Wat verder werden slechts enkele vrijstaande woningen opgetrokken naast recent gerenoveerde boerderijen met een hele geschiedenis. Voor ons knooppunt fietsen we weer tussen hectaren fruitplantages maar een wegversperring houdt ons tegen. De baan is verderop opengebroken. Een infobord geeft aan dat het fietsknooppunt niet bereikbaar is. Een omleiding is niet voorzien. Tirez votre plan! En dat doen we. We stappen met de fiets aan de hand door de versperring. Twee fietsers komen vanuit de tegenovergestelde richting. Ik vraag of we verder kunnen, in de hoop dat deze mensen dezelfde knooppunten volgen. ‘Als ge niet te breed bent!’ roept hij nog na zonder te stoppen. Enfin! We riskeren het toch. Honderd meter verder moeten we rechtsaf. Iemand heeft twee smalle planken over een brede gleuf in het wegdek gelegd. We kunnen erover met de fiets aan de hand. 

We vervolgen onze weg tussen de fruitplantages. De zon verdwijnt vaak achter de grote witte wolken. Het voelt fris aan in het onbebouwde landschap. Volgens mij steekt de wind een tandje bij. Het is meer dan de voorspelde 2 beaufort. Rechts van ons  werden op 15 mei 2016 de 44 kleurrijke betonnen helmen ingehuldigd op de plek waar de Slag der Zilveren Helmen heeft plaatsgevonden. Ze zijn het symbool voor de Duitse soldaten die Limburg tijdens de oorlog bezetten. Elke helm vertegenwoordigd een gemeente en vertelt een klein verhaal via de streepjescode. Elke helm weegt maar liefst twee ton. Jong en oud gingen samen aan de slag om de helmen te bewerken en het resultaat mag gezien worden. Onder de voorkant is er een ledverlichting aangebracht, gevoed door een batterij op zonnepaneeltjes. Het opzet is dat de helmen op deze locatie mettertijd opgenomen worden in het landschap. We fietsen over de IJzerenbeek die een rol speelde in 1914. De grote cavalerieslag uit de geschiedenis 'De Slag der Zilveren Helmen' die uitliep op een Belgische overwinning. Echter zonder grote gevolgen voor de verdere verloop van WOI. Er stierven 160 Belgen, 140 Duitsers en er werden 600 soldaten gewond weggevoerd. Ook paarden waren slachtoffer van de veldslag. Ongeveer 400 paarden werden in de strijd gedood. 

Rondom ons werd maïs aangeplant. Hij staat al 15 à 20 centimeter hoog. We kunnen dus nog genieten van prachtige vergezichten. We worden tijdens het fietsen begeleidt door het gezang van de vink. Hij vliegt van boom naar boom en hervalt in zijn gezang. We fietsen vaak door holle wegen. Uit de wind is het dan weer te warm in de zon. Als we maar kunnen klagen! Wat verder werd het monument opgericht voor de Zwarte Duivels. Na enkele trappen staan we voor een enorme rotsblok uit de Oostkantons. Op deze blok natuursteen prijkte voorheen een driehoekig bord met een zwarte duivel als afbeelding. Waarom het verwijderd werd is niet gemeld. In 1976 werd het monument ingehuldigd ter ere van de Karabiniers-Wielrijders voor hun verbeten tegenstand tijdens het gevecht van 12 augustus 1914. Ter herinnering aan al de gesneuvelden, zonder onderscheid van herkomst, godsdienst of taal, werd bij gelegenheid van de vijfenzeventigste herdenking in 1989 het Europese Kruis opgericht.   

Aan het kruispunt rechtsaf. Bij het volgende kruispunt linksaf in de IJzerwinningstraat. Links is het grondgebied Halen en rechts van ons ligt Loksbergen. We fietsen tot het volgende kruispunt. We wijken af. Rechts is de Zilveren-Helmenstraat maar wij fietsen linksaf in de Liniestraat tot nummer 59 voor de Militaire begraafplaats. Hier rusten in totaal 181 Belgische soldaten waarvan de meerderheid stierf tijdens de ‘Slag van de Zilveren Helmen’ op 12 augustus 1914. De begraafplaats werd aangelegd in 1915 door de toenmalige burgemeester. Vlakbij de begraafplaats werd een monument opgericht ter nagedachtenis aan de gesneuvelden van het vierde en vierentwintigste Linieregiment. Terug naar het kruispunt en linksaf om ons knooppunt te volgen. Even verder staat het herdenkingskruis van het voormalige Duitse militaire begraafplaats. Het hardstenen kruis in de velden naast de IJzerwinning-hoeve is het enige restant van een Duitse begraafplaats uit 1915. Hier werden na de slag 111 Duitse gesneuvelden begraven. Ze werden in 1956 overgebracht naar de Duitse begraafplaatsen in Vladslo en Langemark.  

We houden halt bij de voormalige Rotemse molen vlak naast de Velpe. De cisterciënzerinnen van Mariëndal bouwden rond 1422 de watermolen die al in 1646 verdween toen de huidige molen gebouwd werd. Deze molen werd uiteraard veelvuldig gerestaureerd en uitgebreid. De watermolen ging na de Franse bezetting over in privébezit en maalde in 1920 nog 75.000 kg graan. Hij werd uitgebaat tot 1961. Nu is het een uitstekende locatie om de dorstige te laven. Het werd een duivelse verfrissing.  

Bij knooppunt 355 bevindt zich het museum ‘Slag der Zilveren Helmen’ dat de herinnering aan de slag levend houdt. Je vindt er een unieke verzameling van authentieke stukken zoals de kleurrijke uniformen, schilderijen, dagboeken en getuigenissen via videomontages. We stoppen even op de hoek met de Struikstraat, bij een oude lindeboom. Tegen de bast hangt een klein Mariakapelletje. Op de zitbank opzij hebben we vier jaar geleden nog gepicknickt. Nostalgie!  

We verlaten Limburg en rijden opnieuw Vlaams-Brabant binnen. We slaan rechtsaf in de Lindestraat en aan het volgende kruispunt wijken we af van onze route. Rechtsaf in de Mannekenshaagstraat met talrijke fruitplantages. Aan het T-kruispunt met de August Cuppensstraat werd een monument opgericht ter nagedachtenis aan de bemanning van een Harvard IIB H-68. De instructeur Roger Caillard en leerling Alain Julien kwamen hier op 2 september 1953 om het leven na een crash met hun vliegtuig. We fietsen terug en aan de picknicktafel eten we een appeltje. Naderhand genieten we van een uitgebreid palet aan fruitbomen. In de hoge bermen groeien volop klaprozen. Het lijken wel honderden druppels bloed in het groene landschap. Bij het volgende kruispunt staan we even stil bij een kapel voor een foto. De twee knotwilgen achteraan zijn door de jaren heen naar elkaar toe gegroeid als een getrouwd koppel. Ze vormen samen een uniek hart. In de verte spotten we de spitse toren van de Sint-Bartholomeuskerk. 

Voor het centrum van Waanrode werd de begraafplaats aangelegd met zerken van Oud Strijders uit de beide Wereldoorlogen. Vlakbij staat de Sint-Annakapel. Verderop bevinden we ons in Waanrode dat een deelgemeente is van Kortenaken. Hier pronkt de Sint-Bartholomeuskerk, omringt door een hoge muur waarachter nog steeds de begraafplaats is. De kerk staat momenteel in de steigers omdat het dak moet gerestaureerd worden. Ze dateert waarschijnlijk van voor de zestiende eeuw. In de loop der eeuwen werd ze meermaals vergroot en gerestaureerd. Ook hier werd een kapel neergezet. Oorspronkelijk moeten we linksaf maar we rijden even rechtdoor tot bij de parking waar een miniatuur werd geplaatst van de kerktoren. De Waanrodenaren worden met een spotnaam ‘Torendraaier’ genoemd, al is niet geweten waarom. Vermoedelijk wordt er gezinspeeld op de bouwwijze van de opeenvolgende kerkgebouwen, waarbij de toren telkens van plaats verwisselde. De huidige kerk is van 1902 en heeft geen westertoren maar een zuidwestertoren. We fietsen terug tot knooppunt 40 en slaan rechtsaf tot bij de St-Germanuskerk van Miskom. De kerkklok slaat net 15:30u. De kerk is omgeven door een hoge muur en via enkele treden kunnen we de begraafplaats bezoeken.  

Na knooppunt 44 bereiken we Kersbeek. Vanaf 1825 vormt het dorp samen met Miskom  de gemeenschap Kersbeek-Miskom, een deelgemeente van Kortenaken. In de Heerbaan wijken we nogmaals af naar de kerk van Kersbeek. We slaan niet linksaf maar rijden verder rechtdoor tot aan de T-splitsing. We rijden rechtsaf, richting Kapellen en Diest. Bij de Sint Servatiuskerk houden we halt. De muur rond de begraafplaats wordt gestut door houten balken. De oude bakstenen kankeren weg. We nemen een foto van de kleine maar mooie Lourdesgrot met Bernadette en Maria. De kleine gemeente heeft wel enkele opmerkelijke monumenten en grafzerken. Een monument van WOII dat de drie RAF-piloten herdenkt die vielen op 25 augustus 1942. Voor het monument prijken de drie witte zerken waar de militairen begraven werden. We bezoeken ook de graven van de veteranen van de beide Wereldoorlogen op het kerkhof. Ook blijven we even stilstaan bij het monument dat de slachtoffers herdenkt die vielen tijdens WOI. Het kanon dat zoveel slachtoffers maakte tijdens WOI werd ingehuldigd op 23 augustus 2003 door de toenmalige burgemeester. De bewolking is bijna weer opgelost. Het wordt meteen een paar graden warmer. Tijd om onze huid in te smeren met factor vijftig. We hebben ondertussen 35 km gefietst als we door een stiltegebied rijden. We horen geen auto’s, trucks, trams of treinen. Alleen het fluiten van vogels vergezeld ons. De warme zonnestralen zetten het landschap in een goudgeel licht. Een mens wordt van minder blijgezind. We fietsen terug naar de T-splitsing en slaan linksaf.  

Vervolgens staan we stil bij de kapel O.L. Vrouw van het Heilig Hart. Ze is niet open. De Bergstraat wordt omgeven door prachtige vergezichten. Alles kleurt groen. We fietsen over de N29. Fietsen vervolgens door de Dorpstraat van Kapellen en staan even later voor de grote kapel van O.L. Vrouw van Gedurige Bijstand, gebouwd in 1964. Mooi onderhouden kapel met veel bloemen en brandende kaarsen. Bij de Onze-Lieve-Vrouw-Geboortekerk nemen we enkele foto’s. Ook hier is de begraafplaats nog rond de kerk gevestigd. Tegen de straatkant werd het monument voor de gesneuvelden opgericht. Ernaast staat een herdenkingsbord dat plechtig werd ingehuldigd op 11 november 2016: Glabeek herdenkt! Het bericht over de dood van twee soldaten uit Glabbeek in 1960 na de onafhankelijkheid van Congo. De Tramstraat is geen volwaardig fietspad te noemen. Het is een breed grindpad waar de steentjes alle kanten opvliegen. Hopelijk rijden we niet plat. De omgeving maakt het dan weer goed door de vele fruitbomen. Een infobord over de crash van een Duits jachtvliegtuig tijdens WOII houdt ons staande. De wrakstukken van de neergestorte Spitfire werden in de buurt gevonden in september 1949. Het infobord werd ingehuldigd op vrijdag 28 april 2017.  

We komen in het centrum van Meensel een deelgemeente van Tielt-Winge. Op de hoek van de  Wersbeekstraat en de Statiestraat werd het monument met kanon geplaatst in 2015. Het kanon is een gerenoveerde Duitse mortierwerper uit WOI. Ernaast werd het monument geplaatst dat de gesneuvelden herdenkt van WOI. De beide relicten stonden eerlang bij de kerk. De Sint-Mattheüs kerk van Meensel is wellicht de kleinste kerk van het Hageland. Het is een mooie slanke kerk met onregelmatige grote en kleine vensters, zoals de boeren vroeger bouwden. De toren dateert van 1779, terwijl de beuk en het koor zijn opgetrokken in de zestiende eeuw. We dalen een paar treden af in de open grafkelder die gebouwd werd omstreeks 1810 en nog steeds toehoort aan de familie Kenes-Heps. Enkele nissen zijn dichtgemetseld. Een infobord verschaft de bezoeker van uitleg. Meensel-Kiezegem heeft een zware tol betaald aan WOII. Op zondag 30 juli 1944 werd door vreemde elementen een gewezen vooraanstaand lid van de Vlaamse Wacht vermoord. Hierop volgden weerwraakacties. De vreselijkste razzia’s waren vooral op 1 augustus en een tweede op 11 augustus. In totaal vielen er 68 slachtoffers, waarvan er vier ter plaatse werden vermoord en 64 de concentratiekampen niet overleefden. Dit maakte dat Meensel één negende van zijn bevolking verloor. Ter nagedachtenis werd een ere-kerkhof opgericht met voor elk slachtoffer een zerk.

Na de kerk rijden we verder tot het kruispunt Kapellekensweg en Keelstraat. Op de hoek werd een ontmoetingscentrum ondergebracht in een bestaande woning. De weg brengt ons naar de kerk van Kiezegem met bijhorende begraafplaats.

Na de kerk fietsen we op de Tieltsestraat tot nummer 18. Hier werd in 2015 het standbeeld geplaatst van Eddy Merckx, rechtover zijn geboortehuis. De wielerlegende onthulde dit beeld op 6 juli 2015 tijdens de doortocht van de Ronde van Frankrijk. We genieten ernaast op het terras van de plaatselijke kroeg van een frisse pint onder een schaduwrijke parasol. Schol!  

Bij de driesprong bevindt zich de Sint-Donatuskapel die gebouwd werd in 1869 door de bewoners van de Goethuys-hoeve. De Heilige Donatus was de beschermheilige tegen donder en bliksem. De kapel werd meermaals gerestaureerd. Een eind verder langs de weg treffen wij de Goethuys-hoeve aan. Tot op heden is deze hoeve een landbouwbedrijf gebleven. Vroeger was het landschap rond de hoeve een kleinschalig landbouwgebied. Door vererving, wegenaanleg enz. werden de gronden erg versnipperd. Tussen de akkers en weilanden vonden we houtkanten. We houden rechts aan in de Sint-Donatusweg. Aan de volgende splitsing rechts houden en volgen Optielt tot voorbij de kerk. Het is net 19:00u en de fietsenteller staat op 55 kilometer.

















13-01-2020 om 15:20 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
05-01-2020
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kapelle-op-den-Bosroute 2

Parkeren: hoek Spoorwegstraat/Kuiermanstraat bij knooppunt 28.

Fietsknooppunten: 28 -30 -31 -32 -33 -43 -38 -39 -40 -41 -56 -60 -70 -26 -27 -28 = 33,7 km.

