We komen tot U, O Heer, om ons de vergeving van
onze zonden te verlenen door de voorspraak van de H. Filomena. Zij is maagd en
martelares en zij was U welgevallig door haar zuiverheid en door haar deugden. Vermaarde
maagd en martelares, H. Filomena, ik kniel voor de troon waar de Heilige
Drie-eenheid u geplaatst heeft. Vol vertrouwen in uw bescherming, smeek ik u om
voor mij te bemiddelen bij God. Vanuit de Hemel zie neer op uw nederige ziel.
Bruid van Christus, steun mij in het lijden, versterk me in bekoring, bescherm
mij in de gevaren die me omringen, verkrijg de genaden voor mij in het
bijzonder (noem uw verzoek). En boven alles, begeleid me in het uur van mijn
dood. Heilige Filomena, machtig bij God, bid voor ons.O God, Allerheiligste Drie-eenheid, we danken
u voor de genaden die u aan de Heilige Maagd Maria hebt geschonken en op Uw
dienares Filomena, door wiens voorspraak we om Uw barmhartigheid vragen. Amen.
Filomena (ook Filumena of Philomena) van Rome, Mugnano,
Italië; vermeende martelares;
ca 303.
Feest
(5 juli) & 10
& 11 augustus.
Geschiedenis
Haar graf in
de catacomben van Priscilla te Rome werd in 1802 ontdekt. Op haar graf stond te
lezen: "PAX TECUM FILUMENA" (= 'vrede zij met je, Filumena'). Rond deze tekst
waren twee ankers te zien, een palm en drie pijlen. Onderzoekers meenden dat
het om een persoonsnaam ging. Wat inderdaad mogelijk is, maar helemaal niet
zeker. Uit de pijlen en de palm leidde men af dat men hier te doen had met een
nog onbekende martelares uit de catacombentijd (eerste eeuwen van het
christendom). Martelaren werden immers altijd met een overwinningspalm
afgebeeld. De ankers waren voor christenen symbolen van de hoop.
De opwinding
in de hele christelijke wereld was enorm. Vanaf dat moment werd aan vele meisjes
de voornaam 'Filomena' gegeven. Haar populariteit nam nog meer toe vanaf het
moment dat haar stoffelijke resten werden overgebracht naar het stadje Mugnano
ten zuiden van Napels. Al spoedig deed er ook een verhaal over haar de ronde,
dat nog altijd voortborduurde op de afbeeldingen en de vertaling van de woorden op haar graf.
Zij zou een
dochter zijn geweest van een vorstenechtpaar uit de Griekse provincie
Macedonië. Haar ouders waren tot Christus bekeerd, toen een christendokter hun
had beloofd dat God hun een dochter zou schenken. Omdat zij zo mooi was, wilde
de Romeinse keizer, Diocletianus (284-305), haar tot vrouw. Maar zij had
besloten haar leven geheel en al aan Christus te geven en maagd te blijven. Dat
wekte de woede van de keizer. Hij liet haar met een anker om de hals in de
Tiber werpen. Maar op wonderbaarlijke wijze bracht ze het er levend af: een
engel sneed de touwen door. Vervolgens zouden haar beulen drie gloeiende pijlen
op haar afgeschoten hebben. Maar ook die doodden haar niet; integendeel,
halverwege hun vlucht keerden de projectielen om en kwamen recht af op degenen
die ze afgeschoten hadden. Uiteindelijk zou zij onthoofd zijn, zoals zoveel martelaren
was overkomen in de eerste christentijd.
Verering & Cultuur
Vanzelfsprekend
werd zij afgebeeld met een anker en met pijlen; ook met de martelaarspalm of
met het symbool van de maagdelijkheid: de witte lelie.
Vooral in Italië werd zij bijzonder populair. Maar ook een grote heilige als de
pastoor van Ars, had een grote verering voor haar. In 1835 kreeg hij via een
vrouw in zijn parochie een reliek van haar in handen. Hij richtte er een apart
kapelletje voor in, stelde een heiligenbeeld van haar op en liet een afbeelding
van haar maken in één van de kerkramen. Naar zijn zeggen heeft zij vele van
zijn gebeden verhoord. Filomena wordt dan ook een bijzonder populaire
meisjesnaam in Ars en omgeving.
In België konden gelovigen op bedevaart naar Filomena te Buken-Kampenhout in de
provincie Brabant, of naar de Limburgse plaats Dison.
Uit : www.heiligen.net
Rozenkrans ter ere van de H. Filomena
De
rozenkrans is ook gekend als het Kroontje van de H. Filomena en bestaat uit 13 rode
kralen om haar martelaarschap aan te duiden en 3 witte kralen die een teken
zijn van haar maagdelijkheid en zuiverheid.
Deze
Rozenkrans is een van de eenvoudigste manieren om tot de heilige te bidden.
1 Eerst
de geloofsbelijdenis die wordt gebeden op de crucifix of medaille van de H.
Filomena om de gave van geloof te vragen.
2 Drie
Onze Vaders op de witte kralen om de Heilige Drie-eenheid te danken voor de
gaven die de H. Maagd heeft gekregen.
3 Er zijn
13 rode kralen en dit betekent 13 jaar dat onze martelares heeft geleefd op
aarde. Dit is het gebed dat op elke kraal moet gebeden worden:
Wees
gegroet, O Heilige Filomena, mijn lieve patrones. Als voorspreekster bij uw
Goddelijke Bruidegom, bemiddel nu voor mij en in het uur van mijn dood. Heilige
Filomena, geliefde dochter van Jezus en Maria, bid voor ons die onze toevlucht
tot u nemen. Amen.
4 Op het einde bid:
Wees
gegroet, O vermaarde H. Filomena, die zo moedig uw bloed vergoot voor Christus.
Ik zegen de Heer voor alle genaden die Hij u geschonken heeft, gedurende uw
leven, en in het bijzonder bij uw dood. Ik prijs en verheerlijk Hem voor de eer
en macht waarmee Hij u gekroond heeft, en ik smeek u om voor mij de genaden te
verkrijgen van God door uw voorspraak. Amen.
Onze
beminnelijke Verlosser, na de voeten van de Apostelen gewassen te hebben en het
H. Sacrament van het Altaar ingesteld te hebben, onderhield U zich nog enige
tijd met Uw leerlingen. Het deed Hem pijn van hen te moeten scheiden. Kindertjes, nog maar kort zal Ik bij u zijn. Gij zult Mij
zoeken, en zoals Ik tot de Joden gezegd heb: Waar Ik heenga, kunt gij niet
komen, zo zeg Ik het nu tot u. (Joh 13,33)
Dan
verhief Jezus zijn ogen ten hemel en sprak:Vader, het uur is gekomen. Verheerlijk uw Zoon, opdat de
Zoon U verheerlijke. (Joh 17,1) Toen Jezus dit gezegd had, ging
Hij, ongeveer tien uur s avonds, met zijn leerlingen naar buiten (Joh 18,1)
Jezus, ging met spoed naar de Olijfberg!
De
goddelijke Zaligmaker gaat de droefheid, de angst, de doodstrijd en de dood
tegemoet uit liefde tot ons. Hij kent het snood verraad van Judas. Hij ziet in
deze trouweloze Apostel in de donkere nacht bij de hogepriesters aankloppen,
een gewapende bende bijeenbrengen om er mee naar de Olijfberg op te trekken.
De
goede Heiland weet dat alles, doch niets kan Hem tegenhouden. Het is de Wil van
zijn hemelse Vader dat Hij zich slachtoffert uit liefde voor de mensen, tot
zaligheid van onze zielen. Door liefde en gehoorzaamheid gedreven, begeeft Hij
Zich naar de Olijfberg om het reddingswerk van de mens aan te vangen in een
hof, vermits daar Adam, weleer, onze ondergang bewerkte. Geen groter liefde kan
iemand hebben dan deze, dat hij zijn leven geeft voor zijn vrienden.
(Joh 15,13)
O
oneindige liefde van Jezus voor ons! Nu begrijp ik de woorden van uw Apostel: God
heeft mij liefgehad en zichzelf overgeleverd. (Gal 2,20) De Apostelen
vergezelden Jezus, en Deze sprak, diep bedroefd tot hen: In deze nacht zult ge
allen aanstoot aan Mij nemen. Petrus antwoordde hem: Al moest ik met U sterven,
in geen geval zal ik U verloochenen. In diezelfde geest spraken ook al de
leerlingen.(Matt 26,31-36)
In
deze droeve stemming waren zij tot bij de hof genaderd. Jezus, laat mij U in
innige bewondering aanschouwen: Gij hebt mij zozeer bemind, dat Gij U geheel vrijwillig
aan de dood wilt overleveren Lieve Heiland, ik wil U gezelschap houden uit
liefde en dankbaarheid.
Toen
Jezus, met zijn Apostelen, aan de hof gekomen was, zei Hij hun: Ik ben
bedroefd tot stervens toe. Blijft hier en waakt met Mij. (Matt
26.38) Hij kiest enkel Petrus, Jacobus en Johannes uit, en gaat met hen dieper
de hof in.
Plots
glijdt een schaduw over zijn gezicht. Zijn gelaat verliest al zijn glans: de
Zaligmaker, die steeds de troost was van de bedrukten, de opbeuring van de
lijdenden, de vreugde des Hemels, wordt doodsbleek. Droefheid, angst en schrik
grijpen Hem aan.
Wat
is er gebeurd, mijn dierbare Verlosser? De liefde, die Gij mij toedraagt, doet
U reeds voor de tijd, de smarten doorstaan, die Gij zult verduren. Geheel
vrijwillig uw Godheid kon, maar wil ze niet beletten geeft Gij U over aan
de aandoeningen van uw menselijke natuur.
Uw
alziend oog aanschouwt het afschuwelijk verraad, dat hier gaat gepleegd worden,
met al de smaad, al het lijden, die eruit zullen voortvloeien. Eer de
geselriemen uw onschuldig vlees doorkerven, de doornen in uw gezegend hoofd
dringen, de nagels handen en voeten doorboren, wilt Gij in uw Ziel door al die
smarten gefolterd worden. Reeds bij de aanvang van uw lijden, treedt de
voorspelling van de Profeet in vervulling: de wateren van beproeving zijn tot
in mijn ziel gedrongen. Als onstuimige baren bestormen de nakende folteringen
uw heilige Ziel en doen haar, van angst, beven en sidderen. In de hof van het
aards paradijs werd de eerste boosheid bedreven; in de hof van Olijven wordt
de eerste boosheid uitgeboet. Bedroefd is mijn ziel tot stervens toe,
spreekt Jezus.
Dierbare
Verlosser, zo een doodsangst overmeestert U, die de vreugde van de Engelen
zijt, dat Gij een mirakel moet verrichten om niet te sterven! O liefde zonder
maat!
En
ik kan niet de minste beproeving verduren zonder te morren en te klagen. Ik
schuw en vlucht het lijden en ik jaag de zondige voldoeningen en ijdele
vermaken na. Geliefde Heiland, voortaan geen zonden meer, nooit meer, Jezus.
Ik wil mijn hart nooit meer hechten aan ongeregelde genoegens, of mij overgeven
aan vleselijke wellusten, die U zoveel smarten gekost hebben.
Heilige PaterPio van Pietrelcina, gij die de wonden van onze
Heer Jezus Christus ontvangen hebt en zijn kruis voor ons gedragen. Gij hebt
alle lichamelijk en moreel lijden op u genomen. Uw lichaam en ziel verkeerden
in een voortdurende toestand van martelaar. Spreek voor ons ten beste bij God
opdat wij geduldig de kleine en grote kruisen van het leven, dragen en van elke
beproeving een brug naar de hemel maken.