Woensdag 15 mei 2019. Buiten schijnt de zon, de temperatuur duidt 15°C aan en het is nog maar net 08:45u. Vanmiddag wordt het beslist warmer maar er staat een strakke wind van minstens drie beaufort. Hij waait vanuit het oosten, wat sowieso rond deze tijd van het jaar wat frisser aanvoelt. Na dit weerpraatje vindt ik mezelf een doorwinterde weerprofeet. Een feit is: voor een T-shirt met spaghettibandjes is het nog een paar weken te vroeg. De ijsheiligen zijn nog maar net het land uit. We gaan in ieder geval een fietstocht maken. Onze parking ligt vlakbij de spoorlijn Mechelen-Dendermonde die aangelegd werden in 1837 en doorheen het centrum rijdt van Kapelle-op-den-Bos dat volgens de inwoners van de gemeente nog steeds ”Kapelle” genoemd wordt. We bevinden ons in de provincie Vlaams Brabant, in de streek van de Brabantse Kouters. De gemeente bestaat ongeveer een kleine 800 jaar maar ze was toen niet meer dan een klein kapelletje in de bossen van Brabant. De legende vertelt dat een verdwaald edelman in de dertiende eeuw, uit dank voor zijn redding, een kapel liet bouwen. In 1564 werd deze vervangen door de huidige Sint-Niklaaskerk. De kerk werd tijdens de Eerste Wereldoorlog platgebrand en kreeg na de heropbouw een kroon als toren. Een unicum in België.

We fietsen zuidwaarts langs de Eternietfabriek dat lange tijd gebruik maakte van asbest, waardoor er veel asbestvervuiling was in Kapelle o/d Bos. De laatste jaren wordt werk gemaakt van de sanering van onder andere de asbeststorten en een beek. Er zijn jaarlijks nog slachtoffers ten gevolge van asbestkanker. Velen durfden echter niet te protesteren omdat de fabriek voor werkgelegenheid zorgt. Aan onze rechterzijde staan uitsluitend prachtige vrijstaande woningen met hier en daar een mobilhome op de inrit. Er is duidelijk nog een zekere welstand onder de mensen van “Kapelle”. Aan het eerstvolgende kruispunt slaan we linksaf in de Huttekenstraat die overgaat in de Vaartdijk. Na het bordje “einde centrum” zien we links van ons enkele magazijnen van de Eternietfabriek. Na de bocht fietsen we tot knooppunt 33 langs het Zeekanaal Brussel-Schelde dat in 1997 is ontstaan door het doortrekken naar de Schelde van het Zeekanaal Brussel-Rupel. Het zeekanaal Brussel-Schelde behoort tot de oudste kanalen van ons land en moest oorspronkelijk de stad Brussel verbinden met Antwerpen en de zee. Het kanaal werd mettertijd steeds verder aangepast en uitgebreid. In 1997 werd de zeesluis in Wintam in gebruik genomen, waarmee het kanaal een rechtstreekse verbinding kreeg met de Schelde en van toen af ook “zeekanaal Brussel-Schelde” genoemd werd.

Aan de overzijde van het recyclagepark werden in 2001 drie windturbines gebouwd. Een van deze windmolens werd in 2015 getroffen door een blikseminslag en verder werd afgebroken. In oktober 2018 werden ook de overige twee windturbines verwijderd. Verderop bevinden we ons op het grondgebied van Humbeek, een deelgemeente van Grimbergen. We moeten de “Buisbeek of Driesbosbeek” over en fietsen vlak naast het ’s Gravenbos. Een van de grootste en oudste bossen in de omgeving. Het is grotendeels privédomein maar de wandelpaden zijn toegankelijk. Bij de eerste picknicktafel houden we onze eerste stop om even te genieten van een warm kopje koffie. In de verte zien we de eerste betonnen constructie van de ophaalbrug over het kanaal.  

Bij knooppunt 31 bevindt zich de Lourdesgrot die in het begin van het jaar 1950 werd gebouwd en deze keer is Bernadette ook van de partij. Het plan om deze grot te bouwen kwam er op initiatief van 12 kajotters van Humbeek na hun bedevaart naar Lourdes in 1952. De grot werd op 15 augustus 1954 door monseigneur Cardijn, stichter van Katholieke Arbeidersjongeren, plechtig ingewijd. Ieder jaar heeft op deze datum een misviering plaats, speciaal voor bejaarden, zieken en mindervaliden. Dagelijks komen hier ook troostzoekenden om te bidden. Achteraan de grot bevindt zich de ‘Calvarie’ met Christus aan het kruis tussen Maria en Johannes. Verder werd een circuit aangelegd met de veertien staties waarbij Jezus vanuit het paleis van Pilatus vertrekt naar de heuvel Golgotha tot aan zijn graf. Op de achtergrond werd een decor aangebracht van imitatierotsen, afgeknotte zuilen en ruïnes uit de Grieks-Romeinse tijd dat dateert van 1958. Alles is gewoon prachtig onderhouden.

Even verder, net voor het centrumbord van Humbeek leidt een donkere dreef met een ongeveer 500 m bospad naar het domein van het ’s Gravenkasteel. Dat het donker is komt door het dichte bladerdek van de vele statige bomen langs de dreef die geen spatje zonlicht doorlaten. Verderop is een brede toegangspoort die verhinderd verder te rijden. Alleen als je van plan bent brandhout te kopen mag je verder. We nemen vanaf hier enkele foto’s van het imposante kasteel. Al is de afstand eigenlijk te groot voor een optimale foto. Het ’s Graven-kasteel is een waterkasteel dat ook Lundenkasteel wordt genoemd, naar de naam van de vroegere eigenaars. De  oudste delen dateren van de vijftiende en zestiende eeuw. Het kasteel werd in de zeventiende eeuw hersteld na zware schade door oorlogsperikelen. In de negentiende eeuw werd het dan weer sterk uitgebreid. We fietsen terug en vervolgen onze weg langs het kanaal. Aan de tweede ophaalbrug is knooppunt 33. Hier moeten we rechtsaf in de Vaartstraat.

De Oyenbrugstraat is volledig aangelegd met kasseien en dat was geen lachertje. We proberen zoveel mogelijk naast de weg te rijden, maar zelfs dat is geen optie. Het lijkt alsof elke honderd meter wel kilometers zijn. We krijgen er schele hoofdpijn van en als we denken dat het voorbij is, kondigt zich weer een kasseistrook aan. Ons geduld wordt danig op de proef gesteld maar de verlossing is nabij. Na volledig door elkaar geschud te zijn kunnen we terug genieten van uitbundig veel groen en horen we opnieuw de vogeltjes fluiten. Als bloemenliefhebbers kijken we uit naar bijzondere plantensoorten die naast ons in de bermen groeien. Die vreselijke kasseistrook heeft ook zijn voordelen. We stoppen bij de MOT-molen voor een sanitaire stop. Dat hebben we dubbel en dik verdiend. We bevinden ons bij de Tommenmolen, een watermolen op de Maalbeek. De gevelsteen onder het brugje vermeld het jaartal: 1547. Het molenaarshuis werd vergroot ‘Anno 1852’. De molen bleef in werking tot in de jaren 1960. Aan de eerstvolgende zitbank houden we onze picknick. Het is al na twaalf uur. We moeten voorbij een poel, omringd door struiken en bomen. We zouden er zowaar voorbij gefietst zijn maar er klinkt een concert van kikkers. Ze zijn niet te spotten. We moeten de Maalbeek over. Daar lonkt een weide met gele bloemen en dat trekt onze aandacht. In een scherpe bocht houden we halt bij ‘De Liermolen’. Deze molen dankt zijn naam aan het geslacht ‘De Lire’, één van de vele eigenaars uit het rijke verleden van deze graanwatermolen. De eerste vermelding dateert van 1341 toen de abdij de molen kocht. De huidige gebouwen dateren uit de zeventiende en achttiende eeuw. De molen bleef actief tot begin der jaren zeventig van vorige eeuw. Daarna werd de molen, in opdracht van de gemeente, gerestaureerd. In de oude molenschuur is een tentoonstellingsruimte ondergebracht over het MOT. Het molengebouw is nu een gezellige taveerne geworden. Momenteel is het haar sluitingsdag. Het water heeft een groot verval. De vele knotwilgen langs de Maalbeek moeten hoognodig gesnoeid worden. De takken steken al meer dan drie meter de lucht in en op deze manier heeft de wind er vat op. De oude wilden buigt zich met de wind mee. hoe lang duurt het nog voor hij omligt? Er worden blijkbaar geen manden meer gevlochten.

Bij knooppunt 38 staan we in het centrum van Grimbergen. De indrukwekkende abdijkerk lonkt ons en we wijken even een paar honderd meter af langs knooppunt 76. De kerk maakt deel uit van de Norbertijnerabdij maar doet ook dienst als parochiekerk. Ze bezit een koepel van 45 meter en een toren van 58 meter hoog. De toren bevat een beiaard met 48 klokken. In 1999 werd de kerk de eretitel van basiliek verleend. We kunnen ook binnenin een kijkje nemen. Het altaar dateert van 1732. Er bevinden zich verschillende relikwieën. Ze zijn ingewerkt in de altaren of in de zijdeuren van de altaren. Een koorgestoelte met vele heiligen en zaligen van de Norbertijnenorde.   

We verlaten al vlug het centrum van Grimbergen langs de ’s Gravenmolenstraat. Hier vinden we nog de gesnoeide schilderachtige knotwilgen langs de Maalbeek. De beek ontspringt op een hoogte van 61 meter in Relegem en mondt uit aan de Verbrande Brug in het Zeekanaal Brussel-Schelde. Teneinde de straat werd de kapel gebouwd in de schaduw van talrijke bomen. Aan knooppunt 39 bevindt zich een brasserie te midden het groen van de Maalbeekvallei te Grimbergen. Een uniek terras sinds 1993 dat zorgt voor een baken van rust en ontspanning. Ze heeft vandaag haar wekelijkse sluitingsdag.

Vanop de Roostbaan hebben we een mooi groen vergezicht met hier en daar een gerestaureerde boerderij die ons herinnert aan de tijd dat het boerenleven het karakter in de streek bepaalde. We horen duidelijk dat we het centrum van Grimbergen achter ons hebben gelaten. We bevinden ons in een oase van stilte dat slechts onderbroken wordt door de enige natuurlijke geluiden van verschillende vogels. Een mens wordt van minder zelfs blijgezind. Maar even verder neemt de bebouwing weer toe.

Eens over de N277 bevinden we ons in het centrum van Meise. Een gemeente die rond 1900 nog een landelijk dorp was.  De voortuintjes van de mooie luxewoningen kleuren en geuren van talrijke voorjaarsbloemen. De grootste bezienswaardigheid van Meise is echter het kasteel van Bouchout, een voormalige burcht van het huis Arenberg, waarrond zich de Plantentuin van Meise bevindt die opgericht werd tijdens de Franse periode. Het domein is 92 ha groot en bezit naast een bibliotheek ook over 18.000 levende planten. Vervolgens fietsen we door Bouchout, een deelgemeente van Wemmel. We zien talrijke villa’s die meestal achter hoge hagen of ijzeren sierhekken schuilgaan. Voorbij de begraafplaats van Meise moeten we rechtsaf door een holle weg. Het is voor ons, plattelands toeristen, een steile klimming. Eens op het hoogste punt hebben we een indrukwekkend uitzicht van 360°.

In de J.B. Van Gyjsellaan werden mooie vrijstaande woningen opgetrokken waarvan de meeste omringd zijn door een menshoge groene haag. In de Bosweg fietsen we over de Amelvonnes-beek die dwars door de Plantentuin van Meise verder naar Grimbergen stroomt, en ter hoogte van het Nekkerbos uitmondt in de Maalbeek. Onze rit gaat verder door een bos. Het is privé eigendom en wordt omgeven door groene afrastering. In het gehucht Amelgem moeten we rechtsaf en rijden door Oppem, een klein dorp van Meise. We fietsen door een smalle holle weg. De hoge wegkant is begroeid met bomen en struiken. De grond is bedekt met groene bodembedekker. De echte wilde natuur zeg maar. Aan het kruispunt met de achthoekige “Kapel Onze-Lieve-Vrouw van Lorette” is knooppunt 56. De kapel werd in 1851 opgericht door kardinaal Sterckx en zijn twee zussen die toen iets verderop woonden.

Via de Klepperstraat verlaten we Oppem en genieten meteen van een mooi vergezicht. Een bont deken van landbouwgronden. In de verte doemt de kerktoren op van Wolvertem. Maar het is nog een heel eind. We rijden er niet in rechte lijn naar toe. Linksaf op de Groene Weg met haar recente vrijstaande woningen. Toch prachtig dat de knooppunten ons langs de mooiste plekjes in de omgeving brengen! Tussen de hectaren akkers en weiden liggen de bescheiden boerderijen en statige landhuizen. We belanden in Wolvertem en houden even halt bij de Baggermolen waarvan het rad jaren geleden al werd verwijderd. In de gevel werd een jaartal bevestigd: 1748. De Baggermolen werd reeds vermeld in een telling van 1683, maar hij moet veel ouder zijn. De watermolen was een Ban- of dwangmolen, waar naburige boeren werden verplicht hun graan te laten malen.

We dwarsen de Molenbeek en fietsen tot aan de N211. We moeten niet echt bij de kerk zijn maar we zijn toch benieuwd of we er binnen kunnen. De Sint-Laurentiuskerk werd op de oude motte gebouwd en heeft een westertoren uit de dertiende eeuw. In de zuidelijke hoek werd een beeld van O.L. Vrouw op een zuil geplaatst met het jaartal 1954. Rechts van de ingang staat het Heilig Hartbeeld op een bakstenen sokkel. Binnen is er een prachtige doopvont uit de twaalfde eeuw. Over de kerk werd het voormalige gemeentehuis gebouwd in 1875 dat diende tot 2008. In de hoek van de gevel herinnerd een oorlogsmonument van blauwe hardsteen aan de gesneuvelden van beide Wereldoorlogen. De pastorie uit 1660 waar het OCMW is gevestigd.

We rijden verder over de Stationsstraat en nemen de eerste straat links. We nemen een foto van de levende wielerlegende Eddy Merckx. Het monument werd vlakbij het administratief centrum van Wolvertem geplaatst. Het kunstwerk werd in bijzijn van Eddy “himself” plechtig onthuld op 13 juni 2015. In de Van Hoorickweg werd een klein infobord geplaatst, over de oude pastorie, gelegen aan de overzijde van het kanaal. We lezen: “Mej. Van Horick stelde in haar testament Wolvertem aan als erfgenaam, op voorwaarde dat de gemeente met dit geld een godshuis zou oprichten voor wezen, ouderlingen en gehandicapten die in armoede leefden. Het geld werd gebruikt om deze oude pastorie te kopen. Vandaag is het godshuis uitgegroeid tot een rustoord, serviceflats en dienstencentrum”.

Vlak voor knooppunt 70 fietsen we door de dreef die naar het kasteel ‘Van Imde’ leidt. Het kasteel dateert van de negentiende eeuw. De gesloten hoeve is deels van de zeventiende en de achttiende eeuw. Het kasteel en de hoeve zijn gelegen in een prachtig en uitgestrekt park met lange populieren dreven, weiden en vijvers. Alle eigendom is privé.

Even afwijken voor de “Kapel Onze-Lieve-Vrouw der Kranken”. De boskapel werd herhaaldelijk hersteld en gerestaureerd tijdens de laatste eeuwen. De eerste steenlegging van de kapel gebeurde in 1695 in opdracht van de toenmalige barones van Imde. Dit gebeurde nadat door enkele gelovigen een beeldje van de Heilige Maagd werd opgehangen aan een oude eik omstreeks 1658. De Mariadevotie ontstond in de zeventiende eeuw naar aanleiding van de verschillende oorlogen en pestepidemieën. De kapel groeide met de eeuwen omwille van de grote toeloop van pelgrims.

Na ons bezoek fietsen we weer verder naast een brede Molenbeek die kronkelend door de natuur stroomt. Als we afdraaien in de Kerkhofstraat laten we de Molenbeek achter ons. We volgen een smal asfaltpad tussen uitbundig veel groen op de gronden van Londerzeel. Ook hier in de straat vinden we nog de bekende oude knowilgen langs de grachten. Sinds onze laatste tocht in deze regio is hier tamelijk veel bijgebouwd. Net voor het centrum van Londerzeel houden we halt bij de ‘Kalvariebergkapel’. Een zandstenen kapel uit het begin van de zestiende eeuw. Ze werd uitgebreid omstreeks 1800. Het interieur dateert van de zeventiende en achttiende eeuw. In de gevel van de kapel werd een monument bevestigd van het 426e Squadron Halifax III, een oorlogsvliegtuig dat was opgestegen vanop de Britse basis te Linton-On-Ouse en hier in Londerzeel neergestort op 13 mei 1944. Vier bemanningsleden overleefden de crash. Vier anderen kwamen om het leven en werden in Evere begraven. De gemeente Londerzeel behoort tot de streek Brabantse Kouters en bij de Groene Gordel rond Brussel.  We rijden niet echt door de kern van Londerzeel. We dwarsen de A12 en fietsen even gelijk met de A12 om na enkele meters rechts aan te houden in de Bergstraat tot aan de spoorweg en knooppunt 26.

Tot knooppunt 28 fietsen we naast het spoor dat ons terug bij de auto brengt in Kapelle-op-den-Bos. Onze fietsenteller staat op 41 km. Na de fietsen opgeladen te hebben rijden we naar rustoord Akapella in de Parallelweg 10. Voor de tweede dit jaar gaan we op bezoek bij tante Maria die morgen 92 jaar wordt. Ze is uiterst verast ons weer te zien. Een paar uur later moeten we helaas opnieuw afscheid nemen maar beloven plechtig snel terug te komen. Dan gaan we beslist een wandeling maken rond de vijver aan de achterzijde van het rustoord. Als het weer het toelaat ten minste.















05-01-2020 om 12:23 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Borgloonroute

Fietsknooppunten: 154 -155 -156 -132 -133 -127 -54 -57 -58 -549 -118 -115 -116 -117 -128 -139 -136 -152 -154 = 44,2 km.

Parkeren: Kerkhofplein Borgloon.

Vrijdag 19 april 2019. Witte donderdag. De dag waarop het laatste avondmaal van Christus met zijn apostelen wordt herdacht. Om 08:45u wijst de temperatuur al 17°C aan en de lucht is ‘Hemelsblauw’. Wij rijden voor een pittige fietstocht naar ‘de’ Limburg. In het voorjaar kleuren miljoenen bloesems het glooiende decor. Er zijn van die dingen die een mens zo blij kan maken als bloemen die de lente vrolijk komen bezoeken. Het is een spektakel dat slechts van korte duur is, maar dat maakt het alleen maar specialer. De fruitbomen bloeien maar een week of twee. Geen wonder dat het momenteel druk is in de omgeving van Borgloon. Het gezellige stadje Borgloon was ooit een versterkte burcht van waaruit de graven van Loon over hun graafschap regeerden. Toen de Franse revolutie een einde maakte aan het Ancien Régime werden alle privileges en titels van steden afgeschaft. Borgloon verloor zijn stadstitel. Op 19 juli 1985 zorgde een Koninklijk Besluit er echter voor dat Borgloon zijn titel van stad terugkreeg.

Het centrum van de stad Borgloon is een blauwe zone maar er is aan de bloesemtoerist gedacht. Vlak voor de dorpskern verwijzen borden naar vier of vijf verschillende locaties waar we langdurig kunnen parkeren. We rijden ze één voor één af omdat ze allemaal propvol staan. Het is duidelijk dat op zonnige mooie dagen zoals vandaag het Hageland overrompeld wordt door een mega toerisme voor de bloesems, fruitveilingen, wijndomeinen en andere fruitige locaties die hun deuren openzetten voor een sappige rondleiding.  Uiteindelijk belanden we naast de begraafplaats van Borgloon waar nog enkele plaatsen vrij zijn. Tussen de auto’s is het erg smal. Ik moet ons Rina eerst laten uitstappen voor ik mooi schuin tussen twee auto’s kan staan en zelf op een bijna normale manier kan uitstappen. Maar bon, er is geen alternatief. De temperatuur is intussen opgeklommen tot 20°C als we met de fiets vertrekken. De kerktoren steekt af en toe boven de daken van de huizen uit en is een baken om ons de weg te wijzen naar het rusthuis in de Graethempoort (straat). Ons vertrekpunt bij knooppunt 154. Het begijnhof van Borgloon ontstond rondom de kapel van het Johannietershospitaal te Graethem, bij de stadspoort. Deze Graethemkapel is de begraafplaats van Lodewijk I (+1171), graaf van Loon en zijn vrouw Agnes. De graftombe bleef bewaard tot 1860. Bij opgravingen werden de skeletten van Lodewijk I en zijn vrouw Agnes teruggevonden. In 1174 schenkt de weduwe het hospitaal aan de abdij van Villers. Enige tijd later vestigen er zich begijnen rond het hospitaal zodat rond 1258 er definitief een begijnhof komt. In 1654 worden de negen begijnhuizen door Lorreinse troepen platgebrand bij het beleg van de stad. Rond 1714 is het hospitaal zodanig vervallen dat het  wordt heropgebouwd aan de overzijde van de straat. In 1802 wordt het begijnhof een bejaardentehuis en twaalf jaar later wordt de kapel opengesteld voor de publieke eredienst. In 1911 wordt bij het ouderlingenhuis een nieuwe kapel gebouwd. Van het begijnhof rest enkel nog de kapel die deel uitmaakt van het hospitaal van het OCMW. De kapel fungeert thans als tentoonstellingsruimte. We houden de kapellen rechts van ons en volgen ons knooppunt.

Op de Markt werd het stadhuis gebouwd in 1680 met zuilengang. Een prachtig gebouw dat getuigd van een boeiend verleden. De eerste vermelding dateert echter van 1358 en was waarschijnlijk van de graven van Loon toen zij in Borgloon resideerden. Hier is de Dienst voor Toerisme ondergebracht. Moest de gerestaureerde schandpaal kunnen praten zouden we vele verhalen horen die onze haren ten berge deed rijzen. In de Papenstraat rijden we tot bij de parochiekerk Sint Odolphus en kloostergang. De oorspronkelijke kerk dateerde waarschijnlijk van 1047 en verving een ouder gebouw. Aan de kerk is duidelijk te zien dat ze in verschillende fasen gebouwd werd. Momenteel staat de kerk weer in de steigers. De glas-in-loodramen werden zorgvuldig verwijderd om gerestaureerd te worden en de opening werd tijdelijk dicht getimmerd met houten panelen. Achter de kerk werd de pastorie in 1824 op de plaats van een thans verdwenen kanunnikenhuis gebouwd.

Het kanunnikenhuis aan Speelhof 9 is een prachtig herenhuis uit de tweede helft van de zeventiende eeuw met een ellenlange geschiedenis. Het is nog altijd mooi onderhouden. Over het herenhuis werd het oorlogsmonument geplaatst tijdens het interbellum ter nagedachtenis van de gesneuvelden in de Eerste Wereldoorlog. Na WOII werd een extra gedenksteen bij geplaatst ter ere aan oorlogsslachtoffers  van WOII.

We houden rechts in de Tongersesteenweg tot aan de kapel van Sint Rochus die dringend moet gerestaureerd worden. Rochus van Montpellier is een Franse heilige die zijn vermogen schonk aan de armen en te voet vertrok naar Rome in 1317. Sint Rochus is de patroon tegen pest en besmettelijke ziekten. Naast de kapel werd een zitbank geplaatst waar we graag gebruik van maken om onze meegebrachte picknick te verorberen. Door de strakke wind blijven we niet te lang zitten. We nemen de volgende straat rechtsaf in de Grootloonstraat. We dwarsen de Sint-Truidersteenweg (N79). We blijven de Grootloonstraat volgen maar slaan onmiddellijk rechtsaf en nemen de oude kasseiweg. Het wordt puffen en blazen en vooral trappen. Weer ondervinden we dat onze conditie heel zwak is. Wij zijn rasechte plattelands rotten. Bovenaan rijden we terug op een betonbaan vergezelt van bloesemplantages. Aan de driesprong linksaf.

Spijtig dat het niet meer wordt aangegeven. Aan de volgende splitsing weer rechts en dan wandelen we door de grote drukte met de fiets aan de hand tot aan het fantastische doorkijkkerkje van de Nederlandse kunstenaar Gijs Van Vaerenbergh. “Reading Between the Lines” is een kunstwerk van 2011 en bestaat uit 100 op elkaar gestapelde lagen verroeste Cortenstaalplaat in de vorm van een authentiek kerkje. Binnenin zien we een prachtig lijnenspel. Buiten versmelt het kerkje helemaal met het landschap. Bij valavond moet het uitzicht nog mooier zijn als de zon tussen de luikjes lichtspelletjes speelt op het beton. Mensen blijven met hun kinderen massaal rond het kunstkerkje hangen. Ze kunnen hier vrij rondlopen, spelen en genieten van een mooi vergezicht. Een jongen van een jaar of tien laat net een drone op. Er is echter te veel wind op dit punt en vaak stort het kleine ding neer in het gras.

We rijden terug naar de Grootloonstraat en slaan rechtsaf om knooppunt 155 te volgen. Even verder heeft een goede ziel een oude antieke fiets langs de weg tentoongesteld. Het ijzeren geval heeft een groot wiel vooraan en een ‘klein’ wiel achteraan. Het levert een mooie foto op. We fietsen verderop door een holle weg tussen enorm veel groen waar we even verlost zijn van de wind die we blijkbaar altijd op kop hebben. We genieten tussendoor toch van de landelijke stilte die enkel onderbroken wordt door de natuurlijke geluiden van de omgeving. Soms fietsen we te snel over de slingerende smalle wegen. (Bergaf toch!) We hebben namelijk nog heel wat kilometers voor de boeg.  

Vanaf Groot-Loon passeren we regelmatig fruitplantages met een zee van bloesems. Rij aan rij pronken hele takken en kruinen met hun roze appelbloesems. Zover het oog reikt. Op de Loonderweg worden we massaal omringd door de natuur. Hier komt een mens tot zichzelf. We doen inspiratie op en blijven op dokters voorschrift in beweging terwijl we onze longen vol zuurstof fietsen. We houden halt voor een foto van een nieuw indrukwekkend aangelegde fruitplantage. Hectaren groot. De bebouwing neemt toe, we naderen Bommershoven, vlak voor knooppunt 156. Bommershoven is een deelgemeente van Borgloon en ligt in droog-Haspengouw op een hoogte tot 110 meter. In de Alfonsstraat werd het kasteel van Bommers-hoven gebouwd in 1761 op de plaats van een vroegere pachthoeve en brouwerij. Het gebouw heeft niet echt het uitzicht van een kasteel en lijkt meer op een groot herenhuis. Een 100 meter verder staat de Sint-Alfonskerk die werd opgetrokken tussen 1841 en 1844 op de funderingen van een oude Sint-Annakapel.

Eens uit het centrum fietsen we weer door een streek voor genieters. Een pittoresk landschap met een mix van akkers, weiden en uitbundig veel groen. Het is aangenaam om onder de stralende lentezon door dit mooie landschap te fietsen. Het is volop genieten. De maretakken zijn blijkbaar voorbehouden voor deze streek. Het is een bezienswaardigheid op zichzelf. In een bocht staat een oeroude kapel te verkommeren, omringd door onbebouwde akkers met aan de overzijde een appelplantage. De houten deur van de kapel heeft een houten afrastering met kleine mazen. We zien geen beelden binnenin de kapel en volgens mij is de kapel ten dode opgeschreven. In Terhove (straat) botsen we als het ware op ‘Kasteel Terhove’ aan de rand van de Mombeek. Oorspronkelijk lag hier een Romeinse villa. In de Middeleeuwen was hier een proosdij van de Abdij van Corbie gevestigd. We kunnen even genieten van het prachtige domein. De Mombeek stroomt links van ons, maar door het rijkelijke groen is dat niet te zien. Ze ontspringt in Widooie en stroomt na ongeveer 23 kilometer in de Herk rivier. De landbouw lijkt nog niet echt gestart. De akkers zijn netjes omgeploegd en in voren getrokken. Voor enig groen dat boven staat is het nog te vroeg. Vanaf maart werden de asperges al geplant en met aarde afgedekt. De rest van de akkers wachten tot na de ijsheiligen om beplant te worden.

Op de Kasteelweg genieten we van prachtige vergezichten aan onze rechterzijde. Ons pad slingert zich tussen de enorme hectaren landbouwgronden. Links groeit een kleine haag van enkele kilometers lang. Een smal asfalt pad ertussen leidt naar het kasteel van Widooie dat omgeven is door een prachtig domein. In 1559 werd het kasteel door abt Karel I van Bourbon in erfpacht gegeven aan Godfried van Bocholt. In 1588 is het kasteel eigendom van de patriciërsfamilie Vaes. Momenteel is het kasteel in het bezit van de familie van Ridder Norbert de Schaetzen. Hij erfde het kasteel van zijn vader en heeft het park en de arboretum uitgebouwd tot wat het vandaag geworden is. Een uitzonderlijk park in privé bezit. Het is uitsluitend toegankelijk voor evenementen. We naderen weer een fruitplantage. De weidse velden en onbewerkte bruine akkers wisselen af met prachtige vierkanthoeven die al of niet mooi gerestaureerd zijn. Verderop in de Bielenstraat bevinden we ons even in Vechmaal. Een dorp van Heers

We komen niet door het centrum maar slaan linksaf aan knooppunt 133. We rijden op het grondgebied van Tongeren. Aan het landschap valt dat niet op. Weer een stuk holle weg. In de Kerstboomstraat vinden we weer een fruitplantage met perenbloesem. Na de Romeinse Kassei (N69) fietsen we in de Tapstraat en rijden we even het kleine dorpje Lauw binnen, een deelgemeente van Tongeren. We rijden echter niet door het centrum. In de Ormelingerstraat steken we de taalgrens over. Aan de straatnaam is het nog niet te zien. Ten einde de straat moeten we rechtsaf en eerst dan verandert elk woord en elke zin in het Frans. We rijden op de Hesbeinsstraat op het grondgebied van Luik in het Waals Gewest.  Het Waals Gewest omvat de 5 Franstalige provincies met name Henegouwen (Hainaut), Waals-Brabant (Brabant Wallon), Namen (Namur), Luik (Liège) en Luxemburg (Luxembourg). De route leidt ons over de Jeker. De rivier die nabij Borgworm ontspringt en door een groot gedeelte van Haspengouw stroomt vloeit bij de Nederlandse stad Maastricht in de Maas. We fietsen op een smal betonnen pad tussen landbouwgrond. Heel in de verte zien we een kerktoren.

In de Rue Arbre Saint-Pierre is de prachtig onderhouden kapel opgedragen aan St-Pierre. Even voor knooppunt 57 fietsen we door het landbouwdorpje Thys, een dorp van de gemeente Crisnée. De Sint-Pieterskerk, rechts van ons, werd op het hoogste punt gebouwd.

Tussen knooppunt 57 en 58 we fietsen door het centrum van Crisnée. Het dorp ligt vlak aan de taalgrens en had in 1334 zelfs een Nederlandse naam: Gherstenhoven. We zien de Sint-Mauritiuskerk met begraafplaats op het hoogste punt van de omgeving. We dwarsen daarna de N614.