Het past dat gij de ongemakken, die God toelaat, verdraagt. Jezus zal niet
verdragen dat gij teneer geslagen blijft en Hij zal u sterken en nieuwe moed
geven (P.Pio)
Gebed van Pater Pio
O mijn
Jezus die gezegd hebt: Voorwaar Ik zeg u: Vraag en ge zult verkrijgen, zoek en
ge zult vinden, klop en er zal u open gedaan worden. Zie ik klop, ik zoek en
ik vraag U de genade (noem hier je verzoek)
Onze
Vader Wees gegroet Glorie zij de Vader H. Hart van Jezus, ik hoop en
vertrouw op U.
O mijn
Jezus die gezegd hebt: Voorwaar, ik zeg u: Alles wat ge zult vragen aan Mijn
Vader in Mijn Naam, zal Hij u geven. Zie, aan Uw Vader vraag ik in Uw Naam de
genade (noem hier je verzoek)
Onze
Vader Wees gegroet Glorie zij de Vader H. Hart van Jezus, ik hoop en
vertrouw op U.
O mijn
Jezus die gezegd hebt: Voorwaar, ik zeg u: hemel en aarde zullen voorbijgaan,
maar Mijn woorden zullen niet voorbijgaan. Zie steunend op de onfeilbaarheid
van Uw heilige woorden, smeek ik U om de genade (noem hier je verzoek)
Onze
Vader Wees gegroet Glorie zij de Vader
H. Hart
van Jezus, ik hoop en vertrouw op U.
Allerheiligste
Hart van Jezus, voor wie geen enkele zaak onmogelijk is. Heb toch medelijden
met ons, arme zondaars, die in nood zijn en verleen ons de genade die wij U
afsmeken door de voorspraak van het Onbevlekte Hart van Maria Uw en onze tedere
Moeder.
H. Jozef,
bid voor ons.
Wees
gegroet, Koningin, Moeder van barmhartigheid; ons leven, onze vreugde en onze
hoop, wees gegroet. Tot u roepen wij, bannelingen, kinderen van Eva. Tot u
smeken wij, zuchtend en wenend in dit dal van tranen, Welaan dan, onze
Middelares, richt uw barmhartige ogen op ons. En toon ons na deze ballingschap,
de gezegende vrucht van uw lichaam, Jezus. O genadige, o meedogende, o zoete
Maagd Maria. Bid voor ons heilige Moeder Gods, opdat wij de beloften van
Christus waardig worden.
Laat ons
bidden :
O God, onze toevlucht en onze kracht, zie genadig neer op het volk, dat tot U
smeekt; en door de voorspraak van de glorierijke en onbevlekte Maagd en Moeder
Gods Maria, van de H. Jozef, haar bruidegom, van Uw heilige apostelen Petrus en
Paulus, en van alle heiligen, verhoor barmhartig en goedgunstig de gebeden die
wij storten voor de bekering van de zondaren, voor de vrijheid en de verheffing
van onze Moeder de H. Kerk. Door Christus onze Heer. Amen.
"The
Rock" Shrine of Our Lady of the Island, Eastport, NY
Onze Lieve Vrouw van Licht
Mijn kinderen,
Op het begin van dit nieuwe jaar,
kunnen jullie grote veranderingen verwachten voor het goed van jullie wereldse
zaken. Maar enkel door jullie krachtige gebeden en jullie steun kunnen deze
grote veranderingen voltooid worden, want de boze is wanhopig en bezorgd, want
hij kan nu de directe interventie van de Vader zien door zijn Zoon, Jezus Christus.
Voor de volkeren van de wereld: jullie
moeten de naties volgen die zich beginnen af te keren van de duivel en zijn
nieuwe wereldorde, want deze naties leiden jullie om het plan van de boze aan
te vechten.
Door de naties die hebben gekozen zich af
te keren van de boze en zijn demonische plannen zullen jullie nu de interventie
zien van de Vader en Zijn Zoon in jullie zaken, in jullie regeringen, in jullie
organisaties, jullie onderwijs en op alle vlakken. Er is een nieuw bewustzijn
over wie de boze en zijn volgelingen werkelijk zijn.
Nu is de tijd gekomen om de boze te
verslaan en jullie, als volk in elke natie, hebben de kans om nu de verspreiding
van duisternis tegen te gaan, want zij hadden een draconisch systeem van
onderdrukking voor alle volkeren gepland. Maar nu is de Hemelse Vader er om
jullie te begeleiden door Zijn Zoon om de boze, satan, ook gekend als lucifer,
en al de demonen van de onderwereld te verslaan.
Voor het volk van de VS: jullie hebben
nu een kans, voor de eerste keer in 100 jaar om eindelijk het draconisch
systeem te verslaan. Dat systeem die poogde om jullie allen tot slaven te maken
door jullie regering, jullie economie, en jullie banksysteem, die beheerst werden
door de boze en zijn volgelingen.
Voor de eerste keer in jullie leven,
hebben jullie leiders gekozen in jullie uitvoerende en wetgevende macht die de
motivatie hebben om de macht van de duistere krachten te breken. Zo kunnen
jullie je natie terug in een republiek veranderen die zich in het Licht van
jullie Vader bevindt. Zijn Zoon komt nu tussen in de zaken die jullie vrijheid
en democratie betreffen om de boze en zijn volgelingen te verwijderen die
jullie belangen voor decennia gecontroleerd hebben.
Het is nu een kans voor jullie om voorspoed
en vrijheid te bereiken als jullie fel bidden en jullie gekozen leiders
steunen. Zij kunnen jullie natie terug tot zijn vroegere glorie brengen. Maar
jullie moeten nu ook beseffen dat de boze en zijn volgelingen zich nu in chaos
en verwarring bevinden door de recente gebeurtenissen. Op het moment dat ze
dachten dat de boze zijn heerschappij over jullie allen kon verstevigen, heeft
het goede het gehaald.
Jullie zien dat zelfs in de reacties
van vele van jullie familieleden en vrienden grote haat en boosheid velen
hebben aangegrepen. In hun wanhoop zien ze niet waarom ze verloren hebben, want
ze leven onder de illusie dat hun vroegere leiders de goede keuzes waren. Ze
werden bedrogen door de vroegere manier van leven en daarom zien ze niet in dat
jullie land vandaag naar het Licht van de Vader in de Hemel evolueert.
Jullie land is nu in groot gevaar, niet
van buitenuit, maar door jullie eigen volk die door hun boosheid en haat, hun
desillusie over de resultaten van jullie verkiezingen en omdat ze zo misleid
werden door de boze, kunnen tegenwerken uit vooroordeel tegen jullie nieuw
gekozen leiders. Ze zien niet in dat de boze hun gedachten en gedrag beinvloed.
De machten van de duisternis en hun leider satan, kan hen aanmoedigen om te
handelen op de meest gewelddadige manieren tegen iedereen die ze aanzien als
hun vijand. Ze zien niet in dat ze handelen volgens de belangen van de prins
der duisternis.
Jullie machtige gebeden en jullie
voortdurende steun voor de nieuwe leiders, in wie jullie geloven, zijn
noodzakelijk voor hun bescherming evenals hun bekwaamheid om te leiden. Velen
onder jullie kunnen verward zijn door de richting die jullie land uitgaat,
omdat jullie de wijsheid van jullie leiders in vraag stellen, maar wees er
zeker van dat de Vader en Zijn Zoon jullie leiders hebben gekozen, zelfs met
hun zwakke plekken. De Vader heeft Zijn plan in uitvoering gebracht en de
resultaten zullen jullie de zekerheid geven en het vertrouwen waarin jullie
land evolueert.
Gebed en steun van de nieuwe richting die
jullie land uitgaat, is essentieel, want jullie evolueren in de richting van
een grote transformatie door jullie nieuw leiderschap. Maar opnieuw, moet Ik
jullie waarschuwen dat de machten van het kwaad nu wanhopig zijn en gevaarlijk
en plannen om jullie vooruitgang te saboteren op de meest boosaardige manieren.
Het is aan jullie, machtige gebedsstrijders, om jullie leiders te steunen in
het doen van Gods werk en te bidden voor hun leiding.
Helaas hebben de Paus in Rome en
degenen die hem raad geven in het Vaticaan een koers gekozen die niet altijd in
overeenstemming is met de plannen van de Vader. De Paus en zijn conclaaf zijn
bedrogen geweest door de wereldse leiders en machthebbers wiens agenda de
nieuwe wereldorde is. Het is nu van belang voor de Kerk van Rome om de kracht
van de Heilige Geest te erkennen die in de richting evolueert om een Nieuwe
Hemel en Nieuwe Aarde tot stand te brengen voor al Gods volk. Misschien zal de
Paus in Rome luisteren naar de nieuwe richting die de nieuwe leiders van de
wereld jullie hopen te leiden. De nieuwe richting keert zich af van de oude
orde die in het verborgene over alle de volkeren evenals op de Kerk van Rome
heerste.
Een Nieuwe Dag breekt aan de Dag van
de Heer en jullie allen, zowel geestelijkheid als wereldlijken, moeten
beseffen dat de dingen niet hetzelfde zijn vandaag als ze gisteren waren.
Jullie moeten allen inzien dat de macht van de Heilige Geest in de lucht hangt
en dat grote veranderingen zullen aanbreken op Aarde. Jullie gebeden en jullie
steun zullen noodzakelijk zijn om de grote veranderingen plaats te doen vinden,
die zullen leiden tot de Grote Transformatie en een Nieuwe Hemel en een Nieuwe
Aarde.
Als je onze
ziel vergelijkt met een huis, dan moeten er in dat huis twee vrouwen wonen. De
ene zal zich neerzetten aan de voeten van Jezus om te luisteren naar wat Hij
zegt, en de andere zal Hem bedienen zodat Hij te eten heeft. Let dus op. Als
dit huis alleen bewoond zou worden door Maria, dan zou er niemand zijn die
Jezus te eten geeft. Als alleen Marta er zou wonen, dan zou niemand zich
verheugen over het feit dat Jezus er is en iets te zeggen heeft. Daarom staat
Marta symbool voor de inspanningen die wij op ons nemen ter wille van Christus.
Maria daarentegen is het teken van de rust, waarin wij vrij zijn van
lichamelijke bezigheden en van God genieten door te lezen, te bidden en te
overwegen.
Zolang
Christus hongerig en dorstig in deze wereld onderweg is, zolang moeten ook die
beide vrouwen in ons gestalte krijgen. Zolang u en ik en anderen op deze wereld
leven, is ook Christus in de wereld aanwezig wij zijn immers zijn ledematen.
Zolang wij honger en dorst hebben, zolang heeft ook Christus honger en dorst.
Vandaar dat Marta, in dit armzalige en moeizame bestaan, noodzakelijk in het
huis van onze ziel aanwezig moet zijn, dat wil zeggen: dat onze ziel zich moet
inlaten met fysieke inspanning.
Dat is het
aandeel van Marta. Maar in onze ziel moet ook Maria aanwezig zijn, dat is: de
geestelijke inspanning. Af en toe moeten wij de tijd nemen om te zien hoe
beminnelijk en hoe goed de Heer is, tijd om aan Jezus voeten te gaan zitten en
te luisteren naar wat Hij zegt. Op geen enkele manier moeten we Maria
verwaarlozen vanwege Marta, of Marta vanwege Maria. Want als we Marta uit het
oog verliezen, wie geeft Jezus (de mens) dan te eten? En als we Maria
verwaarlozen, wat hebben we er dan aan dat Jezus ons huis is binnengekomen, we
genieten immers niet van zijn aangenaam gezelschap?