Bij knooppunt 58 bevinden we ons in Odeur of in het Nederlands Elderen met prachtige vrijstaande woningen. Zo te zien is er nog een zekere welstand in ons land. We fietsen voorbij de Sint-Severinuskerk en het kasteel van Odeur. We slaan linksaf om op, bij wijze van spreken, de taalgrens te fietsen. Links ligt Vlaanderen en rechts is Wallonië.  

Bij knooppunt 549 vatten we een tocht aan van 3,3 km. We bevinden ons eerst in Herstappe. In de Kerkstraat werd, hoe kan het ook anders, de Sint-Jan-de-Doperkerk gebouwd met hoge westtoren en achtzijdige naaldspits. De oorspronkelijke kerk van 1711 was in zo’n slechte staat dat men in 1858 besloot om deze te slopen. In 1869 wordt begonnen aan de huidige kerk. De Luykerweg is weer een holle weg. We fietsen verderop weer tussen hectaren akkers. Opvallend is dat het landschap hier niet verstoord wordt door windturbines en elektriciteitspylonen. Het kan hier evengoed 1919 of 1819 zijn, honderd of tweehonderd jaar geleden. Terug door een holle weg. We houden halt bij een picknicktafel. Een smal pad leid naar het “Heilige Huisje van Rutten”. Een kapel, te midden van de velden op een heuvel op het hoogste punt nabij Herstappe. De heuvel biedt een mooi uitgezicht over het voormalige slagveld van Haspengouw. De kapel, omgeven door de bekende lindebomen, werd gebouwd in de vijftiende eeuw ter nagedachtenis aan de veldslag bij Othée, die plaatsvond op 23 september 1408. Tijdens deze veldslag sneuvelden duizenden Luikse opstandelingen, die hier in de vallei van de Ezelsbeek door het Bourgondisch leger van Jan zonder Vrees werden verslagen. De kapel werd vaak bezocht door bedevaarders om bescherming tegen de ziektes van hun vee af te dwingen. In de verte zien we de kerk van Rutten en de Onze-Lieve-Vrouwebasiliek van Tongeren.

Bij de eerste straat links moeten we afslaan en rijden naast de Ezelsbeek. De gronden bij de beek worden voornamelijk gebruikt als hooi- of weiland. Door haar lemige bodem is de grond geschikt voor akkerbouw. Teneinde rechtsaf zien we reeds de kerktoren van Rutten. We komen echter niet door het centrum. Rechtsaf aan knooppunt 118. We houden halt aan het beeldje van de ‘De zaaier’, geschonken door de Landelijke Gilde van Rutten in 1994.

In de Motstraat, tegenover de Sint-Evermaruszaal staat de “Sint-Evermaruskapel”. Deze kapel is het middelpunt van een volksverering van Sint-Evermaar, pelgrim-martelaar, die volgens de legende door Hacco, heer van Herstappe werd vermoord. In de kapelweide werd rond 968 het graf van Evermarus gevonden door de plaatselijke pastoor. Hij zou op die plaats een houten kapel hebben laten bouwen. Abt Wedericus van Burtscheid bouwde rond 1048-1075 op het graf een grotere kapel. Deze kapel dateert van 1784 en werd door kanunnik Hardy gebouwd op de plaats van de vroegere kapel. Binnenin zien we een schilderij op doek met de voorstelling van de marteldood van Sint-Evermarus. De Hagelindeweg brengt ons bij knooppunt 115 met haar sterk uit te kluiten kapel. Linksaf in de Boudewijnstraat. Na de picknicktafel rijden we weer over de Ezelsbeek. Nog meer fruitplantages met wit-roze bloesems. Rechts van ons ligt Tongeren waar we weer niet door het centrum rijden maar wel een spectaculaire foto kunnen nemen van de Onze-Lieve-Vrouwebasiliek. Op het kruispunt Hossenstraat/Sint Rochusstraat staat de Sint Hubertuskapel van de twaalfde eeuw. De kapel is omgeven door een groen grasperk met op het voormalige kerkhof enkele oude grafkruisen die dateren van het eind van de zestiende en begin zeventiende eeuw. Deze plek was een bedevaartsoord tegen hondsdolheid en tandpijn. Na de Sint-Hubertuskapel komen we in Offelken. Een gehucht van Tongeren dat slechts 275 inwoners telt. Langs de oever van de Jeker werd een hippodroom aangelegd. Een van de weinige renbanen waar nog drafwedstrijden worden gehouden. Wat verder nodigt een zonnig terras ons uit om het innerlijke van de mens te versterken.

Na knooppunt 116 dwarsen we de Oude Jeker. In de Linderstraat werd een beeld geplaatst van de Heilige Maternus, langs de Jeker. Aangeroepen als beschermheilige tegen koorts en infectieziektes. We dwarsen nogmaals de Romeinse Kassei (N69). Voor knooppunt 128 zien we het “Provinciaal Instituut voor Biotechnisch Onderwijs”. Bij knooppunt 128 linksaf en rijden we Piringen binnen. Een kleine deelgemeente van Tongeren. Na de wit geschilderde kapel die gebouwd werd voor de Heilige Maria rijden we door de Tomstraat waar de opvallende Sint-Gertrudiskerk werd opgetrokken met massieve westertoren in silex. Het schip werd in 1819 gesloopt nadat deze in de achttiende eeuw bouwvallig was verklaart. Het vernieuwde gedeelte werd opgetrokken in baksteen en dateert van 1940. Voor de kerk rechtsaf. Vlakbij Beringen staan we voor de Mariakapel die afgesloten is. Door het glasraam in de deur lukt het om een foto te maken van het interieur. We houden de kapel links van ons als we verder rijden. Terug door een holle weg. Eens uit het centrum van Piringen worden we weer verwent door al het groen. We rijden op de “Weg Gors-Opleeuw” met rechts statige loofbomen en links hectaren landbouwgrond. Het is klimmen en dalen terwijl we genieten van de prachtige vergezichten. Ons pad is smal maar hier rijden amper auto’s. We dwarsen de Marmolbeek nadat we de oude spoorweg onderdoor zijn gereden die geheel in baksteen werd gebouwd. We naderen weer een bos en ik vraag me af of al die groene bomen een kasteel met grote tuin of park moet afschermen? Aan knooppunt 136 dwarsen we de Sint Annabeek en slaan linksaf om langs de Sint-Annabeek verder te rijden en bevinden ons in de Vallei van de Sint-Annabeek. Een klein gebied dat slechts een oppervlakte heeft van minder dan 10 hectare. Het is een lappendeken van wilgenstruwelen, rietveldjes en dottergraslanden. In de boomkruinen merken we de maretak op. Meer dan één zelfs. De Sint-Annabeek ontspringt ten oosten van Borgloon en mondt uit in de Mombeek te Gors-Opleeuw. We rijden over de N76 en laten het centrum van Kerniel rechts liggen. Een voormalige landbouwgemeente die geleidelijk aan zijn bedrijvigheid verschoof naar de fruitteelt. Langs de Steenweg op Borgloon bereiken we 152. We zijn terug in Borgloon. Onze fietsenteller staat op 50 km als we terug bij onze auto staan die trouw op ons gewacht heeft.  



















05-01-2020 om 12:02 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
02-12-2019
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tulpenwandeling

Donderdag 18 april 2019. We rijden naar de Isidoor van Beverenstraat te Groot-Bijgaarden. Ter plaatse kunnen we gratis parkeren op de nabijgelegen weide. Twee gele hesjes sturen je in de goede richting en zorgen dat alles netjes en ordelijk verloopt. Het kasteel van Groot-Bijgaarden werd gebouwd omstreeks 1640 door de heren van Bijgaarden. Het domein wordt omgeven door een brede sloot die overspannen wordt door een stenen brug met vijf bogen. Ze wordt bewaakt door twee heraldieke figuren uit de zeventiende eeuw. Het prachtige poortgebouw met ronde hoektorens stamt uit de veertiende eeuw.

Na de betaling betreden we het 14 ha grote domein dat enkel te bezoeken is tijdens de jaarlijkse internationale bloembollententoonstelling in april. Onder leiding van enkele vakspecialisten zijn in het park meer dan één miljoen bloembollen handmatig geplant door de medewerkers van het kasteel. Als liefhebber van kleurige voorjaarsbloemen kunnen we genieten van meer dan 500 soorten bloemen waarvan tulpen in de meerderheid zijn. Tussendoor kunnen we kennis maken met een 20-tal reproducties van Pieter Bruegel de Oude. Ter gelegenheid van de 450ste verjaardag van zijn overlijden (1569) brengt Floralia Brussels hulde aan deze grote kunstenaar. De werken zijn te bewonderen in hun originele afmetingen en de kaders worden gedecoreerd met bloemen of groen door de bloemsierkunstenaars.  

De arcade aan onze rechterzijde is afkomstig van het Hof van Hoorne, dat gesloopt werd in 1908. De koets is vooral een publiekstrekker voor amateurfotografen. De grote serre werd omgetoverd in een mooie binnentuin met enkele bloemstukken. We kunnen iets verfrissend drinken maar het is prijzig. Verder struinen we langs een tapijt van wilde bloemen onder eeuwenoude bomen. We kunnen volop genieten van narcissen, hyacinten en vooral van tulpen. De indrukwekkende bloemenpauw en de vele bloemperken weten elke bezoeker te imponeren. Tijdens de middag pauzeren we op een vrijstaande zitbank met een meegebrachte picknick. De massieve dertig meter hoge slottoren heeft muren die drie meter dik zijn. Het gebouw telt vier verdiepingen en stamt uit de veertiende eeuw. We hebben de treden niet geteld, maar het zijn er veel. Het was trouwens druk op de draaitrap. Er kwamen mensen met kinderen naar beneden terwijl wij naar boven wilden, en visa versa. Vanop het hoogste punt, dat beschermd wordt door een gekanteelde muur, hebben we een weids uitzicht over het domein en het Vlaamse landschap. Een winderig gedoe en het duurde dan ook niet lang voor we de terugweg aanvatte. Het kasteel zelf was ooit de zetel van de heerlijkheid van Bijgaarden. Via huwelijk werd het goed in 1720 verworven door Karel-Ferdinand de Königsegg-Rothenfels. Later wisselde het nog verschillende keren van eigenaar en raakte het kasteel in verval. Raymond Pelgrims de Bigard redde het van de ondergang en begon in 1902 met een dertig jaar durende renovatie. Zijn nakomelingen zetten zijn werk verder. Rechts is een aparte deur die ons toelaat de kapel te bezoeken. Ze werd magnifiek gedecoreerd met kleurrijke orchideeën. Geniet nog even mee van onze prachtige foto’s.









02-12-2019 om 15:54 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Meldertwandeling

Wandelknooppunten: 40-51-50-49-71-70-26-48-24-25-47-99-40 = +/- 8 km.

Parkeren: Eeckhoutstraat, vlakbij de kerk van Meldert en knooppunt 40.

Maandag 15 april 2019. Het is een stralende morgen met een overvloed aan zonneschijn tegen een strakke blauwe lucht. Een mens zou zich in het zuiden van Spanje wanen. We vinden het in ieder geval een uitgelezen dag om een boswandeling te maken tussen de wilde hyacinten en kleurige bosanemonen. Tijdens het nieuws van gisteren liet TV zender één nog een korte reportage zien over de drukte in de Hallerbossen. Omdat het paasvakantie was trokken de mensen massaal met hun kroost naar het 552 ha grote recreatiegebied om al het moois te aanschouwen. Het was een prachtig zicht. De bloemen lijken wel echte zonnekloppers. Geen seconde verliezen ze om de warme stralen in zich op te nemen. Elke dag kleurt het bos meer blauwpaars omdat vele bloemknoppen nog moeten open springen en beginnen te bloeien.

Wij rijden naar het Scheldeland, een regio die zich uitstrekt langs de Schelde, Dender en Rupel. De auto parkeren we in de Eeckhoutstraat, vlakbij de kerk van het landelijk en groen dorp Meldert. Een deelgemeente van Aalst, vlakbij de grens met Vlaams-Brabant. Het is klimmen tot bij de Sint-Walburgakerk die opgetrokken werd in de lokale witte steen. Ze bevindt zich op een heuvel en wordt nog steeds omringd door de begraafplaats. We hebben zicht op een hopmonument dat op het dorpsplein werd geplaatst op vraag van de Heemkundige Kring De Faluintjes. Het werd in september 2018 plechtig ingewijd. Het is een groot kunstwerk in gegalvaniseerd staal van een omgekeerde abstracte hopbel van 5,5 meter hoog en een diameter van 6 meter. De tekst rondom: ‘op de omtrek van de aarde komen begin en einde samen’ symboliseert de oneindigheid van de seizoenen. Wat verder op het driehoekig pleintje werd in 1978 een monument onthuld in de vorm van rechtopstaande en liggende zandstenen dat herinnert aan de bloeiende zandsteenontginning in het middeleeuwse Meldert. Vlak ervoor werd in 1919 het monument der gesneuvelden geplaatst dat hulde brengt aan de oorlogsslachtoffers van beide Wereldoorlogen.

We bevinden ons aan knooppunt 40. Even voorbij de kerk hangt een zeil waarop een oude foto wordt afgebeeld van het leven in een brouwerij. De tekst luidt: ‘er komt weer leven in de brouwerij’. Achter de hoge bakstenen muur bevindt zich ‘Hof den Tuitelaar’, een voormalige brouwerij die werd verbouwd tot een gezellige buurtherberg. De houten bankjes in de tuin lonken ons uitnodigend maar het is echter maandag en dan zijn alle cafés dicht. Onze wandeling is licht glooiend en dat voelen we al snel aan onze kuiten. We zijn echte plattelands mensen.

Eens uit het centrum worden we omringd door natuur. Sommige bomen beginnen stilaan groener te worden. Hoogstammige fruitbomen kleuren wit door miljoenen bloesems. Een streling voor het oog. De meeste akkers zijn nog bruin gekleurd. De grond werd omgeploegd en waarschijnlijk bemest. Om te planten lijkt het nog te vroeg. Wachten de landbouwers tot na de ijsheiligen? Regelmatig worden we opgeschrikt door laag vliegende vliegtuigen. Dit lawaai zijn we niet gewend en we vragen ons af of de toestellen op Zaventem gaan landen of zijn ze net opgestegen? De skyline vertoont nog vaak kale bomen. Langs een beek zien we de bekende knotwilgen staan. Ze moeten hoognodig gesnoeid worden. Ze kleuren alvast mooi groen.

Na knooppunt 50 bevinden we ons aan de rand van het Kravaalbos, de streek rond Aalst waar hopranken eeuwenlang het landschap bepaalden. Ze gebruikten de hop om hun bier op smaak te brengen en het bittere kruid groeide uit tot het belangrijkste exportproduct in de streek. In de loop van de twintigste eeuw verhuisde de hopteelt naar het Oostblok. De staakvelden verdwenen uit het landschap en het plantje wordt sindsdien vooral in haagvorm gekweekt voor de oogst van hopscheuten, een delicatesse. Het Kravaalbos is het restant van het vroegere Kolenwoud, (een oerbos dat het Hallerbos, het Zoniënwoud, het Buggenhoutbos, het Heverleebos, het Meerdaalwoud en het Bos van Houssière omvatte). Het Kravaalbos heeft een oppervlakte van ongeveer 80 hectare dat net als het Hallerbos vermaard is om de boshyacinten die er rond deze tijd bloeien. Het zal ons benieuwen.

Door de eeuwen heen werden grote delen gekapt voor de ontginning van kalkzandsteen, maar ook om de Duitse troepen tijdens de beide Wereldoorlogen van brandstof en buskruit te voorzien. Eerst wandelen we tussen de gele bosanemoon die bloeien van maart tot mei. De plant groeit op voedselrijke, vochtige grond in loofbossen tussen het hakhout. Hier ontspringen de beken die zich lieflijk door het landschap slingeren. We genieten van onze wandeling langs trage paden en wegen. We komen geen mens tegen maar genieten des te meer van de verschillende vogelgeluiden. Langs ons pad steken groene plantjes ongeveer tien centimeter boven de grond. De hyacint is op deze plek nog niet echt te zien alhoewel de zon de aarde overvloedig beschijnt en duidelijk warmte geeft.

Het Kravaalbos is niet te vergelijken met het Hallerbos. Hier is alles wild. Hier worden geen dorre bladeren of dode takken verwijdert. Groeit het is het goed, groeit het niet heb je pech. We kunnen toch enkele mooie foto’s maken van de wilde hyacint die hoofdzakelijk voorkomt in eiken- en haagbeukenbossen. Het Kravaalbos draagt sporen van de vroegere zandsteen-winning, waaronder de vijver langs ons pad. Het is rustig op en rond het water. Je zou toch zweren dat het lente is en dat de vijver of de oevers vol zitten met parende of broedende vogels.  

Onze voetzolen landen zacht op de verende bospaden. We worden geflankeerd door groene reuzen terwijl we gezamenlijk genieten van de overweldigende rust. Ik vraag me vaak af of we niet stiekem in het oog worden gehouden door de vele bewoners van het Kravaalbos. Ik betrap me erop dat ik voorzichtig rondom kijk. Je kan nooit voorzichtig genoeg zijn. Het blijven tenslotte wilde dieren. Op verschillende plaatsen liggen omgevallen bomen en mag de natuur haar gang gaan. Dood hout trekt insecten aan die op hun beurt ten prooi vallen aan de vele verschillende vogelsoorten die hier in het bos leven.

Langs de Putstraat bereiken we het volgende café met de bekende naam: F.C. De Kampioenen, bij Pascale. Ook dit etablissement is vandaag gesloten. Op maandag is het vaak niet gegund om even uit te rusten onder het genot van een verfrissend streekbiertje. Al dan niet gecombineerd met een streekhapje. Het café werd gebruikt als decor voor de derde bioscoopfilm van F.C. De Kampioenen. Het aanpalend voetbalveld is de thuisbasis van ‘De Stinneboys’. Het kapelletje ervoor is oorspronkelijk van 1886. Vanaf hier loopt een zandpad richting Kravaalbos. Deze zandwegjes zijn van levensbelang voor bepaalde solitaire bijen. De grijze zandbijen graven hier hun holletje. We verlaten Meldert langs de Putveldweg. Verder wandelen we tussen de onbebouwde akkers en weiden zonder grazers. Runderen staan nog in de stal omdat de nachten nog steeds te koud zijn. Voor een weids panoramazicht houden we regelmatig halt. Niet te lang want de gure oostenwind snijdt door merg en been. Om 15:30u bereiken we weer onze auto. 







02-12-2019 om 15:43 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
>> Reageer (0)
07-11-2019
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vordenstein 2019
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Zondag 24 maart 2019. Tijdens de lentemaand begint het bij elke tuinliefhebber te kriebelen. In de tuintjes komt het leven weer op gang met prachtige bloesems, krokussen, narcissen en tulpen. Het is nog redelijk vroeg als we de parking opdraaien van park Vordenstein te Schoten. Het is er verschrikkelijk druk. Het is wachten tot iemand wegrijdt om dan snel die plaats in te nemen. Iedereen die we zien wandelen heeft wel een plastiek zakje in de hand met bloemen, of planten. Van 10 tot 17 uur heeft net als voorbije jaren in de Oranjerietuin van het domein de lentebeurs plaats met gespecialiseerde kwekers en liefhebbers. Met verkoop van onder andere planten, groentezaden, bol- en knolgewassen en tips over de verzorging ervan. In de bijzondere parkbistro “Oranjerie De Vlinder” worden de dorstige met een glimlach onthaald. Het kasteelpark Vordenstein is 110 ha groot en dateert voor een groot deel uit 1850. De Oranjerie dateert van rond 1800. We wandelen verder door het domein over de brede majestueuze lanen die sinds kort in dolomiet werden aangelegd. We kuieren langs de sierlijke bezienswaardige vazen van de vroegere parterres die bewaard zijn gebleven. Ook hier in het park spotten we de grasgroene, luidruchtige halsbandparkiet met hun korte, rode haaksnavel. Verder langs open grasvelden, vijvers en interessante boomgroepen komen we bij het schilderachtige ‘thee- of boshuisje’. Ze zijn nog vaak te vinden in de uitgestrekte tuinen van grote landhuizen en kastelen. Ze werden doorgaans gebouwd als vrijetijdsbesteding in opdracht van welgestelden.

07-11-2019 om 14:44 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lentewandeling 2019
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Donderdag 21 maart 2019. De lente lokt ons naar buiten. Het mooie weer heeft daar  natuurlijk alles mee te maken. We willen beslist de eerste lentebloemen in de natuur zien bloeien. We willen de vele verschillende vogels horen fluiten. En beslist vriendelijke lachende mensen tegen komen die ook van de buitenlucht willen genieten. Om dit alles te zien en te horen trekken we samen naar het Veltwijckpark in de Veltwijcklaan. Onderweg ernaar toe bekijken we ook de mooie tuintjes van de huiseigenaars of huurders. Naast de vele paasbloemen bloeien nu ook de tulpen. Het tovert constant een glimlach op ons gelaat. Wat ons nu laat stilstaan zijn de tulpenbomen die hier en daar bloeien en een echte blikvanger vormen in de tuintjes. Het is gewoonweg prachtig hoe hij telkens in de lente bloeit met kelkvormige bloemen. In het Veltwijckpark komt zo’n boom helemaal tot z’n recht. De tulpenboom heeft hier veel plaats en kan alle kanten op groeien. De bodemgesteldheid speelt hierbij een cruciale rol. De narcissen staan hier in een grote groep samen. Zo houden ze elkaar wat recht. Degene aan de buitenkant buigen eerbiedig hun kopje. Wat verder bloeien de blauwe bodembedekkers. De bloemhoofdjes draaien naar de zon en profiteren van het extra licht onder de bomen vooraleer de bladerdaken en hogere planten de grond overschaduwen. We wandelen rond de vijver om nog meer moois te spotten. De verschillende vogels heten ons welkom. Door de kale bomen laten ze zich nog goed spotten. We proberen telkens om de diverse vogelgeluiden te herkennen. Het is hopeloos. Maar we genieten.

07-11-2019 om 14:40 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
01-10-2019
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kluizenroute

Parkeren: Toekomststraat 2 Kluizen.

Fietsknooppunten: 42  -36  -35  -26  -17  -78  -11  -05  -03  -13  -15  -28  -30  -34  -37  -31  -38  -40  -41  -46     -43  -42 = 37,2 km.

 

Woensdag 27 februari 2019. De weervrouw had het ons gisteren beloofd en wanneer we de pvc-rolluik optrekken zien we een helder blauwe hemel zoals we het soms zelden zien tijdens de warme zomermaanden. De thermometer geeft momenteel al 12°C aan maar er worden voor vanmiddag temperaturen voorspelt tot 20°C. Het lijkt wel een zomerse dag, maar het is nog steeds winter. Weer een dag om van te profiteren. Daarom rijden we met de auto naar Oost-Vlaanderen voor een uitgebreide fietstocht die start in Kluizen. Het dorp ligt in het Meetjesland, een wandel- en fietsregio tussen Gent en Brugge. Vanaf 1977 behoort Kluizen bij de gemeente Evergem en is vooral bekend voor haar spaarbekken en groene zones. 

Door vertraging en enkele files op de Antwerpse ring staan we eerst om 10:45u op de parking van Kluizen. Er was geen ontkomen aan. Het was wachten en aanschuiven tot voorbij de Kennedytunnel voor we zonder problemen weer vlot verder konden rijden. We houden de parking van Kluizen rechts van ons en fietsen op de Toekomststraat tot bij de Onze-Lieve-Vrouw-Geboortekerk van Kluizen. Een eerste gebedsplaats was volgens de geschiedenis van 1122, gebouwd in opdracht van de graaf van Vlaanderen. Ze werd echter in 1580 vernield door Calvinisten. De volgende kerk werd in de loop der eeuwen afgebroken, uitgebreid en gerestaureerd tot de huidige kerk die we nu zien. De vierkante toren werd in 1768 – 1771 verbouwd maar op 22 mei 1940 opgeblazen door oorlogsperikelen.  

Tussen 1953 en 1956 werd de schade hersteld. Rechts van de kerk werd de Heilige Cornelius in een nis geplaatst als de patroonheilige van het dorp. Links zien we het monument voor de gesneuvelden van beide Wereldoorlogen. De kerkklok slaat net het volle uur. Binnen in de kerk werden talrijke Obiits aangebracht. Aan elke kolom of pilaar zien we een Heiligenbeeld hangen. Op de achtergrond horen we stille kerkmuziek uit een luidspreker. Het geeft meteen een andere sfeer. Achteraan staat de Heilige Rita op een sokkel. Ze wordt onder andere aanroepen voor hopeloos gewaande zaken, langdurig zieken en door vrouwen met een ongelukkig huwelijk. Naast de kerk is de begraafplaats waar enkele zerken staan van burgerlijke oorlogsslachtoffers en oud-strijders van beide Wereldoorlogen. Het dodenhuisje van 1863 staat in het midden van de begraafplaats waar tegen de calvarie werd bevestigd. Het bronzen beeldje op het pleintje is van Dirk De Keyzer uit 1996. Het stelt twee koningskinderen voor.  

Na ons bezoek aan de kerk en de begraafplaats fietsen we de straat ten einde en slaan linksaf op de Kluizendorpstraat. De bebouwing verdwijnt langzaam en de natuur neemt de plaats in. We fietsen onder een stralende zon en de temperatuur is ok. Toch lijkt de natuur wel doods door de kale bomen. Desondanks komen we terecht in een streek voor genieters. Fietsen door een pittoresk landschap waar we een mix van akkers, weiden en ja, toch nog uitbundig veel groen vinden. Het zou mij niet verbazen moesten we een kunstenaar naast de weg zien zitten die deze natuurrijkdom met een penseelstreek op het doek schildert. Voor het knooppunt staan de statige villa’s met een eentonige tuin. We verlaten Kluizen langs het “einde centrum” bord.  

We rijden over de brug van het “Watering De Burggravenstroom”, zoals we zien staan in de lage gemetselde muur. Het Verbindingsvaartwater stroomt onder de brug en vloeit in de Burggravenstroom die we ongeveer 2,7 km gaan volgen. Het is een prachtige waterweg die een totale lengte heeft van 33 km. De waterweg werd tijdens de dertiende en veertiende eeuw bevaren door schuiten, geladen met goederen zoals laken, appelen, hout en turf met bestemming Gent. Na de godsdienstoorlog kwam hier een einde aan. Langs de dijk groeien hier en daar de paasbloemen of narcissen in verschillende tinten. Aan knooppunt 36 dwarsen we de stroom en slaan rechtsaf. Nu houden we het water rechts van ons. Verderop slaat de Burggravenstroom linksaf naar Eeklo en stroomt verder via Assenede, Lembeke enzovoort. We dwarsen straks nogmaals de stroom in Lembeke. Links van ons moeten twee gigantische spaarbekkens zijn. Door de beplanting en de bebouwing zijn ze niet te zien vanop de fiets. Het is slechts duidelijk op Google-View of vanuit een luchtballon. De uitvinding van de heteluchtballon dateert van 1783 en spreekt nog steeds tot de verbeelding van avontuurlijke mensen. Hoe mooi moet dat niet zijn om vanop een hoogte de regio te zien? Maar ik dwaal af. De twee waterreservoirs hebben een gezamenlijke inhoud van meer dan 10 miljard liter. Vanuit Kluizen voorziet ‘De Watergroep’ heel het Meetjesland van drinkwater. Dagelijks kan er tot 60 miljoen liter geproduceerd worden. De spaarbekken bevinden zich tot aan het volgende knooppunt. Tussen de akkers en weiden, rechts van ons, werden ‘bescheiden’ villa’s gebouwd. Afgewisseld door mooie gerenoveerde boerderijen en statige landhuizen.  

Vanaf knooppunt 26 bevinden we ons op het grondgebied van Assenede en worden we meteen opgeslokt door een heerlijk stuk natuur. Vanaf de Abdijstraat werd de Antwerpse Heirweg gekasseid. We doen zoals de professionele wielertoeristen en rijden zoveel mogelijk naast de weg in de zijberm. Dat is niet veel beter want die zit vol kuilen, putten en regenwater. Hopelijk rijden we niet plat. De Antwerpse Heirweg maakt deel uit van de oude weg die van Antwerpen naar Brugge liep en doorsnijdt het bosgebied van Oosteeklo. Het deel dat over het grondgebied van Oosteeklo loopt dateert uit de zestiende eeuw. Een deel van de weg bevindt zich zelfs nog in zijn oorspronkelijke staat en is dus niet verhard. We zijn dan ook opgelucht wanneer de kasseien overgaan in een zandweg. Hier houden we halt aan een picknicktafel die ons uitnodigt om onze zelfgemaakte boterhammetjes te verorberen. Hier werd een infobord geplaatst. We bevinden ons in de Lembeekse bossen. Deze bossen, 305 ha groot, strekken zich uit over Lembeke, Oosteeklo en Waarschoot op een zandrug die loopt van Oedelem tot Stekene. Hier kun je heerlijk wandelen, fietsen of paardrijden. Na een stevige wandeling kun je aan de noordzijde van het bos nagenieten in één van de horecazaken. Het Bellebargiebos is een vochtig loofbos langs de Burggravenstroom. Links is een bosrijk gebied en rechts een afgespannen weide met een skyline van verschillende kale loofbomen. Op de hoeve, even verder, woont een echte paardenliefhebber. Zijn weide is rondom afgespannen met een doorsteekomheining van hout. Geen prikkeldraad want dat is voor paarden ongeschikt. Het is te onopvallend voor de viervoeter en vooral onveilig. Prikkeldraad is scherp en kan ernstige verwondingen veroorzaken. Over het Syngelbrugje fietsen we de Burggraventroom over en komen we in Sleidingen/Evergem en slaan rechtsaf in de Vierhuizen. Een smalle betonbaan tussen de velden. Landbouwgrond domineert hier boven de weidlanden waar binnenkort koeien vredig liggen te herkauwen. Naast ons pad zijn de grachten afgeboord met gesnoeide knotwilgen. Nostalgie! De knooppuntenbordjes zijn tot hiertoe goed aangegeven. We hebben het al meegemaakt dat er bordjes verdwenen zijn en dat weet je eerst achteraf als je na enige tijd geen bordje meer tegenkomt of een knooppuntenbordje met een vreemd nummer. Hoe frustrerend is dat? Voor vandaag lijkt er geen probleem te zijn. We ruiken dat er in buurt gemest wordt. Het aroma komt ons af en toe tegemoet.  