KLEINEN,
HET IS HET MOMENT WAAROP JULLIE MOETEN GEWIJD ZIJN EN ALLES IN JULLIE HUIS MOET
GEWIJD ZIJN MET HET BLOED VAN MIJN ZOON. MIJN TEGENSTANDER ZAL DE HUISGEZINNEN
AANVALLEN OM ONENIGHEID TE STICHTEN EN ZE TE SCHEIDEN!
27 DECEMBER 2016 2H40 P.M
DRINGENDE OPROEP VAN MARIA, MYSTIEKE ROOS AAN DE KINDEREN VAN GOD
Kleinen van mijn Hart, dat de vrede van mijn Heer met jullie weze en dat mijn
moederlijke bescherming jullie altijd moge vergezellen.
Kleinen, dit jaar en degenen die volgen zullen van gebed zijn en geestelijke
strijd. Jullie moeten voorbereid zijn met jullie brandende lampen van gebed en
met jullie geestelijke wapenrusting s morgens en s avonds en vergroot met
jullie naasten, vooral degenen die het verst verwijderd zijn van God. Verslap
niet, jullie moeten bidden omdat de volgelingen van het kwaad hun aanvallen
beginnen, wat je het meest zult merken in jullie geest. Sluit alle geestelijke
poorten die jullie opengesteld hebben door de zonden van het vlees door vasten,
gebed en boetedoening. Mijn tegenstander zal jullie aanvallen op plaatsen waar
jullie het zwakst zijn en zoekt jullie verloren te doen gaan. Vele zielen
zullen bezeten zijn door de demonen omdat ze niet in de genade van God verkeren
en geen enkele geestelijke bescherming hebben.
Bid voor jullie naasten die zich het verst van God bevinden, vergroot jullie
gebeden, vasten, boetedoening en H. Missen voor hen, zodat de demonen zich geen
meester kunnen maken van hun zielen. De beproevingen zullen beginnen, de
Waarschuwing zal temidden van beproevingen komen en jullie zullen de eeuwigheid
ingaan waar de Kinderen van God zullen gesterkt worden in de Geest, zodat ze de
laatste etappe van de beproeving kunnen doorstaan. Kleinen, het is het moment
waar jullie moeten gewijd zijn en alles in jullie huis moet gewijd zijn met het
bloed van mijn Zoon. Mijn tegenstander zal de huisgezinnen aanvallen om ze in
onenigheid te dompelen en ze te scheiden. Door de gezinnen te vernietigen, zal
hij andere gemeenschappen vernietigen, omdat het gezin de eerste gemeenschap is
dat geschapen is door God. Het is in het gezin waar de morele en geestelijke
basis liggen die het begin vormen van andere gemeenschappen.
Mijn tegenstander valt degene aan die geestelijk het zwakst is in het gezin en
zorgt voor rivaliteit en conflicten van zonen tegen vaders, vaders tegen zonen,
de moeder tegen de vader en broers tegen broers. Hij zoekt tweedracht te zaaien
om de gezinnen te verdelen en te scheiden. Al degenen die zonder God zijn en
zonder wet zullen verloren gaan. De gezinnen waar men niet bidt, zullen de
gezinnen zijn waar mijn tegenstander gemakkelijk zal binnendringen.
Kleinen, in
alle gezinnen heeft God een instrument geplaatst die bid voor zijn gezin. Ik
doe een oproep aan al deze instrumenten zodat ze ontwaken uit hun geestelijke
lethargie en dat ze beginnen bidden en de geestelijke wapens opnemen die God
hen heeft gegeven om zich te beschermen en hun gezinnen te beschermen. Het uur
om te ontwaken is aangebroken. Wees waakzaam zodat niets jullie verrast. Want onze strijd gaat niet tegen vlees en bloed maar tegen de
heerschappijen, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers van deze
duisternis, tegen de boze geesten in de hemelen. (Ef 6 :12)
Mijn kinderen, ga niet in conflict in jullie gezinnen want dat is wat mijn
tegenstander zoekt om binnen te komen en te vernietigen, volg hem niet. Jullie
zijn van God, jullie moeten bidden en degenen wijden met het Bloed van mijn
Zoon, die het verst verwijderd zijn van God. De kracht van het Bloed van mijn
Zoon toegepast op degenen die zich het verst verwijderd hebben van God zorgt
ervoor dat de demonen vluchten. Op die manier bevrijden jullie je van vruchteloze
discussies en disputen die leiden naar wrevel en scheiding in de gezinnen. De
kracht van het gebed in vereniging met het geloof bewerkt grote wonderen. Het
leven, kleinen, leidt men niet met geweld, maar met de kracht van de Heilige
Geest die alles kan verwezenlijken, transformeren en leven inblazen. Roep Hem
aan en Hij komt jullie te hulp en kalmeert de harten. Houd
jullie aan hetgeen ik zeg, kleinen, en breng alles in praktijk in jullie leven
en in het leven van jullie huisgezinnen en families.
Het is niet met geweld noch met disputen dat je onenigheden regelt. Het is met
de kracht van gebed en met de Wijsheid van de Geest dat alles moet geleid
worden in deze wereld. De vrede moet groeien in het respect van de mens voor
zijn naaste en jullie moeten het vragen aan God die echte vrede is. Wees klaar,
kleinen, zodat jullie de dagen van geestelijke strijd die eraan komen, kunnen
trotseren.
Ik houd van
jullie, jullie Moeder, Maria, Mystieke Roos.
Breng mijn boodschappen naar de hele mensheid, kleinen van mijn hart.
IK DOE
EEN ANGSTIGE EN DRINGENDE OPROEP AAN DE PAUS EN AAN MIJN KARDINALEN, DAT ZE
VOOR DE 13 MEI VAN HET JAAR DAT ZAL AANBREKEN, ZE RUSLAND TOEWIJDEN AAN MIJN
ONBEVLEKT HART!
23 DECEMBER 2016 1h30 p.m
OPROEP VAN MARIA VAN FATIMA AAN DE MENSHEID
Kleinen van mijn hart, dat de vrede van mijn Heer met jullie allen moge zijn.
Kleinen, al de profetieen die de hemel jullie heeft gegeven staan op het punt
zich te voltooien; de voltooiing van de profetie van Fatima, de verjaardag van
100 jaar van mijn verschijning in Cova de Iria. Ik ben zeer triestig omdat de
mensheid blijft zondigen zonder acht te slaan op mijn woorden. Rusland is niet
toegewijd aan mijn hart zoals ik het heb gevraagd. Als ze blijft niet toegewijd
te zijn, zal ze zich omvormen tot een gesel voor de mensheid.
Kleinen, ik houd niet op met wenen als ik deze mensheid zie verslappen en zie
dat ze de geboden van mijn Vader overtreden, zonder zich bewust te zijn van de
gebeurtenissen die zullen losbarsten; gebeurtenissen die ervoor zullen zorgen
dat een groot deel van de mensheid zal verloren gaan. Ze blijven hun dagelijks leven
verder leiden zoals in de tijden van Noach, zonder acht te slaan op de oproepen
van de Hemel en het onheil zal ineens toeslaan en ze zullen zich niet kunnen
redden.
Als Rusland niet toegewijd wordt aan mijn onbevlekt hart in de loop van dit
komende jaar, verzeker ik jullie dat jullie zullen weeklagen en de hemel zal de
gesel van het communism niet tegenhouden dat zich verspreid zoals een plaag
voor de wereld. Het communisme is atheistisch en zoekt de mensen te onderwerpen
door ze in slavernij te werpen. Mijn tegenstander maakt er gebruik van om de
naties te treffen. De legers van Gog en Magog zijn hun geallieerden en het zijn
zij die zon verwoesting en dood zullen meebrengen voor de mensheid.
Ik doe een angstige en dringende boodschap aan de Paus en aan mijn kardinalen
dat ze voor de 13 mei van het komende jaar, Rusland moeten toewijden aan mijn
onbevlekt hart. Let op mijn oproep en stel de toewijding van deze natie niet
uit; bij gebrek hieraan zal de mensheid intens lijden over de overheersing en
onderwerping die deze natie zal uitoefenen met zijn geallieerden. De vlag van
het communisme zal bloed doen vergieten en vele naties zullen hun identiteit
verliezen en zullen slaven worden van een autoritair regime die deze zal
onderwerpen en zijn wetten en ideologieen zal opdringen door bloedvergieten. De
rode draak van het communisme en het atheisme staat op het punt zich te
verheffen als men Rusland niet toewijdt. Ze zal pijn, dood, verwoesting en
slavernij brengen aan de mensheid en aan de schepping van mijn Vader.
Kleinen, help mij met jullie gebeden, vasten en boetedoening, om te vragen dat
de gesel van het communisme dat atheistisch is zich niet verder verspreid doordat
Rusland zo vlug mogelijk moet toegewijd worden aan mijn onbevlekt hart. Dat al
mijn trouwe kinderen dit vragen door de Heilige Rozenkrans voor deze intentie.
Dat mijn Militant Leger zich verenigd in gebed, vasten en boetedoening, door te
bidden met mij en te vragen aan de Vader door deze gesel voor deze mensheid
tegen te houden. Herinner jullie dat de macht van mijn rozenkrans grote
oorlogen heeft overwonnen. Bid dus met mij zodat we de rode draak kunnen
tegenhouden.
Bid dat de Plaatsvervanger van mijn Zoon Rusland toewijdt aan mijn
onbevlekt hart en de instructies volgt dat ik jullie heb gestuurd door mijn
herderskinderen; want de hemel heeft de toewijding niet geaccepteerd dat gedaan
werd (door Johannes Paulus II, die de hele wereld heeft toegewijd aan het
Onbevlekt Hart). Het werd namelijk niet gedaan zoals ik heb opgedragen. De Paus
moet naar Rusland reizen vergezeld van meerdere kardinalen en er de toewijding
van deze natie verrichten. Enkel op deze manier kan men de kastijding tegengaan
die deze natie de mensheid doet ondergaan. Ik reken op jullie gebeden, mijn
kinderen, dat elke rozenkrans die jullie bidden voor deze intentie is. Scheur
jullie harten omdat de triomfantelijke terugkeer van mijn Zoon nabij is.
BEREID
JULLIE VOOR MIJN KUDDE WANT DE DAGEN DIE KOMEN ZULLEN EEN GEESTELIJKE STRIJD
ZIJN !
19 DECEMBER 2016 5H10 P.M DRINGENDE OPROEP VAN JEZUS, DE GOEDE HERDER, AAN DE MENSHEID
Vrede aan jullie, schapen van mijn kudde. De dagen van vrede zijn gedaan, de
dagen van beproeving waar de mensheid niet gerust zal zijn komen naderbij;
velen die niet geestelijk voorbereid zijn zullen verloren gaan. Hoezeer verlang
ik dat de mensheid mijn barmhartigheid aanroept, maar nee, de grote meerderheid
blijf mij de rug toekeren! Anderen zijn lauw en bewijzen mij lippendienst, maar
hun hart is verwijderd van Mij. Enkel een kleine minderheid brengt mijn woorden
in praktijk en zoeken mij met een oprecht hart.
O ! Ondankbare en zondige mensheid, als jullie niet ontwaken uit jullie
lethargie en jullie geen berouw tonen zullen jullie zeker eeuwig verloren zijn.