Aan knooppunt 78 fietsen we linksaf in het Meistraatje waar de betonbaan afgeboord is met hoge statige eiken. Hier werd een infobordje geplaatst over de legende van de “Bevende Hazelaar”. ‘Op deze driesprong staat de “Bevende Hazelaar”, eigenlijk een (tril)linde. Hij staat op de plaats waar de graaf van Kleef per vergissing werd vermoord. Toen de Oostmoerenaren het vertrek van de Oostenrijkse overheersers vierden, bemerkten ze een vreemde man die, aan zijn kledij te zien en aan zijn stem te horen, beslist een buitenlander was. Ze namen hem dan ook onmiddellijk voor een Oostenrijker en hij werd in het heetst van de verwarring gedood. Om deze misstap uit te wissen ging men het lijk in de bossen begraven. Boven zijn graf plantte men een (tril)linde. Later werd aan de boom een Mariakapelletje gehangen, waar de kooplieden hun penning offerden, om zegen te bekomen voor een goede koop.’

Rondom ons zien we niets anders dan natuur waar we ten volle van genieten door de kleur, de geur en de vele geluiden van bekende en minder bekende vogels. Deze streek is een echt fietsparadijs. Soms, heel soms, fietsen we te snel door het landschap over de kleine smalle plattelandswegen. Want aan het eind van het straatje komen we weer terug in de harde wereld. Ja, bebouwing is natuurlijk de dag van vandaag nergens meer uit te sluiten. Ook het lawaai van de auto’s hoort daarbij en is een tweede natuur geworden. Maar er is verbetering op til. De elektrische auto rijdt muisstil door de straten. Wees gewaarschuwd! Als je niets hoort is er een Hybride of een 100% elektrische auto in de buurt. Of dat nu veilig is of niet daar ga ik niet over discuteren. Tijd voor een frisse pint op een zonovergoten terras. Ik ben bijna uitgedroogd. We hebben flesjes water bij maar dat smaakt zelfs te droog. Het is nog wachten tot in de dorpskern van Waarschoot om de dorstige te laven. In Bellebargie, na knooppunt 11, rijden we al op het grondgebied van Waarschoot. Voor de rotonde links, in de Bellebargie, stond de oude Sint-Jozefkerk. Tijdens de renovatie van de Sint- Ghislenuskerk in de dorpskern van Waarschoot, werd de Sint-Jozefkerk gebruikt als noodkerk. In 2008 werd deze kerk ontwijd en in februari 2017 afgebroken. In de plaats werd een kleuterschool gebouwd. Op een betonnen sokkel werd de zware koperen klok tentoongesteld die herinnerd aan de Sint-Jozefkerk.  

De helft van het voetpad werd omgetoverd tot fietspad. We rijden langs de grote luxueuze woningen waar de eigenaars optimaal kunnen genieten van hun vrijstaande woning. Vooral omdat ze weinig of geen last hebben van burenlawaai, of ze kozen ervoor om rondom rond te kunnen genieten van een groene omgeving. De woningen hebben meer ramen, dus meer daglicht in elke kamer. Bij enkelen staat de grote mobilhome op de oprit. Klaar om te vertrekken naar het zonnige zuiden. Het is nog ongeveer twee kilometer tot de dorpskom van Waarschoot. Het dorp ligt in de regio Meetjesland en bezit nog ongeveer 154 ha bos. Genoeg om in te verdwalen dus maar met wat geluk spot de wandelaar of oplettende fietser zelfs herten, reeën, zwijnen, de kleine bonte specht of de kleine boomkliever. Op de hoek Kapellestraat/Hoeke staat een smalle wegkapel omgeven door knotwilgen. De kapel werd opgericht in 1860 in opdracht van pastoor Van Dorpe. In de nis werd het beeldje van O.L. Vrouw met kind geplaatst. Een zitbank nodigt uit voor een warme kop koffie. Boven het dak van een woning zien we een hoge ronde gemetselde schouw die samen gehouden wordt met ijzeren banden. Het is de fabrieksschoorsteen van het voormalige S.A.W.-textielfabriek dat opgericht werd in 1889. Na de stopzetting tijdens WOII kwam er een nieuwe bloei in de jaren 1950 en 1960. In 1981 volgde echter de definitieve sluiting. Ons volgende kapelletje bevindt zich ongeveer 250 meter verder in de Kapellestraat onder twee stevige Lindenbomen. Een donkere madonna prijkt op het kleine altaar. De kapel werd gebouwd in 1987, volgens de datum boven de nis. Onderaan werd een tekst gebeiteld: “Wij willen behouden dit volk en dit land, lief Meetjesland.” Getekend:” Lorand Verbeecke 1911-1985 stichter Godsdienstig en heemkundig erfgoed.”

Even verder, op het nummer 53 van de Kapellestraat zien we een prachtig herenhuis dat omringd wordt door een haag en vooraan door een hekwerk. Het is het voormalige priorshuis van de Priorij O.L. Vrouw ten Hove. Gesticht in 1444 door de Gentse patriciër. Het gebouw werd geplunderd en verwoest in 1578  en  1581 door de Calvinisten. Het klooster werd opgeheven in 1796 door de Franse bezetters en openbaar verkocht.  Vlak voor de spoorwegovergang met knooppunt 03 vertelt een bordje over “Het Goed te Diependale” is het voormalige neerhof van de priorij van O-L-Vrouw ten Hove. Het voormalige kloosterdomein (1444-1650) bestond uit de goederen van de stichter Simon Utenhove, aangekocht en later geschonken goederen. Het Waterschootse patrimonium van het voormalige Cisterciënzerklooster omvatte zo’n 100 ha bos en drie belangrijke landbouwuitbatingen: het eigenlijke kloostergoed, het neerhof van het klooster (dus het oorspronkelijke Goed te Diependale) en de hoeve Koudekeuken. De straatnaam Jagerspad verwijst naar het feit dat dit gebied ooit het jachtgebied van de graaf van Vlaanderen was.” 

Aan de parking van de Nieuwstraat bevinden we ons pal in het centrum van Waarschoot en wijken we af naar de Sint-Ghislenuskerk. Het ruïnegedeelte is afgezet met de bekende hekwerken. Je wordt totaal stil als je de voormalige kerk aanschouwd. In de overgang van 2001 naar 2002 werd op oudejaarsavond de Sint-Ghislenuskerk door een scholier uit het naburige Eeklo opzettelijk in brand gestoken. De reden kunnen we niet vinden, al is er voor deze vandalenstreek geen enkel excuus. Alleen bogen, koor en de massieve toren van 1393 bleven overeind. Er kwam een nieuwe kerk, tegen het schip van de ruïne aangebouwd. Ernaast staat de verbrande madonna op een sokkel. Ter herinnering aan de kerkbrand. Langs de oude toren kunnen we in de nieuwe kerk binnen. Het is een hele aanpassing om hier rond te lopen. We staan dan ook snel terug buiten. Tijdens de renovatie werd de Sint-Jozefkerk aan de Bellebargie gebruikt als noodkerk. Op 24 juni 2007 werd de nieuwe kerk ingehuldigd. Naar aanleiding van de renovatie van de verwoeste Sint-Ghislenuskerk besliste Waarschoot om meteen ook de dorpskern ter hernieuwen. Het resultaat is een groene ontmoetingsplaats met onder andere een petanquebaan en een kunstwerk ter ere van priester-dichter Basiel de Craene. Het dorp is uitnodigend met haar gezellig terrasje waar we eveneens van profiteren om een sanitaire stop te houden. Het is en blijft de favoriete halte van elke wandelaar of fietser. Dat hoort er nu eenmaal bij. Ik probeer telkens iets nieuw uit de streek. Schol!  

Na onze halte  in Waarschoot rijden we uit het centrum door een smal pad tussen hectaren weidegrond. Ze liggen er maar kaal bij omdat de dieren nog op stal staan. De nachten zijn nog te koud. Het is 15:00u gepasseerd als we knooppunt 13 bereiken. Vanaf hier volgen we ongeveer een kleine zes kilometer waterloop ‘De Lieve’ die rechts van ons stroomt, maar totaal geen functie meer heeft in de scheepsvaart. Het is een historisch binnenscheepvaartkanaaltje dat werd gegraven tussen 1251 en 1269. Het kanaal was in totaal 45 km lang en vormde de eerste kunstmatige waterverbinding tussen de Leie in Gent en de Zwinmonding in Damme. Nog tot de Tweede Wereldoorlog werd via de Lieve alle aal van de stad Gent met schuiten naar Lovendegem gevaren, om er de velden te bemesten. Het traject langs De Lieve is zondermeer lovenswaardig op het smalle asfaltpad. Ik veronderstel dat het kanaal vroeger breder was want links van ons groeien de schilderachtige knotwilgen die oorspronkelijk langs de waterkant staan. We genieten van onze fietstocht langs het water. We komen volledig tot rust langs de kilometers uitgestrekte natuur van weilanden en landbouwgronden. We kunnen zowaar proeven van al dat moois dat de streek te bieden heeft. De elektriciteitspylonen, in de verte, proberen we weg te denken. Dit is genieten van water en rust die enkel verstoort wordt door vogelgeluiden. Een eind verder moeten we een omweg maken. Zelfs een fietser mag niet door. Een wielertoerist komt uit die richting en vraag hem of we toch niet doorkunnen. De man is zo vriendelijk om halt te houden om ons te woord te staan. Hij was tot aan de versperring gereden om te kijken hoe ver de werken gevorderd waren. Er is geen doorkomen aan, vertelt hij. Het is beter even om te rijden. Het is nog geen kilometer roept hij nog terwijl hij terug snelheid maakt. Ik vergat te vragen waarom er een omleiding voorzien was. We moeten voor ons volgende knooppunt drie keer dezelfde spooroverweg dwarsen. Nog voor de eerste spooroverweg houden we halt bij een grote watertoren met uitkijk op het hoogste punt. Na 2020 komt er een betonstop, maar er wordt momenteel massaal nieuwbouw opgetrokken zodat er tegen die tijd geen plek meer vrij is om nog te bouwen. Dit zijn dan nog de vrijstaande woning die worden gebouwd. We bevinden ons in Sleidinge, nog een deelgemeente van Evergem. In de Wurmstraat zien we rechts het grote Psychiatrisch Centrum Gent-Sleidingen. Een belangrijk gastvrij herstellingsoord, een ruimte die rust en voorspelbaarheid biedt waar mensen kunnen herstellen. We dwarsen de Weststraat en de derde spooroverweg in de Langendam. In deze straat uitkijken, we moeten rechtsaf op een smal pad tussen een weiland en een gracht. Veel geluk! 

Na knooppunt 31 rechtsaf tot de Sint-Joriskerk van Sleidingen. Ze heeft de meest spitse toren van de provincie. Er was al sprake van een gebedshuis in 1260. Ze brandde af, en werd groter heropgebouwd. Gerestaureerd en weer vergroot in de volgende eeuwen. In 1740 kreeg de toren zijn nieuwe spits. We kunnen binnen ook een kijkje nemen. De glas-in-loodramen maken de kerk donker. Achteraan staan er geen stoelen meer door het gebrek aan parochianen. Er bevinden zich vrij veel Heiligenbeelden die hier met naam benoemd zijn. We zien de Heilige Joris, de Heilige Godelieve, de Heilige Jozef met kind, de Heilige Coleta, het Heilig Hart van Jezus  en de buste van Pater Damiaan. De prachtige biechtstoelen springen echt in het oog. Zouden ze nog gebruikt worden? In een nis staat het Heilig Hart van Maria. Ook de preekstoel met rode loper op de dubbele trap is bezienswaardig maar waarschijnlijk slechts een pronkstuk. Terug buiten zien we de monumentale dorpspomp die dateert van 1863 om de lokale bevolking van zuiver water te voorzien. De laatste renovatie vond plaats in 1980. In de buurt van de kerk vinden we de bronzen premier Wilfried Martens. In 2016 werd het monument onthuld die geboren en opgegroeid is te Sleidingen. Van 1979 tot begin 1992 was Martens eerste minister in ons land. Het bronzen beeld van 1,92 m is een creatie van Leo De Buysere. Bij de onthulling werd het dorpsplein omgedoopt tot Wilfried Martensplein. We dwarsen verderop de N456. 

Na een tijdje fietsen we op de Meerbeke dat wordt gedomineerd door weiden met grazende paarden. Ze dragen een deken op hun lichaam. Een paard voelt zich best bij een temperatuur van 10°C. Bij langdurige regen of na een lange rit is een paard bezweet en heeft het vaak koud. Dan kan men het best het paard bekleden met een deken om de spieren warm te houden. Na enkele pedaaltrappen fietsen we Wippelgem, een deelgemeente van Evergem, binnen. De vrijstaande woningen voor de dorpskerk zijn statige gebouwen waar meer dan één auto de oprit siert. Links van de kerk werd de pastorie in 1856 gebouwd. Het landelijke dorp heeft in 1856 de Onze-Lieve-Vrouw Ten Troost kerk gebouwd die in de volksmond “De Boskapel” wordt genoemd omdat ze aan de rand van het dorp gelegen is, aan de bossen. De kerk, met haar vierkante klokkentoren van 1855 wordt geflankeerd door twee kapelletjes. Links werd de kapel gebouwd voor Sint-Antonius Eremyt in 1894 en rechts staat de kapel die opgedragen werd aan Sint-Appolonia in 1893. Ze hebben beiden fraaie heiligenbeelden staan op een altaar.  

Tegenover de kerk leidt een dreef naar het grootste kasteelpark van Evergem. Het “Kasteel van Wippelgem” is sinds 2008 eigendom van de gemeente. De oudste vermelding dateert van 1375. Het kasteel met zijn U-vormige aanleg, gelegen midden het omgrachte park, werd volgens kadastergegevens en volgens het op de voorgevel aangebrachte wapen van de kasteelheren wederopgebouwd rond 1892, nadat het vorige kasteel vernield was door een hevige brand. Het kasteel is volledig onderkelderd en heeft naast het gelijkvloers twee bovenverdiepingen en een zolderverdiep. Op het gelijkvloers waren de leefruimtes gelegen: het ‘petit salon’ als ontvangstruimte voor familie en belangrijke gasten en als fumoir, het ‘grand salon’ als dagelijkse leefruimte en verder nog de eetplaats, de bijkeuken en keuken. De immense traphal werd enkel gebruikt door de eigenaars, voor het personeel was er een kleinere trap aan de keuken. De eerste verdieping bestond uit slaapkamers en badkamers en op de tweede verdieping waren de huiskapel en de kamers voor het personeel ondergebracht. Op die verdieping staat tevens een immens grote watertank die het regenwater verzamelt. Via loden buizen en een grote handpomp werd het water tot in de kamers verspreid. Op de zolder staat een gelijkaardige watertank. Het kasteeldomein omvat 27 ha en is een openbaar domein zodat er vrij kan gewandeld en gefietst worden. In het kasteel worden nog huwelijken voltrokken en jubilarissen gehuldigd. 

Bij de kolossale vierkante duiventoren hoort uiteraard een infobordje. We lezen: “De eerste duivenhokken werden vanaf de zestiende eeuw ondergebracht in torens. Het doel van zo’n gigantische duiventil was vooral economisch en praktisch, want de duivenkweek vormde een belangrijk onderdeel van de voedselvoorziening voor de rijke tafels. De voornaamste verdienste van de duivenkweek was echter de productie van mest. Tegen het einde van de zestiende eeuw werd het duifrecht ingevoerd, als gevolg van de ontevredenheid onder de boeren wiens graan de duiven opaten. Het waren enkel de heren, abdijen en enkele pachthoven die nog duiven mochten houden. De komst van kunstmest luidde het einde in van deze traditie en vele duiventorens werden afgebroken of voor andere doeleinden gebruikt.

De duiventoren op dit domein is een vierkante toren van bak – en zandsteen met drie bouwlagen en een tentdak met bolbekroning. Hij zou dateren uit 1676 maar is hoogstwaarschijnlijk ouder. Volgens sommige bronnen dateert hij uit 1641, nog andere spreken van 1623. Wellicht deed hij oorspronkelijk dienst als vestingtoren en uitkijktoren. Hij had toen een plat dak. Pas later werd het duivenkwartier en het tentdak erop geplaatst. Aan de oost- en westgevel zijn consoles van de verdwenen loopplaten, alsook de vlieggaten bewaard. Twee deurtjes in de oostgevel verlenen toegang tot de begane grond met twee stalletjes. De deur naar het kippenhok op de verdieping in de noordgevel met steektrapje werd toegevoegd in 1912. Het huidige koetshuis was oorspronkelijk de boerderij. Het eerste gedeelte, met opbouw, was de paardenstal voor de werkpaarden. Minder luxueus en eenvoudiger van uitvoering dan de stallen voor de luxepaarden aan de hovenierswoning. Daarachter was de woning voor de boer die voorzag in het eten voor het kasteel. Verderop lagen de hooizolder en de stallingen. De twee kleinere gebouwen naast het koetshuis waren de stallen voor de varkens, de rookkamer (om hespen te roken), het fornuis en aanpalend de ‘remise’ of bergplaats om de wagens te stallen en een ruimte om mest op te slaan. Het voormalige koetshuis geldt nu als het hart van het sociaal-cultureel leven van Evergem. In de loop der eeuwen kreeg het kasteel heel wat bijgebouwen. In één ervan, de voormalige hovenierswoning, is vandaag Salon Sauvage gevestigd, een combinatie van theehuis, eetcafé en biertuin.

 

In de Moleneinde, voor we de brug oversteken aan de Burggravenstroom, slaan we rechtsaf voor een kort bezoek aan de stenen beltmolen. Gebouwd op een heuvel door Gerd Neyt in 1864 op de plaats van een houten staakmolen van 1645 die in 1787 afbrandde en werd heropgebouwd. In 1870 werd een stoommachine geplaatst en draaide de molen nog tot 1940. De molen raakte in de jaren van 1950 in verval. De gemeente kocht de molen en liet hem grondig restaureren. We fietsen het laatste stuk tot aan de auto in Kluizen. De sloot links van ons brengt het water naar de Burggravenstroom verderop. We rijden recht naar de parochiekerk waar we om 18:10u terug bij onze auto aankomen na 41,5 km gefietst te hebben.




















01-10-2019 om 10:13 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Fietswaterbus

Fietsknooppunten: 96-54-22-16-20-32-10-12-77-13 = 20,6 km.

Maandag 25 februari 2019. Zolang de wind uit het zuidoosten komt blijft het bij ons een beetje lente. Na een koude nacht, met lichte vorst, is het vandaag opnieuw zonnig. We krijgen vanmiddag temperaturen tot 17°C en er staat nauwelijks wind. We gaan ervan profiteren om met DeWaterbus over het Albertkanaal te varen. Sinds 2017 vaart DeWaterbus tussen het Steenplein Antwerpen en Hemiksem, met een tussenstop in Kruibeke. Daar kwam in 2018 een tweede route bij die het Steenplein via een noordelijke route verbindt met de Antwerpse haven. Vanaf midden februari 2019 is daar dus een oostelijk traject bijgekomen en vaart DeWaterbus elk half uur op het Albertkanaal met de haltes in Antwerpen, Merksem, Deurne, Schoten en Wijnegem. Dit is nog maar eens een duurzaam alternatief voor het woonwerk-verkeer langs het Albertkanaal. En wat meer is: de fiets mag gratis mee. We vertrekken omstreeks 10:45u met de fiets vanaf onze woonplaats in het centrum van Ekeren. We fietsen door de Oude Landen om te zien of de natuur zich al heeft aangepast aan de bijna zomerse temperaturen. Maar de natuur hou je niet voor de gek. De takken van de bomen zijn nog kaal. Echt kleur is nog niet te zien. Wat wel een meevaller is met die kale bomen. We zien de Galloway’s gemakkelijker staan. Na een koude nacht vinden de dieren het aangenaam om stil te staan in het zonnetje. Enkelen staren ons na als we passeren. Zouden ze ons herkennen? De vogels zijn ook al druk in de weer. Het is een concert van verschillende fluitende vogels die hoog in de kruinen van de bomen een serenade brengen. Waarschijnlijk een ode aan de rustige fietser, wandelaar of jogger. De schutkleur van de vogels is zo goed aangepast dat we ze niet kunnen zien. En zeggen dat we thuis twee verrekijkers hebben liggen. Soit!

We volgen knooppunt 54 en houden halt bovenop de Straatsburgbrug. Vanaf hier hebben we een mooi uitzicht over de omgeving. Voor ons het MAS en de vele wolkenkrabbers nabij het Eilandje. Rechts zien we reeds het pomphuis. Daar moeten we zijn om DeWaterbus te nemen. We hebben nog even want we zien geen schip liggen. Wat mij het meest imponeert is het Havenhuis wat we van hieruit kunnen zien. Het Havenhuis is oorspronkelijk gebouwd in 1922 als brandweerkazerne en sinds enkele jaren gerestaureerd waarna men een glazen “zeilschip” boven het gebouw heeft aangebracht. Het is sinds 2016 de werkplaats voor een 500-tal medewerkers. Het is een blikvanger. Heel ver weg stijgt een zwarte rookwolk de lucht in. Waarschijnlijk een brandje ergens in de haven. Verschillende schepen varen af en aan. Het is drukker dan een paar jaar geleden. Langs de kade liggen enkele kolossale schepen aangemeerd. Een van hen haalt met een hels kabaal het anker op. Tijd om door te rijden en we laten ons naar beneden bollen. Net als we aan de steiger staan naast het pomphuis, draait de bus tot tegen de kade. Het is druk op de boot. Vooral veel wandelaars. De laatste die uitstappen zijn de fietsers. Dan is het onze beurt. Wij zijn slechts met vier. Na ons stappen nog twee fietsers, een moeder met haar volwassen dochter, op het achterdek. Het schip wacht niet. DeWaterbus vertrekt meteen. De Nederlandse vlag wappert boven de ingang naar het binnenschip. Daar kunnen de passagiers schuilen bij slecht weer. We zien de kapitein boven in de stuurhut staan. Het is niet toegelaten de trap naar boven te gebruiken. Er kunnen tot 120 passagiers vervoert worden en vijftig fietsen. We varen met een snelheid van 18km/u tot onze eerste halte. Een jongeman komt ontvangen en een praatje maken. Hij vraagt waar we eraf willen en geeft antwoorden op enkele vragen. Wij willen mee tot aan Wijnegembrug. Als de kapitein ziet dat er niemand aan de fietsbrug van de IJzerlaan staat te wachten geeft hij gas en vaart verder.

Vervolgens gaat het zo verder onder de brug van den Azijn in Deurne, Hoogmolendijk van Schoten en als laatste de Brug Houtlaan van Wijnegem. Het is 12:15u als we op de oever staan in Wijnegem met onze fietsen. We nemen afscheid en proberen ons te oriënteren. We zien geen knooppuntenbordjes hangen. We weten niet welke kant we uit moeten. De beide dames die meegevaren zijn weten ook van toeten noch blazen. Zij moeten knooppunt 24 hebben. Wij 22. Waar is knooppunt 22? Misschien moeten we aan de andere zijde van de brug zijn zegt moeder de vrouw. We zullen zien. De beide dames houden het kanaal links en rijden verder. We proberen de andere kant tot we niet verder kunnen. We rijden vlak naast de Houtlaanbrug en stoppen bij het kruispunt Houtlaan/Merksemsebaan. We kunnen ook hier de baan naar Merksem nemen maar dat is constant naast het drukke verkeer rijden. Knooppunten zijn hier niet. We keren terug en rijden over de Houtlaanbrug. Hier liep het mis. Even voorbij het ijzerwerk van de brug hadden we naar beneden moeten gaan, maar langs de trappen gaat niet met onze fietsen. Vlak aan het water is fietsknooppunt 22. We dachten dat als we het fietspad blijven volgen kunnen we ook zo langs de brug naar het water. Niet dus. We rijden op de N12 en laten ons volledig gaan tijdens de afdaling. We halen meer dan 25km/u. Aan het kruispunt met de ’s Gravenwezelsteenweg slaan we linksaf. Bij een smeedijzeren hek met hardstenen balustrade houden we halt. Achter het sierhek met puntige stekels zien we kasteel “Hof ter Pull”. Een dubbel omwalde vesting uit de vijftiende tot zestiende eeuw. Een gebouw waar we onze fantasie de vrije loop kunnen laten. Na de Galgenstraat rijden we vanzelf op de Wijnegemsteenweg in Schilde. Het is heerlijk fietsen in het zonnetje. We rijden tot het grote kruispunt en slaan linksaf op de N121. We rijden het “Klein Schijn” over en fietsen op de Kaak en vervolgens op de Botermelkbaan. Het is hier één en al natuur. Ondanks de winter is er nog veel groen te bespeuren. We fietsen over het Kempisch Kanaal om daarna langs de Elshoutbaan te rijden. Over de E19 snelweg tot het eind. Linksaf op de Miksebaan te Brasschaat. Vanaf hier volgen we opnieuw onze knooppunten dat ons het gemeentepark van Brasschaat inleidt. Aan het dienstencentrum gaan we eerst de dorstige laven. We nemen twee tuinstoelen en een klein tafeltje dat we in het zonnetje zetten. Veel plaats is er niet meer. Sommigen staan te wachten tot er stoelen vrij komen.

In het park kunnen we de eerste lentebloemen fotograferen. De witte krokussen staan in bosjes bij elkaar. Ook de gele narcissen kijken hoog boven de grond naar de vele wandelaars en fietsers die hier passeren. Onze volgende sanitaire stop is in de “Wijnschuur Oud Antwerpen” in de  Fabriekstraat te Brasschaat. Ook hier kan je als het ware over de koppen lopen. Er is alleen nog plaats in de schaduw. Zo gauw er plaats is verhuizen we naar een plekje in de zon. Het is wel veel geduld hebben. Maar we hebben tijd. Na afloop rijden we naar knooppunt 77. Ons laatste knooppunt brengt ons weer terug in het centrum van Ekeren. Als we ons stalen ros weer in zijn “stal” zetten wijst de kilometerteller net 29 km aan. Niet slecht voor een eerste fietstocht in het begin van het nieuwe jaar.





01-10-2019 om 09:59 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
12-09-2019
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Retiewandeling

Wandelknooppunten: 123 – 122 – 115 – 116 – 100 – 120 – 111 – 123 = 4,0 km.

Parkeren: “Vakantiecentrum Corsendonck De Linde” Kasteelstraat 67 Retie.

Vrijdag 15 februari 2019. We rijden naar het noordoosten van de provincie Antwerpen. De boordcomputer duidt slechts 10°C aan maar het is een stralende dag met een helder blauwe lucht. Geen wolkje te bespeuren en last but not least, het is zelfs windstil. Een uitgelezen dag dus voor een mooie en stevige wandeling met de bekende wandelknooppunten. Via de wandelknooppunten kunnen we als liefhebber alle kanten op. De folder “Dorpswandeling Centrum Retie” loodst ons naar de parking van het vakantiecentrum Corsendonck. Daar zou normaal gesproken voldoende staanplaatsen zijn. Uitgezonderd vandaag dan. We rijden richting het centrum van Retie en plaatsen de auto op een parking met kiezelsteentjes, vlak over de Gildenstraat aan de N123. De ideale plek omdat hier borden hangen die naar fietsknooppunten verwijzen. En hier werd eveneens een klein bordje aangebracht van onze wandeling, nummer 123, met een pijltje naar rechts. Makkelijker kan niet! Wat ik toen nog niet wist. Ik had thuis alleen de knooppunten opgeschreven en het plannetje gelaten voor wat het was. Ik zou er spijt van krijgen.

Het dorp Retie is omringd door vele kleine gehuchten zoals Looiend, Geenend, Watermolen, Brand,  Weerbeek, Pontfort, Hodonk, Bosend, Duinberg en de deelgemeente Schoonbroek. De Markt is het centrale punt waar enkele belangrijke verkeerswegen elkaar kruisen. Het dorp is doorweven met talrijke slingerende riviertjes die de bovenloop van de Kleine Nete vormen en die, volgens de folder, de zuiverste riviertjes van Vlaanderen zijn. Retie heeft een rijke geschiedenis waarvan de vroegste bronnen dateren van de twaalfde eeuw. Het bekendste historische gebouw is wel de pastorie.

Onze parkeerplaats grenst toevallig aan de voormalige pastorie dat gebouwd werd in 1696 in opdracht van prelaat Crils van de Norbertijnenabdij van Tongerlo en bewoond werd door de pastoor en de onderpastoor van Retie. In 1797 verhuisden de beide pastoors en werd het gebouw een korte tijd als gendarmerie gebruikt. In 1799 werd de pastorie verkocht aan maire Van den Eynde, die ze in 1808 op zijn beurt verkocht aan de gemeente. In 1814 konden de pastoors er opnieuw hun intrek nemen. In 1984 verliet pastoor Frans Geuens definitief het pand en kort nadien nam het politiekorps er zijn intrek. Sinds 2000 vinden ook de Heemkring “Zeven Neten” en het jeugdatelier “De KolkKuyl” er een onderkomen. Het centrale gebouw en de twee zijvleugels worden omringd door een ruime tuin en een gracht. We volgen  knooppunt 123.

In de Sint-Paulusstraat staat een hoge vierkante rode telefooncel. We wanen onszelf even in Groot-Brittannië. Het is echter een blikvanger voor de kapperszaak “Ludo”. Er staat echter wel een echte telefoon in. Maar of hij werkt is weer een andere vraag. Ik vraag me af of het een rechtstreekse verbinding naar de U.K. is.

Onder het straatnaambordje “Gildenstraat” hangt een infobordje: “Gilde duidt op de boeren- en boerinnengilde, die er voor zorgde dat in 1925 langs die straat een parochiezaal, de zogenaamde Gildenzaal, werd opgetrokken. Ze werd ook wel ‘de boerenzaal’ genoemd. Het sociale en culturele leven van de dorpsgemeenschap speelde zich grotendeels af in de Gildenzaal. Een aantal jaren bood zij ook onderdak aan de bibliotheek. De Gildenzaal werd begin de eenentwintigste eeuw verkocht. Begin jaren vijftig, van vorige eeuw, was de Gildenstraat, omwille van haar asfalt, een geliefd voetbalterrein voor de buurtjongens. Een toen nog zeldzame auto hoorde men immers van ver aankomen” We dwarsen de Gildenstraat, zoals aangegeven door het knooppuntennetwerk. In de regel geldt dat als er geen aanwijzingsbordjes hangen loop je gewoon rechtdoor. Blijkbaar wordt hier van de regel afgeweken want een bordje met nummer 123 wijst aan dat we rechtdoor moeten. Geen probleem. Beter één bordje teveel dan één te weinig.