Ik blijf geduldig wachten op de zondaar om te zien of hij zich op de laatste
seconden berouwvol zal tonen en zijn leven redt. Ik blijf hem zoeken en roepen
zoals een herder naar zijn schapen: ik wil niet dat hij sterft, noch behagen
scheppen als ik zie afzien. Als goede herder blijf ik het verdwaalde schaap
zoeken en wanneer ik het vind draag ik het op mijn schouders en ben ik blij met
zijn terugkeer. De ondankbaarheid en de vergetelheid van deze generatie doen me
zon pijn! Waarom gedragen jullie je zo onverschillig en zo ver verwijderd van
degene die jullie zo graag ziet en die zijn leven gegeven heeft voor jullie?
Ik houd mijn woord getrouw en ik wacht op jullie, rebelse schapen tot de
laatste seconde van mijn barmhartigheid verstrijkt. Mijn Woorden zijn Woorden
van Eeuwig Leven en ik wil jullie geen angst inboezemen, of vrees aanjagen;
mijn verlangen is jullie op te roepen dat jullie je bekeren en opnieuw
terugkeren naar mijn schaapskooi. Beantwoord mijn oproep, verdwaalde schapen,
ik wil dat jullie terugkeren naar mijn schaapskooi; ik ween en lijd onder
jullie verlies en ik zal niet rusten tot ik jullie terugvind. Ik ben jullie
Eeuwige Herder die op jullie wacht, om jullie mee te nemen naar de groene
weiden en fris water, waar jullie je dorst kunnen lessen. Herinner jullie dat
de nacht dichtbij is en dat de wolven ronddolen en zoeken naar mijn schapen om
ze te verscheuren. Als jullie je verwijderen van Mij, zullen jullie vergaan.
Bereid jullie voor mijn kudde, want de dagen die eraan komen zullen een
geestelijke strijd zijn. Wanneer jullie het minst verwachten, zal alles in het
honderd lopen en het leven op aarde zal niet meer hetzelfde zijn. Slechte
tijdingen en tragedieen zullen deel uitmaken van het dagelijkse leven; enkel
degenen die volharden, bidden en vertrouwen hebben zullen de Eeuwige Glorie
verkrijgen. De tijd van duisternis komt naderbij en er zal geen vrede meer zijn
op aarde, en geen plaats voor het gewone leven. Zeer vlug zal de mensheid in
zijn ziel en zijn vlees de pijn voelen van mijn vertrek. De dagen komen eraan
wanneer ik mijn Geest zal terugtrekken van jullie en de grote meerderheid zal
in duisternis blijven en zal weten wat het is leven zonder Goddelijke Geest. Al
degenen die niet geestelijk voorbereid zijn zullen verloren gaan, de mensheid
zal door de spirituele woestijn moeten, velen zullen gek worden, anderen zullen
zelfmoord plegen en de geest van het kwaad zal de mensheid op de proef stellen.
Het geloof, het gebed, het vasten en het vertrouwen in God, zullen de kracht
zijn van mijn Volk. Jullie geloof zal op de proef gesteld worden en de demonen
zullen jullie in bekoring brengen en ze zullen alle middelen inzetten om jullie
verloren te doen gaan. Wees niet bang, als jullie verenigd blijven met Mij en
volharden tot het laatste, verzeker ik jullie dat jullie zullen zegevieren.
Wees dus klaar en voorbereid, mijn kudden, omdat de dagen van beproeving nabij
zijn. Mijn Moeder zal het Tabernakel zijn waar ik zal vertoeven. Zij zal jullie
begeleiden en zal jullie troost en bescherming zijn in de dagen van duisternis
die komen.
Mijn vrede laat ik jullie, mijn vrede geef ik jullie. Heb berouw en bekeer
jullie, want het Koninkrijk van God is nabij.
Jullie Meester, Jezus de Goede Herder van alle tijden.
Breng mijn boodschappen naar de hele mensheid, schapen van mijn kudde.
Haar dood en begrafenis Zalige Anna Maria
Taigis lichaam is onaangetast
Anna Maria
Taigi stierf 4.00 op de ochtend van 9 juni 1837 na de laatste sacramenten te
hebben ontvangen door de lokale parochiepriester. OLHeer had beloofd aan Anna
dat de cholera Rome zou sparen tot haar dood. Ze had nauwelijks haar laatste
adem uitgeblazen toen de gesel uitbrak en onbeschrijflijke paniek veroorzaakte.
De dood van Anna ging eerst onopgemerkt voorbij maar daar kwam vlug verandering
in en het lichaam werd twee dagen opgebaard in de kerk van Santa Maria, in Via
Lata. Op de zondagavond bracht een vrome rouwstoet de kist naar de nieuwe
begraafplaats in de Campo Verano. Mgr. Natali had een masker van het gezicht
laten maken voordat het lichaam in de kist werd geplaatst.
Voor ze
stierf ontmoette ze de eerste Bisschop van Louisville Benedict Joseph Flaget en
ze prees hem en de VS. Napoleons moeder Letizia Ramolino leerde haar ook
kennen en zocht haar geestelijk advies. Haar geestelijke adviseur was Mgr
Raffaele Natali de secretaries van Paus Pius VII en een andere was St Vicenzo
Strambi. Anna kwam ook in contact met Kardinalen zoals Luigi Ercolani en ook
met Mgr Mastai de toekomstige Paus Pius IX. Zelfs Paus Pius VII vroeg
dikwijls aan Mgr Stambi hoe Anna het stelde en zond haar zijn zegen.
Ook Paus
Leo XII had hoge achting voor haar en ook de Eerbiedwaardige Giuseppe
Bartolomeo Menocchio kende haar. Ze woonde het 1825 jubileum bij dat paus Leo
XII organiseerde. Taigi kende de opvolgerShe attended the 1825
Jubilee that Leo XII convoked. Taigi kende de slechte gezondheid van Leo XII en
bad voor hem. Zijn
opvolger Pius VIII had ook een slechte gezondheid en ze voorzag zijn dood en
voorzag ook dat Kardinaal Bartolomeo Alberto Cappelari Paus Gregorius XVI zou
worden.
14/03/1800
20/08/1823
(23 jaar, 159 dagen)
SD Pius
VII
Graaf Barnaba Niccolò Maria Luigi Chiaramonti, OSB
Lid van
de Orde van St Benedictus. Aanwezig op Napoleons kroning tot Keizer van de
Fransen. Uit de Pauselijke Staten gezet door de Fransen tussen 1809 en 1814.
28/09/1823
10/02/1829
(5 jaar, 135 dagen)
Leo XII
Graaf Annibale Francesco Clemente Melchiore Girolamo Nicola Sermattei
della Genga
Plaatste
het Katholieke onderwijssysteem onder controle van de Jezuieten door Quod
divina sapientia (1824). Veroordeelde de Bijbelgenoorschappen.
31/03/1829
30/11/1830
(1 jaar, 244 dagen)
Pius VIII
Francesco
Saverio Castiglioni
Accepteerde Louis Philippe I als Koning van de Fransen. Veroordeelde de geheime
genootschappen van de vrijmetselaars en modernistische bijbelvertalingen in
Litteris altero (1830).
2/02/1831
1/06/1846
(15 jaar, 119 dagen)
Gregorius XVI
Bartolomeo Alberto Cappellari, ODB Cam.
Lid van
de Camaldolese Orde; laatste niet-bisschop die verkozen wordt tot Paus. Was
tegen de democratische en modernistische hervormingen in de Pauselijke
Staten.
Na een
paar dagen, ondanks de cholera, begon de processie van pelgrims. Het gewone
volk, bisschoppen en kardinalen kwamen eer betuigen aan de grafsteen. Kardinaal
Odescalchi gaf Mgr Natali het bevel al de documenten te verzamelen en Mrg
Luquet publiceerde de eerste biografie. Het had onmiddellijk succes en werd in
verschillende talen vertaald.
Mgr
Natali en Domenico wisten niet wie eerste te beantwoorden. Dominico vertelde : Vele
mensen die haar hadden gekend vroegen al soorten van vragen hoe ze stierf. Sommigen
spraken van de bijzondere gaven die ze had gekregen van God; anderen van de
genaden die ze hadden ontvangen door haar voorspraak terwijl ze nog leefde.
Iedereen prees haar en omschreven haar als vol verdiensten en deugden. Wat mij
betreft had ik haar hoog aangeschreven en ik verklaar dat OLHeer haar heeft
meegenomen omdat ik haar niet waard was.
Het
aantal mirakels steeg en het lichaam werd naar de kerk van OLVrouw van Vrede
gebracht. De kist werd na 18 jaar geopend en het lichaam was ongeschonden. Het
was alsof ze de dag ervoor was begraven. Op 18 augustus 1865 werd ze nog eens
verplaatst naar de basiliek van San Crisogono. Haar lichaam werd nog steeds
ongeschonden bevonden. Ze werd een nieuw kleed aangedaan: een habijt van de
Derde Orde van de Trinitariers. Ze werd nog acht dagen opgebaard voor de
verering van de gelovigen. De hele buurt van Trastevere kwam langs en er waren
troepen nodig om de orde te bewaren. Ze werd daarna in een glazen schrijn
geplaatst en kan nog altijd bezocht worden.
Intussen
begon een onderzoek in 1852 en er werden 30 getuigen gehoord waaronder
kardinalen, bisschoppen, nobelen, dienaren, de 2 dochters van de zalige en
uiteindelijk Dominico die dan 92 jaar was. In 1863 begon Paus Pius IX de
zaligverklaring. Op 30 mei 1920 werd Anna-Maria Taigi zalig verklaard. Wat
later werd ze tot bijzondere beschermster van moeders gemaakt en patrones van
de Unie van Katholieke Vrouwen. Haar feestdag is 9 juni.
Laat ons
bidden dat door de gebeden van de zondeloze Maagd Maria, God ons zal bevrijden
van onze zonden.
Vader, U
bereidde de Maagd Maria voor om de waardige Moeder te zijn van Uw Zoon. U liet
haar meedelen in de redding van Christus door Zijn dood, en hield haar
zondeloos vanaf het moment van haar ontvangenis. Help ons door haar gebeden
leven in Uw aanwezigheid zonder zonden. We vragen dit door onze Heer Jezus
Christus, Uw Zoon die leeft en heerst met U en de Heilige Geest, een God, voor
alle eeuwigheid.
O Moeder van de Koning van het Universum, perfecte moeder van het
menselijk ras, we richten ons tot u als onze moeder, onze middelares en onze
voorspreekster. O Heilige Maria, begeleid ons in onze stappen. Door uw
Onbevlekte Ontvangenis, komen we naar U om ons uit de grond van ons hart te
vragen om voor ons ten beste te smeken bij uw Goddelijke Zoon. Ik smeek u om de
volgende genade: (noem uw verzoek)
O Maria
van de Onbevlekte Ontvangenis, Moeder van Christus, U had invloed bij Uw
Goddelijke Zoon hier op aarde; U hebt nu dezelfde invloed in de Hemel. Bid voor
mij en verkrijg voor mij de inwilliging van mijn verzoek als het past voor de
Goddelijke Wil. Amen.
Anna Maria Taigi (1769-1837)
Echtgenote, Moeder en Mystica
Haar vroege leven
Zalige Anna
Maria Taigi werd geboren in Siena, Italie op 29 mei 1769. Ze was een lid van de
Derde Orde van Trinitariers. Haar ouders, Luigi Giannetti en Maria Masi kwamen
van een arm, werkmans gezin. Ze werd gedoopt Anna Maria Antonia Gesualda op de
dag na haar geboorte. Door het failliet gaan van haar vaders zaak, verhuisde ze
toen ze 6 jaar oud was met haar ouders naar Rome, waar ze de rest van haar
leven bleef. In Rome ging ze 2 jaar naar een parochieschool van de Filippini
Zusters. Na haar scholing ging ze werken als een huishoudelijke meid om het
gezin financiele armslag te geven. Doorheen haar kindertijd en jeugdjaren was
ze maar matig vroom.
Op de
leeftijd van 20 jaar, huwde ze op 7 januari 1790 met Dominico Taigi, die een
arme dienstknecht was van de chef voor Prince Chigi. Dominicos vroomheid was
heel goed, maar hij had verschrikkelijke driftbuien. Zijn manieren waren grof
en hij had een verschrikkelijk temperament. Zijn opvliegendheid deed Anna veel
lijden, maar zorgde er ook voor dat haar deugden van geduld, zachtmoedigheid,
nederigheid en vergeving tot uiting kwamen. Ze merkte dat haar glimlach en
zwijgzaamheid dikwijls zijn toorn kalmeerde. Hij was nooit fysiek ruw met haar,
maar hij was zeker een tiran. Niettegenstaande dat hield hij veel van haar
zoals hij te kennen gaf op het officiele proces van haar zaligverklaring. Ze
hadden zeven kinderen waarvan er drie stierven in de kindertijd. De
overblijvende twee jongens en twee meisjes groeiden op onder haar zorg voor hun
religieuze en morele vorming, samen met hun educatieve vorming.
De Oproep van God Haar diepe
bekering
Haar leven
van jong gehuwde beleefde ze meer voor de wereld dan voor God. Haar toenemende
zin voor spiritualiteit begon zich te mengen met Annas wereldlijkheid. Op een
dag ging ze naar de St Pietersbasiliek. Daar was een grote menigte. Ze leunde
op de arm van haar man, helemaal opgedaan met haar mooiste juwelen. Ze stonden
in de piazza, omringd door Berninis zuilenrij. Door het gedrang van de menigte
werd ze tegen Vader Angelo geduwd. Hij had de jonge vrouw nooit eerder gezien,
maar hij hoorde een innerlijke stem zeggen: Let op die vrouw, want ik zal ze
op een dag aan jouw zorg toewijden en je zult haar transformatie zien. Ze zal
haar heiligen, want Ik heb haar uitverkoren om een heilige te worden.
Uiteindelijk was
Anna Maria van plan haar wereldlijkheid opzij te schuiven en een goede biecht
te maken. Ze ging naar een naburige kerk en ging een biechtstoel binnen. Ze
weent en zegt: Vader, je hebt aan je voeten een groot zondaar. Maar de
priester zei: Ga weg, je bent niet een van mijn penitenten. Toch neemt hij
vluchtig de biecht af van haar. Hij gaf haar de absolutie maar laat de vrouw
verward aan haar lot over. Dan ging ze naar de kerk van San Marcello al Corso
en daar kwam ze toevallig Vader Angelo Verandi tegen die de innerlijke stem had
gehoord. Hij zei haar: Zo je bent uiteindelijk gekomen, mijn dochter. Onze
Lieve Heer houdt van jou en wil dat je volledig de Zijne wordt en hij vertelde
haar van de boodschap die hij ontvangen had op de piazza van de St
Pietersbasiliek.
Anna had drie
jaar wereldse zaken nagejaagd en nu ging haar nieuw leven beginnen. Vader
Angelo was haar geestelijke leider. Het was een delicate zaak want Anna Taigi
was geen non of een vrome weduwe maar de jonge vrouw van Dominico, bij wie ze
zeven kinderen had. Daar lag haar voornaamste plicht. Al de rest: boetedoening,
gebeden, mirakels, extases konden enkel gebeuren binnen haar levensstaat. Hij
had tesamen met zijn mystieke lering, wat gezond verstand en een diepe
nederigheid nodig om deze jonge moeder en echtgenote te leiden. De eerste vraag
van de Meester was zuiverheid. God gaf Anne een besef van haar eigen zwakheden
en miserie. De moeilijkheid was ook dat haar man Domenico geen H. Jozef was.
Het eerste mirakel was hem leiden op het pad van heiligheid. En verbazend
genoeg volgde hij de heilige wil van zijn vrouw.
Anna begint een innerlijke Stem te horen
Niet lang na
haar fervente komst tot God, toonde OLHeer haar de eerste stap tot haar komst
tot Hem de enorme waarde van eenvoudigheid en naastenliefde tot anderen: Onthoud
dat je voorzichtig moet zijn in alles. De duivel, Mijn dochter is een geest van
contradictie. Hij die onder invloed is van de duivel kan niet rusten dag noch
nacht. Mijn geest, is in tegenstelling een geest van liefde en vrede. Wie Mijn
vrede bezit, bezit alle zaken: vele zielen doen zware boetedoening om dit grote
goed te verkrijgen. Niemand kan de vrede van mijn uitverkorenen bereiken tenzij
hij zo eenvoudig wordt als een kind en ware naastenliefde beoefent. Wie
naastenliefde bezit, Mijn dochter, bezit geduld. Naastenliefde werkt ijverig en
met liefde. Ze spreekt geen kwaad over iemand, want ze vreest de kostbare parel
van Mijn vriendschap te verliezen. Ze begrijpt alles, ziet alles, maar bedekt
alles met Zijn mantel. Ze ziet de fouten van de naaste door de vingers, en zegt
: Het zou nog erger zijn, als U niet zou komen om mij te redden.
Je moet
weten, zei Jezus tot haar, dat wanneer Ik tot je spreek, Ik je tederheid,
vrede, berouw voor je zonden en vooral nederigheid in je teweeg breng. Weet
wel, mijn dochter, dat ongeacht een mens mij wil liefhebben, als hij niet de
weg van nederigheid neemt hij zal blijven struikelen. De mens heeft een wolk
rond zijn hart; het wordt zelfliefde genoemd De mens is vol van hoogmoed, en
Ik heb niets te maken met de hoogmoedigen. Enkel de nederigen vinden
goedkeuring in Mijn ogen. Hij die wenst Mijn genot te proeven, moet de wereld
verachten, en verwachten veracht te worden op zijn beurt.
Ik woon in
nederige zielen die vol eenvoud zijn. Hoe nederiger en weinig ontwikkeld ze
zijn, hoe meer Ik welbehagen in hen vind. O Mijn dochter, Ik verhef degenen die
zich vernederen. Zij verdienen Mijn Koninkrijk en aan hen ontvouw Ik al Mijn
geheimen. Geringschatting is een waar fundament van deugd.
De
Heiligen Maagd Maria was ook haar gids en hielp haar voorbereiden op de missie
die God haar toe geroepen heeft: Weet wel, Mijn lieve dochter, dat hier op
aarde je voor elke goede dag honderd slechte dagen zult hebben, omdat je moet
zijn zoals Mijn Zoon Jezus. Je moet toegewijd zijn boven alle dingen om Zijn wil te doen en je over te
geven aan Hem in deze levensstaat, daarin ligt je bijzondere roeping. Later,
wanneer mensen over je zullen horen, moet elke individu overtuigd zijn dat het
mogelijk is om in alle levensstaten God te dienen zonder grote uitwendige
boetedoening te doen. Men moet wel vechten tegen zijn bekoringen en zich in
alle dingen overgeven aan de heilige wil van God. Onthoud dat het meer
verdienstelijk is om aan zijn eigen wil te verzaken en zich volledig aan de wil
van God over te geven dan grote lichamelijke verstervingen te doen.
Anna Maria werd het buitengewoon
mirakel van het zonnebeeld gegeven
Jezus
vertelde aan Anna Maria dat door een eenvoudige echtgenote te zijn en moeder ze
een teken zou zijn dat heiligheid en vereniging met God beschikbaar is voor
elkeen. Hij omschreef haar missie als volgt: Ik verlang dat je zondaars
bekeert, mensen troost en zorgt voor-priesters, prelaten en Mijn Paus. Al die
luisteren naar je woorden zullen grote tekenen en genaden verkrijgen door Mijn
handen Maar je zult ook valse mensen die je zullen bespotten, maar je zult
alles voor Mijn liefde verdragen.
Dit
beangstigde haar. Mijn God waarom kies je Mij voor deze taak? Ik ben een
schepsel die onwaardig ben om op aarde rond te lopen. Ik zie dat ook,
antwoordde de Stem. Maar Ik ben het die je leidt bij de hand, zoals een lam
geleid wordt door de herder, maar het offeraltaar.
Eens hoorde ze
in de kerk van San Andrea della Valle en voor het Kruisbeeld van Jezus Christus
: Wat is je wens? Jezus volgen die arm en naakt is en van alles beroofd, of
Hem volgen in Zijn triomf en glorie? Welke kies je? en zij antwoordde: "Ik
omarm het kruis van mijn Jezus. Ik zal het dragen zoals Hem in pijn en
schandelijkheid. Ik zal door Hem wachten op triomf en glorie in het hiernamaals".
Het was in
1790 dat ze een bijzondere gave kreeg : Ze zag 47 jaar van haar leven een
soort zon met een doornenkroon errond. Zowel dag als nacht, thuis, in de straat
zal ze deze zon. Alle dingen zowel fysiek als geestelijk zag ze. Ze drong door
in de diepten en steeg op tot de hemel waar ze het eeuwig lot van de doden zag.
Ze zag de meest verborgen gedachten van personen nabij of veraf; gebeurtenissen
en personen van voorbije tijden. Ze moest enkel aan iets denken of ze zag het
in een klare en volledige manier.
Ze zag zaken
in de toekomst als in het verleden. Ze zag alles wat achter gesloten deuren
zich afspeelde, de vergaderingen van sekten, de leden van deze sekten, hun
rang, hun ceremonien al tot in de kleinste details in alle delen van de
wereldals speelde het zich af in haar kamer. Ze zag verre schepen die
ondergingen en ze hoorde het geschreeuw van de schipbreukelingen; ze zal de
gevangenissen van China en Arabie Op die manier kon ze zielen tot genade
brengen in elk deel van de aardbol, en de weg effenen voor missionarissen. Het
was ook haar missie om degenen in de Kerk te helpen door moeilijke en
turbulente tijden. Ze bad voor de Paus, voor de Kardinalen en Bisschoppen,
voor de bekering van zondaars, voor ketters van over de hele wereld. Ze zag de
oorzaak van hun leed en de oplossingen die hen genazen.
Ze was
uitverkoren door God om zielen tot Hem te brengen; een slachtoffer te zijn van
uitboeting, om grote catastrofes te verzachten, al door de macht van haar
gebeden Door dit permanent mirakel werd de vrouw van Dominico Taigi een
theologe, een lerares en een profeet. De armen, de groten van de wereld, de
prinsen van de Kerk kwamen naar haar om hulp of advies. Ze troffen haar
temidden van haar huishouding en ze leed dikwijls vanwege ziekten. Ze was
altijd bereid haar laatste boterham te delen of stond altijd klaar om naar hen
te luisteren. Wanneer ze niets meer had zei ze dit aan God en Hij zond wat
nodig was. Ze leefde van dag tot dag, zoals de vogels. Een belangrijke vrouw
in Rome wilde haar geld geven maar ze weigerde dit. Madame, zei ze vriendelijk,
hoe eenvoudig bent u. Ik dien God, en Hij is rijker dan jij. Ze raakte de
zieken aan en ze werden genezen; ze waarschuwde anderen van hun naderend einde
en ze stierven een heilige dood.
Ze doorstond
grote verstervingen voor de zielen in het Vagevuur, en de zielen die bevrijd
waren kwamen om haar te danken. Ze leed in lichaam en ziel. Ze besefte dat haar
rol was eerherstel te brengen voor de zonden van anderen, dat Jezus haar
aansloot bij Zijn offer, en dat ze een slachtoffer was in vereniging met Hem.
De pijn van Goddelijke Liefde was haar zoetheid. Na de Heilige Communie waren
er keren dat ze ineen zakte als door een beroerte getroffen. Haar staat van
extase was voortdurend aanwezig omdat de aanwezigheid van God ook voortdurend
aanwezig was. Ze ging haar weg, haar voeten vol bloed, de smalle weg.
Het was toen
de woelige periode dat Paus Pius VI sterft in Valence (Frankrijk); Pius VII een
gevangene is te Fontainebleau (Frankrijk); de Revolutie herbegint voordat
Gregorius XVI regeert. Men zegt dat de dagen van de Pausen over is, dat
Christus wet en Christus zelf aan het afnemen zijn, dat de wetenschap de Zoon
van God terugdringt naar het rijk der dromen dat Hij geen mirakels meer doet.
Maar precies
op dit tijdstip verheft God deze vrouw om de zieken te genezen Hij geeft haar
kennis van het verleden, heden en toekomst. Zij verklaart dat Pius VII terug zal
keren naar zijn troon in Rome. Ze ziet zelfs verder dan de heerschappij van
Pius IX. Ze is Gods antwoord op het heersende ongeloof.
Haar extases en haar liefde en devotie tot de
Heilige Eucharistie
Samen met het voortdurende
bijzondere visioen van de zon, begon Anna Maria extases te krijgen samen met
het horen van een innerlijke Stem. Het meest ging ze in extase terwijl ze de
Heilige Communie ontving, maar ook gedurende de meest nederige taken van kleren
wassen of zelfs terwijl ze at. Haar man en kinderen begrepen niet wat er
gebeurde met haar wanneer Anna in extase ging aan tafel. En wanneer ze tot
haarzelf kwam snauwde Domenico :Hoe kan je indommelen aan tafel? Je hebt slaap
nodig. Je moet vroeger naar bed. Na de dood van zijn vrouw besefte hij pas de
ware natuur van de dingen. Hij zei: Ik geloof dat mijn vrouw begiftigd was met
hemelse gaven. Wat de extases betreft was het tijdens de nacht, als we de
rozenkrans zeiden dat ze niet antwoordde. Ook aan tafel gebeurde het dat ze
afwezig was, soms met een vork in de hand, soms zonder beweging. Ik sprak tot
haar en ze kwam terug tot haar zinnen en ging verder met haar bezigheden, met
een glimlach.
Wanneer ze in
extase ging met haar ogen naar de hemel gericht, zei haar dochter Mariuccia
eens onder tranen : Mama is dood. Mama is door. Nee! Ze bidt. zei Sophie om
haar te corrigeren. Wees stil, ze slaapt, snauwde Domenico. Laat haar; ze
heeft niet geslapen vorige nacht. Toen ze de dagelijkse Rozenkrans baden was
haar extase heel gewoon en daarover was Dominico nog meer geschokt.
Wanneer ik
haar ging opzoeken in de morgen, zegt Kardinaal Pedicini, vond ik haar
dikwijls in extase, en was ik gedwongen om geduldig te wachten tot ze bijkwam.
Zij kon in extase gaan temidden van een conversatie. Ik moest dan terug
wachten. Enkel gehoorzaamheid van een priester of hogere had macht om haar tot
haarzelf te doen komen.
Haar
biechtvader zei: Ik was dikwijls getuige van haar extases toen we de 7
basilieken van Rome gingen bezoeken om een volle aflaat te verdienen in
gezelschap van Kardinaal Pedicini. Dan ging ze gewoonlijk te communie in de
kapel van de Heilige Crucifix te Sint Paulus buiten de muren. Onmiddellijk na
de Communie viel ze in extase. Toen we de bedevaart verder zetten beval ik haar
vlug om ons te volgen zonder in extase te vallen. Ze gehoorzaamde.
Na de Heilige
Communie toen ze de extase voelde aankomen, haastte ze zich vlug naar haar keuken,
maar dikwijls overkwam de H. Geest haar op haar weg, zodanig dat ze een
metgezel nodig had. Het aanblik van een kruis, of een beeld van OLVrouw deden
haar stoppen zodat ze opging in liefde tot God.
Haar buitengewone naastenliefde
Op een dag in
de winter kwam ze uit de Pieta kerk met Mgr. Natali, en ze kwam in de straat
een jongeman tegen die bijna naakt was. Hij had kou en honger en was vuil. Anna
liep op hem af, nam hem bij de hand, nam hem naar huis, warmde hem, waste hem
en kleedde hem en gaf hem aalmoezen en stuurde hem terug op pad. Hij was
zodanig onder de indruk dat hij weende en geen woord kon uitbrengen.
Op een andere
dag had ze de kerk van OLVrouw van Troost bereikt toen ze een arme vrouw met
uitgestrekte hand zag. De vrouw had schuim op de mond door een aanval van
epileptie. Anna kwam naderbij, veegde haar mond, ondersteunde haar en kocht
haar een glas brandewijn in een winkel. De menigte die eerst afkerig was stopte
en er werd een vrijwillige collecte gehouden om aan de arme vrouw te geven.
Daarna ging Anna de kerk binnen waar ze OLHeer hoorde zeggen: Dank je, mijn
dochter, voor de zorg die je Mij gegeven hebt.
In het
hospitaal van St. Jacob was er een vrouw die Santa heette en wiens man haar een
besmettelijke ziekte had doorgegeven die haar gezicht aantastte. Om die reden
was haar hoofd bedekt met een kap. Ze was ook blind. Toen ze de stem hoorde van
Anna riep ze uit: Hier is mijn engel. Anna bleef een lange tijd bij haar,
niettegenstaande de geur ondraaglijk was.
Anna Maria kreeg de genade om genezingen te
verkrijgen
Ze krijg ook
de gave van genezingen te verrichten. Spoedig na haar bekering, toen ze ernstig
ziek was in haar nederige woning, was ze zich aan het voorbereiden op haar dood
toen Jezus aan haar verscheen, gekleed in een blauwe mantel; Hij nam haar hand
en zei dat Hij haar als Zijn bruid beschouwde en haar de gave van zieken te
genezen verleende. Dan zei Hij : Je mag rechtstaan. Je bent genezen. Ze stond
recht en was genezen.
Soms raakte
Anna een zieke persoon aan en die was genezen. Maar dikwijls om bewondering te
vermijden gebruikte ze een beeld van OLVrouw of de H. Philomena, of een
relikwie of H. Olie. Een vrouw uit het prinselijk huis van de Albani was
stervende van baarmoederkanker. Ze deed een beroep op Anna Maria en deze zei
haar : Wrijf wat olie op het aangetaste deel en roep OLVrouw aan. De vrouw
deed het en de volgende nacht verdween de tumor en de vrouw was genezen. Anna
Maria bracht graag bezoeken aan ziekenhuizen en vooral patienten in het San
Giacomo van de Ongeneeslijk zieken.
Anna had ook
een sterke devotie voor de volgende Heiligen: de H. Jozef, H. Filip Neri, H.
Franciscus van Paola, H. Aloysius Gonzague, H. Felix van Valois, H. Johannes
van Matha en H. Philomena.
Op de octaafdag van de consecratie van de kerk
stelde men dit broederschap in, ter afkoping van slaven. Bepaalde
personen werden belast met het rondhalen van aalmoezen gedurende de
goddelijke diensten; zij mochten zich "slavenmeester van de confrérie
van de H.H. Drievuldigheid" noemen. Het geld werd bezorgd aan de Orde van
de Trinitariërs. (Trinitas= Drievuldigheid). Deze orde bestaat nu nog
en is gevestigd in Marseille (Frankrijk). De Overste is een Vlaming:
Père François Stroobants (afkomstig uit de streek van Leuven). Het geld
diende om slaven vrij te kopen uit de handen van de Sarazenen. De Orde
van de H. Drievuldigheid werd gesticht omstreeks 1200 door de H.
Johannes de Matha (1213) en Felix van Valois (1212) De leden droegen
een wit schapulier met een rood kruis er op.
Geknield aan
Uw voeten, O Grote Koningin van de Hemel, aanbidden we U met de diepste
verering en we belijden dat U de Dochter van de Vader bent, de Moeder van het
Goddelijk Woord, de Bruid van de Heilige Geest. U bent de bewaarster en
uitdeelster van de Goddelijke Genaden Om deze reden, aanroepen we U als Moeder
van Goddelijk Mededogen. Zie op ons neer hier in smart en lijden. Verwaardig U
om ons Uw ware liefde te tonen. We smeken U om de Heilige Drie-eenheid te
vragen om ons de genade te verlenen om de duivel, de wereld en onze boze lusten
te overwinnen. Vraag ons ook de genade te verlenen dat de rechtvaardigen
heiligt, de zondaars bekeert, de ketterijen vernietigt, de ongelovigen verlicht
en alle mensen tot het ware geloof brengt. Verkrijg voor ons deze grote gave
dat de hele wereld een volk vormt verenigd in de Ene Ware Kerk. Maria, Moeder
van Heilige Hoop, bid voor ons.
Kruisbeeld
Zaterdag 24 mei 1941, het feest van O.L. Vrouw, begint voor Herman Wijns
wondermooi, maar eindigt met een tragisch ongeval waaraan hij twee dagen later
zal overlijden.
Herman
vereert O.L. Vrouw.
De mis -
die dag uiteraard aan O.L. Vrouw gewijd - was zeer mooi, vertelt hij aan zijn
moeder terwijl hij zich klaar maakt om naar school te gaan.
Moeder
zegt hem dat hij die avond alleen thuis zal zijn, want vader heeft een
vergadering en zij gaat met een vriendin naar de cinema.
De
laatste klassefoto: het 5e leerjaar (1940-1941) van St-Eduardus, bij broeder
Eleazar
Herman
vindt het geen probleem om alleen thuis te blijven, maar tijdens de middagpauze
raadt hij zijn moeder ineens ten zeerste af naar de cinema te gaan.
Uiteraard
wil moeder zich door haar tien-jarige zoon de les niet laten spellen, maar
Herman volhardt en dreigt zelfs niet meer naar de kerk te zullen gaan als
moeder toch naar de cinema gaat.
Na
schooltijd kwam hij thuis met een groot, besmeurd en stinkend kruis van Jezus,
dat hij ergens in een vuilbak had gevonden.
Die
smeerlappen, roept hij, terwijl hij het probeert proper te maken.
Ja,
vake, ik heb wat meegemaakt, vertelt hij naderhand aan zijn vader, die zijn
verontwaardiging eerst niet begrijpt.
Ik kom
van school langs de Bredabaan en zie daar in een vuilnisbak een kruisbeeld. Ik
dierf dat zomaar niet pakken... Ik ben er voorbij gegaan... Maar dan kon ik
toch niet verder en ben ik teruggekeerd. Zo tot driemaal toe. Toen was het
alsof ik Jezus hoorde roepen: 'Herman toch, gaat ge me hier in de vuilnis
laten? Schaamt ge u over mij?' Toen kon ik het niet meer. Ik heb het kruis
gepakt en ben naar huis gelopen.
Vader
vindt het eerst niet goed dat Herman het kruis op zijn kamer hangt; hij heeft
tenslotte al een kruis boven zijn bed hangen.
Maar
vake, mag ik het op mijn kamer hangen? Uit eerherstel probeert Herman.
Vader is
verrast door die uitspraak en geeft toe.
Opgewekt
rent Herman naar boven, timmert een nagel in de muur en hang het kruis boven
zijn bed.
Twee uur
later verongelukt hij.
Het
ophangen van het kruis was zijn laatste bezoek aan zijn kamer.
Plaaggeesten
Nadat hij zich gewassen en verkleed heeft voor het Lof maakt Herman zijn
huiswerk.
Voor hij
naar de kerk gaat moet hij nog een brief afgeven bij de slager in de
Borrewaterstraat, een groffe kerel die veel vloekt.
Dr.
Maurice Timmermans, naar wie de zijstraat van de Bredabaan werd genoemd, was
op de avond van de 24e mei de eerste arts die Herman behandelde
Herman
gaat er niet graag heen en daarom stelt zijn moeder voor met hem mee te gaan.
Terwijl
zijn moeder met de man spreekt gaat Herman met de twee zoontjes van de slager
naar de kuikentjes in de tuin kijken.
De
kuikentjes zaten achter een staande glasplaat die tegen een klein hokje stond.
Naast de
slager nu woonde een vriend van Herman, Willy Gommeren.
Toen die
Hermans stem in de tuin hoorde en zijn naam riep is Herman op het hokje
geklauterd om met zijn kameraad te kunnen praten.
Het ging
over de mis van de volgende ochtend, maar terwijl ze praatten sloeg het noodlot
toe.
De
zoontjes van de slager, twee plaaggeesten gelijk hun vader, hadden een rubberen
bal met water gevuld en begonnen Herman ermee nat te spuiten.
Die wilde
zijn goede kostuum droog houden en probeerde de waterstraal te ontwijken.
Is hij
dan van het dakje gesprongen of is hij gevallen?
Het is
onduidelijk.
Herman
viel in ieder geval op de rechtopstaande glasplaat, die brak en een lange
scherf drong van achteren zijn knieholte binnen.
Pees,
zenuwen en een ader werden doorgesneden en door de vreselijke wond en het vele
bloed was de paniek groot.
Voor het
eerst alleen
Zijn moeder is op het geschreeuw afgekomen, treft haar zoon in de tuin met een
verschrikkelijke wond aan zijn been, maar raakt niet in paniek.
In de St.
Bartholomeusstraat, 100 meer verderop, woont dokter Duerinck en met de jongen
in haar armen rent ze ernaartoe.
De dokter
blijkt echter niet thuis te zijn en moeder kijkt radeloos om haar heen - naar
Dr. Timmermans, ver weg op de Bredabaan is een veel te lange weg!
Een
passerende Duitse officier ziet gelukkig haar paniek en schiet te hulp.
Het St.
Bartholomeusziekenhuis in de Gasthuisstraat - tegenwoordig de Van
Aertselaerstraat - waar Herman op maandag 26 mei 1941 overleed
Eerst
legt hij een drukverband om de wond dicht te binden en dan houdt hij een
fietser aan.
Die
vrouw kan niet meer. Neem de jongen op uw fiets en ga met hem naar de dokter,
beveelt hij.
Onderweg
passeren ze Cinema Astoria op de Bredabaan.
Er staat
al veel volk aan te schuiven, maar niemand bekommert zich om de angstige moeder
met haar bloedende kind.
Waarom
zei Herman dat zijn moeder niet naar de cinema moest gaan?
Dokter
Timmermans begrijpt meteen de ernst van de situatie en laat Herman overbrengen
naar het St. Bartholomeushospitaal in de (huidige) Van Aertselaarstraat.
Een
chirurg daar onderzoekt de wond en zegt de verpleegster goed voor hem te
zorgen: Hij lijdt veel pijn zuster.
Een groot
probleem was dat penicilline pas na de tweede wereldoorlog algemeen bekend
geraakte en dat er dus groot gevaar voor infectie was.
De glazen
plaat was zeer vuil geweest en zat vol ziektekiemen.
Er volgde
een nacht van angst en reddeloosheid voor vader en moeder Wijns, met hun zoon -
voor het eerst van zijn ouders gescheiden - op de afdeling intensieve zorgen.
De dag
erna - zondag 25 mei - is Herman opgewekt als zijn ouders hem (tijdens het
bezoekuur!) komen bezoeken.
Hij maakt
zich geen zorgen over een operatie of zelfs een eventuele amputatie van zijn
been.
Dan
krijg ik een kunstbeen en daarmee kan ik ook gaan.
Vader en
moeder Wijns gaan enigszins opgewekt naar huis, maar dat verandert na de tweede
nacht.
Het einde
nadert
Het moet een zeer angstige nacht zijn geweest voor Herman, daar alleen in het
gasthuis, met hevige pijn in zijn been en een snel verslechterende toestand.
Hij zal
naar zijn moeder verlangd hebben en gebeden hebben dat alles weer snel in orde
zou komen.
Waarom
moest hem dit overkomen?
Vader
Jozef Wijns naast de kist van zijn enig kind
Wanneer
zijn ouders de volgende dag (maandag 26 mei) op bezoek komen treffen ze een
heel andere Herman dan de dag ervoor.
Herman
keek bedrukt en klaagde zelfs: Ik leef hier niet graag...
Hij
maakte koorts terwijl zijn lichaam vocht tegen de voortschrijdende infectie.
Bovendien
leek hij de hoop opgegeven te hebben, leek hij te weten dat zijn einde naderde,
want wanneer zijn moeder zegt dat ze aan de broeders op school zal zeggen dat
hij die dag niet naar school komt antwoordt hij: Zeg maar dat ik nooit meer
naar school zal komen.
Zijn
opmerking verbaasde zijn ouders en joeg hen schrik aan.
Dan maakt
Herman een opmerking die hem volgens velen identificeert als iemand die in nauw
contact staat met God.
Hij
strekte zijn armen uit naar zijn ouders en sprak woorden die klonken als een
afscheid.
Och vake
en moeke, hoeveel ik van u houd, dat heb ik deze nacht pas goed gevoeld, en
hoeveel ik van de mensen houd. Zeg hen dat ik ze heel graag, heel graag, heel
graag zie!
Vader en
moeder gaan naar huis en Herman praat nog wat met de zuster.
- Ge
zoudt wel gaarne met ze mee zijn gegaan, niet waar?
-
Vroeger wel, zuster. Maar nu ik Onze Lieve Vrouw heb gezien, niet meer. Zij is
zo mooi.
Herman
was bereid om naar de hemel te gaan.
In
saecula saeculorum
Het nieuws over Hermans ongeval was inmiddels als een lopend vuurtje door
Merksem gegaan, en veel mensen kwamen hem bezoeken.
Maar met
Herman ging het snel bergafwaarts.
Pastoor
Bamps kwam hem 's middags berechten en de zegen geven en toen onderpastoor
Heymans later die namiddag aankwam in het gasthuis was Herman al niet meer bij
bewustzijn.
De koorts
was zorgwekkend hoog opgelopen en hij ijlde.
Pastoor
Heymans was een van Hermans beste maatjes in de kerk en voorovergebogen over
zijn bed hoorde hij zijn kleine vriend teksten uit de latijnse mislithurgie
opzeggen.
Dominus
illuminatio mea, et salus mea: quem timebo (De Heer is mijn licht en mijn
heil: wie zal ik vrezen).
Onrustig
in zijn doodstrijd probeerde pastoor Heymans Herman wat gerust te stellen.
Hij pakte
de hand van de jongen en zei: Hermanneke, niet bang zijn, gij gaat recht naar
Onze Lieve Heer.
Verbazend
was dat de jongen, buiten bewustzijn, antwoordde: In saecula saeculorum,
Amen.
Woorden die
hij zo goed kende uit de Mis: In alle eeuwigheid
Het waren
zijn laatste woorden, want diezelfde avond overleed Herman Wijns, tien jaar
oud, op de 26e mei 1941.
Alle
aanwezigen waren zeer onder de indruk, zozeer zelfs dat de andere zieken op de
zaal de zuster verzochten hem niet direct naar het lijkenhuisje te brengen,
maar hem nog een tijdje op de zaal te laten liggen.
De dood
was snel gekomen: zaterdag nog vol in het leven een kruisbeeld uit de vuilbak
gered, maandagavond levenloos in de kliniek.
Voor de
ouders was het plotse overlijden van hun enig kind een onuitsprekelijk
verdriet, maar zoals enkele dagen later zou blijken was bijna heel Merksem
aangedaan door het lot van de jonge misdienaar.
Zaterdag
nog springlevend op school, maandagavond dood in een ziekenhuisbed, na een
ongeluk met een glasplaat dat een dodelijke wond aan de knieholte veroorzaakte;
dat was het wrede lot van Herman Wijns.
Herman
Wijns had tijdens zijn korte leven indruk gemaakt op iedereen die hem leerde
kennen.
De kist
wordt vanuit de woning in de Wuytslei 23 naar de lijkwagen gebracht
Eerlijk
en open, toegewijd en voor zijn leeftijd soms verrassend volwassen.
Hoeveel
indruk hij tijdens zijn leven had gemaakt bleek tijdens de uitvaart die heel
het openbare leven in Merksem een dag stilzette.
Dinsdag
27 mei 1941
De dag na het overlijden van Herman was een moeilijke dag voor vader en moeder
Wijns.
Hun enig
kind was hen door een banaal ongeval (en wellicht enkele medische blunders
erna) ontnomen, en het was voor vader Wijns dan ook onverdraaglijk zijn zoon
achter te moeten laten in het onpersoonlijke dodenhuisje op de Bredabaan.
Daarom arrangeerde
Maria Van Mol, een zus van vader en Hermans liefste tante, dat Herman thuis
mocht worden opgebaard.
Onkel Mon
was schrijnwerker en maakte voor Herman een kistje.
Die werd
op de eikenhouten tafel in de voorkamer van het huis Wuytslei 23 geplaatst en
met geleend materiaal werd een rouwkapel ingericht.
Tijdens
de dagen voor de begrafenis stelde men een aantal eigenaardigheden vast.
Zo trad
de normale lijkstijfheid niet op.
De handen
en armen schoven telkens weg, waardoor men ze moest stutten en vastbinden.
Een
massa volk is op de been voor een 10-jarige jongen
Ook
lieten Hermans ogen zich niet sluiten, want hoe men ook zijn best deed, zijn
ogen vielen telkens weer open.
Alsof
hij nog een oogje op de wereld wilde houden.
Het
verschijnsel werd ook door de artsen vreemd gevonden, maar hun conclusies zijn
helaas verloren gegaan toen het doktersattest met veel andere waardevolle
archieven in 1944 tijdens de brand van het oude gemeentehuis werd vernietigd.
De
begrafenis zou vrijdag de 30e plaatsvinden en tijdens de drie dagen die Herman
thuis lag opgebaard sloeg het verdriet van de ouders om in verbittering, vooral
bij moeder Johanna.
Wij
hebben altijd ons best gedaan als christelijke mensen; wij hebben voortdurend
harde, vernederende beproevingen gekend en nu wordt ons ons enige kind
ontnomen...!
Vader
vond steun in zijn geloof: Had ik toen het gebed niet gehad, dan had ik de
hand aan mezelf geslagen
De
familieleden - alleen mannen! - volgende lijkwagen en de bloemen op weg naar
de St. Bartholomeuskerk
Vader en
moeder Wijns brachten de nachten voor de begrafenis door bij Maria Van Mol,
maar overdag vond vader alleen troost aan de kist van zijn zoon, waar hij de
tijd vertwijfeld biddend doorbracht.
Het
verlies van een kind, iets ergers kan een mens bijna niet overkomen.
30 mei
1941
Het regende lichtjes op die windstille lentedag in 1941, alsof de natuur mee
treurde.
Heel
Merksem leek uitgelopen voor de uitvaart en mensen die het meemaakten
herinneren zich de begrafenis van Herman Wijns als iets uitzonderlijks.
Bij het
buitenbrengen van de kist ontstond er dan ook een serieus gedrang aan de woning
in de Wuytslei toen de vele aanwezigen het kistje wilden aanraken.
Eens de
politie de orde weer een beetje hersteld had en Pastoor Michielsens en zijn
drie onderpastoors hun misdienaar aan huis waren komen begroeten en zegenen
ging de stoet in een zee van bloemen naar de St. Bartholomeuskerk.
De
rolluiken op de Bredabaan waren neergelaten en heel Merksem viel even stil.
Vader
Wijns - met zakdoek voor het gezicht - heeft het moeilijk tijdens de tocht
naar de kerk
Ook aan
de kerk was een erehaag van bloemen gevormd, maar terwijl Merksem een van zijn
meest religieuze momenten beleefde onderging vader Wijns het hele schouwspel
als leed, roof en onbegrijpelijk.
Na de
dienst in de St. Bartholomeuskerk werd Herman naar het kerkhof in de Van
Heybeeckstraat gedragen, waar hij in het familiegraf werd gelegd.
De plaats
was eigenlijk voorzien voor een ander familielid, maar die stond zijn plaats
graag af aan zijn neefje.
Aan de
rand van het graf stonden Hermans schoolmakkers, en vooral op hen moet de
uitvaart - het zal voor velen de eerste keer zijn geweest - een grote indruk
hebben gemaakt.
Maar ze
waren niet de enigen.
Mensen
gingen na afloop niet - zoals gebruikelijk na een begrafenis - op café : Als
ge zoiets hebt meegemaakt, dan gaat ge in stilte naar huis.
Kanunnik-onderpastoor
Pijpers zei naderhand: Ik heb het geluk gehad in mijn leven in persoonlijk
contact te zijn geweest met twee heiligen: eerst met priester Edward Poppe,
later met mijn misdienaar Herman Wijns.
Wat zal
onze kerk leeg zijn nu we Herman moeten missen, bedacht een andere priester.
De dagen
na de begrafenis bleven de bloemen toestromen op Hermans graf en als snel was
er sprake van een heuse verering.
Reeds in
1942 (!) verscheen het eerste boekje over het leven van Herman en in de jaren
die volgden verschenen er wereldwijd artikelen en nog een heel aantal boekjes
over Herman.
Het
eerste graf van Herman. Vanwege de vele exvoto's was er al gauw ruimtegebrek
en werd de kist in 1957 opgegraven en verplaatst naar de huidige ligplaats
vlak naast het zwembad
Veel
mensen beweerden op voorspraak van Herman een gunst van God te hebben
ontvangen: genezing of een succesvolle operatie.
Al kort
na de begrafenis verschijnen er dankplaatjes (exvoto's) aan zijn graf, om
Herman te bedanken.
Eén ervan
drukt mooi uit waarom Herman wereldwijd beroemd is en er in sommige katholieke
landen (Mexico!) zelfs foto's in alle schoolklassen hangen met Herman als
voorbeeld voor de jeugd: "Hier rust in zalige vrede een grote vriend van
Onze Lieve Heer."
Spijtig
dat wij geen andere kinderen hadden, wij konden niet vergelijken. Wij hebben
het op dat moment nooit gezien, dat Herman anders was dan andere kinderen,
zou moeder Johanna Dens na Hermans dood nog vaak opmerken.
In 1958
was het aantal exvoto's zo gegroeid dat het graf - midden op de begraafplaats -
verplaatst moest worden.
Inmiddels
neemt het nieuwe graf meer dan 100 m² in beslag en staan er om en nabij 4.000
dankbetuigingen rond.
Elke
eerste vrijdag van de maand trekt de mis die bij zijn graf wordt opgedragen
honderden bezoekers en elke dinsdag komt een steeds groeiende gebedsgroep samen
aan het bed van Herman, in het Herman Wijns Huis in de Van Heybeeckstraat 23.
Een
museumpje dat een bezoek meer dan waard is, maar daarover een andere keer meer.
Hoewel
maar weinig Merksemnaren Herman Wijns kennen is hij wereldberoemd.
Het
graf van Herman Wijns anno 2006: een bedevaartsoord, waar dagelijks mensen
komen bidden en waar elke eerste vrijdag van de maand een mis wordt
opgedragen. De huidige ruimte schiet alweer tekort om de vele exvoto's te
kunnen plaatsen
De vele
mensen die menen door Herman te zijn geholpen zijn er heilig van overtuigd dat
Herman nog steeds in contact staat met God en nog steeds mensen helpt.
Herinnerinsghuis:
Van Heybeeckstraat 23
2170 Merksem
Gebed tot
de Onbevlekte Ontvangenis
Dag 8
Laat ons
bidden dat door de gebeden van de zondeloze Maagd Maria, God ons zal bevrijden
van onze zonden.
Vader, U
bereidde de Maagd Maria voor om de waardige Moeder te zijn van Uw Zoon. U liet
haar meedelen in de redding van Christus door Zijn dood, en hield haar
zondeloos vanaf het moment van haar ontvangenis. Help ons door haar gebeden
leven in Uw aanwezigheid zonder zonden. We vragen dit door onze Heer Jezus
Christus, Uw Zoon die leeft en heerst met U en de Heilige Geest, een God, voor
alle eeuwigheid.
O
Welwillende Maagd Maria, geliefde Moeder van Jezus Christus, onze Verlosser,
bemiddel tot Hem voor ons dat we de gunst verkrijgen waar we oprecht om smeken.
(noem uw verzoek) O Moeder van het Vleesgeworden Woord, we voelen ons
aangemoedigd dat onze gebeden om uwentwil welwillend zullen gehoord worden voor
de troon van God. O Glorierijke Moeder van God, in herinnering van uw
vreugdevolle Onbevlekte Ontvangenis, hoor onze gebeden en verkrijg voor ons
onze verzoeken.
O Maria
van de Onbevlekte Ontvangenis, Moeder van Christus, U had invloed bij Uw
Goddelijke Zoon hier op aarde; U hebt nu dezelfde invloed in de Hemel. Bid voor
mij en verkrijg voor mij de inwilliging van mijn verzoek als het past voor de
Goddelijke Wil. Amen.
Gedurende de 33 jaren van zijn sterfelijk leven, heeft
Jezus vurig verlangend uitgezien naar het ogenblik, dat Hij ons zijn bloed en
zijn leven zou schenken. Dit uur is geslagen. Samen met zijn Apostelen begeeft
Zich de goddelijke Verlosser naar Jeruzalem om er het Paasfeest te vieren. Ze
liggen aan tafel aan, Jezus spreekt tot zijn Apostelen. Nog nooit deed Hij het
met zoveel vuur: Vurig heb Ik verlangd, dit Paasmaal met u te eten, voor mijn
lijden. (Lukas 22,15)
En na de voeten van zijn Apostelen te hebben gewassen,
neemt Jezus brood in zijn heilige en eerbiedwaardige handen; en na gedankt te
hebben breekt Hij het, en geeft het hun, zeggende: Dit is mijn lichaam,
hetwelk voor u overgeleverd wordt. Zo ook de kelk, zeggende: Deze kelk is het
nieuwe verbond door mijn bloed, dat voor u vergoten wordt. (Lukas 22,19-20)
Jezus voegt er nog aan toe: Telkens gij dit verricht, doe het te mijn
gedachtenis. (1 Kor 11,23-25)
De Verlosser verricht dit liefdewonder, opdat, eens zijn
lijden voltrokken, het er een eeuwig aandenken van zou wezen. Het altaar zal
voor Jezus een ander Calvarieberg zijn, en de heilige Missen welke er
opgedragen worden, zullen de onbloedige hernieuwing wezen van zijn Kruisoffer.
In het tabernakel zal Jezus het goddelijk Slachtoffer zijn,
dat, op aarde gelijk in de hemel, voor de troon van God staat als het Lam dat
geslachtofferd werd. (Openb 5,6) En de
Heilige Communie is niets anders dan de innige vereniging van de ziel met
Jezus, geofferd op Calvarie. De beker van de dankzegging die wij zegenen, is
die niet een gemeenschap met het bloed van Christus?- Het brood dat wij breken,
is dat niet een gemeenschap met het lichaam van Christus? (1 Kor 10,16)-
Telkens gij dit brood eet en de kelk drinkt, verkondigt gij de dood des Heren.
(1 Kor. 11,26)
Mijn God en Zaligmaker, nu verbazen mij de woorden van uw
welbeminde leerling, de H. Johannes, niet meer: Tot het uiterste toe, heeft
Hij de zijnen liefgehad. (Joh 13,1)- Al de schatten van uw oneindige liefde
zijn uitgeput. Treffend zegt de H. Augustinus: Ik durf beweren dat God, hoewel
Hij almachtig is, toch niet meer geven kon; hoewel Hij oneindig wijs is, toch
niet meer te geven wist; hoewel Hij de onuitputtelijke bron is van alle
rijkdommen, toch niet meer te geven had, omdat Hij zichzelf gegeven heeft als
God en mens.
O Jezus, hoe onbegrijpelijk goed zijt Gij voor de mensen!
Wees Gij, in uw Liefdessacrament mijn enige schat, mijn al.
Mijn ziel, wilt gij de onmetelijke liefde van Jezus nog
beter begrijpen, denk dan: wanneer, in welke omstandigheden, Hij ons zijn H.
Sacrament van het Altaar geeft.
In de nacht dat Hij verraden werd! (1 Kor 11,23)- In die
afgrijselijke nacht waarin allen tegen Hem samenspannen te Jeruzalem. In die
nacht, waarin koorden en ketenen bereid worden om Hem te binden en te boeien;
nagels en hamers om Hem wreedaardig te kruisigen; de schandpaal van het kruis
om er Hem meedogenloos aan vast te nagelen. In die wrede nacht, waarin Hij
lafhartig verraden wordt door een van zijn leerlingen, door een ander
verloochend en door allen verlaten.
De oneindige liefde van zijn minnend Hart spoort Jezus aan,
Zich helemaal te schenken aan ons, zijn ondankbaarste schepselen. O goedheid
zonder weerga! Dierbare Zaligmaker, wat doet Gij toch? Heel de wereld spant
tegen U samen!Als Gij bij ons blijft in het H. Sacrament, stelt Gij u bloot
aan talloze oneerbiedigheden, beledigingen en heiligschennissen. Ongelovigen en
bozen zullen U op de laagste wijze verguizen. Ze zullen spotten met uw liefdesoffer,
zelfs uw priesters doden aan het altaar, onder de H. Mis. Pijnlijker nog:
zelfs christenen zullen U beledigen: ze zullen U alleen laten, in het
tabernakel. Ze zullen geen ogenblik voor U over hebben, zelfs niet om s zondags
de H. Mis bij te wonen.
Wat mij het meest verdriet doet: velen, ontelbaren, door de
eeuwen heen, zullen U ontvangen met een mond, een tong, een hart bezoedeld door
vreselijke zonden. Jezus!... Jezus!... Gedenk uw goddelijke eer en majesteit.
O ja, Ik weet het, antwoordt Jezus, onnoemelijk zullen de
oneerbiedigheden, de heiligschennissen zijn, maar zelfs het water van de zee
kan het liefdesvuur van mijn Hart niet uitdoven. (hooglied 8,7) De liefde voor
de mijnen is te groot: het is mijn welbehagen in hun midden te verblijven. Ik
moet hun voorspreker zijn bij de Vader en Ik wil hun sterkte zijn in
vermoeienissen, hun steun in zwakheid, hun toevlucht in bekoringen, hun
voedsel, het onderpand van hun onsterfelijkheid en van hun eeuwig leven.
Jezus, laat mij U toeroepen met al de vurigheid van mijn
hart: dank!... liefdevolle Heiland, eeuwig dank! Ik bemin U en wil U steeds
meer en meer beminnen in uw H. Sacrament.