In de Jozef Cardijnstraat hangt weer een infobordje bij de straatnaam: “De straatnaam is genoemd naar Kardinaal Jozef Cardijn (1882-1967), stichter van de Katholieke Arbeidersjeugd (KAJ), bijgenaamd ‘De Kajotters’. Een grote troef was zijn retorisch talent. Hij sprak zijn publiek al roepend toe, hevig gesticulerend en erg overtuigend. In de Sint-Martinusbasiliek van de stad Halle droeg Cardijn zijn eerste mis op. In 2005 eindigde Cardijn op de drieëntwintigste plaats in de Vlaamse versie van ‘De Grootste Belg’.” Bij deze straat vinden we geen bordje meer dat ons wijst in welke richting we moeten stappen. Dilemma! Rechtdoor of linksaf? Of rechtsaf? Links zien we de spitse kerktoren als een baken boven de dakpannen uitsteken en besluiten om daar naartoe te stappen. We hebben inmiddels al drie straten gedwarst zonder een bordje van de wandelknooppunten te zien. De wandeling komt sowieso door de dorpskern. We nemen dus de kortste weg door het Molenaarspad. Het is trouwens tijd voor een sanitaire stop. Halverwege het Molenaarspad echter zien we rechts terug onze knooppuntenbordjes hangen met het nummer 122. We “zitten” dus op het juiste spoor. We hadden daarnet toch nog rechtdoor moeten wandelen, denk ik.

In het Bokpad spotten we onze eerste citroengele vlinder die men normaal als eerste van alle vlinders  in de lente te zien krijgt. Ze overwinteren in dichte vegetatie, zoals klimop, hulst of braam. Onze vlinder vliegt vlak bij een hoge groene haag die het zicht verbergt op de tuintjes van de vele vrijstaande woningen. De lucht hangt vol met vogelgeluiden. Vogels en insecten zijn, net als wij, de kluts kwijt. Ze denken ook dat de lente al in het land is. Bij de Akkerstraat is ons volgende infobordje: “Akker duidde oorspronkelijk het gezamenlijk lanbouwland aan dat door de inwoners van het dorp gemeenschappelijk werd bebouwd. De Retienaren waren ten tijde van de Franken allen boeren, voornamelijk veehouders. Het was ‘gezond volk met grote huishoudens’ zodat ze, om de kost te verdienen, almaar nieuw land moesten bijmaken. Zo’n stuk land noemden zij een ‘ekker’ of akker. Uit die tijd, meer dan 1000 jaar geleden, dagtekenen de Retie-ekkeren.

Aan het volgende kruispunt hangt weer geen knooppuntenbordje. We maken ons geen zorgen. Langs het “Huis St-Antonius” komen we in de Molenstraat, richting kerk. We lezen: “Deze oude straat, vroeger de weg naar Mol en Geel, leidde naar ’s heren windmolen op de Molenakker nabij de huidige Beukenlaan. Hij wordt reeds vermeld in 1595 en in 1837 overgeplaatst naar het gehucht Obroek waar hij in 1958 werd afgebroken. De straat, of een deel ervan, werd destijds ook ‘Ravennest’ genoemd. Het was een beschimpende aanduiding van de onbemiddelde vreemdelingen die er woonden.” De zon brandt af en toe in onze rug. Wat zou de reden kunnen zijn waardoor er enkele knooppuntenbordjes verdwenen zijn uit het straatbeeld? Misschien is de oorzaak te zoeken bij de afbraakwerkzaamheden die onlangs werden uitgevoerd aan oude woningen. Om schade te vermijden werden de paaltjes verwijderd? Misschien werden aanwijzingsborden verwijderd om het teveel aan borden in het straatbeeld te beperken en werden daardoor de knooppunten over het hoofd gezien? Een feit is dat er een massa nieuwbouw in het centrum is gekomen.

Bij café Amelie houden we onze sanitaire stop. Er is nog geen terras voorzien. Het is nog te vroeg in het voorjaar om tafels en stoelen buiten te zetten. Maartse buien en aprilse grillen moeten nog komen. Na een verfrissende pint wandelen we naar de lindenboom die zich midden op de Markt bevindt. Er zijn aanwijzingen dat deze eeuwenoude gerechtslinde zou dateren van voor de zestiende eeuw. Onder deze linde vergaderde vroeger de schepenbank die er boeten en straffen uitsprak. Van 1727 tot begin van de twintigste eeuw werd er elke maandag botermarkt gehouden. In 1988 kreeg de linde een grondige restauratie waarbij de metalen constructie van 1891 vervangen werd door de huidige ondersteuning in padoek hout. Enkele wandelaars of toeristen maken gebruik van de overschaduwde zitbanken rondom de boom.

Een ander gebouw met een geschiedenis is de Sint-Martinuskerk die gebouwd werd in 1872 en indrukwekkend toont. De toren met hoge spits dateert echter al van voor 1500. In de loop der jaren volgden verbouwingen en aanpassingen elkaar op tot de kerk haar huidig uitzicht kreeg. De klok begint te luiden en geeft net twee uur aan. We kunnen binnen het interieur bewonderen. De borstwering van het hoogzaal werd rondom in hout vervaardigd met enkele medaillons van pauzen. Naast de inkom werd een plaats voorbehouden voor de garderobe van de priester. Stevige pilaren ondersteunen de middenboog. Ook vooraan werd een orgel geplaatst. Er zijn maar liefst vier biechtstoelen die afkomstig zijn van de Augustijnenabdij van Corsendonk. Links naast het altaar werd een aparte ruimte voorzien voor een familiegebed. Het is een frisse en lichte kerk omdat de hoogste boogramen gewoon in glas werden vervaardigd. De onderste ramen zijn prachtige kleurrijke glas-in-loodramen die geschonken zijn door de Graaf van Vlaanderen. Door de ouderdom is de tekst niet volledig leesbaar. Rechts van de kerk werd het Heilig Hart opgericht. Links, naast de kerkingang, staat het grafmonument van de dichter Lodewijk de Koninck (1838-1927), de romantische dichter die vele jaren in Retie verbleef.

Op een steenworp van de kerk werd het gemeentehuis in 1898 opgericht. De laatste grote verbouwingen gebeurden in 2005. Toen kwam de ingang van het gemeentehuis langs de zijkant te liggen. Er is een infokantoor aanwezig. Een plaats voor alle toeristische informatie over wat er te zien, of te doen en te beleven is in de regio. Dan moet het wel open zijn natuurlijk. Vlakbij vinden we onze wandelknooppunten terug.

Al wandelend langs oude monumentale gebouwen doet een mens soms terugkeren naar de goede oude tijd. Of was die tijd niet zo prettig? We stappen even tot bij het prachtige gebouw op de Markt met het nummer drie. Het is een voormalig brouwershuis met achteraan nog de bijhorende bedrijfsgebouwen. Tijdens het Franse bewind bevond zich hier al een brouwerij. De woning zelf zou gebouwd zijn in de zeventiende of achttiende eeuw. Voor de aanleg van de steenweg, in 1860, diende men een gedeelte van de woning te slopen. Rond 1900 werd de site eigendom van burgemeester-brouwer Aloïs Van Gansewinkel. Sinds 1950 ligt de brouwerij stil.  

Op de hoek van de weg naar Turnhout en Arendonk staat de oude handbediende waterpomp op een hoge arduinen steen. Vroeger kwamen de huisvrouwen hier hun wasgoed spoelen. Hier zien we ons wandelknooppuntenbordje 100 hangen. We slaan wel de knooppunten 115 en 116 over. Maar we doen niet moeilijk.

Het gebouw Kloosterstraat 8 heeft enkele opmerkelijke torentjes die bij een groot herenhuis behoren dat circa 1908 gebouwd werd in opdracht van E. De Koninck en L. Van Herck. In 1964 werden diverse verbouwingen en aanpassingen gedaan en het gebouw werd afgelopen jaar nog gerestaureerd. Het wordt momenteel gebruikt als kleuterschool of kinderopvang. Een indrukwekkend gebouw.

We volgen bordje met knooppunt 100. Als we de Burgstraat dwarsen vinden we weer een infobordje: “De Burcht of ‘Borght’ was een groot herenhuis, omringd door watergrachten, aan wat toen nog de Oude Turnhoutsebaan was. Het huis werd in 1620 door Michiel van Belle, de secretaris van Retie en rector van de Latijnse school, opgetrokken. Er waren in die tijd maar drie huizen met een verdieping in dit dorp, waaronder het Hooghuis op de Markt, de Pastorie en de ‘Borght’. Het historische pand werd in 1964 gesloopt.”

Langs de kortste weg wandelen we terug naar de auto.







12-09-2019 om 13:04 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Spildoornwandeling
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Woensdag 13 februari 2019. Een zonnige droge dag waarop we kunnen genieten van een aangename temperatuur tot 10°C. We besluiten om tante Maria in haar home te bezoeken. Mijn meter, die ondertussen al lang de negentig is gepasseerd, woont al enkele jaren in rustoord Battenbroek te Walem, een woonzorgcentrum voor 88 residenten. Het is een rustgevende omgeving waar de oudere mens echt tot rust kan komen in een familiale sfeer. Vlakbij het rustoord bevindt zich de Spildoornvijver of de put van Walem. Een oude zandwinningsput die uitgegraven werd op het einde van de jaren zestig van vorige eeuw voor de aanleg van de E-19. Het domein is 25 ha groot waarvan 16 ha water oppervlakte. De ideale leefomgeving voor de snoek, baars en karper. De oevers zijn bedekt met veel riet en hier en daar een loofboom. Enkele struiken hebben al katjes. Een andere struik kleurt al geel. De lente lijkt dichtbij. Aan de overzijde, tussen de struiken zien we nog net de kerktoren van Walem. Na onze wandeling rijden we tot bij het rustoord waar men ons vertelt dat tante Maria verleden week verhuist is naar een rustoord in Kapelle-op-den-Bos. Het personeel was zo vriendelijk om het adres mee te geven. Lucy, onze GPS, bracht ons een half uur later tot bij het woonzorgcentrum Akapella. In juli 1997 opende Akapella zijn deuren in de Parallelweg. Een prachtig gebouw dat enkele jaren geleden nog grondig werd gerenoveerd en uitgebreid. Tante was blij om ons te zien en we gingen in het cafetaria iets drinken terwijl we elkaar bijpraten. Om eerlijk te zijn, tante Maria praat en wij luisteren. Tot de volgende keer tante!

12-09-2019 om 12:59 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
01-09-2019
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kesselse Heidewandeling
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Zondag 3 februari 2019. Het is nog fris. In tal van steden en gemeenten heeft het aan de grond nog lichtjes gevroren. Hier en daar is het wegdek nog nat en ontstaan er ijsplekken. De zon schijnt aan een stralende blauwe hemel bij een temperatuur van 5°C. We gaan onze tweede winteruitstap maken van het nieuwe jaar. Gewoon er even tussenuit. In beweging blijven zegt de dokter vaak en dat gaan we doen. Het is ongeveer elf uur als we aan de Lindekensbaan de parking opdraaien van het Provinciaal Groendomein Kesselse Heide. Dit natuurgebied van 43 hectare werd tot eind jaren zeventig van vorige eeuw nog gebruikt als oefenterrein voor het Belgische leger. In 1978 kocht de provincie Antwerpen het aan. Sindsdien wordt het hele gebied beheerd met inzet van een vijftigtal Kempische heideschapen zodat de ongewenste grassen op een natuurlijke manier verwijderd worden. In het natuurreservaat zijn een aantal beweg-wijzerde wandelroutes uitgezet. De heide staat nu niet in bloei maar we zien een kleurrijke afwisseling van struikheidevlakten en poeltjes, naald- en loofbossen. Aan de zandvlakte staan picknicktafels waar we van ons zelf meegebracht hapje en een warm drankje kunnen genieten. Als de wolken voor de zon schuiven voelen we de koude noorderwind. Tijd voor een warme chocomelk of kopje hete koffie. We moeten beslist nog eens terug komen als de heide bloeit.

01-09-2019 om 20:01 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Parkwandeling Ekeren
Klik op de afbeelding om de link te volgen

 

 

Maandag 21 januari 2019. Een helder blauwe lucht nodigt uit om een wandeling in de natuur te maken. Een wollen jas en sjaal zijn geen overbodige luxe artikelen. Afgelopen nacht vroor het nog tot -7°C. Vanmiddag doet de zon alle moeite van de wereld om het kwik boven het vriespunt te duwen. Volgens de weergoden op TV gaat dat lukken tot +2°C. Voor morgen  beloofd men sneeuwbuien doorheen Vlaanderen. We gaan het vandaag niet te ver zoeken. Het park van Ekeren is aangelegd in Engelse landschapstijl en heeft zelfs in de winter, zoals vandaag, zijn charme. Doordat de bomen kaal zijn kunnen we beter de verschillende vogelsoorten spotten. Ons Rina slaagt er zelfs in om een eekhoorn te fotograferen. De halsbandparkiet is zelfs hier niet meer weg te denken. Deze papegaaiachtige vogel uit het tropisch Afrika blijkt hier goed te aarden. Ze hebben zich ondertussen vermenigvuldigd tot vele tienduizenden exemplaren en zich als exoot hier gevestigd. We wandelen rond de vijver van het kasteel waarop enkele eenden staan te zonnen op een dun laagje ijs. Het lijkt alsof de mees en het roodborstje op ons wachten om gefotografeerd te worden. Tijdens de lente lukt dat niet meer. Aan het zandstenen beeld van de Romeins godin Flora voelen we onze tenen tintelen. Zelfs met de handen diep in de jaszakken voelen we dat onze wollen handschoenen de bijtende koude niet tegenhoud. Met rode wangen en een frisse neus keren we terug naar huis om bij de centrale verwarming te genieten van een tas heerlijke warme chocomelk. Met een koekje erbij maken we plannen voor onze volgende winterwandeling.

01-09-2019 om 19:57 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)


Inhoud blog
  • Broekemwandeling
  • Meerhoutwandeling
  • Nieuwmoerwandeling
  • Herfstwandeling Neerijse
  • Lepelstraatroute
  • Tremeloroute
  • Ekerenroute
  • Mozesbrugwandeling
  • Putteroute
  • Pijnvenroute
  • Tielt-Wingeroute
  • Kapelle-op-den-Bosroute 2
  • Borgloonroute
  • Tulpenwandeling
  • Meldertwandeling
  • Vordenstein 2019
  • Lentewandeling 2019
  • Kluizenroute
  • Fietswaterbus
  • Retiewandeling
  • Spildoornwandeling
  • Kesselse Heidewandeling
  • Parkwandeling Ekeren
  • Bokrijkroute
  • De Grote Schijn
  • Tervurenwandeling
  • Vennenwandeling
  • China Light
  • Brouwerij De Koninck
  • Hobokense Polderwandeling
  • IJzerlaantochtje
  • Bazelroute
  • Bevrijdingswandeling Antwerpen
  • Tulpenwandeling
  • Beeltjes te Ieper
  • De Legende van Veltwijck
  • Waterbustrip
  • Willemstadroute
  • Vichteroute
  • Dieren in de binnenstad
  • Lottum
  • Loenhoutroute
  • Leuvenwandeling
  • Liberationroute
  • Van Moerkerke (Damme) naar Blankenberge
  • Van Assenede naar Moerkerke (Damme)
  • Van Hulst naar Assenede
  • Wandeling Hulst
  • Met de fiets naar de kust
  • Asroute
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Archief per maand
  • 11-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 03-2014
  • 02-2014

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    ikke_lieve
    www.bloggen.be/ikke_li
    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    hetweervoorturnhout
    www.bloggen.be/hetweer
    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    animaties
    www.bloggen.be/animati
    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    qkoorts
    www.bloggen.be/qkoorts
    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    alternatievegeneeskunde
    www.bloggen.be/alterna
    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    axel_buitengewoon
    www.bloggen.be/axel_bu
    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    achturencultuur
    www.bloggen.be/achture

    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs