~ Gesticht àls Gesticht ter Voorkoming v/d Maatschappelijke Randdebiliteit ~
~ HÉT "progressief" Orgaan Der "Hangmatsocialisten" ~ Gesticht àls Gesticht ter Voorkoming v/d Maatschappelijke & Politieke Randdebiliteit
07-11-2008
Gefundeness Fressen : "Crunchy Koekelberg-Porn-Case - PART I" - B
Begin deel (B) ...Het vervolg...!!
Op dinsdag 4 november om om 22u08...
...
Humo: "We gaan vonnis nu uitvoeren, we kunnen niet anders"
Het bevelschrift van de Brusselse rechter in kort geding is vanavond dan toch nog betekend aan het weekblad Humo. Dat gebeurde rond 21 uur, aldus hoofdredacteur Jörgen Oosterwaal.
Beraden over stappen
"We gaan het vonnis nu uitvoeren, we kunnen niet anders want er hangt ons een dwangsom boven het hoofd", verklaarde hij aan het persagentschap Belga. De uitgever heeft onmiddellijk alle verkooppunten aangeschreven met de vraag om Humo niet langer te verkopen.Morgen gaat de uitgever zich beraden over de stappen die hij kan nemen.
Aangepaste Humo in winkels
"Maar het is onze bedoeling om zo snel mogelijk -wellicht een aangepaste- Humo opnieuw in de winkelrekken te brengen. Er staan nog genoeg interessante artikels in die we onze lezers niet willen onthouden", aldus de hoofdredacteur. (belga/mvdb)
...& We kijken natuurlijk ook eventjes naar de heisa die het dinsdag 4 november 2008 op tv heeft gegeven...
...
HUMO HAALT ALLE MAGAZINES UIT DE REKKEN
di 04/11/08 23:31 - Humo heeft alle verkooppunten gevraagd om de exemplaren van de jongste editie uit de winkelrekken te halen. "We kunnen niet anders dan ingaan op het vonnis van de rechter in kort geding", klinkt het. Een Brusselse rechter legde het blad een dwangsom op na een klacht van politiebaas Fernand Koekelberg en Sylvie Ricour.
Politiebaas Fernand Koekelberg en zijn secretaresse Sylvie Ricour dienden een klacht in tegen Humo.
Het blad publiceerde in de jongste editie in de rubriek "Het gat van de wereld" een fotomontage van Sylvie Ricour en Fernand Koekelberg in een compromitterende houding.
De rechter legde een dwangsom op van 250 euro per verkocht exemplaar. "De fotomontage is een ernstige schending van de privacy van mijn cliënt en haar imago", meldt Vincent De Wolf, de advocaat van Sylvie Ricour.
"We kunnen niet anders"
De hoofdredacteur van Humo meldt dat het blad het vonnis zal volgen. "We kunnen niet anders, want er hangt ons een dwangsom boven het hoofd", zegt Jörgen Oosterwaal.
De uitgever heeft alle verkooppunten aangeschreven met de vraag om Humo niet langer te verkopen. Morgen gaat Sanoma Magazines zich beraden over de stappen die het kan ondernemen.
"Het is de bedoeling om zo snel mogelijk - wellicht een aangepaste versie - te verkopen. Er staan nog genoeg interessante artikels in voor onze lezers", aldus Oosterwaal.
Oosterwaal is het niet eens met het vonnis. "De lezer ziet dat het een fotomontage is, getrukeerd, overdreven, grotesk en dat staat op pagina 175 in een satirische rubriek."
"De afgelopen maanden is in alle media gesuggereerd dat twee gewezen secretaresses op een onwelvoeglijke manier carrière gemaakt hebben bij de politie. Wat we doen, is daar mee lachen", klinkt het.
"Verbijsterd dat dit nog altijd kan"
Pol Deltour, nationaal secretaris van de Vlaamse Vereniging van Journalisten noemt de rechterlijke beslissing een "vorm van preventieve censuur".
"Ik ben verbijsterd dat dit nog kan. Twee dingen storen: dit gaat om preventieve censuur want de verspreiding wordt verhinderd. Bovendien gaat het om een satire, dat maakt het het nog erger", aldus Deltour.
De secretaris van de VVJ hoopt dat Humo geen gehoor zal geven aan de uitspraak. Morgen zal de VVJ zich formeel uitspreken over de zaak in een raad van bestuur.
De 'verboden' Humo van afgelopen dinsdag mag voorlopig niet opnieuw in de rekken komen. Het derdenverzet dat het weekblad had aangetekend tegen een beslissing van een Brusselse kortgedingrechter eerder deze week, is vandaag door diezelfde rechter verworpen. De uitspraak van dinsdag werd dus bevestigd. Humo laat weten dat het hoger beroep zal aantekenen.
Dinsdag besliste de Brusselse kortgedingrechter dat Humo alle exemplaren van het nummer van 4 november uit de rekken moest halen op straffe van een dwangsom van 250 euro per nummer. Het vonnis kwam er na klachten van politiebaas Fernand Koekelberg en diens secretaresse Sylvie Ricour. In een fotomontage, die verscheen in de satirische reeks "Het gat van de wereld", werden de hoofden van het Koekelberg, Ricour en zijn andere secretaresse geplakt op naakte lichamen in een expliciete seksuele pose.
Humo tekende derdenverzet aan, maar vandaag bevestigde de rechter de beschikking van dinsdag. Wel werd het bedrag van de dwangsom geplafonneerd op 25.000 euro. (belga/sps)
Het weekblad Humo legt vrijdag een aangepaste versie van het tijdschrift in de rekken, nadat een rechter het uit roulatie liet nemen. Dat is vernomen van hoofdredacteur Jörgen Oosterwaal: "De cover is anders en ook binnenin zijn er kleine veranderingen. De fotomontage is gecensureerd."
Koekelberg en Ricour
Een Brusselse kortgedingrechter besliste gisteren dat Humo alle exemplaren van het blad uit de rekken moest halen op straffe van een dwangsom van 250 euro per nummer. Het vonnis kwam er na klachten van politiebaas Fernand Koekelberg en diens secretaresse Sylvie Ricour. In een fotomontage, die verscheen in de satirische reeks 'Het gat van de wereld', werden de hoofden van Koekelberg, Ricour en zijn andere secretaresse geplakt op naakte lichamen in een expliciete seksuele pose.
Verzet
Intussen heeft Humo derdenverzet aangetekend tegen de beslissing van de rechtbank. De kortgedingrechter zou zich daarover vandaag nog uitspreken, maar daar kon Oosterwaal niet op wachten: "We moesten snel beslissen een nieuwe Humo te maken. Technisch en organisatorisch was het niet mogelijk om te wachten op de uitspraak van de rechter". Oosterwaal sluit intussen niet uit dat er een procedure ten gronde komt, waarbij de uitgever eventueel een schadevergoeding eist. "Onze advocaten bekijken wat mogelijk is. Maar dat we hier ook financiële schade door hebben geleden, is duidelijk." (belga/bf)
Het derdenverzet dat het weekblad Humo heeft aangetekend tegen een beslissing van een Brusselse kortgedingrechter eerder deze week, is vandaag door diezelfde rechter verworpen. De uitspraak van dinsdag werd dus bevestigd. Humo laat weten dat het hoger beroep zal aantekenen.
Dwangsom
Een Brusselse kortgedingrechter besliste dinsdag dat Humo alle exemplaren van het nummer van 4 november uit de rekken moest halen op straffe van een dwangsom van 250 euro per nummer. Het vonnis kwam er na klachten van politiebaas Fernand Koekelberg en diens secretaresse Sylvie Ricour. In een fotomontage, die verscheen in de satirische rubriek "Het gat van de wereld", werden de hoofden van het Koekelberg, Ricour en zijn andere secretaresse geplakt op naakte lichamen in een expliciete seksuele pose.
Humo besliste dinsdag meteen om derdenverzet aan te tekenen tegen de beslissing die was bekomen op eenzijdig verzoekschrift. Het weekblad had zich dus niet kunnen verdedigen. Vandaag bevestigde dezelfde rechter echter de beschikking van dinsdag. Wel werd het bedrag van de dwangsom geplafonneerd op 25.000 euro.
Publieke personen
"Een van de voornaamste motiveringen om haar beslissing te bevestigen, luidde dat de in de fotomontage afgebeelde personen geen publieke personen zouden zijn en dat de fotomontage om die reden een inbreuk zou zijn op hun privéleven", meldt Humo vandaag in een persbericht. "Nochtans stelden wij vast dat de tegenpartijen vorige dinsdag zelf meteen met de bekomen uitspraak naar de pers liepen, lang vóór wij zelf op de hoogte waren", luidt het. Volgens het weekblad moet Fernand Koekelberg als hoofd van de federale politie wel degelijk als een publieke persoon worden beschouwd.
De rechter stelde vandaag wel vast dat Humo alle nodige maatregelen had genomen om alle exemplaren van het weekblad uit de rekken te nemen. Zij plafonneerde het bedrag van de dwangsom op 25.000 euro. "Omdat wij effectief meteen alles in het werk gesteld hebben om Humo in de meer dan 6.000 verkooppunten uit de rekken te halen, zijn wij er van overtuigd dat er géén dwangsom verschuldigd kan zijn", reageert het weekblad.
Persvrijheid
Humo is van plan om hoger beroep aan te tekenen tegen de beschikking van vandaag. Indien nodig, zal het blad ook daarna de procedure nog voortzetten. De uitspraak druist volgens Humo in tegen de persvrijheid en de vrijheid van meningsuiting. Het blad herinnert er ook aan dat de fotomontage een schoolvoorbeeld van satire was, in een rubriek die bekendstaat als uitgesproken satirisch. (belga/ka)
"Belgische rechter negeert Europese rechtspraak in zaak-Humo"
De beslissing van de Brusselse kortgedingrechter om de verkoop van het weekblad Humo stop te zetten, is niet in overeenstemming met de rechtspraak van het Europees Mensenrechtenhof. Dat zegt de Gentse professor Dirk Voorhoof, expert in mediarecht.
Dwangsom
De kortgedingrechter besliste dinsdag dat Humo alle exemplaren van het nummer van 4 november uit de rekken moest halen op straffe van een dwangsom van 250 euro per nummer. Het vonnis kwam er na klachten van politiebaas Fernand Koekelberg en diens secretaresse Sylvie Ricour. In een fotomontage, die verscheen in de satirische rubriek 'Het gat van de wereld', werden de hoofden van Koekelberg, Ricour en zijn andere secretaresse geplakt op naakte lichamen in een expliciete seksuele pose. Het derdenverzet van Humo werd vandaag door dezelfde rechter verworpen.
Mister Proper
Voorhoof stelt dat rechters in kort geding zich niet moeten gedragen als 'de Mister Proper van de rechtstaat', zeker niet in zaken waarin de pers- en expressievrijheid in het geding is. "Allicht heeft de rechter in kort geding, in de spoed waarmee het bevelschrift werd gevraagd en de slordigheid waarmee het werd geredigeerd, ook niet de tijd gehad om zich af te stemmen op de rechtspraak van het Europees Mensenrechtenhof in verband met precedenten over de botsing van het recht op privacy met het recht op pers- en expressievrijheid."
Moeder Teresa
Belgische rechters zijn nochtans verplicht om toepassing te maken van het Europees Mensenrechtenverdrag en van de rechtspraak van het Europees Hof, zegt Voorhoof. "Om maar één voorbeeld te noemen: nog niet zolang geleden vond het Hof in Straatsburg dat de veroordeling van een fotomontage, waarop een politicus herkenbaar was afgebeeld met een stijve penis, ejaculerend in het aangezicht van moeder Teresa, een schending impliceerde van de expressievrijheid in een democratische samenleving. Op zich mocht de montage best onfatsoenlijk zijn, maar de context van de montage en het satirische karakter ervan, die het Hof juist wel in rekening bracht, rechtvaardigden geen censuur."
Satire
Volgens Voorhoof gaat het in het geval van de fotomontage in Humo ook om satire. "Het is volstrekt duidelijk dat de fotomontage nep is, maar tegelijk wel op schalkse of onfatsoenlijke manier verwijst naar een recent en belangrijk journalistiek en maatschappelijk dossier dat de top van de federale politie, het kabinet van de minister van Binnenlandse Zaken en de minister zelf in verlegenheid heeft gebracht. Dat de betrokkenen de fotomontage niet kunnen waarderen, is begrijpelijk. Dat zij geschoffeerd zijn door de Humo-joke, is zelfs heel aannemelijk, maar dit volstaat op zichzelf nog niet om het betreffende nummer van Humo uit de rekken te halen." (belga/lpb)
Moet er nog zand zijn ?!... Zelden of nooit wordt er zoveel aandacht aan censuur betoond... alsof dit ook de enige "censuur" is die in dit kleine landje heerst trouwens...
Wat moeten we zo bijvoorbeeld denken van een zogezegde "Linkse & Onafhankelijke" krant als De Morgen, als die zelf ook "heel selectief" is in z'n eigenste berichtgeving... & daarmee bedoelen we dat De Morgen soms ook wel bewust zaken NIET laat verschijnen, om toch maar niet tegen de verkeerde schenen te schoppen &/of op lange tenen te trappen... Wat moet daar dan van gedacht worden ?!... Want in feite publiceert De Morgen toch ook maar mooi "wat ze wilt publiceren" &/of natuurlijk ook "màg" publiceren, 't is maar hoe je 't bekijkt... We kunnen ons ook niet inbeelden dat De Morgen nooit een "NJET voor publicatie" van bovenaf heeft gekregen... Want tenslotte, is het nog steeds zoals het altijd is geweest : "diens brood men eet, diens woord men spreekt !"... Het zou niet de eerste perschef zijn die z'n bek houdt uit schrik om te vliegen... Er zijn immers zoveel wachtenden die maar al te graag zijn plaats zouden willen innemen...
Daar waar kranten & openbare omroepen aan gedegen onafhankelijke onderzoeksjournalistiek zouden moeten doen, produceren ze de dag van vandaag alleen nog maar prut... nietszeggende inhoudsloze eenheidspap voor hersenloze mensen, voorgekauwde pulp zonder onderbouwde diepgang... kortom waardeloze trash...
...& Of we nu De Morgen lezen of De Standaard of Het Laatste Nieuws... het is allemaal ~soms letterlijk~ dezelfde eenheidsworst, dezelfde blubber zonder enige klaarheid, zonder degelijk standpunt... Sja, hier & daar is er een verschil ...een komma ...een woord of een toonzetting verschil, maar al bij al is het méér info-tainement in plaats van gedegen onderbouwde & onderzochte informatie...
...& Wat we De Morgen in deze toch wel meer dan behoorlijk kwalijk nemen & zeker als zogezegde kwaliteitsvolle linkse krant, is de journalistieke blindheid & doofheid voor 't diepere maatschappelijke gebeuren... Of is 't een verkapte levensnoodzakelijke "zelfcensuur" te noemen, om niet op de verkeerde ~politieke~ zere tenen te trappen & daar z'n goede relaties mee te verbrodden... Maar het is wel een beschamende zelfcensuur die De Morgen zichzelf oplegt, rond sociale onrust & andere maatschappelijke malaises & dat terwijl er toch wel her & der ter lande stakingen aan de gang zijn voor betere werkomstandigheden & waardiger verloning van werk. Of is 't nu ook al verkeerd te protesteren tegen de huidige sociale afbraak-politiek & tegen de huidige sociale uitbuiting, iets wat toch stilaan terug furore maakt... als rijk rijker wordt & arm armer, verglijden we terug naar sociale uitbuiting, dan is die er zelfs al want de kloof tussen arm & rijk is trouwens op een zeer manifeste wijze in ons dagelijks leven aanwezig... Trouwens, een andere naam dan sociale uitbuiting hebben we daar niet voor... zelfs al moet de economie gered worden, dan nog kan zoiets niet !! ...& dan hebben we het nog niet eens gehad over de intussen toch maar langs alle kanten opkomende armoede die overal in België z'n kop opsteekt, een armoede die dagelijks aangroeit met duizelingwekkende cijfers maar die ~uit schrik voor politieke onrust (?)~ nergens aan bod komt, noch een waardig forum krijgt... Kijk, bij zulk 'n ontij... De Morgen... Dè Grote Linkse & Onafhankelijke kwaliteitskrant... die zwijgt !! ...of ze murmelt enkele nietszeggende lijnen zonder enige echte bevlogenheid... & ook hier weer op die enkele uitzondering na !!
Is het niet de taak van die zogezegde onafhankelijke & vrije pers om ongeacht, toch op een onafhankelijke & vooral kritische wijze melding te ~blijven~ maken van zaken die bij nacht & ontij in dit land gebeuren, die aan de gang zijn & die leven, om dit te melden ?!... Is het niet de taak van de pers om voeling te houden met het maatschappelijk gebeuren, van hoog naar laag... tot zelfs de maatschappelijke onderkant aan toe & daar een gedegen onafhankelijke & kritische berichtgeving van te doen ?!... Of ontbreekt het daar aan enig eergevoel binnen z'n vakmanschap, of aan enig vakmanschap & gedrevenheid tout-court ?!... of simpelweg aan èchte ballen aan 't lijf om toch ~ondanks alles~ toch z'n ding te blijven doen zoals het hoort ?!...
...& Laten we daarin ook eerlijk zijn, De Morgen is niet de enige die in dit bedje ziek is... Waar blijft zo nu bijvoorbeeld "Dè Grote Ontzetting & Goddelijke Boosheid" van Mia Doornaert of... die van De Standaard om, naar analogie met de moslim cartoons de persvrijheid & de Oh zo grote te verdedigen Vrije Meningsuiting in dit land ter hulp te schieten ?!... Blijkbaar is er toch altijd alleen maar sprake van een zéér selectieve verontwaardiging ~vooral als het hen uitkomt~... we zijn toch zóóó boos als mensen met een àndere mening zich gekwetst voelen... maar zelf willen we ons het recht voorbehouden om zélf ten allen tijde ergens aanstoot aan te mogen nemen ?!... of aanstoot ~want dat is goed voor de kijkcijfers~ te mogen geven... zoals onze onnozelaars van de VRT met hun stom Hitler-forelleke...
Daar waar De Morgen in betere tijden ooit een zéér kritische, een zéér duidelijke "àndere" & vooral 'n zeer duidelijke rechtlijnige linkse krant kon genoemd worden, die er niet voor terug deinsde om zaken aan de orde te stellen, noch om enig blad voor de mond te nemen, is ze dàt ~jammer genoeg~ al lang niet meer... Die bezieling & die ethiek is verdwenen & verkwanseld, op soms een zeldzame sprankel van uitzondering(en) na...
Sinds de Krant deel uitmaakt van een grotere persgroep heeft ze dit uniekmakend element & concept voor een knevel, die haar quasi monddood maakt ingeruild & dat allemaal voor wat : om toch maar verder te mogen meevreten uit de grote (pers)ruif... & Intussen zijn ze daar ~& ook hier~ allemaal een ilussie armer... NEE, De Morgen is niet meer "Onafhankelijk & Links"...!! ...& JA, De Morgen is pulp, waardeloos papier waar morgen de sla wordt mee ingepakt op de groentemarkt...
...
Maar censuur heeft voor ons zo ook nog andere gedaanten, minder opvallend maar des te efficienter & des te drastischer in het beperken van de Vrije Mening. Wij hebben het daar al over gehad in onze beschouwing : "Het opiniemisdrijf ...ofte... Het fnuiken van ″Het Recht van Vrije Meningsuiting !!"... dat is dan wel een ander koekje om in Koekelbergse termen te blijven praten... Maar dit zijn dan zaken waar men in de officiele pers dan niet over spreekt, of toch niet op diezelfde manier, met de zelfde gedrevenheid als over dit onnozele halsmisdrijf : "The Crunchy Belgian Koekelberg-case - PART I"...
Waar zijn jullie top-journalisten dan ?!... Me dunkt dat dit wel zaken zijn die meer impact op ons eigenste privé-leven hebben dan dit onbenullige satirische plaatje... De Koekelberg-affaire is censuur van politieke satire het andere is censuur van het individu... Me dunkt belangrijk genoeg om aandacht aan te besteden, maar daar lezen we in onze nationale pers helaas niets over !!
Kijk... laat ons eventjes pijnlijk ernstig zijn. De ingevoerde ~lees goedgekeurde~ GAS-wetgeving, is zo nog een ander staaltje van regelrechte censuur, eentje die nog eens geweldadiger & fnuikender is dan alle voorgaanden samen... Maar ook hier hoort of leest men er niks over in de reguliere pers...
...& Aangezien er toch iemand kond moet van maken, zullen wij dat maar ineens doen bij deze :
Morgen !! "De GAS-wet vanuit het perspectief van de fundamentele democratische rechten" - Door Edith FLAMAND...
Gefundeness Fressen : "Crunchy Koekelberg-Porn-Case - PART I" - A
Het begint er zo stilaan meer & meer op te lijken dat België zich persé als het meest achterlijke land qua politiek & samenleving, maar dan vooral als de meest groteske pastiche van zichzelf wilt profileren... & wees gerust, we slagen daar zo stilaan in !!
Sinds dinsdag 4 november staat onze kleine onbenullige kafkajaanse bananenrepubliek alweer eens in rep & roer. Ditmaal voor een Humo... De door velen verafschuwde & baarlijke schrikduivel van onze Vlaemsche tijdschriften heeft het weer eens klaargespeeld om met een satirische fotocollage van onze Top-Flic Fernand Koekelberg & zijn sex... euh secretaresse Sylvie Ricour de voorbladen van onze Nationale pers te halen...
Spontaan schoot ons de gedachte door het hoofd : "Heeft ons Belgische Justitieapparaat nu echt eens niet méér zaken die met een nog grotere hoogdringdheid dienen behandeld te worden dan deze "Crunchy Koekelberg-Porn-Case ?!..." ...Wij dachten zo van wel...
Het ene beschamende politieke spektakel of incident is nog niet achter de rug, of kijk... het volgende dient zich reeds aan in al de glorie van de parodie op de parodie... Telkens straffer & béter, steeds hallucinanter & onwaarschijnlijker !! De werkelijkheid overtreft steeds elke fantasie. Kafka zou smullen !!
Een smuiïg overzicht bij deze...
...
VERZET VAN HUMO DOOR RECHTER VERWORPEN
vr 07/11/08 07:32 (UPDATE video) - De "verboden" Humo van afgelopen dinsdag mag voorlopig niet opnieuw in de rekken komen. De rechter in Brussel heeft het verzet van het blad verworpen.
Het tijdschrift was dinsdagavond uit de rekken gehaald, na een klacht van politiebaas Fernand Koekelberg en zijn secretaresse Sylvie Ricour. Zij stonden afgebeeld in compromitterende houdingen in een fotomontage in de satirische rubriek "Het gat van de wereld".
De rechter verbood de verkoop van Humo en legde een dwangsom van 250 euro op per exemplaar dat nog in de rekken bleef. De uitgever tekende verzet aan tegen deze beslissing, maar dat is nu verworpen.
Het bedrag van de dwangsom werd wel geplafonneerd op 25.000 euro. Humo is er echter van overtuigd dat er geen dwangsom verschuldigd kan zijn omdat alles in het werk gesteld is om de exemplaren meteen uit de rekken te halen.
"Koekelberg is wel publiek persoon"
Een van de argumenten van de rechter was dat Koekelberg en Ricour geen publieke personen zijn en dat de fotomontage om die reden een inbreuk is op hun privéleven. Humo vindt echter dat Koekelberg als hoofd van de federale politie "wel degelijk als een publiek persoon moet worden beschouwd".
Morgen ligt er een aangepaste versie van Humo in de rekken. Het blad gaat ook nog in hoger beroep. Het blijft erbij dat het "om een schoolvoorbeeld van satire gaat, in een rubriek in Humo die bekendstaat als uitgesproken satirisch".
Voor hoofdredacteur Jörgen Oosterwaal gaat om een "principezaak, het gaat over het recht op vrije meningsuiting en vrijheid van drukpers, een van de grondrechten van ons land, dus ik denk dat je daar best een robbertje over mag vechten."
Pol Deltour, nationaal secretaris van de Vlaamse Verening van Journalisten deelt de mening van Oosterwaal. "Dit belangt alle journalisten en redacties aan. Het gaat om het recht op satire. De manier waarop dit hier is aangetast, is schrijnend. Het gaat om een preventieve censuurmaatregel."
...& In De Morgen van vandaag ~vrijdag 7 november 2008~ verscheen het volgende...
...
De Morgen - BINNENLAND
Getrukeerde foto's Humo mogen niet meer verspreid worden
De Brusselse rechter in kort geding, die bij uiterste hoogdringendheid zitting hield, heeft vandaag verboden de beruchte getrukeerde Humo-foto's van politiebaas Fernand Koekelberg en diens secretaresse Sylvie Ricour nog langer te gebruiken en te verspreiden. Het verbod slaat op elk persorgaan en alle rechtspersonen en natuurlijke personen.
De rechter volgt daarmee de klagers Ricour en Koekelberg, vertegenwoordigd door advocaat Vincent De Wolf.
Websites
Ricour en Koekelberg waren vanochtend opnieuw naar de rechter gestapt, nadat ze vernomen hadden dat twee kranten de bewuste foto's op hun website hadden gezet.
Dinsdag besliste de rechter in kort geding al dat alle Humo-exemplaren uit de handel moesten genomen worden. In de satirische rubriek "Het gat van de wereld" waren namelijk getrukeerde, pornografisch geïnspireerde foto's verschenen van Koekelberg, Ricour en Anja Savonet. (belga/ka)
...& In De Standaard van vandaag vrijdag 7 november 2008...
...
MEDIA
vrijdag 07 november 2008 | Bron: belga
Getrukeerde Humo-fotos mogen niet meer verspreid worden
BRUSSEL - De Brusselse rechter in kort geding, die bij uiterste hoogdringendheid zitting hield, heeft verboden de beruchte getrukeerde Humo-fotos van politiebaas Fernand Koekelberg en diens secretaresse Sylvie Ricour nog langer te gebruiken en te verspreiden. Het verbod slaat op elk persorgaan en alle rechtspersonen en natuurlijke personen.
De advocaten van Koekelberg en Ricour, Marc Uyttendaele en Vincent De Wolf, waren vanmorgen opnieuw naar de rechter gestapt, nadat ze vernomen hadden dat de kranten De Morgen en Het Laatste Nieuws de fotomontages op hun website hadden gezet.
Dinsdag besliste de rechter in kort geding al dat alle Humo-exemplaren uit de handel moesten worden genomen. De fotomontages, waarbij de hoofden van de commissaris-generaal van de federale politie en zijn medewerkster op naakte lichamen in seksscènes geplakt zijn, verschenen in de satirische rubriek 'Het gat van de wereld' van het weekblad.
Het verbod dat nu is uitgesproken, geldt voor 'elke natuurlijke persoon, elke vennootschap, rechtstreeks of onrechtstreeks verantwoordelijk, via om het even welke tussenpersoon of niet, via om het even wel persorgaan, medium of audiovisuele drager of gegevensdrager'.
Aan het verbod is een dwangsom van 500 euro gekoppeld per drukwerk of per uur van publicatie.
Zo zonder te zeveren of te zwanzen & eerlijk gezworen & door de vingers getuft op ons voormalig onschuldig communiezieltje Menier de Juge... wij vonden de gewraakte spotprent ook maar heel toevallig op het net... we hoefden er ècht weinig of niks voor te doen om er pardoes op te botsen... we moesten er zelfs niet eens voor regen & wind trotseren, op jacht naar een in de ban geslagen papieren exemplaar van deze bewuste ~intussen "collectors"~Humo... Enkel maar eventjes googlen bij afbeeldingen met : humo + koekelberg ...& hop... daar is ie... als vierde !! Mijn opa zaliger, hoofdredacteur van de plaatselijke duivenbond z'n gazet zei het altijd al... "goed nieuws reist snel !!", maar die veteraan had dan ook in '14-'18 met zijn postduiven aan de IJzer in het Eerste Wereldoorlogsfront gezeten & die had zelfs tot z'n knoesels, in de modder, de stront & het bloed gestaan...
Al viel het ons wel quasi onmiddellijk op dat de bewuste & gewraakte prent van "The Crunchy Koekelberg-Porn-Case" zich in feite al lang reeds in 't nieuwe Obama-gebied bevond... in "The United States of Obama" meerbepaald... Onze Belgische Staat kan, als ze dat wil, er dus nog 'n fris klinkend diplomatiek & internationaal incident van maken !! ...Karel De Gucht, er is werk aan de winkel !! ...& De Crem hou je F-16's & je para's maar klaar om in dat Obamagebied "De Eer van Onsch Vaderland" te gaan verdedigen !! ...& Terwijl je dan toch bezig bent, zet ons land dan maar ook meteen eens snel op de wereldkaart, dan vindt men Aàààntwaarpe zo vanzelf... & dan hebben we die Oosterweelse Circusmasten van de Lange Wapper ook weer niet meer nodig om ons wereldwijd weer eens ~voor de zoveelste maal~ onsterfelijk belachelijk te maken !! ... Want zeg nu zelf, terwijl de helft van de grootste wereldsteden, na jarenlang z'n autostrades hoog in de lucht boven en over de stad te hebben geleid, deze nu snel-snel allemaal onder de grond stoppen om zoveel andere goeie & gezonde redenen, doet Aàààntwaarpe-'t-Stad natuurlijk net het tegenover gestelde... "Mad(e) in Belgium" zoals ze zeggen ...& natuurlijk ook "Toujours en Retard" zoals onze Wout Vercammen het al meer dan een kwarteeuw geleden voorspelde... Maar dat zijn andere "kul-tureeldere" histories waar we een avondvullend programma mee kunnen vullen...
...& Kijk !! Gut-gut-gut... waar draait het nu eigenlijk allemaal om zult u zich ~overigens net als wij~ onmiddellijk afvragen, want daarom zijn we in de eerste plaats beginnen googlen... Waarom moest ons reeds overbelast Belgisch juridisch systeem zonodig weer eens uit z'n sloffen schieten & uit z'n winterslaap worden gerukt ?!... Welke Koninklijke halsdaad was er geschied ?!... Werd de kroon ontbloot ?!... Werd onze Koning of onze prins stiekem gefotografeerd in z'n nakie, ondergoed op de enkels terwijl hij op de plee in 't geniep een Humo zat te lezen ?!... Zagen wij een naakte onbeschroomde & dartele Mathilde in een jacuzzi stoeiend onder een flonkerende koninklijke sterrenhemel met een naakte viriele tuinman die haar bloempje verzorgde ?!... Neen !! Hélaas-hélaas driewerf helaas, niets van dit àlles !!
In deze gaat het 'm om niet meer dus dan om een ~"Dè" gewraakte~ spotprent van onze alomgekende politietop Fernand Koekelberg & Co "In-Vollen-Diensttijd-Aen-Den-Arbeidt"... & wij die dachten dat het allemaal om een extra bijgeleverde levensgrote gratis centerfold-affiche te doen was...
...& Aangezien de gemiddelde luiheidsgraad van de gemiddelde bloglezer in onze contreien nogal vrij hoog ligt & we ook Google eventjes in die taak willen ontlasten, hebben we maar meteen een linkje geslagen, kwestie dat u als onze gezegende lezer daar geen surfvinger-syndroom ~iets gelijkaardigs als een tennisellenboog~ aan over houdt... Zeg zelf, zijn we goed of zijn we goed ?!... & wie toch op de zwart gecensureerde foto durft te klikken, die zal meteen zien dat deze schabouwelijke pornografische afbeelding zich... *YÈK-YÈK-YÈK* ...op "Obamees" grondgebied bevindt... "Imageshack" is bij ons weten immers "Obamees" ofte Amerikaans... Dus go-go-go De Gucht & De Crem... Doe Uw plicht !! Red ons !!
Màààrr... & hier komt 't dilemma aankwakkelen... Maken wij ons nu schuldig aan verspreiding als wij zeggen : "Kijk ... hier op deze link staat die bewuste fotocollage online !!" ?!... & Daarbij aansluitend, toen we zo bijvoorbeeld daarnet eventjes de plaatselijke frituur bezochten, mochten we zo opmerken dat het gewraakte collectors-item "Den Humo van 4 november 2008" daar toch maar in al z'n schoonheid open & bloot lag te schitteren & dan nog wel opengebladerd tot op de bewuste bladzijde... Maakt onze plaatselijke frituurbaas zich nu ook schuldig aan verspreiding, of wat ?!... & Zoals daarnet ook reeds vermeld... Het url waar deze bewuste fotocollage nù online staat, bevindt zich op een ander, dan een Belgisch Grondgebied... Hoe dacht Menier de Juge dat aan banden te leggen ?!... Het internet platleggen ?!... 'n Klein bataljonneke para's & Geniesoldaten sturen & het bewuste concern "Imageshack" Manu Militari daar gaan platleggen ?!... Of moeten wij gewoon toutcourt doen alsof deze link niet bestaat ?!... & is zodus er naar verwijzen reeds een strafbare daad op zichzelf ?!... Al loopt de keizer dus in z'n blote reet, we moeten toch maar "leve-de-keizer-met-z'n-nieuwe-maatpak" roepen ?!...
Hoe achterlijk !!...
...Et voilà... ziehier onze reeds alombekende, zeg maar intussen wereldwijd bekende gewraakte & verbannen spotprent...
Om dit frutseltje gaat het !! Dit is dus de bewuste gewraakte spotprent die zo hoognodig met àlle rechtsmiddelen uit de rekken moest worden geweerd om aan Onze Tere Vlaemsche Oghen te worden onttrokken ?!... Dit is dus het gewraakte artikel dat zoveel heisa moet maken in pers & media ?!... Waarbij wij ons zowat weer onmiddellijk spontaan afvragen... waar in Hödsnaam zijn we in dit land mee bezig ?!... Maar dit geheel terzijde, want het antwoord hierop is nog een ander waanzinnig verhaal waarmee we ons hoogstwaarschijnlijk ook nog eens op de wereldkaart mee kunnen zetten...
...Maar wat vond Humo nu zelf van deze ganse affaire & hetze ?!...
...
Deze week in Humo
HUMO BRUTAAL GEMUILKORFD
Terwijl de Amerikanen in het stemhokje komaf maakten met taboes en een stevige stap voorwaarts zetten, draaide de voorzitter van de rechtbank in Brussel fors de klok terug: hij besliste dinsdagmiddag dat alle Humo's van 4 november uit de rekken gehaald moesten worden, op straffe van een dwangsom van 250 euro per te koop aangeboden exemplaar. Alsof er geen grondwettelijk verbod op censuur en recht op een vrije pers bestaan.
Reden voor die drieste demarche was een fotocollage in 'Het Gat van de Wereld', de satirische rubriek achterin Humo waarin de brede actualiteit schalks, kritisch en met zin voor humor en relativering onder de loep genomen wordt. Onder de kop 'Beveiliging nog steeds zo lek als een zeef, politiewebsite onthult nog méér gevoelige informatie' staan een aantal overduidelijk gephotoshopte foto's waarop het hoofd van de federale politie en zijn twee omstreden secretaresses iets te hartelijk en vertrouwelijk met elkaar omgaan.
Satire van het zuiverste gehalte, zo ziet zelfs het kleinste kind. De foto's zijn overduidelijk groteske montages, die net als de begeleidende tekst vrolijk op de actualiteit inspelen. Tekst en montages combineren twee maatschappelijk belangrijke nieuwsfeiten die de voorbije weken de voorpagina's haalden: de slechte beveiliging van de politiewebsite www. fedpol.be en de zogenaamde 'canapébenoemingen' aan de politietop. Elementen uit die journalistiek opvallende dossiers werden, zoals dat gaat in satire, uit hun context gehaald, uitvergroot en met humor gepresenteerd.
't Zijn niet de grootste satirici die altijd binnen de lijntjes kleuren, over de fijnzinnigheid van de 'Het Gat van de Wereld'-grappen kan en mag gediscussieerd worden. Over de procedure van de advocaten van Ricour en Koekelberg - die nu dus officieel wél iets samen hebben: een gerechtelijk dossier tegen Humo - is minder discussie mogelijk. Uit onvrede met een satirische fotomontage naar de rechtbank trekken om op basis van een eenzijdig verzoekschrift (dus zonder dat Humo gehoord is of zich heeft kunnen verdedigen tegen deze aanslag) een tijdschrift uit de winkels te laten halen, is ronduit verbijsterend en verwerpelijk. Ook veel choquerender dan strategisch van zwarte balkjes voorziene naaktfoto's is de beslissing van de rechter, die ingaat tegen het grondwettelijk verbod op censuur en totaal niet in verhouding staat met de eventueel geleden schade van de betrokkenen.
Want Humo heeft hier ook al eerdere ervaring mee...
...
Deze week in Humo
Humo uit de rekken: de reacties
Donderdagvoormiddag werd de eerdere uitspraak van de rechter in kortgeding om Humo uit de rekken te halen bevestigd (door dezelfde rechter die ook de eerste uitspraak deed overigens). Ondertussen lopen de uitingen van steun en verontwaardiging binnen. Een greep uit de reacties:
Guy Mortier:
'In het begin van de jaren tachtig van de vorige eeuw heeft wijlen Pater Werenfried Van Straaten (bijgenaamd 'De Spekpater') ook eens getracht via gerechtelijke weg alle Humo's uit de rekken te laten halen,maar het is hem niet gelukt. Maar daar hadden we tenminste nog de kans om ertegenin te gaan voor we voor voldongen feiten stonden. Wat nu is gebeurd, valt te vergelijken met iemand 'op eenzijdig verzoek' het hoofd afhakken en hem pas daarna de kans te geven in beroep te gaan.'
'Ik vind de rechterlijke beslissing van een ongehoorde, choquerende bruutheid, een rechtsstaat onwaardig. Het is lomp en plomp en aartsdom, maar bovenal zeer verontrustend. Als het hoofd van de federale politie, om wat voor rare logica ook, op deze manier op pure satire meent te moeten reageren, wie kan dan nog rustig slapen? Hoedanook hebben Koekelberg en Ricourt zichzelf hiermee véél meer in hun blootje gezet dan het 'Het gat van de Wereld' heeft gedaan : WIJ zagen er geen enkele grond van waarheid in, maar je zou bijna gaan denken: ZIJ wel.'
Kamagurka:
'Ik weet nog dat we zo'n 15 of 20 jaar geleden een sketch voor Lava hadden geschreven. Daarin deed de koning mee aan een kwis, maar kon hij op geen enkele vraag antwoorden. De toenmalige VRT vond dat er te ver over gaan. We mochten het niet eens verfilmen, laat staan uitzenden.'
'Wat er nu gebeurt? Belachelijk! Het is toch duidelijk satire, er staat in heel die rubriek geen enkel ernstig woord. En het is volstrekt duidelijk dat die hoofden op de lichamen geplakt zijn. Ik denk dat die rijkswachter (Koekelberg, nvdr) denkt dat heel België zijn kazerne is en dat Humo daar gewoon deel van uitmaakt. Alsof hij Humo ook zomaar in het gelid kan commanderen. Ik hoop alleen niet dat dit een precedent schept voor elke BV die zich tekort gedaan voelt, anders mogen we de boeken wel sluiten.'
Hugo Matthysen:
'Ik heb in de gedaante van dhr. Peerens wel eens een proces aan mijn gilet gehad, omdat de Belgische Vereniging van Foornijveraars zich geviseerd voelde door de song Foorwijf. Dat is met een sisser afgelopen - klacht onontvankelijk verklaard. Heeft ons wel een pak geld aan advocatenkosten gekost.'
'Wat Humo nu overkomt? Schande! Driewerf zelfs! Wacht maar tot Aimé in actie schiet, dan zullen ze wel anders piepen!'
Jeroom:
'Ik mag jammer genoeg geen smurfen meer laten opdraven in m'n tekeningen. Da's natuurlijk een gigantische aderlating, want een smurf in je werk geeft toch altijd een meerwaarde. Kijk bijvoorbeeld maar eens naar het werk van Peyo.'
'Ik sta met open mond te kijken naar wat Humo nu overkomt: door deze debiele uitspraak werken we vanaf nu met een zwaard van Damocles boven onze hoofden. Voor mij persoonlijk is het vooral een gemiste kans, als ik geweten had dat heel de oplage toch uit de rekken werd gehaald had ik wel een smurf hier en daar durven tekenen.'
Herman Brusselmans:
'Ik heb het zelf al meegemaakt. In 1999 werd m'n roman Uitgeverij Guggenheimer uit de rekken gehaald, na een kortgeding aangespannen door modeontwerpster Ann de Meulemeester, die zich door een korte passage beledigd voelde. Het boek is een jaar lang niet te krijgen geweest. Ik moest aan De Meulemeester smartegeld betalen, plus de proceskosten. Veel geld. Maar het boek mocht weer wel, ongecensureerd, verschijnen. Sindsdien kijk ik uit met wat ik schrijf, zij het zeer tegen m'n zin. '
'Wat nu gebeurd is, is onterecht, belachelijk en wraakroepend. Koekelberg zegt: 'Ik ben een humorist, maar dit gaat te ver.' Die zuurpruim een humorist? Hij zou nog geen humor herkennen zelfs als die in z'n taas beet. Ik zou er trots op zijn mocht ik op die manier in Het Gat Van De Wereld afgebeeld worden. Van m'n echtgenote Tania de Metsenaere mag ik zelf kiezen met welke twee vrouwen. Ik kies, omdat ik een dag ouder word, voor Martine Tanghe en Frieda Van Wyck.'
Yves Desmet (politiek commentator De Morgen):
'Patrick Dewael, als liberaal democraat en als minister van Binnenlandse Zaken, moet dit koppel (Fernand Koekelberg en Sylvie Ricour, nvdr) onmiddellijk ontslaan. Omdat ze definitief bewezen hebben niet te weten wat hun job inhoudt.'
Pol Deltour (nationaal secretaris van de Vlaamse Vereniging van Journalisten):
'Ik ben verbijsterd dat dit nog altijd kan (...) Dit gaat om preventieve censuur'
Douglas De Coninck (journalist De Morgen en ex-journalist Humo):
'Er woekert een kanker in ons juridisch systeem. Het heet eenzijdig verzoekschrift.'
...& Dan hebben we nog eens het mooie stichtende stukje van Yves Desmet dat we vandaag hierover in De Morgen aantroffen...
...
DE GEDACHTE
Waarom politiebaas Koekelberg zijn ontslag moet krijgen
De gewraakte fotomontage in Humo zal door sommigen ranzig, obsceen en smakeloos gevonden worden, en zelfs niet eens zo grappig. Ze hebben het volste recht dat te vinden. Maar niet om het tijdschrift uit de rekken te halen. Zowel ten gronde als wat het gebruikte rechtsmiddel betreft, hebben de politiebaas en zijn secretaresse ongelijk. Sterker, ze bewijzen hiermee dat ze geen flauw benul hebben van wat hun job juist inhoudt.
Het vonnis dat Humo uit de rekken haalt, kwam er na een procedure die hoogst uitzonderlijk is en tegen de grenzen van de rechtsstaat aanschurkt. Het eenzijdig verzoekschrift in kortgeding is de enige juridische procedure waarin een loopje wordt genomen met een nochtans heilig principe van de rechtspleging: het recht op wederwoord. Bij een eenzijdig verzoekschrift worden slechts de argumenten van één partij gehoord, en dat kan alleen in gevallen van enorm belang en extreme hoogdringendheid. Het is een procedure die gebruikelijk is in politiestaten, maar in een democratische rechtsstaat slechts bij zeer hoge uitzondering kan worden ingeroepen.
Fernand Koekelberg en zijn secretaresse menen dus oprecht dat een satirische en overduidelijke fotomontage een zo zwaarwegend en hoogdringend probleem is dat zij daarvoor de fundamenten van een rechtsstaat even opzij kunnen zetten. Dat alleen al is een bijzonder bangelijke vaststelling voor het hoofd van een politiedienst: dat hij zijn persoonlijk belang, zijn al dan niet gekwetste eer, belangrijker acht dan het principe van woord en wederwoord in een rechtbank.
Ook ten gronde heeft de politiebaas ongelijk. De Belgische grondwet, tot we van het tegendeel op de hoogte gebracht worden nog steeds de belangrijkste wet van het land, garandeert de persvrijheid en verbiedt preventieve censuur.
Persvrijheid, het moet dezer dagen steeds meer herhaald worden, strekt zich ook uit tot die meningen 'who shock and disturb', zoals bij herhaling is bepaald door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Zeker bij satire, die er per definitie op uit is uit te vergroten en te shockeren, is deze vrijheid vanzelfsprekend. De vrijheid van meningsuiting, zo heeft datzelfde Hof ook bepaald, beperkt zich immers niet tot de inhoud van de meningen, maar geldt ook voor de toon waarop ze worden geuit, zelfs als die toon beledigend en smakeloos zou zijn.
Het weekblad Humo zal deze procedure dan ook gegarandeerd winnen, zodra ze een rechter gevonden hebben die ook naar hun standpunt zal luisteren. Het grootste probleem is echter dat Fernand Koekelberg geacht moet worden dit te weten. Zijn eerste en voornaamste opdracht als politiebaas is immers garant te staan voor de verdediging van de democratische beginselen en vrijheden van een rechtsstaat. Dat heeft hij niet gedaan.
Omdat hij zich haast letterlijk op zijn pik getrapt voelt, omwille van zijn persoonlijk belang, heeft hij gekozen niet langer de vrijheden en rechten van deze samenleving te verdedigen, maar te pogen deze uit te hollen.
Hij koos daarvoor een procedure die beter past bij een politiestaat dan bij een normale en tegensprekelijke rechtsprocedure. Die twee elementen samen maken duidelijk dat deze man en zijn secretaresse intellectueel, ethisch en moreel niet in staat zijn de levensbelangrijke opdracht die ze dienen te vervullen, ook waar te maken. Wanneer een al dan niet smakeloze grap waarvan zij het onderwerp zijn, in hun geest stukken belangrijker is dan de basisbeginselen waarvan zij de eerste beschermers dienen te zijn, dan maakt dat hen ongeschikt deze levensbelangrijke positie te bekleden. Want mensen met een dergelijke mentaliteit kan men deze macht niet toevertrouwen.
Patrick Dewael, als liberaal democraat en als minister van Binnenlandse Zaken, moet dit koppel onmiddellijk ontslaan. Omdat ze definitief bewezen hebben niet te weten wat hun job inhoudt.
Een commentaar waar we ons geheel in kunnen vinden, de nagel op de kop zouden we zo onmiddellijk zeggen...
Màààrr ...& laten we nu eens eerlijk zijn & effe niet rond de pot draaien.... Want wat is dit nu weer eens geen mooi staaltje van "Gefundeness Fressen" om beknotting van vrije meningsuiting & beknotting van persvrijheid aan te klagen ?!... Ook nog eens de vriendjes zo onder mekaar... Ocharme-och-heere... Bij een kramikkelig ~want het is in feite ook niet meer dan dat~ opgevoerd stukje "Schijnpoppenspel-à-la-Oh-Zo-Grote-Publieke-Verontwaardiging" zoals dit schieten ons spontaan de tranen van ontroering in de ogen... alle partijen nemen in feite maar weer eens de gemiddelde Belgische lezer voor een achterlijke randdebiel, of toch zeker voor iemand die niet voor zichzelve nadenkt... Laten we daar maar eens een kat een kat noemen...
Laten we om te beginnen ook eventjes chronologisch kijken wat er zo allemaal over verschijnt bij De Morgen & hoeveel aandacht men daar wel aan besteedt...
Op dinsdag 4 november om 18u20...
...
Alle Humo's moeten uit winkel
In de Humo van deze week staat een fotomontage met secretaresses Sylvie Ricour en Anja Savonet, in seksuele poses met hun baas Fernand Koekelberg.
De rechtbank van eerste aanleg in Brussel heeft vandaag in kort geding beslist dat de verkoop van de jongste editie van het weekblad Humo moet worden stopgezet, op straffe van een dwangsom van 250 euro per exemplaar. De beschikking kwam er na een klacht van het hoofd van de federale politie, Fernand Koekelberg, en van zijn secretaresse Sylvie Ricour. Zij worden samen afgebeeld in een fotomontage van Humo, in een weinig tot de verbeelding sprekende compromitterende houding.
Koekelberg en Ricour worden vertegenwoordigd door de advocaten Marc Uyttendaele en Vincent De Wolf. Zij hadden elk apart een klacht ingediend.
Seks met overste
Humo bracht de fotomontage in zijn satirische rubriek "Het gat van de wereld", waar vaak foto's van bekende mensen worden gemonteerd of bijgewerkt om met hen de draak te steken. De hoofden van Koekelberg, Ricour en Anja Savonet - die andere politiesecretaresse die in opspraak kwam met haar omstreden benoeming - werden geplakt op naakte lichamen in een aantal seksuele poses.
De rechtbank oordeelde dat de foto's obsceen zijn en de eerbaarheid zwaar schenden, zowel van het privéleven van de betrokkenen als van hun professionele activiteiten. De rechter beval het intrekken van de verkoop van Humo in alle verkooppunten in België. De uitgever zou drie uur de tijd krijgen om het vonnis uit te voeren.
Inleveren
Beide politiesecretaresses zijn nog maar net weer aan het werk na ziekteverlof. Ze kwamen in de media naar aanleiding van hun omstreden benoemingen, waardoor ze plots een pak meer gingen verdienen. De dames hadden daarvoor niet de vereiste diploma's en hadden al evenmin examens moeten afleggen.
Ze leverden weliswaar in op hun loon - na tussenkomst van minister van Binnenlandse Zaken Patrick Dewael - maar oefenen inmiddels weer hun oude job uit. De Raad van State had geoordeeld dat enkel commissaris-generaal Koekelberg zelf bevoegd was voor de benoemingen.
Ook Defensie diende al klacht in
Het is overigens niet de eerste keer dat de satire van Humo op een klacht botst. Eind 2006 was Defensie niet opgezet met een nepadvertentie die paracommando's moest werven. Daarin werd de draak gestoken met de misbruiken in het leger - het 'roosteren' van kinderen in Rwanda bijvoorbeeld - zoals die toen in de actualiteit verschenen. (belga/mvdb/jv/ka)
Bij het weekblad Humo wist men vanavond nog van niets over de uitspraak van de Brusselse rechter in kort geding. "Wij weten nog van niets en hebben zeker nog niets betekend. Ik ga er van uit dat het vonnis pas uitvoerbaar is na betekening", verklaarde Humo-hoofdredacteur Jörgen Oosterwaal.
Hij was alvast niet te spreken over de uitspraak van de Brusselse rechter in kort geding. "Als het gaat om een eenzijdig verzoekschrift, druist dit in tegen het grondwettelijk recht op een vrije pers en het verbod op censuur", meent de hoofdredacteur. Hij wees er ook op dat de fotomontage satire is. "Als er al schade zou zijn voor de betrokken personen, dan weegt die niet op tegen de schade van het uit de rekken laten halen van een tijdschrift". (belga/ka)
Pol Deltour, nationaal secretaris van de Vlaamse Vereniging van Journalisten (VVJ), noemt de rechterlijke beslissing om het weeknummer van Humo uit te rekken te halen, een "vorm van preventieve censuur".
De rechtbank van eerste aanleg in Brussel legde Humo een dwangsom op van 250 euro per exemplaar dat toch in de rekken ligt. Politiebaas Fernand Koekelberg had klacht ingediend tegen het weekblad wegens een fotomontage die verscheen in de satirische reeks "Het gat van de wereld". De hoofden van Koekelberg en zijn secretaresse Sylvie Ricour werden geplakt op twee naakte lichamen in een seksuele pose.
"Ik ben verbijsterd dat dit nog altijd kan", reageert Deltour op de uitspraak. "Twee dingen storen, dit gaat om preventieve censuur, de verspreiding wordt verhinderd." En dat is volgens Deltour strijdig met de grondwet. "Bovendien gaat het om een satire, een pure parodie. Dit maakt het nog erger."
De journalistenvereniging nam nog geen contact op met het weekblad, maar Deltour hoopt dat het weekblad geen gehoor geeft aan de uitspraak. Morgen zal de VVJ zich, formeel, uitspreken over de zaak in een raad van bestuur.
Deltour deelt nog mee dat het nog steeds wachten blijft op een uitspraak van een hogere rechtsinstantie om dergelijke rechtspraak in de toekomst uit te sluiten. Tot dan zijn gelijkaardige acties van "cowboys in de magistratuur" mogelijk, luidt het. (belga/jv)
Amerikaanse auteur en Pulitzer Prizewinnaar Studs Terkel (96) overleden
We halen zo soms ook eens onze mosterd op een ander... & dan gewoon omdat het goed is & niet omdat we te lui zouden zijn ofzo...
Enfin, dit is er dus zo een... De rest van de site is overigens ook een aanrader...
...
DE PAPIEREN MAN
Literaire berichtgeving à la carte ~ door DIRK LEYMAN
zaterdag 1 november 2008
Amerikaanse auteur en Pulitzer Prizewinnaar Studs Terkel (96) overleden
In Chicago is de 96-jarige Amerikaanse auteur, Pulitzer Prizewinnaar en radiofiguur Studs Terkel overleden, zo meldt BBC News. Terkels werk verkreeg faam voor de manier waarop het de Amerikaanse werkende klasse een spreekbuis gaf, via mondelinge geschiedenis en persoonlijke verhalen, onder meer in zijn bestseller Working and Division Street: America (1967). Daarin liet hij zowel ondernemers, prostituees, zwarten en hispano's over hun leven vertellen, in hun eigen woorden, waarbij hij de ongelijkheden in de Amerikaanse samenleving blootlegde. De Democratische presidentskandidaat Barack Obama omschreef Terkel als "a Chicago institution and a national treasure. Zijn geschriften, radiouitzendingen en interviews demonstreerden wat het betekende om Amerikaan te zijn in de 20ste eeuw", zo verklaarde hij in een mededeling vrijdagavond.
In 1985 won Studs (echte naam: Louis Terkel) de Pulitzer Prize voor zijn kroniek The Good War, waarin de Tweede Wereldoorlog ook al in orale geschiedenisvorm werd gevat. Hij publiceerde tal van andere boeken over interraciale thema's (Race: How Blacks and Whites Think and Feel About The American Obsession, 1992), over de wereld van de arbeid en over de crisis van 1929 (Hard Times: An Oral History of the Great Depression, 1970). Als door de wol geverfd radioman interviewde Terkel gedurende 45 jaar zowel beroemdheden als onbekenden voor radio Chicago WFMT. "Mijn vader leidde een lang leven: rijk aan gebeurtenissen, soms turbulent, maar zeer bevredigend", zo verklaarde zijn zoon. Terkel, geboren in New York, verhuisde op jonge leeftijd naar Chicago, waar hij zijn hele leven aan verknocht was. Zijn werkwijze, aldus de BBC, wordt misschien het best geïllustreerd door de ondertitel van Working (1974): People Talk About What They Do All Day and How They Feel About What They Do. Zie een uitgebreide obit in The New York Times. Bekijk ook deze fraaie en hoogst informatieve Studs Terkelsite. (DL)
EXTRA: Niet te stuiten causeur Studs Terkel op 91-jarige leeftijd in de interviewserie Conversations with History (2003). "I was born in 1912, at the year the Titanic went down, i came up". Let op het fragment over "embedded journalists".
We zullen nu allemaal wel stilaan weten dat Obama de nieuwe president van de USA is geworden en ook wij zijn daar natuurlijk ook heel blij mee. Doodeenvoudig omdat het alternatief nu eens àbsolùùt onaanvaardbaar was.
We zijn natuurlijk nu wel erg benieuwd om de concrete invulling van het woordje "change" te mogen bewonderen. ...& OK, Rome werd ook niet op één dag gebouwd en zodus zal die "change" evenmin op één dagje gebeuren. Er is in elk geval, één aspect dat ons grondig stoort en dat is de personencultus rond onze nieuwe vriend, maar verder geven we geen commentaar... Wij wachten af om te kunnen oordelen op basis van concrete feiten en dat zijn dus geen speeches...
Waarom verwondert het ons weer niet, dat het hier gaat om een clubje van uitverkorenen die menen dat een prestigieus ~lees protserig & megalomaan~ bouwproject als de Oosterweelverbinding ~lees : "De Lange Wapper"~ "zogezegd" noodzakelijk is voor het oplossen van het mobiliteitsprobleem rond Antwerpen...
...& Als we horen dat het hier meer gaat om Hoge Heren & Hoge Dames die menen dat "Antwerpen op de wereldkaart moet staan" & dat dit maar moet kunnen gaan ten koste ~van de belangen~ van de plaatselijke bevolking, dan denken wij daar zo het onze van... & kwestie van enige elementaire beleefdheid, zullen wij dat hier ook niet verwoorden.
Een overheid ~& alles wat de belangen van die overheid achter de schermen vertegenwoordigd~ die weinig of niet geïntresseerd is in wat er aan de basis bij de bevolking leeft & die weinig of géén oren heeft naar de verzuchtingen van diezelfde bevolking... Het zegt zoveel over die overheid & het zegt zoveel over die beslissingen die toch maar ~weer eens~ genomen worden "ten-koste-van"... Het is nog maar eens overduidelijk dat deze beleidsmensen de stemmen van hun volk niet waardig zijn...
Eens temeer blijkt men dus weer eens méér oog te hebben voor de zeg maar regelrechte grootheidswaanzin van sommige Heren & Dames die vooral heel graag hun naam graag zagen vereeuwigd zien worden in een koperen plaket aan de voet van deze brug ~met natuurlijk in hun zog een schimmige horde van andere gretige belanghebbenden die alleen maar hopen daar hun graantje van mee te pikken~ dan zaken zoals de gezondheid van de Antwerpenaar & de leefbaarheid van zijn stad. We zien zo ook niet direct diezelfde Oosterweelverbinding in de achtertuin van de desbetreffende verantwoordelijke ministers Van Brempt & Van Mechelen of in die van Gouverneur Camille Paulus opduiken... Voor hun is de last, zoals "fijn stof" & de lawaaioverlast hoogstwaarschijnlijk ook een ver-van-hun-bed-gebeuren, iets waar ze ook niet echt van wakker zullen liggen, laat staan dat ze daar zoals een deel van de Antwerpenaren in de toekomst onder gebukt zullen gaan...
Het debat dat nu ~onder druk van de publieke opinie~ ten lange leste wordt opgevoerd heeft ondertussen immers er alle schijn van weg dat 't een beschamende schertsvertoning wordt... Wij hebben helaas zo het donkerbruine vermoeden dat achter de schermen àlle beslissingen reeds lang zijn genomen & dat men daar niet echt van wakker ligt van wat de tegenstanders van dit project ervan vinden... Wat niet wil zeggen dat we akkoord gaan met dit misprijzen van de publieke opinie of dat we de toch wel gegronde tegenstand hierrond niet zouden steunen.
Ons bescheiden inziens zijn er genoeg redelijke & gezondere alternatieven die NIET te koste moeten gaan van de plaatselijke leefbaarheid, noch ten koste van de gezondheid van de Antwerpse bevolking.
Maar wie zijn wij... "slechts" ontevreden plebs...
Om u een idee te geven waar 't om gaat, laten we u om te beginnen alvast nog eens het peperdure promotiefilmpje zien waarmee men ons de Oosterweelverbinding tracht te "verkopen"... of mogen we na de laatste maanden stellen... een megalomaan bouwproject dat men kost wat kost ons door de strot wilt rammen...
De Panorama-ploeg van Canvas heeft er alvast een kritische uitzending aan gewijd, een uitzending die wij jullie ons ijverige lezers alvast niet willen onthouden...
We leiden alvast deze Panorama-uitzending in met wat pittige commentaar van de hand van Carl Devos - politicoloog... Conclusies hier aan verbinden, laten we natuurlijk aan jullie over...
...
Rijden ridders voor zichzelf?
za 01/11/08 10:28 - Elke zaterdag becommentarieert politicoloog Carl Devos de politieke actualiteit.
Vorige week zondag was er op Canvas een fascinerende Panorma-uitzending te zien. In "Een brug te ver" (26/10) bleek eens te meer dat ze bij Panorama in eigen reportages op hun best zijn. Ze zouden op de VRT beter dat wat meer in eigen Panoramawerk investeren, in plaats van in een stommiteit als de forel van Hitler.
Maar ook Panorama liet een wrange smaak na. BAM stinkt. Wat is daar aan de hand? Wat kost dat hele project eigenlijk? En wie zal dat betalen? Wie verdient daar hoeveel? Zijn er duidelijke contracten? Welke partijpolitieke lijnen en belangen lopen door het dossier? Moet de brug een imago optrekken of een mobiliteitsprobleem oplossen?
Hoe is het mogelijk dat de vertegenwoordigers van het volk geen duidelijke antwoorden krijgen op vragen over een uit de voegen gebarsten project dat met belastingsgeld moet recht gehouden worden? Zolang er geen opheldering komt ettert BAM verder tot proporties die het dossier misschien niet heeft. In die onduidelijkheid woekeren verdachtmakingen.
Een land dat dwaas werkt
In Knack van deze week is de tweede aflevering van het blunderboek bij de fiscus te lezen. Eerder had ook De Standaard al uitgebreid aandacht voor de onvoorstelbare wantoestanden op een van de sleuteldepartementen van de overheid.
Belastingen zijn immers niet enkel inkomsten voor de overheid, ze zijn vooral instrumenten van herverdeling en dus sociale rechtvaardigheid. Als dat niet functioneert is er niet enkel een budgettair, maar ook ethisch probleem. Al die verhalen zullen het vertrouwen in de overheid nog meer onderuit halen.
De Belgische regering redt KBC en meteen halen de Franstaligen het oud ijzerwafel van onder het stof. KBC is voor hen te Vlaams. Ethias, Fortis en Dexia, dat kon wel nog, maar KBC was erover. Ze eisen compensatie, geld voor Waalse vliegtuigonderdelenbouwer Sonaca. Waarop de Vlamingen mobiliseren om ook de Vlaamse luchtvaartsector een extra duwtje te geven.
De communautaire crisis is er vooral een tussen de geranten van de politieke instellingen. Maar op die manier halen ze dit Belgisch systeem ook bij brede lagen van de bevolking onderuit. Wie kan een land nog verdedigen dat zo dwaas werkt? De Franstaligen zijn met dergelijke eisen evenzeer de doodgravers van de Belgische staat als de strafste Vlaamse separatisten.
De Belgische overheid is financieel onhoudbaar, maar nog altijd willen de Franstaligen de lege kas verder uithollen. In zon klimaat moet je wel denken aan kordate oplossingen.
Al die incidenten en wantoestanden zijn gefundenes Fressen voor populistische eenvoud. Voor de kracht van radicale maatregelen. Voor de gedachte dat de hele Wetstraat niet deugt, behalve die zuivere ridders die voor nut van het algemeen schandalen bloot leggen en het onrecht bestrijden. Zij, alleen zij, kunnen de stal uitmesten en het volk oprecht dienen.
...& zoals gezegd & zoals naar goede gewoonte geven we jullie de kans om deze Panorama-reportage "Een brug te ver" nog eens te herbekijken...
Hierbij...
"Panorama: "Een brug te ver" - duur : 48:33 minuten Panorama-uitzending van 26 oktober 2008
...
...& Door & door slecht als we zijn, gieten we graag nog wat olie op dat vuur. We gingen daarvoor snuisteren bij de Gazet van Antwerpen, niet direct een krant die we van linkse &/of progressieve sympatieën kunnen beschuldigen...
...
Standpunt Antwerpen
Het standpunt van de Metropool-redactie van de Gazet van Antwerpen over actuele onderwerpen in het Antwerpse.
28-10-08
Nogal knullig management
De goed gedocumenteerde reportage die Panorama zondagavond uitzond op Canvas, gaf eens te meer aan in welke lamentabele staat het dossier van de Oosterweelverbinding zich anno 2008 bevindt. In drie kwartier maakte de reportage het vernietigende proces van de BAM, het orgaan dat in 2000 door de politiek is gecreëerd om het Masterplan voor de mobiliteit in en rond Antwerpen te coördineren. Panorama-presentator William Van Laeken gebruikte het understatement van het jaar, toen hij het in zijn inleiding had over nogal knullig management.
Terwijl in Scandinavië, Frankrijk en Spanje vergelijkbare infrastructuurprojecten in enkele jaren tijd zijn gerealiseerd, zijn wij na tien jaar nog niet verder gekomen dan studiewerk dat al 100 miljoen euro heeft gekost. Daar komt nu nog eens 2,5 miljoen euro bij voor een nieuw onderzoek. Dat zou de definitieve keuze moeten bepalen voor een Oosterweeltracé waarvan de kosten nog in het ijle zweven. Volgens een brief van de BAM aan Europa zou het project all-in 3,55 miljard euro kosten, maar Vlaams minister Dirk Van Mechelen aanhoorde dit bedrag zondag met grote verbazing en BAM-voorzitter Karel Vinck noemde het een overschatting. Hoe zit dat nu? Het is het zoveelste staaltje van nogal knullige communicatie.
Communicatie: het is een sleutelbegrip in dit dossier. Het bureau Groep C van Noël Slangen ontvangt 900.000 euro per jaar om een maatschappelijk draagvlak voor de Oosterweelverbinding te creëren, maar dat draagvlak wordt met de dag smaller. Het feit dat Slangen het management van Groep C combineert met het directeurschap van Open Vld, is volgens BAM-voorzitter Karel Vinck enerzijds een eigenaardige situatie, maar anderzijds geen probleem, als de prijs en kwaliteit van het werk in orde zijn. Volgens mij is er wel degelijk een probleem, zowel met de prijs en de kwaliteit als met het principe.
Wat dat draagvlak betreft: de critici van de Oosterweelverbinding bevinden zich stilaan in alle lagen van de bevolking. Havenbazen, artiesten, Antwerpse schepenen, aannemers, artsen, hoogleraren, parlementsleden, volksfiguren: ze staan in de rij om de Lange Wapper af te schieten. Dat heeft veel te maken met het goed georganiseerde verzet tegen het project. De bewonersgroep stRaten-generaal zwaait al jaren met een interessant alternatief tracé, en de actiegroep Ademloos slaagt erin het hart van de Antwerpenaars te raken. Ondertussen onderneemt de BAM niets om zich te verdedigen. Het blijft oorverdovend stil. We communiceren liever niet, want er is nog geen contract met de aannemer, zegt Karel Vinck. Tja...
Met het oog op de Vlaamse verkiezingen van 2009, dreigt de zaak te ontploffen in het gezicht van de ministers Dirk Van Mechelen (Open Vld) en Kathleen Van Brempt (sp.a), die beiden wellicht de Antwerpse lijst van hun partij zullen trekken. Hun partijen hebben de BAM gecreëerd, het monster dat in Antwerpen wel eens mee de inzet zou kunnen worden van de verkiezingen.
Maar het grootste slachtoffer van de malaise is Antwerpen dat acuut behoefte heeft aan een oplossing van zijn mobiliteitsproblemen. Het Masterplan - met al zijn oplossingen om de stad te ontsluiten via de weg, het spoor en het water - dreigt als een kaartenhuisje in te storten. Zoals Karel Vinck in de Panorama-reportage zei: als de Oosterweelverbinding sneuvelt, dan ontstaat er een gigantisch probleem. Want dan staat de economie van de stad en van heel Vlaanderen straks permanent in de file. En dat mag niet gebeuren, in welke richting het Oosterweeldebat ook leidt.
28/10 "Antwerpen is niet met Madrid te vergelijken"
De Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel bijt voor het eerst fors van zich af nadat haar project veroordeeld werd na vergelijking met een tunnel onder Madrid. Daar mag geen truck in, laat staan een ADRtransport, schampert woordvoerder Nick Orbaen.
Volgens BAM-woordvoerder Nick Orbaen is de tunnel van Madrid helemaal niet toepasbaar in Antwerpen. In het Canvas- programma Panorama werd gesuggereerd dat de Madrileense oplossing het Antwerpse project goedkoper en stukken sneller zou maken.
Maximale capaciteit
In Madrid werd een tunnel 60 meter diep onder de stad geboord en werd de vrijgekomen ruimte groen ingevuld En daar houdt elke vergelijking op, stelt Nick Orbaen.
Ten eerste is de maximale capaciteit van de Madrileense tunnel 158.000 autos, gerekend op een maximale bezetting de klok rond. In de daguren rijden er 80.000 over drie rijstroken. Terwijl er hier overdag al 240.000 voertuigen over het viaduct van het Sportpleis rijden.
Flauwe bocht
In het Spaanse project zit enkel een flauwe bocht. Het Antwerpse project is bochtenrijk. Maar Europa stelt dat je in een bocht ruimte moet geven, dus zou je nóg eens een rijstrook verliezen en nog minder capaciteit overhouden.
Bijkomend probleem is dat een geboorde tunnel geen ADR-transport duldt. Daarop zegt StRaten-generaal dat ze het ADRtransport via Liefkenkenshoek zal sturen. Maar een van de opdrachten van de Vlaamse regering was juist om de haven op rechteroever te ontsluiten via de Oosterweelverbinding. Overigens houdt hun prijsopgave nergens rekening met de aansluiting en vernieuwing van de complexen op Linkeroever en aan de Groenendaallaan. Bij ons wordt de stedelijke Ringweg-Noord al bij het project gerekend. Zij laten die eruit en vergelijken dus appels met peren, besluit Orbaen.
Vandaag verscheen nog in diezelfde Gazet van Antwerpen...
...
Nieuws uit Stad & Regio
03/11 Congres over tunneloptie voor Oosterweelverbinding
De actiegroep stRaten-generaal houdt op woensdag 26 november een internationaal tunnelcongres in het Antwerpse provinciehuis over de geplande bouw van de Lange Wapperbrug. De Antwerpse actiegroep opteert voor een tunnel in plaats van een brug om de ring rond Antwerpen rond te maken.
Op het congres komen sprekers uit Nederland, Finland en Duitsland die de voordelen van een tunnel ten opzichte van een brug uit de doeken komen doen.
StRaten-generaal deed onder meer inspiratie op in Madrid waar een autostrade onder de stad heel wat verkeersdrukte weg neemt. De Spaanse ingenieur van dat project komt eveneens spreken op het congres.
03/11 Eerste publiek debat over Oosterweelverbinding
De Oosterweelverbinding, met de Lange Wapper als landmark, is zonder enige twijfel het meest omstreden project van de jongste decennia in Antwerpen. In de Bourlaschouwburg wordt vanavond het eerste publieke debat gehouden tussen de belangrijkste voor- en tegenstanders.
Er wordt maandagavond in de Bourla een vol huis verwacht voor wat het eerste publieke debat over de Oosterweelverbinding moet worden. Dat het debat plaatsvindt in de Bourlaschouwburg is geen toeval, want de avond is een initiatief van AKO, een vereniging van artistieke organisaties in Antwerpen. Het is de behoefte aan een stevig debat over de Oosterweelverbinding dat de cultuurorganisaties bindt.
Het debat wordt gemodereerd door Kurt Van Eeghem en laat enkele Antwerpse journalisten aan het woord. De hoofdrolspelers zijn echter de Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel (BAM), de vzw Ademloos en de stRaten-generaal. We verzamelden voor u nog eens hun belangrijkste standpunten.
Vlotter verkeer
De Beheersmaatschapij Antwerpen Mobiel, of BAM, is opgericht door de Vlaamse overheid om het Masterplan Mobiliteit Antwerpen uit te voeren. Nick Orbaen is het gezicht van de BAM. Volgens de BAM is het huidige tracé de beste oeververbinding voor de Antwerpse regio.
De bedoeling van de Oosterweelverbinding is het creëren van een volledig gesloten Ring. Het gaat om een tunnel onder de Schelde en viaduct over een deel van de wijk 't Eilandje en de Royerssluis, tot aan het Sportpaleis. Daar loopt het viaduct over in de bestaande Ring rond Antwerpen. De nieuwe verbinding moet het verkeer van en naar de haven vlotter doen verlopen en de bestaande Ring rond of beter door Antwerpen ontlasten. Onder meer door geen vrachtwagens meer toe te laten in de Kennedytunnel.
De Oosterweelverbinding is een onderdeel van het Masterplan Mobiliteit Antwerpen waarin onder meer de tweede fase van de heraanleg van de Leien, tramprojecten en nieuwe infrastructuur voor de zachte weggebruiker zitten. Met de tolopbrengst van de Oosterweelverbinding moeten in principe de andere projecten gefinancierd worden.
Ondergronds containerspoor
De vzw Ademloos rond de figuur van Wim Van Hees werkt vooral rond het thema volksgezondheid. Volgens de vzw is de Oosterweelverbinding nefast voor de leefkwaliteit van de omwonenden.
Vooral in Deurne-Noord en delen van Merksem zouden bewoners veel meer fijn stof te slikken krijgen. Ademloos startte enkele maanden geleden met een petitie. Indien er 50.000 geldige handtekeningen worden verzameld, komt er een volksraadpleging over de Oosterweelverbinding. De vzw zit nu aan ruim 21.000 handtekeningen.
Wim Van Hees is voorstander van milieuvriendelijke alternatieven zoals een ondergronds containerspoor van en naar de haven.
Tunnel zonder viaduct
Is het huidige tracé van de Oosterweelverbinding het beste en zijn er geen andere en veel alternatieven voorhanden? Dat is de belangrijkste vraag waarrond stRaten- generaal actievoert.
Volgens Manu Claeys van de actiegroep is het huidige tracé een ramp voor de gezondheid en de leefkwaliteit van de Antwerpenaars. Ook zou het tracé niet alleen een verdere woonuitbreiding naar het noorden van de stad hypothekeren, maar ook een stedenbouwkundige aanslag op Antwerpen zijn.
Voorstellen van stRaten- generaal zijn om dieper de haven in te gaan met het tracé en voor een tunnel zonder viaduct te kiezen. Claeys hekelt ook het gesprek aan transparantie in het dossier.
Alternatievenonderzoek
Onlangs bestelde de Vlaamse regering een alternatievenonderzoek voor drie tracés. Een studiebureau moet tegen februari 2009 uitmaken welke optie de beste is: een tunnel-brugconstructie, een volledige ondertunneling of een tracé meer naar het noorden.
Voor zij die eventjes dachten dat onze vorige, overigens zeer ontnuchterende, édoch toch wel leerrijke bijdrage The US into the USSRA (The United Socialist State Republic of America), ontsproten was aan het dolgedraaide zieke brein van een met of andere met BSE besmette mafkees, volgt hieronder de site van deze brave man. Wij beginnen daarbij uiteraard graag met een klein & wreed bescheiden CV'tje.
Laat het dus bij deze vooral heel duidelijk zijn, dat de uitermate leerrijke uitzetting "Public losses for private gain" dus niet werd geschreven door een of andere schimmige linkse rakker, noch door één of andere miskende nieuwe Professor Zonnebloem... Onze "Mad Professor Doctor Doom" is niemand minder dan Nouriel Roubini himself.
...& We zeggen daarbij onmiddellijk : "Lees, huiver & ween voor wat u nog te wachten staat !"...
...
...
Nouriel Roubini
Professor of Economics
and International Business
Stern School of Business, New York University
# Advisor to the U.S. Treasury Department, July 2000 - June 2001
# Senior Advisor to the Under Secretary for International Affairs; Director of the Office of Policy Development and Review (U.S. Treasury) , July 1999 - June 2000
# Senior Economist for International Affairs, White House Council of Economic Advisers, 1998-1999
Nu we u met dit kleine & wreed bescheiden CV'tje om de oren hebben geslagen, kunnen we beginnen...
Zo lazen we in de "Sunday Times" en dus niet in de "Pravda" volgende interessante commentaren...
...
From The Sunday Times
October 26, 2008
Nouriel Roubini : I fear the worst is yet to come
When this man predicted a global financial crisis more than a year ago, people laughed. Not any more...
Dominic Rushe
As stock markets headed off a cliff again last week, closely followed by currencies, and as meltdown threatened entire countries such as Hungary and Iceland, one voice was in demand above all others to steer us through the gloom: that of Dr Doom.
For years Dr Doom toiled in relative obscurity as a New York University economics professor under his alias, Nouriel Roubini. But after making a series of uncannily accurate predictions about the global meltdown, Roubini has become the prophet of his age, jetting around the world dispensing his advice and latest prognostications to politicians and businessmen desperate to know what happens next and for any answer to the crisis.
While the economic sun was shining, most other economists scoffed at Roubini and his predictions of imminent disaster. They dismissed his warnings that the sub-prime mortgage disaster would trigger a financial meltdown. They could not quite believe his view that the US mortgage giants Fannie Mae and Freddie Mac would collapse, and that the investment banks would be crushed as the world headed for a long recession.
Yet all these predictions and more came true. Few are laughing now.
What does Roubini think is going to happen next? Rather worryingly, in London last Thursday he predicted that hundreds of hedge funds will go bust and stock markets may soon have to shut perhaps for as long as a week in order to stem the panic selling now sweeping the world.
What happened? The next day trading was briefly stopped in New York and Moscow.
Dubbed Dr Doom for his gloomy views, this lugubrious disciple of the dismal science is now the worlds most in-demand economist. He reckons he is getting about four hours sleep a night. Last week he was in Budapest, London, Madrid and New York. Next week he will address Congress in Washington. Do not expect any good news.
Contacted in Madrid on Friday, Roubini said the world economy was at a breaking point. He believes the stock markets are now essentially in free fall and we are reaching the point of sheer panic.
For all his recent predictive success, his critics still urge calm. They charge he is a professional doom-monger who was banging on about recession for years as the economy boomed. Roubini is stung by such charges, dismissing them as pathetic.
He takes no pleasure in bad news, he says, but he makes his standpoint clear: Frankly I was right. A combative, complex man, he is fond of the word frankly, which may be appropriate for someone so used to delivering bad news.
Born in Istanbul 49 years ago, he comes from a family of Iranian Jews. They moved to Tehran, then to Tel Aviv and finally to Italy, where he grew up and attended college, graduating summa cum laude in economics from Bocconi University before taking a PhD in international economics at Harvard.
Fluent in English, Italian, Hebrew, and Persian, Roubini has one of those international man of mystery accents: think Henry Kissinger without the bonhomie. Single, he lives in a loft in Manhattans trendy Tribeca, an area popularised by Robert De Niro, and collects contemporary art.
Despite his slightly mad-professor look, he is at pains to make clear he is normal. Im not a geek, said Roubini, who sounds rather concerned that people might think he is. I mean it frankly. Im not a geek.
He is, however, ferociously bright. When he left Harvard, he moved quickly, holding various positions at the Treasury department, rising to become an economic adviser to Bill Clinton in the late 1990s. Then his profile seemed to plateau. His doubts about the economic outlook seemed out of tune with the times, especially when a few years ago he began predicting a meltdown in the financial markets through his blog, hosted on RGEmonitor. com, the website of his advisory company.
But it was a meeting of the International Monetary Fund (IMF) in September 2006 that earned him his nickname Dr Doom.
Roubini told an audience of fellow economists that a generational crisis was coming. A once-in-a-lifetime housing bust would lay waste to the US economy as oil prices soared, consumers stopped shopping and the country went into a deep recession.
The collapse of the mortgage market would trigger a global meltdown, as trillions of dollars of mortgage-backed securities unravelled. The shockwaves would destroy banks and other big financial institutions such as Fannie Mae and Freddie Mac, Americas largest home loan lenders.
I think perhaps we will need a stiff drink after that, the moderator said. Members of the audience laughed.
Economics is not called the dismal science for nothing. While the public might be impressed by Nostradamus-like predictions, economists want figures and equations. Anirvan Banerji, economist with the New York-based Economic Cycle Research Institute, summed up the feeling of many of those at the IMF meeting when he delivered his response to Roubinis talk.
Banerji questioned Roubinis assumptions, said they were not based on mathematical models and dismissed his hunches as those of a Cassandra. At first, indeed, it seemed Roubini was wrong. Meltdown did not happen. Even by the end of 2007, the financial and economic outlook was grim but not disastrous.
Then, in February 2008, Roubini posted an entry on his blog headlined: The rising risk of a systemic financial meltdown: the twelve steps to financial disaster.
It detailed how the housing market collapse would lead to huge losses for the financial system, particularly in the vehicles used to securitise loans. It warned that a national bank might go bust, and that, as trouble deepened, investment banks and hedge funds might collapse.
Even Roubini was taken aback at how quickly this scenario unfolded. The following month the US investment bank Bear Stearns went under. Since then, the pace and scale of the disaster has accelerated and, as Roubini predicted, the banking sector has been destroyed, Freddie and Fannie have collapsed, stock markets have gone mad and the economy has entered a frightening recession.
Roubini says he was able to predict the catastrophe so accurately because of his holistic approach to the crisis and his ability to work outside traditional economic disciplines. A long-time student of financial crises, he looked at the history and politics of past crises as well as the economic models.
These crises dont come out of nowhere, he said. Usually they arrive because of a systematic increase in a variety of asset and credit bubbles, macro-economic policies and other vulnerabilities. If you combine them, you may not get the timing right but you get an indication that you are closer to a tipping point.
Others who claimed the economy would escape a recession had been swept up in a critical euphoria and mania, an irrational exuberance, he said. And many financial pundits, he believes, were just talking up their own vested interests. I might be right or wrong, but I have never traded, bought or sold a single security in my life. I am trying to be as objective as I can.
What does his objectivity tell him now? No end is yet in sight to the crisis.
Every time there has been a severe crisis in the last six months, people have said this is the catastrophic event that signals the bottom. They said it after Bear Stearns, after Fannie and Freddie, after AIG [the giant US insurer that had to be rescued], and after [the $700 billion bailout plan]. Each time they have called the bottom, and the bottom has not been reached.
Across the world, governments have taken more and more aggressive actions to stop the panic. However, Roubini believes investors appear to have lost confidence in governments ability to sort out the mess.
The announcement of the US governments $700 billion bailout, Gordon Browns grand bank rescue plan and the coordinated response of governments around the world has done little to calm the situation. Its been a slaughter, day after day after day, said Roubini. Markets are dysfunctional; they are totally unhinged. Economic fundamentals no longer apply, he believes.
Even using the nuclear option of guaranteeing everything, providing unlimited liquidity, nationalising the banks, making clear that nobody of importance is going to be allowed to fail, even that has not helped. We are reaching a breaking point, frankly.
He believes governments will have to come up with an even bigger international rescue, and that the US is facing multi-year economic stagnation.
Given such cataclysmic talk, some experts fear his new-found influence may be a bad thing in such troubled times. One senior Wall Street figure said: He is clearly very bright and thoughtful when he is not shooting from the hip.
He said he found some of Roubinis comments slapdash and silly. Sometimes the rigour of his analysis seems to be missing, he said.
Banerji still has problems with Roubinis prescient IMF speech. He has been very accurate in terms of what would happen, he said. But Roubini was predicting an imminent recession by the start of 2007 and he was wrong. He hurt his credibility by being so pessimistic long before it was appropriate.
Banerji said on average the US economy had grown for five years before hitting a bad patch. Roubini started predicting a recession four years ago and saying it was imminent. He kept changing his justification: first the trade deficit, the current account deficit, then the oil price spike, then the housing downturn and so on. But the recession actually did not arrive, he said.
If you are an investor or a businessman and you took him seriously four years ago, what on earth would happen to you? You would be in a foetal position for years. This is why the timing is critical. Its not enough to know what will happen in some point in the distant future.
Roubini says the argument about content and timing is irrelevant. People who have been totally blinded and wrong accusing me of getting the timing wrong, its just a joke, he said. Its a bit pathetic, frankly. I was not making generic statements. I have made very specific predictions and I have been right all along. Maybe so, but he does not sound too happy about it, frankly.
The US into the USSRA (The United Socialist State Republic of America)
Een zeer leuk artikeltje dat we jullie natuurlijk niet willen onthouden. Een artikel waaraan we overigens geen enkele commentaar wensen toe te voegen & dat in elk geval stof tot nadenken geeft voor onze lezertjes die wat Engels kennen
...
...
Public losses for private gain
The effective nationalisation of huge sectors of the economy means US taxpayers are picking up the tab for failing banks
Nouriel Roubini - guardian.co.uk,
Thursday September 18 2008 13.04 BST
With the nationalisation of Fannie and Freddie, comrades Bush, Paulson and Bernanke started transforming the US into the USSRA (United Socialist State Republic of America).
This transformation of the US into a country where there is socialism for the rich, the well-connected and Wall Street (ie, where profits are privatised and losses are socialised) continues today with the nationalisation of AIG.
This latest action on AIG follows a variety of many other policy actions that imply a massive and often flawed government intervention in the financial markets and the economy: the bail-out of the Bear Stearns creditors; the bail-out of Fannie and Freddie; the use of the Fed balance sheet (hundreds of billions of safe US Treasuries swapped for junk, toxic, illiquid private securities); the use of the other GSEs (the Federal Home Loan Bank system) to provide hundreds of billions of dollars of "liquidity" to distressed, illiquid and insolvent mortgage lenders; the use of the SEC to manipulate the stock market (through restrictions on short sales).
Then there's the use of the US Treasury to manipulate the mortgage market, the creation of a whole host of new bail-out facilities to prop and rescue banks and, for the first time since the Great Depression, to bail out non-bank financial institutions.
This is the biggest and most socialist government intervention in economic affairs since the formation of the Soviet Union and Communist China. So foreign investors are now welcome to the USSRA (the United Socialist State Republic of America) where they can earn fat spreads relative to Treasuries on agency debt and never face any credit risks (not even the subordinated debt-holders who made a fortune yesterday as those claims were also made whole).
Like scores of evangelists and hypocrites and moralists who spew and praise family values and pretend to be holier than thou and are then regularly caught cheating or found to be perverts, these Bush hypocrites who spewed for years the glory of unfettered Wild West laissez-faire jungle capitalism allowed the biggest debt bubble ever to fester without any control, and have caused the biggest financial crisis since the Great Depression.
They are are now forced to perform the biggest government intervention and nationalisations in the recent history of humanity, all for the benefit of the rich and the well connected. So Comrades Bush and Paulson and Bernanke will rightly pass to the history books as a troika of Bolsheviks who turned the USA into the USSRA.
Zealots of any religion are always pests that cause havoc with their inflexible fanaticism but they usually don't run the biggest economy in the world. These laissez faire voodoo-economics zealots in charge of the USA have now caused the biggest financial crisis since the Great Depression and the nastiest economic crisis in decades.
This article first appeared on Nouriel Roubini's blog and is edited and cross-posted here with the permission of the author. Nicknamed "Dr Doom", Professor Roubini is now widely acknowledged as having accurately predicted the present crises in financial markets.
This blog was amended at 17.00 on Thursday 18 September, to include more of Nouriel Roubini's original post.
Even een opfrissing van onze koloniale vaderlandse geschiedenis, want velen onder onze lezertjes hebben niet meer de gelukkige tijd gekend waarin je als ukje van 5 jaar, je schamele spaarcenten kon afstaan om een peter- of meterschap te kopen van een zwart kindje met een zeer christelijk doopprentje als ultiem bewijs. En fier dat we toen waren als de spekpater later kwam uitleggen dat hij van alles smokkelde naar de brave christenen achter het ijzeren gordijn. Dan gaven wij en onze ouders heel graag wat centjes om een nieuwe bus te kopen voor die gedreven pater... & nu kunnen we vaststellen dat we in feite aan nog grotere rampen zijn ontsnapt want als je onderstaande artikel leest dat we terugvonden op een site van de KUL (katholieke universiteit Leuven) : http://soc.kuleuven.be/arc/afrikaverteltd/?q=vlaams-afrika dan besef je pas dat het huidige conflict rond de grote Meren nog veel ingewikkelder had kunnen zijn. Stel je even voor dat men ginder het "Groot-Dietse Afrikaanse Rijk" had gesticht... Nkunda als Vlaamssprekende Afrikaan en Kabila als Franstalige...
De Vlaamse verbeelding is in elk geval één grote bulderlach waard als je het nu met de nodige jaren afstand er tussen de dingen op een rijtje zet...veel leesgenot want het kan niet alle dagen kommer en kwel zijn!
...
De Vlaamse verbeelding van Centraal Afrika
Ingediend door Bambi op Vrij, 2006-09-08 13:58
De koloniale Vlaamse verbeelding van Belgisch Afrika
Velen onder ons weten dat Congo zo'n 80 keer groter is dan België; maar hoeveel weten dat het ook 127 keer groter is dan Vlaanderen? Het feit dat Vlamingen ooit de moeite hebben genomen om de berekening te maken, geeft een idee van de rol die de kolonie heeft gespeeld in de Vlaamse verbeelding tijdens de koloniale periode.
De Vlaamse belangstelling in Belgisch Afrika was in grote mate katholiek. Al tijdens de koloniale periode maakten vele katholieke Vlamingen een onderscheid tussen een Franstalige elite die Belgisch Congo politiek domineerde en economisch uitbuitte en de vele Vlaamse missionarissen, mannen en vrouwen, die Congolezen kerstenden en "beschaafden".
Verder werd Vlaamse interesse in Belgisch Afrika ook geïnspireerd door Vlaamsgezindheid. Enerzijds hielden Vlamingen niet op erop te wijzen dat zij in de kolonie en de mandaatgebieden een numerieke meerderheid vormde die gedomineerd werd door een Franstalige minderheid.
Anderzijds vergeleken Vlamingen in dat verband graag hun lot met dat van de Afrikaanse inwoners van Belgisch Afrika. Op 8 maart 1885, na de Conferentie van Berlijn waar Leopold II de Onafhankelijke Congostaat krijgt toegewezen, reageert een anonieme auteur in "De kleine Gazet" bitter op het bericht dat koloniale ambtenaren verplicht zullen worden om Congolese talen te leren. Hij verwijt de koning dat die "in al zijn verordeningen en schikkingen uitgaat van den stelregel, dat het wel waar is, dat de Vlamingen zich laten negeren in hun eigen land, maar dat het hoogst onstaatkundig, onrechtvaardig en gevaarlijk zou zijn de negers in hun eigen land op dezelfde wijze te regeeren. De verdrukking van den Vlaming zal op die wijze dan toch tot iets gediend hebben." In een gelijkaardige trend schrijft de activist Adiel Debeuckelaere in zijn open brief aan Albert vanuit de loopgraven van de Eerste Wereldoorlog dat de Franstalige officiers het heel rechtvaardig vinden dat ze Congolees (sic) moeten kennen om gekoloniseerde Congolezen te leiden, maar geen Vlaams willen kennen om Vlamingen, die een vrij volk zijn te drillen. En naar aanleiding van de Wereldtentoonstelling van 1958, schrijft journalist Louis De Lentdecker in De Standaard: "Beslist, wij betreuren het geen negers te zijn. Misschien mochten wij dan ook een lied zingen voor de koning, in onze taal, en misschien zou men ons dan op de wereldtentoonstelling over in onze taal aanspreken en antwoorden. Wellicht wacht men erop dat wij Vlamingen ook in paan op de wereldtentoonstelling zouden rondlopen om ons dezelfde rechten te geven als de negers."
Voor nogal wat Vlaamsnationalisten betekende de Vlaamse aanwezigheid in Belgisch Congo, dat aan Zuid-Afrika grensde, de kans op de verwezenlijking van een groot-Diets rijk, dat een tegengewicht zou bieden voor Frans- en Engelstalig Afrika. In die context kon Leopold II geprezen worden dat hij Vlamingen een nieuwe kans op overzeese kolonisatie had geboden na de Belgische onafhankelijkheid, die Vlamingen de kans had ontnomen te participeren in de Nederlandse kolonisatie van zijn overzeese gebieden.
Er waren echter ook Vlamingen die, vanuit hun Vlaamsgezinde preoccupatie met de relaties tussen cultuur, etniciteit, nationaliteit, 'ras' en taal, een echte belangstelling aan de dag legden voor de culturen en talen van de Afrikaanse bewoners van Belgisch Afrika. Dat vond ondermeer zijn weerslag in een groot aantal etnografische en taalkundige teksten die, wat ook hun beperkingen mogen zijn, verplichte lectuur blijven voor iedereen die zich bezighoudt met de antropologie en linguïstiek van Centraal Afrika. In 1975 schreef K. Franssens niet zonder trots dat voor de Zaïrese historicus de tijd zou komen dat de kennis van het Nederlands even noodzakelijk zou zijn om de koloniale periode te bestuderen, als kennis van het Latijn voor de Europese medievist. Zover is het, tot nader order, (nog) niet gekozen. Een reden is dat in de koloniale context, zelfs overtuigde Vlamingen vrijwel zonder uitzondering over koloniale situaties schreven in het Frans. De koloniale Vlaamse beweging was immers in geen enkel opzicht een spiegelbeeld van haar Belgische pendant.
De invoering van de schoolstrijd in Belgisch Congo in 1958 dreef echter ook de talentegenstellingen tussen Nederlands- en Franstaligen op de spits. Nogal wat Vlamingen die zich eerder niet of amper hadden ingelaten met de vraag of Congolezen best onderwijs zouden krijgen in het Frans of een Congolese taal, kozen nu radicaal voor de tweede optie, minder uit bekommernis voor Congolezen, dan wel om hun eigen rechten op onderwijs in het Nederlands veilig te stellen.
Als het Nederlands hetzelfde statuut zou krijgen als het Frans, zou dit betekenen dat Congolezen deze taal ook machtig zouden moeten zijn. Zogenaamde évolué's, d.w.z. "beschaafde" Congolezen, verzetten zich hier krachtig tegen. Een van hen, de toen nog onbekende journalist Joseph-Desiré Mobutu, meent dat als Vlamingen in Congo recht hebben op de erkenning van hun taal, de Belgische koloniale overheid maar gelijk alle Congolese talen officieel erkennen. Hij voegt er echter onmiddellijk aan toe dat Congolezen daarvoor geen eisende partij zijn en dat Vlamingen verantwoordelijk zijn voor deze fantasie: Congolezen pleiten ervoor dat alleen de taal van Voltaire de nationale taal van Congo zou worden. De Vlaamse eisen zetten bij heel wat Congolezen kwaad bloed en niet weinig Vlamingen, ook Vlaamsgezinden, zijn zich daarvan bewust. Ze waarschuwen dat men Congolezen niet het slachtoffer mag maken van een Belgisch taalbeleid waarvoor ze zelf geen verantwoordelijkheid dragen en dat de interne Belgische verdeeldheid het koloniale gezag dreigt te ondermijnen en de Congolese onafhankelijkheid zal bespoedigen. De toekomst zal hen gelijkgeven.
De postkoloniale verbeelding van Centraal Afrika
Vele Vlamingen die de koloniale periode bewust, hoe beperkt ook, hebben meegemaakt, vermelden desgevraagd steevast het zilverpapier dat ze moesten verzamelen voor de missies (zonder te weten waarom) en de spaarpotjes van de missionarissen van Scheut op winkeltogen met een jongetje dat knikte als je er kleingeld in stopte. Maar verder blijkt de idee van onze Congo alleen nog door te spelen in het vasthouden aan de schrijfwijze Kongo i.p.v. Congo. Een reden om de voorkeur te gevan aan de spelling met een c i.p.v. k is het streven naar internationale eenvormigheid: Congo i.p.v. Kongo, Sudan i.p.v. Soedan, Uganda i.p.v. Oeganda. Een andere reden is dat de term Kongo tot verwarring kan leiden: men moet het onderscheid maken tussen de twee landen (De Democratische Republiek Congo en Congo-Brazzaville) en de etnische Kongogroep die verspreid leeft over beide landen en Angola.
In het voorwoord van het boek dat de toenmalige BRT televisie en radio-uitzendingen Als een wereld zo groot waar uw vlag staat gepland, schrijft Jan Neckers dat hij tot de laatste generatie behoorde die nog wat over Belgisch Congo leerde in school. Toen hij later, na de Congolese onafhankelijkheid, geschiedenis studeerde nam de cursus, Kolonisatie en dekolonisatie Peru als voorbeeld. In zijn licentieverhandeling schrijft Jan Verstraete dat het hem tien jaar had gekost voordat zijn vage notie dat België ooit een kolonie had gehad betekenis voor hem aannam. Hij citeert een anonieme bron die ooit zou hebben opgemerkt dat een Colombiaan zijn hele leven in Vlaanderen zou kunnen doorbrengen, zonder te beseffen dat België een koloniaal verleden heeft: er is geen Congolese keuken, afgezien van pili-pili zijn geen woorden uit een Congolese taal doorgedrongen in de spreektaal. In Vlaanderen herinneren vele straatnamen, monumenten en lokale gehuchten en heuvels (de Congoberg in Galmaarden bijvoorbeeld) aan Belgisch Congo (amper aan het voormalige Rwanda-Urundi); maar hoeveel Vlamingen weten wie Camille Coquilhat was? Verder herinneren in het dagelijkse leven vrijwel alleen mataditaarten aan het Belgische koloniale verleden. Voor wie ze nog niet geproefd heeft: een mataditaart bestaat uit een chocoladebiscuit met een laagje slagroom en een laagje chocolademousse en is overgoten met chocolade. Wel is er een meer algemene associatie van chocolade met Afrikanen denken we maar aan negertetten (dat mogelijk komt van het Franse tête de nègre).
Het is opvallend dat de inwoners van het voormalige Belgische Afrika voor de meeste Vlamingen in het postkoloniale België een afwezige categorie zijn: ze maken gewoon deel uit van de categorie Afrikanen, een term die in het algemene taalgebruik alleen verwijst naar de (zwarte) inwoners van Afrika bezuiden de Sahara. In de populaire verbeelding bestaan voor vele Vlamingen Congolezen slechts in relatie tot de Matonge-wijk in Elsene (Brussel). Vele Vlamingen komen zich daar, veelal in groep, vergapen aan de Afrikaanse winkels en de Afrikanen die er rond lopen, wat niet altijd naar de zin is van de betrokkenen, die zich er vaak bekeken voelen als dieren in een zoo. Weinige Vlamingen beseffen echter dat Matonge een demografisch heel gemengde buurt is waar feitelijk heel weinig Afrikanen wonen; die komen er vooral winkelen en uitgaan.
De Belgische amnesie voor het koloniale verleden kan geweten worden aan de postkoloniale depreciatie van die historische periode. Wat Vlamingen betreft, speelt ook nog de associatie van de kolonie met het "Belgique à papa" dat gedomineerd werd door een Franstalige elite. De laatste jaren is er echter een hernieuwde interesse in het Belgische koloniale verleden. Peter Verlindens "Weg uit Congo: het verhaal van de kolonialen" vond heel veel weerklank. De boeken van Ludo De Witte over de moord op Patrice Lumumba, de eerste premier van het onafhankelijke Congo, hadden zon impact dat ze leidden tot de oprichting van de Commissie Lumumba. Het boek van Adam Hochschild en de televisiedocumentaire van Peter Bates over het bewind van Leopold II in de Onafhankelijke Congostaat, wekten veel beroering. Er was de overzichtstentoonstelling "Het geheugen van Congo" in het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika op Vlaamse bodem dat eindelijk belooft werk te maken van de langverwachte vernieuwing. De Koninklijke Vlaamse Schouwburg, een van de partners in dit project, die tijdens de koloniale periode in het voormalige Leopoldstad speelde voor een exclusief Vlaams publiek, heeft zich sterk geëngageerd voor samenwerking met Congolese artiesten in Kinshasa. Luc Tuymans' "Mwana Kitoko" wekte algemene bewondering. En het wordt stilaan een hele klus om de vele boeken, toneelstukken en projecten bij de hand te houden die direct of indirect verwijzen naar de historische banden tussen België en Centraal Afrika.
Dit alles in acht genomen, is het des te opvallender dat inwoners van het voormalige Belgisch Afrika amper figureren in debatten over de multiculturele samenleving. Nochtans zijn zij een van de snelst groeiende minderheden in België, zij het minder in Vlaanderen dan in Wallonië en Brussel. De hernieuwde interesse in het Belgische koloniale verleden (in Congo, eerder dan in Burundi en Rwanda) lijkt dus te suggereren dat vele Belgen meer reflecteren op een historische periode waaraan tot voor kort weinig aandacht werd besteed dan dat ze begaan zijn met hun medeburgers van Burundese, Congolese en Rwandese afkomst.
Het leven, een metgezel voor de dood ...een GRATIS tip voor de Vlaamse linkerzijde !!
Wij vonden er alvast een uiterst interessant document over...
Het is misschien iets om in een partijprogramma van een linkse partij te verwerken moest die ergens in Vlaanderen opdoemen. Eventueel in combinatie met "gezonde seks" zoals sommige "grote" Linkse Denkers al hebben gesuggereerd...
Het werpt dus ook een totaal ander licht op al dat onnozel gelul over de fameuse tranferts van Noord naar Zuid die niet zouden gefundeerd zijn... Mogelijk zijn er inderdaad dingen die best eens ernstig onderzocht kunnen worden. We stellen in elk geval vast dat wat betreft sterftecijfers, Wallonië alleszins significante verschillen vertoont die toch wel één en ander kunnen verklaren wat betreft hogere sociale zekerheidsuitgaven.... of niet geachte Meneer LDD en consoorten ?!...
In elk geval is dit verplichte lectuur voor de op sterven na dode linkerzijde in Vlaanderen. Dit zijn gegevens waarrond duidelijke programmapunten kunnnen worden gebouwd in plaats van de mislukte vedettencultus die we vandaag binnen de sp-a kunnen bewonderen...
Wij hebben een kleine selectie gemaakt uit de studie, zodat voor gehaaste lezertjes de essentie duidelijk wordt.
( ... )
IV. Socio-economische sterfteverschillen bij Belgische mannen van
middelbare leeftijd
Ook de mannen zonder beroep of werkloosheidsuitkering vertonen een sterfte dat ver boven het gemiddelde uitstijgt (2,05 tot 1,63). De volledig werklozen (die wel een uitkering krijgen) kennen doorgaans het derde hoogste risico, behalve in de jongste leeftijdsgroep van 45- 49 jaar. Hier hebben de gepensioneerden (1,91) een hogere mortaliteit dan de werklozen (1,69). Vanaf 50-54 jaar geldt het omgekeerde en lijkt een overlevings- of brugpensioen (1,28 tot 1,05) minder nadelig te zijn dan volledige werkloosheid (1,51 tot 1,23). Voor de mannen van 55-59 en 60-64 jaar impliceert pensionering trouwens niet langer een groot sterfteoverschot en heeft de groep met een onbekend beroep een groter risico (1,18 en 1,14). Dit verschil zou toegeschreven kunnen worden aan het feit dat pensionering op jongere leeftijd vaak alleen in specifieke, waarschijnlijk kwetsbare situaties voorkomt. Bij oudere mannen is dit veel minder het geval: zij vormen op vlak van beroep een bijzondere klasse, juist omdat ze reeds in veel sterkere mate gepensioneerd zijn en dus een vervangingsinkomen hebben. Over het risicoverhogend effect van werkloosheid bestaan heel wat studies (Martikainen en Valkonen, 1996 en Valkonen en Martikainen, 1995). Werkloosheid kan beschouwd worden als een "multiple deprived social position", gekenmerkt door een gebrek aan structurele bronnen, verminderde sociale contacten, verhoogde socio-economische stress en bijgevolg door een grotere sterfte (Leeflang, Klein-Hesselink et al., 1992). Dergelijke resultaten dienen echter omzichtig geïnterpreteerd te worden. Het is, zoals vermeld, goed mogelijk dat een aantal mannen wegens gezondheidsproblemen uit de arbeidsmarkt gestoten worden of er geen nieuwe intrede toe vinden (Dahl, 1993a, 1993b en Vanhoorne, 1984). Dit selectie-effect zou in zekere zin ook een rol kunnen spelen voor de overige niet-actieve bevolkingsgroepen.
Het laagste risico wordt, afwisselend en afhankelijk van de generatiegroep, genoteerd bij de grote zelfstandigen, de hogere leidinggevenden en de academici (0,51 voor de mannen van 45- 49 jaar en 0,68 voor de mannen van 55-59 jaar) en bij de zelfstandige boeren (0,61 en 0,69 voor de mannen van 50-54 en 60-64 jaar). Voor de hogere beroepsklasse leunt dit beeld perfect aan bij de verwachtingen, maar voor de zelfstandige boeren is dit toch een enigszins verrassend resultaat. Vanhoorne (1984) citeert studies waarbij de kleinere sterfte van landbouwers, ondanks hun eerder lage status en inkomen, verklaard wordt door een hoge graad van arbeidstevredenheid. In de twee jongste leeftijdsklassen hebben de toezichthouders en de hooggeschoolde handenarbeiders de tweede laagste sterfte van de actieve bevolking (0,56 en 0,64). In de oudere generaties doet deze klasse het minder goed en vooral bij de mannen van 60-64 jaar. De lagere leidinggevenden en de geschoolde hoofdarbeiders bekleden in het algemeen de derde plaats met exponent B-waarden van 0,62 tot 0,739. Na de klassen met de laagste sterfte volgen meestal de geschoolde handenarbeiders (0,67 tot 0,82) en de routine hoofdarbeiders. Routine hoofdarbeiders scoren dus minder goed dan verwacht (0,72 tot 0,85), tenzij in de klasse 50-54 jaar (0,70), waar zij de tweede laagste sterfte hebben.
E. Dahl (1993b) schrijft de hogere sterfte van lagere bedienden tegenover arbeiders (ongeschoolde arbeiders in zijn geval) toe aan het "healthy worker effect", waarbij de categorie van lagere bedienden de arbeiders opslorpt die het zware fysische werk wegens gezondheidsproblemen niet meer aankunnen. Om deze hypothese te kunnen verifiëren zijn echter longitudinale gegevens over het beroep vereist. De kleine zelfstandigen bekleden een minder goede plaats (0,92 voor de 45-49-jarigen tot 0,88 voor de 50-54-jarigen), behalve in de oudste generatie waar zij beter scoren (0,82). De halfgeschoolde en ongeschoolde arbeiders tenslotte vertonen veelal de hoogste sterfte van de actieve bevolking met exponent B-waarden van 0,80 tot 0,9710. Ten opzichte van de beroepsklasse met de laagste sterfte hebben deze arbeiders een risico dat ongeveer 1,5 keer groter is (ongeacht de leeftijdsklasse). Anderzijds hebben zij tegenover mannen zonder beroep en zonder werkloosheidsuitkering een plus minus tweemaal zo laag sterfterisico. Bij de vergelijking van de extreme beroepsgroepen wordt dus een beeld bekomen dat redelijk goed overeenkomt met de internationaal waargenomen trends (Davey-Smith, Hart et al., 1998; Kaprio, Sarna et al., 1996; Kunst, 1997; Mare, 1990; Marmot, 1986; Marmot, 1995; Menchik, 1993 en Vallin, 1995). De niet-actieve groepen kenmerken zich door een hoger risico dan gemiddeld en de actieve door een lager risico. Voor de beroepsbevolking wordt het kleinste risico doorgaans genoteerd bij de "hoogste" klassen en het grootste bij de "laagste" beroepsgroepen. Bepaalde intermediaire categorieën vertonen een minder systematisch en consistent beeld.
IV.1.2 Het soort van inkomen: de niet-actieven opnieuw benadeeld
Een tweede materiële dimensie van de socio-economische positie is het soort van inkomen. Uit figuur 4.2 kan een betrekkelijk consistent sterftebeeld naar inkomenstype afgeleid worden en dit vooral voor de "extreme" inkomensklassen. Anderzijds blijkt dat bepaalde klassen heel verschillend reageren naargelang de generatiegroep. Vooral de klasse "twee deeltijdse inkomens" vertoont een sterk variërend patroon, mogelijk door de kleine aantallen in deze categorie. Zonder rekening te houden met deze categorie van twee deeltijdse inkomens, komt de laagste sterfte voor in huishoudens die hun loon uitsluitend uit arbeid putten, deze met één hebben. voltijds en één deeltijds inkomen (0,52 tot 0,77), met twee voltijdse (0,57 tot 0,70) en met één voltijds inkomen (0,70 tot 0,80). Niet de mannen in huishoudens met twee voltijdse inkomens scoren dus het best, maar wel deze in huishoudens met één voltijds en één deeltijds inkomen. Mogelijk speelt het lager stressgehalte een rol, maar om hierover definitieve uitspraken te kunnen doen, zou eerst gecontroleerd moeten worden voor de huishoudenspositie, de omvang van beide inkomens, etc. De oudste mannen volgen een licht afwijkende rangorde. Op vlak van inkomens vormen de 60-64 jarigen, net zoals voor de beroepsvariabele, een bijzondere groep omdat zij reeds in veel sterkere mate gepensioneerd zijn en een vervangingsinkomen hebben. Na deze klassen met de laagste mortaliteit volgt een intermediaire groep die een minder consistent of systematisch patroon vertoont naar leeftijd. Deze bestaat uit de restgroep en uit de categorieën "één voltijds en één vervangingsinkomen" en "één deeltijds inkomen", en wordt in het algemeen gekenmerkt door een iets lagere sterfte dan gemiddeld in de jongste generaties en door een risico dat nauw bij het gemiddelde aanleunt bij de oudste mannen. Voor de 60-64- jarigen heeft de restgroep wel een hogere sterfte, terwijl de mannen met één deeltijds inkomen een relatief lager risico vertonen. In deze leeftijdsgroep behoort eerder de klasse "één deeltijds en één vervangingsinkomen" tot de intermediaire groep. De huishoudens die geheel of vooral op vervangingsinkomens moeten terugvallen, onderscheiden zich duidelijk door hun hoge sterfte. Mannen met één deeltijds en één vervangingsinkomen hebben, met uitzondering van de 60-64-jarigen, een risico dat sterk tot matig boven het gemiddelde uitstijgt (1,75 tot 1,15). Vervolgens komen, afhankelijk van leeftijdsgroep, de huishoudens zonder inkomen (1,80 tot 1,55), met twee vervangingsinkomens (2,29 tot 1,11) en met één vervangingsinkomen (2,48 tot 1,24). Het feit dat de klasse "zonder inkomen" in de jongste generaties een lager tempo heeft dan deze met vervangingsinkomens zou te wijten kunnen zijn aan een artefact van de gegevens. Tot de categorie "zonder inkomen" behoort waarschijnlijk een aantal mannen die wel degelijk over een inkomen beschikken, maar voor wie de informatie onbekend is. Voor de oudste cohorten hebben de mannen zonder inkomen wel de hoogste sterfte, vermoedelijk omdat vervangingsinkomens hier een andere betekenis hebben dan op jongere leeftijd. Hoe dan ook, het risico van de inkomensgroep met de hoogste mortaliteit ligt voor de jongste mannen zes keer hoger dan deze van de klasse met het laagste risico, voor de 50-54 jarigen drie keer en voor de andere klassen ongeveer twee maal zo hoog. De verschillen nemen dus opnieuw af naar leeftijd, maar blijven aanzienlijk. In de geraadpleegde literatuur wordt inkomen meestal geoperationaliseerd via het jaarlijks of maandelijks inkomen (Martelin, 1994; Elo en Preston, 1992 en Rogers, 1992), maar dit was hier onmogelijk door het gebrek aan gegevens. Via integratie van het inkomenstype kon toch enigszins het belang van deze dimensie geïllustreerd worden. Mannen uit huishoudens die hun inkomen volledig uit deeltijdse of voltijdse arbeid halen, hebben een lager risico dan gemiddeld, met uitzondering misschien van de groep "één deeltijds inkomen". De tussengroep bestaat uit huishoudens die hun inkomen uit arbeid combineren met sociale steun en de hoogste sterfte wordt aangetroffen in de huishoudens die geen inkomen hebben of in deze die het volledig met sociale uitkeringen moeten doen.
IV.1.3 De huisvestingskwaliteit en de invloed van de levensstandaard
Om tegemoet te komen aan de tekortkoming van de inkomensvariabele, die geen gradaties toelaat naar de omvang van het inkomen, wordt een aantal proxies voor de lange termijn levensstandaard opgenomen, het comfort en het bezit van de woning en een combinatie van beide indicatoren in één huisvestingsvariabele. Figuur 4.3 illustreert het bestaan van een duidelijk sterftebeeld naar het comfortniveau van de woning, hoewel niet volledig conform aan de verwachtingen. Het laagste risico komt voor bij de mannen in een huis met groot comfort (0,49 tot 0,66), die een sterftepeil vertonen dat ver beneden het gemiddelde ligt en dat ook aanzienlijk afwijkt van het risico voor de andere comfortklassen. Daarna komt niet de groep "middelmatig comfort", maar "klein comfort" (0,83 tot 0,91) en pas dan de middenklasse (0,88 voor de jongste mannen tot 0,96 voor de 50-54- jarigen). De vierde plaats wordt ingenomen door de categorie "comfort onbekend" met een sterfterisico dat aanleunt bij het algemeen gemiddelde.
Bij de 45-49 jarigen hebben deze missing cases wel een groot sterfteoverschot (1,31). De mannen in een huis zonder klein comfort (1,43 tot 1,13) en vooral de restgroep (1,51 tot 1,57) worden door de hoogste mortaliteit gekarakteriseerd. Deze laatste categorie bevat enkele heel kwetsbare klassen zoals mannen zonder vaste particuliere woning (bijvoorbeeld thuislozen, woonwagenbewoners, mannen in medische of andere collectieve instellingen die daar op 1/03/1991 gedomicilieerd waren, etc.), mannen waarvan het type huishouden onbekend is, mannen die geen tellingformulier invulden, etc. Voor de extreme comfortklassen komen deze resultaten goed overeen met internationaal onderzoek (Martelin, 1994). De hoge sterfte van de mannen die het zonder klein comfort moeten doen en de lage sterfte van degenen in een huis met groot comfort duidt ontegensprekelijk op de associatie tussen sterfte en een zekere graad van materiële welvaart. Voor de intermediaire groepen middelmatig en klein comfort wordt de rangorde als het ware omgekeerd. Waarschijnlijk is de comfortvariabele niet discriminerend genoeg en worden teveel mannen tot de middengroep gerekend. Ook voor het huisbezit duikt in figuur 4.4 een duidelijk patroon op. De huiseigenaars hebben een uitgesproken lagere sterfte (0,58 tot 0,72) en worden gevolgd door de groep "huisbezit onbekend" met een risico gelijkend op dat van de totale bevolking voor de twee jongste leeftijdsgroepen (0,99 en 1,01), maar aanzienlijk lager dan gemiddeld voor de andere leeftijdsklassen (0,85 en 0,82). De huurders kenmerken zich door een iets hogere mortaliteit dan gemiddeld (1,14 tot 1,11) en de restgroep opnieuw door het hoogste risico (1,38 voor de 50-54 jarigen tot 1,52 - 1,53 voor de andere leeftijdsklassen). Uit figuur 4.5 blijkt dat de combinatie van beide indicatoren in één huisvestingsvariabele eveneens in een consistent beeld resulteert. De eigenaars van een huis met groot comfort vertonen een sterftepeil dat ver beneden het gemiddelde ligt (0,45 tot 0,62) en worden gevolgd door klassen met een aanzienlijk hogere mortaliteit. Doorgaans zijn dit de eigenaars met middelmatig (0,70 tot 0,78) of klein comfort (0,73 tot 0,83) en de huurders met groot comfort (0,77 voor de jongste mannen tot 0,90 voor de 55-59-jarigen). Bij de 50-54-jarigen hebben de huurders van een woning met groot comfort ongeveer hetzelfde relatief risico als de eigenaars met middelmatig of klein comfort (0,75 tot 0,76). Na deze klassen met de laagste sterfte volgen doorgaans de categorie "huisbezit of comfortniveau onbekend" (d.i. een mengelmoes van allerlei "huisvestingsposities") en vervolgens de eigenaars zonder klein comfort. Voor de jongste mannen kennen de eigenaars zonder klein comfort een aanzienlijk sterfteoverschot (1,26) en worden ze nog voorafgegaan door de huurders van een huis met klein comfort (1,21). Dit is niet het geval voor de oudere leeftijdsgroepen, waar de verschillende eigenaarsklassen bijna "en bloc" de laagste sterfte hebben. Bovendien is sprake van een monotoon toenemend risico met een afnemend comfortniveau, hetgeen voor de afzonderlijke comfortvariabele niet het geval was. De groep met de hoogste mortaliteit bestaat uit de meerderheid van de huurdersklassen en de restcategorie. Voor de twee oudste leeftijdsklassen wordt identiek hetzelfde patroon vastgesteld. Eerst volgen de huurders met klein comfort (1,13 tot 1,17), vervolgens de huurders van een woning met middelmatig (1,33 tot 1,25) of zonder klein comfort (1,48 tot 1,37) en tenslotte de restgroep met de hoogste mortaliteit (1,56 en 1,58). In de twee jongste leeftijdsklassen wordt een andere rangorde genoteerd. Hier hebben de huurders van een huis zonder klein comfort de hoogste sterfte (1,74 tot 1,70). Bij de huurders wordt dus een minder systematische en consistente rangorde naar comfortniveau waargenomen dan bij de eigenaars. Het lijkt er dus op dat het bezitten van een woning een belangrijke discriminerende factor is op gebied van sterfte. Voor bijna alle groepen hebben de huisbezitters een lagere mortaliteit dan gemiddeld, ongeacht het comfortniveau. Naast het bezit van een huis speelt natuurlijk ook de kwaliteit van de woning een rol. Dit blijkt uit de bijna monotoon toenemende sterfte met een afnemend comfortniveau, vooral onder de eigenaars.
IV.1.4 Het onderwijsniveau: de sociale dualiteit
In figuur 4.6 worden de B-waarden van een 13-tal onderwijsgroepen voorgesteld. België kenmerkt zich volgens de figuur door een uitgesproken sterftepatroon naar onderwijsniveau: de meest opgeleiden hebben de laagste sterfte en de niet of minder opgeleiden de hoogste sterfte. In alle leeftijdsgroepen wordt het laagste risico waargenomen bij de mannen met een diploma pedagogisch onderwijs van het korte type, met een diploma universitair of hoger onderwijs van het lange type en met een diploma hoger onderwijs van het korte type. Voor de jongste klasse bijvoorbeeld worden exponent B-waarden genoteerd van respectievelijk 0,61, 0,64 en 0,69. De verschillende niveaus van secundair onderwijs nemen een intermediaire positie in. De risicos leunen in het algemeen nauw aan bij het gemiddelde sterftepeil, tenzij voor de technische richtingen die een iets gunstiger perspectief bieden en dit vooral in de jongste leeftijdsgroepen. Het hoger secundair algemeen vormend of kunstonderwijs blijkt in de oudere generaties wel een iets betere positie mee te brengen dan in de jongere generaties. Deze cohortenverschillen vloeien waarschijnlijk voort uit het feit dat een hogere secundaire opleiding voor de oudere generaties meer maatschappelijke kansen bood dan voor de jongere. De beroepsrichtingen vertonen, samen met het lager secundair algemeen vormend of kunstonderwijs, een iets negatiever beeld. De niet of minder opgeleide klassen hebben een veel hogere sterfte. Mannen zonder diploma hebben een relatief risico van 1,36 tot 1,21 en worden dus door een aanzienlijk sterfteoverschot gekenmerkt. Degenen met een diploma lager onderwijs of met een onbekend diploma vertonen doorgaans iets lagere exponent B-waarden (tenzij voor de oudste mannen). Dat de onderwijsvariabele belangrijke verschillen genereert, blijkt uit de ratio tussen het relatief risico van de hoogst en de laagst opgeleide mannen. Voor de jongste leeftijdsklasse bijvoorbeeld is het risico van niet-opgeleiden (1,36) ongeveer 2,2 keer zo hoog als dat van de mannen met een diploma van pedagogisch onderwijs (0,61). De categorie "niet ingevuld" heeft een relatief risico dat ver boven alle andere uitstijgt: minimum twee maal zo hoog als gemiddeld. Het is overduidelijk dat het hier om een heel specifieke groep gaat, bestaande uit mannen die geen tellingformulier hebben ingevuld. Vermoedelijk heeft een groot deel van hen dat niet gedaan wegens ziekte of ongeval, hetgeen meteen de extreme sterfte zou verklaren. Deze onderzoeksresultaten voor België komen relatief goed overeen met de internationale patronen (Feinstein, 1993), onder andere waargenomen in de Verenigde Staten (Elo en Preston, 1996; Mare, 1990; Menchik ,1993 en Sorlie, Backlund et al., 1995) en in Europa (Martelin, 1994; Kunst, 1997 en Valkonen, Sihvonen et al., 1997). De hoogste en laagste onderwijscategorieën vertonen een consistent patroon, terwijl de secundair opgeleiden, en vooral de algemene richtingen, toch minder aan de verwachtingen voldoen.
IV.1.5 De leefvorm: een duidelijk sociaal patroon
Om te controleren voor een meer sociaal-demografische variabele, wordt het sterftepeil ook uitgesplitst naar de huishoudenspositie. Volgens de internationale literatuur geeft de huishoudenspositie (of de burgerlijke staat) aanleiding tot systematische sterfteverschillen (Wyke en Graeme, 1992). Deze patronen treden ook voor België duidelijk naar voor in figuur 4.7. De gehuwden met inwonende kinderen (0,53 tot 0,67) hebben duidelijk de laagste sterfte en worden hierin gevolgd door de gehuwden zonder inwonende kinderen (0,67 voor de mannen van 50-54 jaar tot 0,71 voor de oudste leeftijdsgroep). Daartegenover staan de groepen met de hoogste mortaliteit, namelijk de restcategorie (1,53 tot 1,36) en de alleenstaanden (1,49 tot 1,16). Het relatief risico van de alleenstaanden is dus 2,8 tot 1,7 keer zo hoog als dat van de gehuwden met inwonende kinderen. Het grootste sterfteoverschot treedt op voor de restgroep, met heel specifieke huishoudenssamenstellingen. De andere posities getuigen van een iets minder consistent beeld naar leeftijd. In de oudste generaties hebben mannen die bij een kerngezin inwonen het derde hoogste risico met een aanzienlijk tot matig sterfteoverschot (1,23 voor de 55-59-jarigen en 1,13 voor de 60-64- jarigen). In de jongste klasse vertonen zij maar een lichte surmortaliteit (1,03) en hebben de mannen die bij hun ouders inwonen een veel hoger risico (1,33). Voor de 50-54-jarigen geldt dezelfde rangorde, maar bestaat een kleiner verschil tussen beide posities (met waarden van respectievelijk 1,16 en 1,25). Bij de 55-59-jarigen geeft inwonen bij de ouders aanleiding tot een meer gematigd overschot (1,15) en voor de oudste mannen tot slechts een heel klein overschot (1,03). Bij de 60-64-jarigen lijken de ongehuwd samenwonenden zonder kinderen een risicovollere groep (1,10). In de overige leeftijdsgroepen vertonen de ongehuwd samenwonenden zonder kinderen een lichte surmortaliteit. Voor de samenwonenden met inwonende kinderen en de mannen aan het hoofd van een monoparentaal gezin wordt een iets lager risico dan gemiddeld genoteerd. Er kan in zekere zin gesteld worden dat deze posities een intermediaire groep vormen tussen de gehuwden enerzijds en de mannen die geen deel uitmaken van een koppel anderzijds. Voor de 60-64-jarigen geldt dit in veel mindere mate: hier hebben alleen de gehuwden een lager tempo dan gemiddeld. Deze resultaten leunen opnieuw betrekkelijk goed aan bij de internationaal waargenomen patronen. Op het eerste gezicht lijkt de sociale-netwerk-hypothese bevestigd door de cijfers; vooral het gehuwd, maar ook het ongehuwd samenwonen, geeft aanleiding tot een lager relatief sterfterisico. Mannen die geen deel uitmaken van een (heteroseksuele) samenwoonrelatie, in casu de alleenstaanden en degenen die bij een kerngezin of bij de ouders inwonen, hebben meestal een hogere sterfte dan degenen die wel in relatieverband leven. Een nuance is dat hoe "officiëler" het samenwonen, hoe groter dit voordeel. Een traditionele gezinsstructuur, een echtpaar met kinderen, heeft de laagste sterfte. Ongehuwd samenwonenden hebben duidelijk een hoger sterfterisico dan gehuwden. Er bestaan dienaangaande twee verklarende hypothesen voor het verband tussen het gehuwd zijn (of het ongehuwd samenwonen) en het sterfterisico (Goldman, 1993). De eerste veronderstelt een "gezondheidsbevorderend" effect van het huwelijk (of algemener van een samenwoonrelatie) op economisch, sociaal en psychosociaal vlak; de tweede vertrekt van een selectie-effect waarbij gezonde personen meer kans hebben om gehuwd te zijn of om samen te wonen. Om uitspraken te kunnen doen over het belang van beide mechanismen zijn echter longitudinale gegevens vereist over de huishoudenspositie.
IV.1.6 Conclusies
In deze beschrijvende analyse lijken alle socio-economische variabelen na controle voor leeftijd significante sterfteverschillen te genereren. De tendensen zijn in het algemeen systematisch voor de vier leeftijdsklassen en sluiten nauw aan bij de conclusies uit internationaal onderzoek.
...& Wat betreft de vrouwen geven we enkel de conclusie, niet omdat we de dames niet interessant zouden vinden, maar omdat er weinig verschillen met de mannen werden gevonden.
( ... )
V.3 Conclusie
1. In het algemeen sluiten de sterftepatronen van vrouwen goed aan bij deze van mannen. Hoewel de verschillen kleiner zijn bij vrouwen, kan niet ontkend worden dat de mortaliteit ook in de Belgische vrouwelijke bevolking duidelijk differentieert in functie van de socio-economische positie, waarbij de "laagste" klassen de hoogste sterfte hebben.
2. Vrouwen vertonen doorgaans minder intense en minder lineaire patronen dan mannen. Dit geslachtsverschil wordt waargenomen in alle leeftijdsklassen uit de doelgroep van middelbare leeftijd, hoewel het verschil voor bepaalde variabelen nihil is in de oudere generaties. De algemene conclusie komt goed overeen met internationale onderzoeksresultaten, althans voor de individuele variabelen zoals de beroepsstatus en het onderwijsniveau. Voor de strikt individuele kenmerken wordt een andere gradiënt genoteerd bij vrouwen dan bij mannen, typerend voor een specifieke reactie. Voor de huishoudelijke kenmerken, zoals het inkomenstype en de huisvestingskwaliteit, duiken meer gelijkaardige verschillen op in beide geslachtsgroepen. Dit is voor een stuk logisch, aangezien de kenmerken van alle leden van het huishouden, zowel mannen als vrouwen, in deze variabelen opgenomen zijn.
3. In de multivariate modellen dalen de sterfteverschillen bij vrouwen, maar houden ze doorgaans stand. Het geslachtsverschil op vlak van differentiële sterfte vermindert of verdwijnt zelfs na controles voor andere variabelen. Deze controles leiden veelal tot een grotere reductie van de variatie van de coëfficiënten bij mannen dan bij vrouwen, zodat uiteindelijk nog maar weinig verschil bestaat tussen beide geslachten. Mogelijk duiken in de mannelijke populatie mechanismen op die het effect van elke afzonderlijke variabele opblazen, wanneer deze in combinatie met elkaar in hetzelfde model gebracht worden. Bij vrouwen is vermoedelijk minder sprake van dergelijke effecten, waarschijnlijk omdat zij nog steeds sterker beïnvloed worden door hun rol als echtgenote en als moeder. Mannen vormen in deze maatschappij nog steeds de of beter een meer traditionele kostwinner.
...& Vervolgens per streek...
( ... )
VII.2 Sterfteverschillen naar arrondissement bij Belgische mannen:
De hogere sterfte in Wallonië bevestigd Het sterfterisico wordt in dit deel enkel gemodelleerd in functie van het arrondissement waar de man op het ogenblik van de volkstelling woonde25. De resultaten van deze modellen zijn opgenomen in kaart 7.1, gebaseerd op de gemiddelde waarden voor de vijf leeftijdsgroepen samen26. De eigenlijke cijfers kunnen in annex 7.4 gevonden worden, waar ook de waarden voor de vijf afzonderlijke leeftijdsgroepen opgenomen zijn.
Kaart 7.1 : Relatieve sterfterisico's (exponent B-waarden) naar arrondissement, na controle voor leeftijd; gemiddelde waarden voor Belgische mannen in de leeftijdsgroepen tussen 40 en 64 jaar In kaart 7.1 duikt een uitgesproken dichotomie op waarbij de meerderheid van de Vlaamse arrondissementen een waarde kleiner dan één vertoont en omgekeerd bijna alle Waalse arrondissementen een waarde groter dan één en dus een hogere sterfte hebben. De mannen uit Limburg en de Kempen worden gekenmerkt door het laagste risico, hierin doorgaans gevolgd door leeftijdsgenoten uit Antwerpen en uit Vlaams-Brabant. De mannen uit West-Vlaanderen vertonen veelal een sterfte die nauwer bij het gemiddelde van het Rijk aanleunt en zijn dus iets slechter af, althans in bepaalde arrondissementen. Dit geldt ook voor Oost- Vlaanderen. In beide provincies wordt de hoogste sterfte van het Nederlandstalig landsgebied genoteerd, zoals bijvoorbeeld in Dendermonde en Veurne, maar vooral in Oostende, Aalst en Oudenaarde, waar een risico waargenomen wordt dat gelijk of bijna gelijk is aan het nationaal gemiddelde.
In Wallonië hebben bijna alle arrondissementen een hoger risico dan het Rijk, op een aantal uitzonderingen na zoals Nijvel en Verviers, waar de laagste sterfte van het Franstalig landsdeel genoteerd wordt. De gebieden met de hoogste mortaliteit zijn voornamelijk in Henegouwen (in Charleroi en Bergen) gesitueerd en in mindere mate ook in Namen. De Luikse en een aantal Luxemburgse arrondissementen hebben in Wallonië een relatief gunstige positie, met waarden die minder afwijken van het gemiddelde.
VII.5 Conclusies
1.De regionale tendensen komen goed overeen in beide geslachtsgroepen. In het algemeen worden dezelfde lijnen waargenomen, met een hogere sterfte in Wallonië en een lagere in Vlaanderen, zowel bij mannen als bij vrouwen. Bij mannen zijn de regionale sterfteverschillen, net zoals de sociale verschillen, wel iets meer uitgesproken. Ook wordt voor bepaalde arrondissementen een differentieel beeld bekomen in functie van het geslacht. Globaal gesteld duikt bij vrouwen een meer stedelijke gradiënt op, waarbij de stedelijke gebieden doorgaans de hoogste sterfte hebben en de rurale arrondissementen de laagste sterfte. Bij mannen is dit patroon minder uitgesproken.
2. Na controle voor de socio-economische samenstelling van de bevolking blijven deze verschillen behouden in beide geslachtsgroepen. In Vlaanderen zijn duidelijk factoren in het spel die de sterfte op een lager peil houden en in Wallonië elementen die de mortaliteit op een hoger niveau houden, onafhankelijk van de huisvestingskwaliteit, het soort van inkomen, het opleidingsniveau en de huishoudenspositie.
3. De controles voor socio-economische status reiken twee sleutels aan om de regionale sterfteverschillen te interpreteren. De daling of stijging van de sterfterisico's geven aan in welke mate de regionale sterfteverschillen verklaard kunnen worden door statusverschillen. Zo kan voor Charleroi, Bergen en Brussel afgeleid worden dat de oversterfte in aanzienlijke mate samenhangt met het slecht socio-economisch profiel van de bevolking in deze arrondissementen en dit zowel bij mannen als bij vrouwen.
De tweede sleutel wordt gevormd door de verschillen die in het nettomodel blijven bestaan tussen de arrondissementen en dus niet het gevolg zijn van differentiële socioeconomische kenmerken van de bevolking. In essentie blijven vier categorieën over om deze residuele sterfteverschillen te verklaren: milieufactoren, socio-economische omgevingsfactoren, het beleid inzake gezondheidszorg en gedragsfactoren (levensstijl en preventie), in de mate dat deze niet samenhangen met de socio-economische positie, maar wel cultureel bepaald zijn. Het spreekt vanzelf dat deze vier factoren samen ageren en elk voor een variabel deel van de residuele verschillen verantwoordelijk kunnen zijn. De interactie tussen deze factoren kan zelfs een neutraliserend effect hebben waarbij gunstige milieufactoren bijvoorbeeld teniet gedaan worden door een ongezondere levensstijl. Op basis van de beschikbare gegevens in dit onderzoek is het echter niet mogelijk om dieper op deze mogelijke samenhang in te gaan of om verklaringen te kunnen formuleren. Toch kunnen enkele frappante vaststellingen gedaan worden. In eerste instantie blijkt dat de sterfteverschillen tussen het Vlaams, het Brussels en het Waals Gewest gedeeltelijk te verklaren zijn door de verschillen in socio-economische status van de inwoners van de betrokken gebieden. De daling van de mortaliteit in de dichtstbevolkte en meest geïndustrialiseerde gebieden van Wallonië is hier tekenend voor en tevens de aanzienlijke afname van de sterfte in het Brussels Gewest. Toch blijven na controle belangrijke verschillen bestaan waarvoor de socio-economische factoren op individueel vlak geen verklaring kunnen bieden. Vermoedelijk spelen verschillen in milieu, gedrag en gezondheidszorg hierbij een belangrijke rol. Uit de gezondheidsenquête blijkt duidelijk dat de gewesten een aantal belangrijke verschillen vertonen op gebied van levensstijl en gezondheidszorg. In de literatuur werd herhaaldelijk de grote samenhang tussen socio-economisch statuut en levensstijl bevestigd. Het zou dus moeten gaan om verschillen in levensstijl die blijven bestaan na controle voor de socioeconomische status.
In Vlaanderen kunnen na controles drie gebieden onderscheiden worden. Het zuiden van Oost-Vlaanderen en Halle-Vilvoorde vertonen binnen Vlaanderen een belangrijke surmortaliteit, zowel voor mannen als voor vrouwen. Daartegenover staan de Limburgse en Antwerpse Kempen, met een lage mortaliteit voor beide geslachten. De streek van Antwerpen-Mechelen wordt gekenmerkt door een hoge sterfte bij vrouwen, maar door een risico dat nauw bij het Vlaams gemiddelde aanleunt bij de mannen. Verder valt het op dat ook Hasselt bij de vrouwen slechter scoort.
In Wallonië is het veel moeilijker om regionale patronen te onderscheiden die gelijklopend zijn voor mannen en vrouwen. Charleroi, Bergen, Marche-en-Famenne, Dinant en Philippeville doen het slecht in beide groepen, terwijl Moeskroen en Doornik, Thuin en Verviers eerder goed scoren. Opmerkelijk is de hele noord-oostelijke regio van Wallonië (Nijvel, Borgworm, Luik en Verviers) die bij mannen na controle de laagste cijfers vertonen, terwijl dit bij de vrouwen niet het geval is.
Deze onderzoeksresultaten dienen voorzichtig geïnterpreteerd te worden, aangezien twee belangrijke bedenkingen gemaakt kunnen worden bij de regionale analyse. De onderzoekseenheid (het arrondissement) is in eerste instantie een relatief willekeurige administratieve indeling van het territorium. Het is best mogelijk dat belangrijke interne verschillen bestaan binnenin een arrondissement, die hier volkomen gemaskeerd worden. Een fijnere indeling (bijvoorbeeld op gemeentelijk vlak) zou hier eventueel inzicht in kunnen verschaffen. Anderzijds zou een fijnmaziger geografische opdeling tot een ander probleem leiden, dat zelfs reeds opduikt op arrondissementeel niveau. Sterfte is een relatief zeldzaam fenomeen, in het bijzonder bij vrouwen in de bestudeerde leeftijdsgroepen. Hierdoor kan een zekere volatiliteit ontstaan in de resultaten en vooral in de dunbevolkte arrondissementen.
... ?! Iets geleerd beste kamaraden ?!... Of toch liever maar onnozele praat uitkramen in de Story en Dag Allemaal ?!...
Hebben jullie intussen je zo al wel eens afgevraagd... "Waar zijn we mee bezig ?!..."
Ach-ach-ach... Het wel & wee van ons spaarpotje voor de nucleaire ontmanteling
Het editoriaal van de Standaard van 28 oktober 2008. We citeren integraal :
...
...
Energie en grondstoffen
woensdag 11 januari 2006
Waakhond energiemarkt ligt op apegapen
De waakhond die in het oog moet houden of de energiesector wel genoeg geld opzijzet voor de latere ontmanteling van de kerncentrales, ligt op apegapen.
Het geld waarover hij moet waken, is geen geld van de energiebedrijven zoals die laatste beweren, maar geld dat de consument betaalt via zijn - erg hoge - energiefactuur en dat de overheid nadien afroomt.
De Commissie voor Nucleaire Voorzieningen, zoals die waakhond in slecht Nederlands heet, vergadert nauwelijks één keer per jaar. Ze heeft nog altijd geen huishoudelijk reglement. En ze krijgt geen werkingsbudget van de overheid, zelfs niet om de studies te betalen op basis waarvan zij berekent hoeveel geld daarvoor opzijgezet moet worden.
Ze weet ook niet wat de overheid wil inzake ontmanteling. De meeste regeringspartijen zijn niet (meer) voor de vervroegde sluiting van sommige kerncentrales, die een vorige regering vastlegde, maar een beslissing is er nog niet en komt er ook niet snel.
Omdat de commissie op apegapen ligt, is er niemand om aan te klagen dat het tot nu toe opzijgezette geld, voor een groter deel dan mag, terug ter beschikking gesteld wordt van de energiebedrijven Electrabel en Elia. (Toen de commissie dat toch eens poogde te doen, werden prompt drie leden van de atoomlobby in de commissie geparachuteerd.)
En omdat de commissie op apegapen ligt, is er ook niemand om aan te klagen dat de overheid zelf geregeld - ook nu weer voor de begroting 2009 - in die kas graait om haar rekeningen sluitend te maken.
Het is een schande.
Maar het is een wel vaker voorkomend fenomeen in dit land. Er worden commissies en administraties opgericht om problemen op te lossen die de politiek niet kan oplossen, maar zodra die commissies of administraties opgericht zijn, belet de politiek vaak dat ze hun werk consequent doen. Want als ze dat doen, dwingen ze de politiek om de gevolgen daarvan te aanvaarden en dan beperken ze de bewegingsvrijheid van de politiek en dat is het laatste wat die wil.
De onduidelijkheid die daaruit voortvloeit, komt sommigen weleens goed uit. Sommige politici en pressiegroepen hebben er soms voordeel bij dat er onduidelijkheid bestaat over bijvoorbeeld de vraag hoeveel geld er nodig is voor de ontmanteling van die centrales. De een kan dan rustig inhakken op de atoomlobby, en de ander kan rustig orakelen dat de energiesector onheus 'gemolken' wordt.
Doet de politiek dat bewust? Ach. Wellicht niet. Het is een gevolg van het onvermogen van veel van onze politici om keuzes te maken in grote dossiers en de consequenties daarvan te aanvaarden. Terwijl de praktijk hen leert dat onduidelijkheid in grote dossiers hun bewegingsvrijheid vergroot in kleine dossiers waarin velen van hen zich beter thuis voelen en waaraan ze eigenlijk ook meer belang hechten. Dus...
...Maar wat lazen we een heel tijdje geleden ?!...
...
Vraag om uitleg van mevrouw Fauzaya Talhaoui aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid over «de financiële middelen en de ontmantelingsstrategie van kerncentrales» (nr. 3-590)
Mevrouw Fauzaya Talhaoui (SP.A-SPIRIT). - De wet van 11 april 2003 betreffende de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van splijtstoffen bestraald in deze kerncentrales bepaalt dat de kernprovisievennootschap en de betrokken exploitanten aan het opvolgingscomité een voorstel overmaken tot herziene methode van aanleg voor voorzieningen voor de ontmanteling en een voorstel tot herziene methode van voorzieningen voor het beheer van bestraalde splijtstoffen. Dit voorstel moest ten minste een uitgewerkt scenario voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van bestraalde splijtstoffen, een gedetailleerde raming van de betrokken kosten en een berekeningsmethode voor de opbouw van de voorzieningen omvatten.
De mededeling van de Europese Commissie van 26 oktober 2004 over de financiële middelen die gebruikt dienen te worden voor de ontmanteling, waarin de Commissie meldt dat België nog geen concrete ontmantelingsstrategie heeft gekozen, deed bij mij vragen rijzen over het opvolgingscomité en de provisies.
Werd het huishoudelijk reglement van het opvolgingscomité reeds goedgekeurd? Zo nee, wanneer zal dat dan gebeuren? Heeft de Ministerraad het maximaal bedrag dat ten laste van voorzieningen kan worden besteed aan de werkingskosten van het opvolgingscomité, de kosten van de adviezen en de door het opvolgingscomité gevraagde studies, reeds vastgelegd? Heeft het opvolgingscomité het voorstel tot herziene methode van aanleg voor de voorzieningen reeds goedgekeurd?
Wat is het concrete bedrag nodig voor de ontmanteling en voor het beheer van de bestraalde splijtstoffen? Hoeveel daarvan is reeds beschikbaar in het fonds? Hoeveel en welke studies heeft het opvolgingscomité reeds besteld? Welke initiatieven werden recentelijk genomen om de geplande uitstap uit de kernenergie in goede banen te leiden? Welke projecten zijn er in het vooruitzicht?
De heer Marc Verwilghen, minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid. - Het opvolgingscomité voor de ontmanteling en het beheer van bestraalde splijtstoffen heeft zijn huishoudelijk reglement goedgekeurd. Het moet nog door mijn administratie worden voorgelegd.
De administratie heeft een nieuw ontwerp van koninklijk besluit opgesteld waarin een maximaal bedrag is voorgesteld dat kan worden besteed aan de werkingskosten van het opvolgingscomité. Dit voorstel wordt onderzocht en aan de Ministerraad voorgelegd.
Het voorstel tot herziening van de provisioneringsmethodes voor de ontmanteling van de kerncentrales werd door de kernprovisievennootschap overgemaakt aan de leden van het opvolgingscomité kort na het verschijnen van hun benoeming in het Belgisch Staatsblad. Het comité heeft verschillende vergaderingen gewijd aan het herzieningsvoorstel en het opstellen van het advies daarover bevindt zich in zijn eindfase. Ik hoop dat het over enkele weken klaar zal zijn.
Op het einde van 2004 waren de provisies in de boeken van de kernprovisievennootschap de volgende: 990.135.000 euro voor de ontmanteling van de kerncentrales en 2.606.286.000 euro voor het beheer van de bestraalde splijtstoffen. Deze bedragen stemmen overeen met de oude provisioneringsmethodes. Na ontvangst van het advies van het opvolgingscomité zal de kernprovisievennootschap deze bedragen in overeenstemming brengen met de herziene methodes. Eind 2004 zullen de provisies zowel voor de ontmanteling als voor de splijtstoffen overeenstemmen met de huidige waarde van de toekomstige verplichtingen.
Het opvolgingscomité heeft tot nu toe één studie besteld, namelijk aan de NIRAS, voor het onderzoek van de herziene provisioneringsmethodes. Wat de initiatieven betreft die werden genomen om het hoofd te bieden aan de geplande uitstap uit de kernenergie, werden verschillende maatregelen genomen: reserveren van een gebied in de Noordzee voor de inplanting van windmolens; bevordering van de productie en het gebruik van biobrandstoffen; maatregelen om de energiebesparing te bevorderen; diversificatie van onze gasbevoorrading; aanmoediging van nieuwe elektriciteitsproducenten om zich in België te vestigen.
Mevrouw Fauzaya Talhaoui (SP.A-SPIRIT). - Ik dank de minister voor het antwoord. Ik zal de situatie volgen. Het gigantische bedrag dat de minister vermeldde, is nu eenmaal de prijs die we voor kernenergie in de toekomst zullen moeten betalen.
Maar blijkbaar heeft SP.-A-SPIRIT de situatie toch niet zo op de voet gevolgd zullen we maar eufemistisch zeggen ...We laten jullie genieten van een meer recente bijdrage van een intelligente jongen van Synatom, een zekere Meneer Cornelissen :
Jullie moeten dit stichtende stukje leesvoer maar even lezen om de objectieve berichtgeving van Synatom tot jullie hersentjes te laten doordringen na het lezen van het editoriaal van De Standaard. De wereld wordt plots een boeiende plek...
...
Een strikt bewaakte
spaarpot
De Belgische kerncentrales bereiken ooit het einde van hun levensduur. Ze zullen dan moeten worden ontmanteld. Ook het kernafval moet verder worden beheerd. Inmiddels wordt al ruim twintig jaar geld opzij gezet om zich daarop voor te bereiden. De evaluatie van de behoeften, de opbouw en het beheer van de provisies zijn wettelijk strikt gereglementeerd en er bestaan duidelijke procedures voor. De overheid controleert dit proces voortdurend.
Elke particulier, elk gezin, elke onderneming weet dat bepaalde mijlpalen in het leven een lange financiële voorbereiding vereisen. Om bijvoorbeeld ons droomhuis te kunnen bouwen moeten we soms heel lang sparen. Daarbij is het zinvol af en toe de balans op te maken: Stemt de spaarsom overeen met de behoefte, is ze toereikend of misschien wel overdreven hoog? Het antwoord hangt af van verschillende factoren, die kunnen variëren: het gewenste huis, de grondprijs in de regio, de intrest, de bouwkosten, de dalende of stijgende prijsevolutie van bepaalde technologieën, enz.
Ook voor kerncentrales
Deze zeer algemene redenering geldt ook voor de nucleaire provisies die in België worden opgebouwd. Op termijn, dat is geweten, zullen er grote uitgaven nodig zijn die voortvloeien uit het einde van de exploitatie van de huidige Belgische kerncentrales. We zullen de gebruikte splijtstof en het kernafval moeten blijven beheren. We zullen de centrales moeten ontmantelen, dat wil zeggen stilleggen, de laatste splijtstof verwijderen, de installaties afbreken en de sites saneren. En dat moet uiteraard worden gefinancierd.
"De uitdaging is om de nodige bedragen zo precies mogelijk in te schatten. We sturen voortdurend bij."
De sector van de nucleaire elektriciteitsproductie legt daarvoor al sinds de jaren '80 provisies aan. Eenvoudig gesteld: telkens een nucleaire kWh wordt geproduceerd, worden enkele centiemen opzij gezet. Zo is er ondertussen geleidelijk een provisie van 4,5 miljard euro aangelegd. Gilbert Cornelissen, Financieel Directeur van Synatom: "Net zoals voor een particulier is de uitdaging om de bedragen die op termijn nodig zullen zijn, zo precies mogelijk in te schatten. Hun raming is op twintig jaar tijd al sterk geëvolueerd, meer bepaald omdat de technologie vooruitgaat. We passen voortdurend aan. Het grote verschil met particulieren is dat, voor de nucleaire provisies, deze evaluatie zeer streng wordt gecontroleerd door de overheid."
De wet van 11 april 2003 en de wijzigingen van 25 april 2007 hebben een zeer strikt kader bepaald voor de evaluatie en het beheer van de provisies. Omdat de markt is vrijgemaakt en de ondernemingen zijn blootgesteld aan concurrentie, heeft de overheid ervoor gezorgd dat de provisies op termijn altijd toereikend en beschikbaar zullen zijn, wat er ook gebeurt. Ze heeft dus een kader uitgewerkt dat erover moet waken dat de kosten van het nucleair passief in de toekomst niet op de gemeenschap worden afgewenteld. Als daarenboven zou blijken dat de reële kosten van de ontmanteling van de centrales of het beheer van de gebruikte splijtstoffen de bedragen van de provisies overtreffen, kunnen de autoriteiten aan de exploitanten van kerncentrales vragen om het resterende deel bij te passen. De wetgeving is in dit opzicht zeer formeel en deze verplichting is niet in de tijd beperkt.
Synatom, de hoeksteen
Deze wet vertrouwde aan Synatom de rol toe van kernprovisievennootschap. De onderneming bepaalt de strategie, evalueert de toekomstige uitgaven, berekent de nodige provisies en beheert de gelden. Synatom is een private onderneming waarvan het kapitaal voor 100% in handen is van Electrabel. De Belgische staat bezit een "Golden share" en stuurt twee vertegenwoordigers naar de Raad van bestuur.
De Belgische wetgever richtte een Commissie voor nucleaire voorzieningen
op. Ze bestaat uit zes leden die de Staat vertegenwoordigen en
drie leden die Synatom vertegenwoordigen. Het is haar taak om toe
te zien op de wijze waarop de provisies worden opgebouwd en op het
beheer van de overeenkomstige gelden(*). Er bestaat een precieze
methodologie voor het evalueren van de vereiste provisies. Elke drie
jaar is er een herziening die wordt voorgelegd aan de Commissie voor
nucleaire voorzieningen. De eerste evaluatie werd in januari 2004
door Synatom voorgelegd en goedgekeurd. In 2006 werd de herziening
gerealiseerd door de gespecialiseerde teams van Synatom,
Electrabel en Tractebel Engineering. Er werden verschillende mogelijke
beheersscenario's opgesteld, zowel voor de benedenfase van de
splijtstofcyclus het afvalbeheer dus als voor de ontmanteling van
de centrales. De technische en economische hypothesen werden aangepast
om rekening te houden met de meest recente evoluties. Het
dossier werd begin 2007 voorgelegd aan de Commissie.
"Ons werk steunt op een methodologie
en op solide berekeningen die werden goedgekeurd door de Commissie voor
nucleaire voorzieningen."
Gilbert Cornelissen: "Het gaat om heel grondig werk. De Commissie
keurde het dossier midden maart 2007 goed. Dit is een etappe in een
proces dat voortdurend evolueert, laat dat vooral duidelijk zijn. Er
zijn aanbevelingen geformuleerd. Daarmee gaan we aan de slag voor
de nieuwe cyclus van drie jaar die nu gestart is. De volgende mijlpaal
is 2010. Ook in die nieuwe cyclus zullen we werken op basis van een
solide methodologie en berekeningen die - en dat wil ik opnieuw
benadrukken - goedgekeurd zijn door de Commissie voor nucleaire
voorzieningen."
---------- (*) NIRAS en FANC hebben het recht om de vergaderingen van de Commissie bij te wonen en
hebben een raadgevende stem.
----------
HET GAAT OM RAMINGEN
De datum van de ontmanteling van de centrales en van de definitieve opslag van het afval ligt nog veraf. Dit creëert uiteraard onzekerheid over de kosten. Dat is des te meer het geval omdat sommige data zullen afhangen van beslissingen die de regering nog moet treffen, met name inzake kernafval en de opslag ervan. Echter, als Synatom de Commissie voor nucleaire voorzieningen heeft kunnen overtuigen van de betrouwbaarheid van haar berekeningen, dan is dat omdat die gebaseerd zijn op conservatieve hypothesen. Zo is er, bij gebrek aan een beslissing over de bestraalde splijtstoffen, gekozen voor de hypothese van recyclage van die splijtstoffen, wat meteen de duurste is.
CONTROLE VAN HET BEHEER VAN DE FONDSEN
De wet van april 2003 voorziet eveneens volgens welke criteria de fondsen die overeenkomen met de nucleaire provisies mogen worden beheerd. Dit thema komt later nog aan bod in "Nucleaire actualiteit". De Commissie voor nucleaire voorzieningen controleert of die door de wet vastgestelde criteria worden gerespecteerd.
EEN EVOLUTIEF WERK
Bij haar evaluaties baseert Synatom zich op hypothesen die internationaal erkend zijn. Ze omringt zich eveneens met raadgevers die gespecialiseerd zijn in het opstellen van modellen, nl. het Duitse bureau NIS. Robert Leclère, gedelegeerd bestuurder van Synatom: "Dat betekent uiteraard niet dat de evaluaties van maart 2007 onveranderlijk zijn. Ze kaderen in het driejaarlijkse proces dat door de wet is vastgelegd en ze worden in feite voortdurend herzien." In 2007 deed de Commissie voor nucleaire voorzieningen een beroep op de expertise van NIRAS (Nationale Instelling voor Radioactief Afval en Verrijkte Splijtstoffen). Zij overhandigde een rapport aan de Commissie, die het bij haar positief advies voegde. Het omvat onder meer vragen bij bepaalde ramingen, met name de percentages onvoorziene uitgaven en de ramingen van de schaalvoordelen die de gelijktijdige ontmanteling van verschillende centrales op een zelfde site opleveren. Robert Leclère: "We hebben al een planning opgesteld voor bijkomende studies hierover. Dit maakt deel uit van het dynamische proces en zal zeker één van de belangrijke punten zijn die de Commissie in 2010 en 2013 zal moeten analyseren."
...En als kleine suggestie krijgen onze lezers er eveneens een toemaatje bij onder de vorm van een vraagje : in het editoriaal is er sprake van leningen aan Elia, misschien kan het eens nuttig zijn om even te vragen waarvoor deze leningen van Synatom aan Elia moesten dienen ?! ...het is tenslotte het geld van iedereen die een elektriciteitsfactuur betaalt, dus ook van ons en wij zijn erg nieuwsgierige burgers... Een klaar en duidelijk antwoord graag !!
eindelijk een mooi voorbeeld tegen de voedselverspilling ! Of waarvoor stakingen nuttig kunnen zijn...
...
Het is jullie misschien totaal onbekend, maar in wezen zijn wij dus heel aardige mensen en als het goed is, zeggen we het dus ook. Dus lezen we met goedkeurende blik volgend berichtje van ons aller bekende persagentschap Belga :
...
...
dinsdag 28 oktober 2008 | Bron: belga
Stakingen Carrefour goed nieuws voor armen
De stakingen bij Carrefour zijn goed nieuws voor de armenorganisaties in ons land. Omdat brood, verse vis, beleg en verse fruitsappen vaak na één dag al onverkoopbaar zijn, stuurt Carrefour die producten na de stakingen naar goede doelen.
Zo leverde de vakbondsactie bij de nieuwe Carrefour-hypermarkt in Brugge de kansarmenorganisatie Poverello deze week kilos verse vis en liefst duizend broden op. Het ging om de grootste gift voor Poverello in 18 jaar.
Dit is dus een mooi voorbeeld dat het anders kan en dat voedselverspilling kan vermeden worden, dus ook van producten met een zeer beperkte versheidsduur. Misschien kan dit voorbeeld eventjes doorgegeven worden aan Delhaize ?!... Wij wensen Carrefour dus maar meteen proficiat met dit voorbeeld als ze nu nog een kleine inspanning doen om al hun werknemers netjes onder het zelfde paritair comité te laten werken en zo een zelfde ~eerlijk & B-E-H-O-O-R-L-IJ-K & vooral menswaardig~ loon uit te betalen, willen we allemaal klant worden bij hen ! Beloofd !
Het grote geheim van rooie Patrick....verhoogde zooltjes
Onze trouwe lezertjes zullen al wel gemerkt hebben dat wij de laatste tijd erg bekommerd zijn over het wel en wee van de linkerflank van de Vlaemsche politieke wereld. Nu we jullie het geheime wapen van kameraad Keunen hebben verklapt en we Maya Detiège als trouwe labrador in allerlei populaire blaadjes zien opduiken aan de zijde van haar nieuwe vriendje en hondenkenner Chris Dusauchoit...
...& we citeren uit de onverdachte bron van Knack.be
...
BELGIË
'Politici volgen regels BV-land'
22/10/2008 - 13:38
Ook Terzake (Canvas) schenkt woensdagavond aandacht aan het kersverse koppel Maya Detiège en Chris Dusauchoit. Eindredacteur Yves Ponnette vindt een item over het onderwerp relevant. 'Politici gaan zich gedragen volgens de regels van BV-land', zo stelt Ponnette vast.
De romance tussen de SP.A-politica en de presentator van het VRT-televisieprogramma 'Dieren in nesten' krijgt heel wat aandacht in de kranten. Ook Terzake gaat erop in en heeft beiden woensdagavond uitgenodigd in de studio.
'Terzake schenkt normaal geen aandacht aan het privéleven van politici, behalve als ze het zelf organiseren', zo motiveert Ponnette. Hij merkt op dat de bekendmaking dat beiden een koppel zijn wel degelijk op een georganiseerde manier is gebeurd.
'Detiège bracht haar verhaal in Dag Allemaal, terwijl Dusauchoit een en ander dezelfde dag bekendmaakte in Story.' Ponette ziet een evolutie en stelt vast dat politici als Detiège zich gaan gedragen volgens de regels van BV-land.
Volgens de eindredacteur haalt de familie Detiège op dat domein haar gram. Leona Detiège heeft nadat ze geen burgemeester van Antwerpen meer was, deelgenomen aan het programma 'Stanley's route'. Dochter Maya, een veelbelovende politica die ministerabel was, zat in 71° Noord, een soortgelijk survivalprogramma, aldus Ponnette.
Terzake besteedde dinsdagavond al zeer kort aandacht aan het koppel Detiège-Duauchoit op basis van wat in de tijdschriften stond.
Woensdagavond gaat de redactie erop door en heeft ze beiden in de studio uitgenodigd. 'Het doel is een ernstig interview, zonder waarde-oordeel', aldus Ponnette.
Waarom verwondert het ons dan niet als we vernemen...
...
Sp.a pleit voor gratis voorbehoedmiddelen
Sp.a-senator Marleen Temmerman en sp.a-kamerlid Maya Detiège werken aan een wetsvoorstel waarbij voorbehoedsmiddelen zoals de pil, het spiraal en condooms gratis gemaakt worden voor iedereen. Dat stellen ze woensdag in een persbericht.
Als eerste stap pleiten ze voor de terugbetaling van het hormonaal spiraaltje. Dat de gynaecologen tegen dat voorstel zijn, begrijpen Detiège en Temmerman niet.
Detiège en Temmerman broeden naar eigen zeggen op een wetsvoorstel om voorbehoedsmiddelen 'toegankelijker' te maken. 'Dat kan door de prijzen te drukken en bepaalde middelen als de pil, het spiraal en condooms gratis te maken voor iedereen', luidt het.
Als eerste stap hebben Temmerman en Detiège een resolutie ingediend in verband met de terugbetaling van het hormonaal spiraal. 'We focussen eerst op dit voorbehoedsmiddel omwille van de hoge kostprijs van het spiraal (134 euro)', zegt Detiège.
De sp.a-resolutie werd in de Senaat mee getekend door parlementsleden van de meerderheid (CD&V, Open Vld en PS) en de oppositie (Ecolo). Ook bevoegd minister van Volksgezondheid Laurette Onkelinx was het voorstel genegen. Maar dinsdag lieten de Vlaamse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie en de Beroepsvereniging van Belgische Gynaecologen en Verloskundigen weten dat zij gekant zijn tegen de terugbetaling van het hormonaal spiraaltje.
Volgens Johan Van Wiemeersch, de woordvoerder van de gynaecologenverenigingen, zijn er doorslaggevende tegenargumenten. Zo is er de prijs. Hormoonspiraaltjes zijn nu al goedkoop. Als je ervan uitgaat dat ze vijf jaar gebruikt worden, kosten ze 27 euro per jaar. Vergeleken met vijf jaar gebruik van klassieke contraceptiva is het verschil groot.
Temmerman, zelf gynaecoloog, en Detiège zijn verbaasd over het verzet bij de gynaecologen. 'Met verstomming las ik in de Artsenkrant dat de Vlaamse gynaecologen vereniging (VVOG) tegen de terugbetaling van het hormonaal spiraal zouden zijn. Daarvan heb ik nog niets gehoord. Er was geen bevraging, geen vergadering, geen mail aan vooraf gegaan en ik ben nochtans trouw lid van de VVOG. Bij rondvraag vielen alle collegae eveneens uit de lucht. Hiervan had niemand iets gehoord', zegt een verbaasde Temmerman.
Dus gaan we op zoek naar nog meer geheime wapens die onze sossen weer op de rails moeten helpen. ...& Wat vonden we op de uiterst interessante site van Bugarri-shoes met verhoogde zooltjes ?!... & Met de wel volgende doorslaggevende commerciële, wetenschappelijk evenals statistisch gefundeerde argumenten...
...
"Waarom zou ik groter willen zijn?"
Groot zijn biedt vele voordelen. Het volstaat enkele wetenschappelijk bewezen voorbeelden op te sommen. Ze illustreren meteen de positieve impact van het dragen van Bugarri Shoes.
Financiële/Carrière voordelen:
# Mensen in hooggeplaatste posities zijn gemiddeld 5 cm groter dan mensen in lager geplaatste posities.
# Het opstartsalaris van mannen groter dan 1m82 ligt 12% hoger dan dat van mannen kleiner dan 1m82.
# Bij het rekruteren wordt 72% van de grotere persoon aangeworven.
Fysieke voordelen:
# Wist je dat vrouwen liever uitgaan met mannen die minstens 4 cm groter zijn dan zijzelf?
# # Wist je dat het ideaalbeeld van de man een grootte van 1m85 vraagt en de gemiddelde blanke man slechts 1m78 groot is?
# Een recente studie toonde foto's van mannen aan een grote groep vrouwen. Alle vrouwen kozen voor de foto's van grote en middelgrote mannen. Vrouwen vinden grotere mannen klaarblijkelijk aantrekkelijker.
Gezondheidsvoordelen:
# Bugarri Shoes verplichten je rechter te lopen. Je houdt er een betere lichaamshouding op na.
# Bugarri Shoes geven je meer zelfvertrouwen en een nog positiever zelfbeeld. Je voelt je dus een stuk gezonder
Een kleine notitie: wij zeggen niet dat kleine mensen arm, lelijk en ziek zijn! Met deze sectie willen wij enkel statisch aantonen dat je meer kansen hebt om meer te verdienen, aantrekkelijk over te komen en meer zelfvertrouwen op te wekken. Dus, het dragen van Bugarri Shoes verhoogt je kansen tot succes in het leven!
Is dat nu niet interessant beste lezertjes ?!... Of nog net niet helemaal overtuigd ?!... Dan gaan we dus maar enthousiast grasduinen in de getuigenissen van tevreden klanten...
...
Héél tevreden met mijn Bugarri Shoes. Ben niet van de grootste en die schoenen geven me het gevoel van dat tikkeltje meer! Sinds mijn 1ste aankoop, nu 3 jaar terug, draag ik geen ander merk schoenen meer. Ben verslaafd, ben nu aan mijn 7de paar en mijn 1ste paar gaan nog mee, dus ook nog goede kwaliteit! Enkel de maten geven me soms problemen, ik heb maat 40 en moet toch soms 39 nemen.
Karl De Witte, Belgium - 2008-07-02
De schoenen zijn heel comfortabel om te dragen het enige wat mij nog meer zou aanspreken is dat de keuze in de modellen van 10 cm niet erg modieus zijn voor het jonger volk misschien in de toekomst dat daar verandering in kan komen .
Dieter De Grote, Belgium - 2008-05-16
Ik ben zeer tevreden met mijn Bugari schoenen, kheb er lang genoeg achter gezocht, ik zal er allesinds binnenkort weer 2 paar kopen.
Rudi V., Belgium - 2008-02-15
Bedankt voor jullie schoenen. Ik vind jullie schoenen heel goed zitten en je merkt niet eens dat het is verhoogd. Ik wou ook graag weten wanneer jullie weer nieuwe collectie binnenkrijgen.
Jimmy , Belgium - 2008-02-08
Vorige week heb ik een paar Bugarri schoenen aangekocht. Ik draag deze schoenen nu een hele week en ben inderdaad verrast over de kwaliteit en het gemak van deze schoen. Zoals het nu is, is het best mogelijk dat ik nog enkel Bugarri schoenen zal aankopen. De reklame die jullie over deze schoen maken, is voor mij dan ook volledig terecht.
De Vlaamse sossen ontdekken nieuwe strijdlust met de broek op de enkels !
Het "herbronningscongres" heeft onze vlaamse socialisten alweer eens deugd gedaan. De oude waarden werden weer opgepoetst en zijn aan hun come-back bezig. Het rode, waarvoor menig kaloot ooit zó beefde en sidderde, is èindelijk terug en de partij staat weer als een paal !! Lees de enthousiaste commentaar van Frank Keunen, "nomen est omen" zeiden de Romeinen reeds terecht, of in het Vlaams : keunen is inderdaad streektaal voor konijnen en dus ook een Limburgs mandataris van deze toekomstgerichte partij ...en ...niet onbelangrijk !! ..."Adviseur-van-Frank Vandenbroucke" (!!) ...die we overigens de laatste maanden wat bleekjes en magertjes vonden...
...& Zoals naar goede gewoonte citeren we het linkje...
Actueel Nieuws !
...
TIJD OM TERUG JEZELF TE WORDEN:
ONTSTRESSEN EN MEER GEZONDE SEKS
Het sp.a congres in Brussel heeft aangetoond dat de militanten de komende verkiezingen met de nodige strijdlust tegemoet gaan.
Een belangrijke vraag is met welk thema de progressieve krachten zich vandaag het best profileren. Ondanks het feit dat er inhoudelijk een goed en sterk programma aanwezig is, blijkt het linkse gedachtegoed verdrukt te worden door het populisme van extreem rechts.
De golf van globalisering en privatisering leidt vandaag tot het lijden van heel wat menselijke dramas. En wat is er al die jaren vooraf gegaan. Een stijgende werkdruk en een toenemende prestatiedrang. De mens wordt geleefd.
Het wordt hoog tijd dat de winst ondergeschikt wordt aan de menselijke inspanningen op het werk. Winst is nodig. Maar het blijven uitpersen aan een citroen lijdt tot zure gezichten en een verzuurde samenleving. De mens moet er terug zin in krijgen. Mocht ik voorzitter zijn van de sp.a, ik zou gaan voor een maatschappij waar de mens opnieuw zichzelf kan worden. Ontstressen en gezonde seks zouden zeker twee themas die ik in het verkiezingsprogramma zou opnemen. De mensen zouden terug gelukkiger worden, meer tijd kunnen maken voor zichzelf. Minder echtscheidingen als gevolg en de geboorte van meer kinderen die instaan voor een verzekerde economische toekomst.
Wij hebben zo intussen een donkerrood vermoeden dat Franks spreekuur véél succes zal hebben en we kijken dus nu al hoopvol uit naar het vernieuwd socialistisch partijprogramma !! ...Maar intussen mag iedereen het weten : "Caroline, wij zijn er klaar voor ! Begeerte heeft ons aangeraakt en wij lezen met gans andere ogen de mooie tekst van ons aller Internationale !!"
Kameraden, wees dus zo goed om met het advies van kameraad Keunen in gedachten, de oude tekst van ons aller strijdlied te herbronnen !! Vooral de eerste strofe die het krachtigst zal schallen over Vlaamse beemden en polders. Moeders sluit deuren en vensters en verberg uw dochters, want hier komen de nieuwe Vlaamse sossen !!
Ontwaakt, verworpenen der aarde!
Ontwaakt, verdoemde in hongers sfeer!
Reedlijk willen stroomt over de aarde
En die stroom rijst al meer en meer.
Sterft, gij oude vormen en gedachten!
Slaafgeboornen,ontwaakt,ontwaakt!
De wereld steunt op nieuwe krachten,
Begeerte heeft ons aangeraakt!
refrein: Makkers, ten laatste male,
Tot den strijd ons geschaard,
en D'Internationale
Zal morgen heersen op aard.
"Weinig is zeker in deze aardse wereld"... ofte... De Groteske Fabel van de Nachttarieven - PART II-A
...& Beste lezertjes... wij kunnen het nu eens toch niet laten om jullie mee te laten genieten van de hoogstaande debatcultuur in het Vlaamse parlement over de uitbreiding van het nachttarief. ...Moesten jullie soms enige twijfel hebben gekoesterd, dat onze noeste Vlaamse parlementairen niet wisten dat het tarief zou verhogen, dan zullen jullie nu toch eventjes zwaar teleurgesteld zijn...
Nu we het resultaat lezen in het rapport van de CREG durven we haast te stellen dat sommigen bijna visionairen waren, alleen lieten ze uitschemeren dat er iets zou aan gedaan worden... Wij wachten hier anders nog steeds vol ongeduld... maar zoals we hieronder héél klaar & duidelijk lezen : "weinig is zeker in deze aardse wereld" ...& we voegen er hier onmiddellijk aan toe "behalve dat deze bonte bende wel doodleuk met de kl... van het grootste gedeelte van de verbruikers speelt" !!
...& We citeren : ...
...
Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie Vergadering van 13/12/2005
Vraag om uitleg van de heer Jan Peumans tot de heer Kris Peeters, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, over de uitbreiding van nachttarieven voor elektriciteit naar het weekend
De voorzitter: De heer Peumans heeft het woord.
De heer Jan Peumans: Mijnheer de voorzitter, mijn vraag om uitleg is gebaseerd op het antwoord dat minister Verwilghen gaf op een vraag van mevrouw Pieters over de goedkopere stroomtarieven voor KMO´s tijdens het weekend.
Op 18 november 2005 heeft de Vlaamse Regering definitief besloten om het elektriciteitsverbruik van KMO´s in het weekend voortaan aan het nachttarief aan te rekenen. Op 25 oktober 2005 heb ik de minister al een vraag om uitleg over deze maatregel gesteld. De Raad van State had toen net een negatief advies uitgebracht. Blijkbaar zou een bevoegdheidsoverschrijding de procedure bemoeilijken. Dit advies heeft ertoe geleid dat de datum van de invoering met een jaar is uitgesteld. Op 1 januari 2007 zal de nieuwe tarievenregeling van kracht worden.
Indien de federale overheid deze maatregel zou invoeren, zou het probleem in feite opgelost zijn. Om die reden heb ik de bevoegde ministers van de andere gewestregeringen en van de federale regering gecontacteerd. Op 18 november 2005 heeft de Vlaamse Regering evenwel besloten om de maatregel toch zelf in te voeren, met de andere gewesten gesprekken over de gelijktijdige invoering aan te knopen en met minister Verwilghen afspraken over een beperking van de tarifaire consequenties te maken.
Wat dit laatste punt betreft, heeft minister Verwilghen zich zeer duidelijk uitgedrukt.?Ik vraag een actieve medewerking van de gewesten. Ze moeten er duidelijk mee akkoord gaan dat de uitbreiding van het voordelig tarief kan leiden tot een tariefverhoging tijdens de dag.´ Dit is een zeer belangrijke uitspraak. Het mag niet de bedoeling zijn de financiële consequenties af te wentelen op de mensen die voor deze maatregel niet in aanmerking komen. Ik vermoed dat het invoeren van deze maatregel zal leiden tot een verhoging van het dagtarief voor de KMO´s die over een tweevoudige teller beschikken.
Op 25 oktober 2005 heeft de minister verklaard dat de samenwerking met het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest problematisch verloopt. Het is me evenwel niet duidelijk wat er te gebeuren staat indien de gesprekken met het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest mislukken.
Het antwoord van minister Verwilghen op de vraag van mevrouw Pieters is trouwens allesbehalve diplomatisch. Hij somt elementen op waaruit moet blijken dat de gewesten zich als ondeugende kinderen gedragen. Deze reactie komt eigenlijk overeen met de reactie die de heer Penris daarnet al heeft aangehaald. In verband met het GRB heeft minister Verwilghen de gewesten een ontwerp van samenwerkingsovereenkomst voor het kabel- en leidingeninfopunt gestuurd. Op die manier wilde hij achterhalen waar de kabels en de leidingen precies liggen. Hij heeft echter geen antwoord gekregen. Hij heeft de regio´s driemaal opgeroepen om over het invoeren van heffingen op energie te overleggen. Op die manier wilde hij tot een plafonnering komen. Er is geen respons gekomen. Hij somt een heleboel dergelijke voorbeelden op. Hij heeft gepleit voor een harmonisatie van de isolatienormen in de drie gewesten. Hij heeft geen medewerking gekregen. Hij heeft de gewesten verzocht aan de oprichting van een ombudsdienst voor energie mee te werken. De gewesten hebben geen constructieve houding aangenomen. Zijn antwoord op de vraag van mevrouw Pieters is in feite een lange tirade. Ik veronderstel dat u dit niet zomaar over u heen zult laten gaan. Het antwoord van minister Verwilghen is verre van stijlvol. Hij heeft in de Kamer van Volksvertegenwoordigers verklaard dat de gewesten eens met hem moeten praten en dat hij hen dan wel zal zeggen wat er precies moet gebeuren.
Zodra de beslissing van de Vlaamse Regering is bekendgemaakt, hebben allerlei organisaties, waaronder Unizo, vreugdebulletins uitgegeven. Volgens mij bestaat echter het gevaar dat de hele zaak als een pudding in elkaar zal zakken.
Mijnheer de minister, wat is de stand van zaken met betrekking tot de uitbreiding van het goedkoper nachttarief tot heel het weekend? Welke stappen zijn sinds de definitieve goedkeuring door de Vlaamse Regering nog gezet? Waarom heeft de Vlaamse Regering deze beslissing eigenlijk genomen? Op 25 oktober 2005 hebt u zelf nog verklaard dat de invoering van deze maatregel door de federale overheid de meest sluitende oplossing voor het probleem zou vormen.
Zijn er al gesprekken met de andere gewesten aangeknoopt? Zijn de andere gewesten bereid om deze maatregel gelijktijdig in te voeren? Ondervindt de Vlaamse Regering nog moeilijkheden? Wat zal er gebeuren indien een van de andere gewesten weigert de maatregel gelijktijdig in te voeren? Zou een dergelijke weigering de invoering in Vlaanderen hinderen?
Zullen de met de invoering van deze maatregel gepaard gaande kosten enkel op de begunstigden worden verhaald? Zal dit tot een verhoging van het dagtarief leiden? Minister Verwilghen heeft hier alvast naar verwezen. Hoe wilt u de tarifaire consequenties van deze maatregel inperken? Voorziet u hiervoor in een budget?
Wat hoopt u nog van minister Verwilghen te verkrijgen?
Zal de maatregel op 1 januari 2007 in heel Vlaanderen van kracht worden?
Kunnen eventuele gesprekken met andere overheden of adviezen van bepaalde organen nog hindernissen vormen?
De voorzitter: Minister Peeters heeft het woord.
Minister Kris Peeters: Mijnheer de voorzitter, ik blijf altijd zeer rustig. Van elke brief die wij schrijven, houden we een kopie bij. Minister Verwilghen heeft in de Kamer van Volksvertegenwoordigers een hele reeks zaken opgesomd. Ik kan evenwel bewijzen dat we steeds adviezen hebben verstrekt en voorstellen hebben geformuleerd. Niemand kan ons verwijten dat we niet met de federale overheid willen samenwerken.
De heer Peumans heeft trouwens al eens een actuele vraag over de ombudsdienst voor energie gesteld. Ik heb toen aangetoond dat we de federale vragen steeds snel en accuraat hebben beantwoord en dat we toen de nodige voorstellen hebben geformuleerd. Dit geldt, spijtig genoeg, eveneens voor een aantal dossiers die nog niet zijn afgerond.
Ik zal trachten de vragen van de heer Peumans over de uitbreiding van het nachttarief tot het hele weekend te beantwoorden.
U verwees zelf naar de beslissing van de Vlaamse Regering van 18 november. Die beslissing is definitief. Dat houdt in dat ze werd overgemaakt aan het Belgisch Staatsblad. Het besluit werd dus goedgekeurd en zal binnenkort in het Belgisch Staatsblad verschijnen. Ik kan natuurlijk niet in een glazen bol kijken, maar voor wat ons betreft gaat de maatregel zoals voorzien in op 1 januari 2007 - een jaar later dan oorspronkelijk werd gepland. De waarde van het verschijnen van een besluit in het Belgisch Staatsblad is u wellicht duidelijk.
Op 17 november, de dag voor de definitieve goedkeuring door de Vlaamse Regering, werd op het kabinet van de federale minister nog van gedachten gewisseld over deze zaak. Niet wij, maar de federale overheid is immers bevoegd voor de tarieven. Op 17 november werd gepraat over het beperken van de eventuele kosten die gepaard zouden gaan met de uitbreiding van het nachttarief tot de weekends.
Op 2 december werd vergaderd met de kabinetten van de energieministers van de Waalse en de Brusselse regeringen over de gelijktijdige uitbreiding van het nachttarief tot de weekends. We hebben niet gewacht op een federale maatregel die over heel Vlaanderen zou gelden. We wilden niet wachten, want daardoor zouden de leveranciers en de distributienetbeheerders qua timing in moeilijkheden komen. U weet dat er een probleem is op het vlak van de duurtijd van contracten en dat er aanpassingen aan de systemen nodig zijn. Het was voor mij van heel groot belang om de maatregel zo snel mogelijk te laten invoeren. De contracten van bepaalde duur gelden voor één jaar: 1 januari 2006 was niet meer haalbaar, 1 januari 2007 wel, mits een doortastend en snel optreden. We hebben daarom beslist om niet te wachten op de federale overheid.
We zijn ook tegemoet gekomen aan het advies van de Raad van State door het derde lid van artikel 3, dat de beperking van de kosten zou regelen, weg te laten. Federaal minister Verwilghen en de Raad van State waren immers van oordeel dat wij terzake niet bevoegd zijn.
Het besluit werd dus goedgekeurd, er werd overleg gepleegd en we hebben ons geschikt naar het advies van de Raad van State. Het besluit is - wat mij betreft - definitief.
U vroeg ook wat de andere regio´s zullen doen. Daarover werd overleg gepleegd. Het is heel belangrijk om vast te stellen dat er sprake is van voortschrijdend inzicht - bij de een al wat meer dan bij de ander. Het is gebleken dat geen van beide bij voorbaat afwijzend staat tegenover de uitbreiding van het nachttarief tot de weekends. De Waalse energieminister heeft zich in de pers reeds ten gunste van het voorstel uitgelaten, maar beide gewesten hebben tot januari tijd gevraagd om een en ander te bestuderen en om adviezen in te winnen. Wij hebben de adviezen van de SERV, de MiNa-Raad, de VREG, de Raad van State, de ANRE en de CREG aan de afgevaardigden van de kabinetten overgemaakt.
De eventuele kosten die zouden ontstaan door een ongelijke daling van inkomsten en uitgaven van zowel leveranciers als distributienetbeheerders, mogen niet worden verhaald op afnemers die geen voordeel kunnen doen bij de uitbreiding van het nachttarief tot de weekends. Vlaanderen beschikt niet over de bevoegdheid om zelf een regeling uit te werken, want die zat vervat in het derde lid van artikel 3.
De tarieven die de distributienetbeheerders hanteren, worden door de CREG bewaakt op grond van federale regelgeving. De tarieven die de leveranciers hanteren, komen tot stand op de markt, in onderlinge mededinging en in verhouding tot vraag en aanbod. De Vlaamse Regering heeft beslist om met de federale energieminister overleg te plegen om te voorkomen dat voordelen voor gezinnen of bedrijven met een tweevoudige uurmeter zouden leiden tot nadelen voor gezinnen of bedrijven met een enkelvoudige uurmeter. Tijdens het overleg dat plaatsvond op 17 november is alleszins gebleken dat het kabinet van de federale energieminister niet afkerig staat tegenover een beperking van de eventuele kosten. U vernoemde zelf de persberichten in hoerastemming en stelde dat men mogelijks van een kale reis terug zal komen. We zullen hierover blijven spreken met de federale minister.
Ik heb in verleden onderstreept dat het federale niveau ook mee zal stappen in de andere regels omdat de tarifaire regeling afhankelijk is van wat de andere gewesten doen. De beperking van eventuele tarifaire consequenties moet jammer genoeg nog steeds federaal gebeuren. De beslissing van de Vlaamse Regering beoogt geen tarifair effect, maar een milieu- en een comfortsurplus door de verschuiving van het piekverbruik en het nachtlawaai. Zodoende moet de maatregel worden beschouwd als een ecologische en sociale openbaredienstverplichting die, zoals overigens ook de andere openbaredienstverplichtingen, wel tarifaire consequenties met zich meebrengt.
De Vlaamse Regering voorziet niet in een budget, en ook de federale overheid moet niet budgettair bijspringen. Wel rekent de Vlaamse Regering op de federale overheid om eventuele tarifaire consequenties van een voordeelmaatregel voor afnemers met een tweevoudige uurmeter niet ten laste te leggen van afnemers met een enkelvoudige uurmeter.
Op uw vraag of het voordeel niet te klein zal zijn, kan ik natuurlijk nog geen antwoord geven. Om het antwoord op deze vraag te kennen, zijn verdere gesprekken met de federale minister van Energie nodig. Het hangt ervan af of de kosten afhankelijk zullen zijn van het feit of de andere regio´s al dan niet zullen meedoen.
Mijnheer Peumans, weinig is zeker in dit aardse leven, maar de goedkeuring van het besluit door de Vlaamse Regering zal binnenkort in het Belgisch Staatsblad verschijnen, er worden gesprekken gevoerd en in januari gaan de regio´s opnieuw rond de tafel zitten. Het is heel belangrijk om het positieve aspect van de nachttarieven tijdens het weekend te maximaliseren. We beschikken over de zekerheid dat de federale overheid niet zal doorrekenen naar de enkelvoudige uurmeter. De vraag is dus welk voordeel de tweevoudige uurmeters zullen opleveren, maar het antwoord daarop moeten we nog even afwachten omdat we nog niet over alle elementen uit het dossier beschikken.
De heer Jan Peumans: Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. De zaak wordt vervolgd.
...& U begrijpt waarschijnlijk... onze enige commentaar op onderstaande discussie in het Vlaamse cabaret : WOEHAHAHA !!
...
Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie Vergadering van 07/06/2005
Vraag om uitleg van mevrouw Annick De Ridder tot de heer Kris Peeters, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, over de uitbreiding van het nachttarief voor elektriciteit naar het weekend
De voorzitter: Aan de orde is de vraag om uitleg van mevrouw De Ridder tot de heer Peeters, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, over de uitbreiding van het nachttarief voor elektriciteit naar het weekend.
Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Mevrouw Annick De Ridder: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, mijn vraag betreft de uitbreiding van het nachttarief voor elektriciteit naar het weekend. Ik zou dit graag willen koppelen aan het scenario van de gratis stroom voor elk Vlaams gezin.
Vanaf januari 2000 moest ieder gezin een financieel voordeel kunnen genieten door het krijgen van een gratis pakket van 100 kilowattuur stroom. Vanaf januari 2002 werd deze maatregel uitgebreid naar gratis 100 kilowattuur per gezinslid. Op die manier zou een gemiddeld gezin met twee kinderen jaarlijks een financieel voordeel van 74,37 euro krijgen. De gratisstroommaatregel zorgde echter voor een stijging van de totaalfactuur voor de eindafnemer.
Onlangs besliste de Vlaamse overheid om het nachttarief naar het weekend uit te breiden. Om te vermijden dat we in eenzelfde scenario belanden zoals bij de gratis stroom voor elk Vlaams gezin, had ik u graag enkele vragen gesteld. Volgens de bijzondere wet tot hervorming van de instellingen, is de federale overheid bevoegd voor de tarieven. Hoe kan de Vlaamse Regering de voorgestelde maatregel dan doorvoeren? Werd er een ballonnetje opgelaten of denkt u werkelijk deze maatregel te kunnen doorvoeren?
Hebt u advies gevraagd aan de CREG over de impact van deze maatregel op de tarieven? Zo ja, wat waren hiervan de bevindingen? Werden er nog andere instanties bevraagd, zoals de VREG, de MiNa-Raad en de SERV? Werd er overleg gepleegd met de energiesector? Zo ja wat zijn hiervan de resultaten? Werd vooraf overleg gepleegd met de federale overheid, aangezien het een federale materie betreft?
Is het mogelijk informatie te verkrijgen over de verwachte impact van deze maatregel in Vlaanderen en meer bepaald op de factuur van de gezinnen? Bent u van oordeel dat deze maatregel bijdraagt tot een betere werking van de vrije markt in de energiesector? Vindt u het noodzakelijk als minister dergelijke maatregelen te treffen, terwijl leveranciers perfect zelf in convenants zulke nachttarieven tijdens het hele weekend zouden kunnen aanbieden?
De voorzitter: Minister Peeters heeft het woord.
Minister Kris Peeters: Mevrouw De Ridder, ik heb een voorstel gedaan aan de Vlaamse Regering en die heeft een beslissing genomen. Mocht ik zelf niets hebben ingebracht, dan zou de Vlaamse Regering die beslissing niet hebben genomen. Bij deze heb ik een antwoord gegeven op uw laatste vraag.
De Vlaamse Regering wijzigt niet de tarieven, maar de periodes die gelden als daluren en piekuren.
De vorige Vlaamse Regering heeft het advies gevraagd van de SERV en de MiNa-Raad alsook van de VREG, maar niet van de CREG.
In het advies van de VREG, dat u zeker hebt gelezen, staat: '… heeft de VREG de indruk dat de vorige Vlaamse Regering de energiesector niet heeft geraadpleegd'. Ik ga ervan uit dat dit een beslissing is die we met alle voorgaande adviezen verder zullen uitwerken. Zowel op de interkabinettenwerkgroep als in de regering is gezegd dat de federale regering geen bezwaar heeft tegen deze maatregel.
In het advies van de VREG staan zowel 'de te verwachten baten' in termen van kostprijs en piekverschuiving als 'de te verwachten kosten' voor distributienetbeheerders en leveranciers. U kunt dat nalezen.
Uw laatste vraag heb ik al beantwoord. Ik weet nog altijd wat ik doe en als ik iets doe, is dat per definitie ook mijn intentie.
De voorzitter: Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Mevrouw Annick De Ridder: Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord.
Maar als de rode kameraden gaan orakelen, dan luisteren wij met beate bewondering naar hun wijze woorden... want ...WOEHAHAHA !!... van zoveel kennis liggen wij slap
Lees & lacht u eventjes mee...
...
Goedkoper weekendtarief elektriciteit
Steve Stevaert is verheugd dat de Vlaamse regering opnieuw haar goedkeuring heeft aan het voorstel om elektriciteit in het weekend aan te rekenen aan nachttarief. “Deze maatregel is niet alleen financieel interessant. Het verhoogt ook het comfort van gezinnen. Gedaan met na negen uur de was en de plas te doen.”
In mei vorig jaar al lanceerde voorzitter Steve Stevaert het idee om ook in het weekend het nachttarief voor elektriciteitsverbruik aan te rekenen. “Normaal moest deze regeling ingaan op 1 januari 2005. Maar de Vlaamse regering wachtte het advies af van een aantal instanties zoals de SERV, de VREG en de MiNa-raad. Dat advies is er nu en is positief. Het voorstel gaat nu naar de Raad van State voor advies en zou kunnen ingaan op 1 januari 2006”, aldus Stevaert.
Zo'n 30 à 40 procent van de Vlaamse gezinnen beschikt over een tweevoudige uurmeter. Door de uitbreiding van het nachttarief naar het weekend, zullen deze gezinnen jaarlijks een besparing kunnen realiseren. “Voor gezinnen die momenteel nog over een enkelvoudig uurmeter beschikken, wordt de overstap naar een tweevoudig uurmeter aantrekkelijker. Het grote voordeel van de maatregel zit evenwel in het verhoogd comfort. Gezinnen zullen niet langer 's nachts hun (af)wasmachine moeten laten draaien of de strijk moeten doen. Om van een goedkoper tarief te genieten, kunnen zij deze huishoudelijke taken voortaan ook in het weekend uitvoeren”, legt Stevaert nog uit.
Heel wat gezinnen beginnen pas na negen uur 's avonds met de was en de plas, want dan geldt het goedkoper nachttarief. Maar niet enkel 's nachts, ook in het weekend is er minder vraag naar elektriciteit dan overdag. Dus ook in het weekend kunnen goedkopere centrales elektriciteit opwekken. Lagere kosten betekent een lagere elektriciteitsprijs. “Vandaag genieten alleen de grote bedrijven van voordelige weekendtarieven. Daar komt nu dus verandering in”, besluit de voorzitter.
"Weinig is zeker in deze aardse wereld"... ofte... De Groteske Fabel van de Nachttarieven - PART II-B
Begin deel (B) ...Het vervolg...!!
...
Het staat hier nochtans allemaal netjes zwart op wit geschreven, met daarbij eveneens de kostprijs van de installatie van een dubbele uurmeter.. & toch beweerde rooie Steve het omgekeerde...
...
Advies van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt van 6 juli 2004
met betrekking tot het ontwerp van besluit van de Vlaamse regering tot vaststelling van de openbaredienstverplichting, opgelegd aan de distributienetbeheerders met betrekking tot het ter beschikking stellen van de mogelijkheid voor eindafnemers op laagspanning om te kunnen genieten van een elektriciteitstarief op basis van een dag- en nachtmeter, zoals principieel goedgekeurd door de Vlaamse regering op 28 mei 2004.
De Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt;
Gelet op de principiële goedkeuring door de Vlaamse regering op 28 mei 2004 van het ontwerp van besluit van de Vlaamse regering van besluit van de Vlaamse regering tot vaststelling van de openbaredienstverplichting, opgelegd aan de distributienetbeheerders met betrekking tot het ter beschikking stellen van de mogelijkheid voor eindafnemers op laagspanning om te kunnen genieten van een elektriciteitstarief op basis van een dag- en nachtmeter (hierna “het Ontwerpbesluit”);
Gelet op het verzoek van het kabinet van de Vlaamse minister, bevoegd voor het Energiebeleid, aan de VREG om binnen een termijn van een maand haar advies te verlenen over het Ontwerpbesluit, ontvangen per brief op 10 juni 2004;
Overwegende dat het Ontwerpbesluit tot doel heeft een openbaredienstverplichting op te leggen aan de distributienetbeheerders, op basis van artikel 19, eerste lid, 1° van het Elektriciteitsdecreet, en een dergelijke openbaredienstverplichting overeenkomstig dit artikel 19 maar kan opgelegd worden na advies van de VREG;
Heeft het dagelijks bestuur van de VREG op haar vergadering van 6 juli 2004 het volgende advies
goedgekeurd:
I. Achterliggende ratio verbonden aan het invoeren van het
Ontwerpbesluit
De bedoeling van het uitbreiden van het nachttarief is om het verbruik van gezinnen, zelfstandigen en kleine bedrijven te verschuiven naar goedkopere uren. De stroomprijs tijdens het weekeinde wordt verlaagd. Tijdens de piekmomenten, wanneer zeer veel stroom verbruikt wordt, moeten de elektriciteitsproducenten naast de baseload centrales extra piekcentrales inzetten. Dat leidt tot hogere kosten. Als meer mensen stroom gaan verbruiken tijdens de kalme periodes, wanneer het nachttarief geldt, wordt er minder verbruikt tijdens die piekmomenten; dat geeft minder kosten voor de elektriciteitsproducenten.
II. Beoogde baten verbonden aan de invoering van het
Ontwerpbesluit
Het Ontwerpbesluit heeft tot doel het elektriciteitsverbruik overdag tijdens het weekend gelijk te schakelen met het verbruik tijdens de nacht. Eenzelfde aanrekening van het verbruik tijdens de nacht en het weekend, zou de gezinnen met aparte dag- en nachttellers ertoe moeten aanzetten om hun verbruik zoveel mogelijk te verschuiven van weekdagen tussen 17u en 22u (aan dagtarief) naar overdag tijdens het weekend (aan nachttarief).
Dit zou de volgende belangrijke voordelen hebben:
1° het afnameprofiel van elektriciteit (in het weekend) wordt afgevlakt waardoor elektriciteitscentrales efficiënter ingezet kunnen worden en de kwaliteit van de elektriciteitsleveringen beter gewaarborgd kan worden; vraag en aanbod worden beter op elkaar afgestemd: effect op verbruik en prijs, want in een perfecte markt leidt dit inderdaad tot een prijsdaling van de commodity (meer basislast en minder pieklast);
2° doordat het verbruik tijdens het weekend wordt gelijkgesteld met het verbruik tijdens daluren (nacht), zullen de energiekosten van de gezinnen die over aparte dag- en nachtmeters beschikken
dalen: prijseffect.
III. Te verwachten baten verbonden aan de invoering van de
maatregel
a. Afvlakking van het verbruik tijdens het weekend
De eerste beoogde doelstelling bij de invoering van het ontwerpbesluit is ervoor te zorgen dat gezinnen hun verbruik tijdens weekdagen zouden verschuiven naar het weekend waardoor het afnameprofiel van elektriciteit (in het weekend) wordt afgevlakt. Dit laatste zou ervoor kunnen zorgen dat elektriciteitscentrales efficiënter ingezet kunnen worden en de kwaliteit van de elektriciteitsleveringen beter gewaarborgd kan worden.
Basisgegevens:
# Het verbruik op het laagspanningsnet omvat ongeveer 31% van het totaalverbruik in Vlaanderen. Ongeveer 50% van het verbruik op het laagspanningsnet kan toegeschreven worden aan residentiële afnemers. Samen maakt dit dat slechts 15,5% van de geleverde elektriciteit in Vlaanderen wordt verbruikt door residentiële afnemers.
# Ongeveer 65% van de Vlaamse gezinnen beschikt enkel over Normaal Tarief meetinrichtingen. Ongeveer 33% van de Vlaamse gezinnen beschikt over Tweevoudig Uurtarief meetinrichtingen.
# Een residentiële afnemer heeft een tamelijk vlak afnameprofiel waarbij het verbruik tijdens weekenddagen weinig verschilt van het verbruik tijdens weekdagen. Eenvoudig gesteld omvat het verbruik tijdens het weekend ongeveer 2/7e van het jaarverbruik van een doorsnee residentiële verbruiker. Het verbruik tijdens de daguren op weekenddagen is ongeveer 20% van het jaarverbruik van een huishoudelijke afnemer.
# Wasmachine, vaatwasmachine en droogkast verbruiken relatief gezien veel energie en maken ongeveer 25 % uit van het jaarverbruik van een gemiddelde residentiële afnemer:
# Op basis van de synthetische lastprofielen (SLP’s; zie bovenstaande grafiek) van residentiële
afnemers kan men afleiden dat ongeveer 52,33% van het jaarverbruik verbruikt wordt tijdens de daguren van weekdagen, zodat bovenstaande verbruiken slechts voor de helft in aanmerking komen voor een verschuiving naar de weekenduren.
# Ervan uitgaande dat bovenstaande verbruiken enigszins overschat zijn, voorziet een realistisch scenario een verschuiving van het verbruik van weekdagen van ongeveer 5%, het optimistische scenario ongeveer 10%.
Te verwachten effecten:
# Afnemers met twee meters zullen hun energieverbruik tijdens de avonden (vóór 22u) op weekdagen mogelijk voor een deel verschuiven naar het weekend, maar enkel indien dit voor hen een gebruiksgemak met zich meebrengt.
# De verschuiving van het verbruik is te verwachten voor het verbruik van bijvoorbeeld een wasmachine, een droogkast, een vaatwasmachine, een strijkijzer of een elektrische grasmachine, maar niet voor bijvoorbeeld het verbruik verbonden aan het gebruik van verlichting, kookfornuizen, televisies,...
Conclusie:
De invoering van het voorliggende ontwerpbesluit betekent dat 20% van het jaarverbruik van een residentiële afnemer met tweevoudig uurtarief aangerekend wordt aan het goedkopere nachttarief in plaats van het duurdere dagtarief. Afhankelijk van het gebruiksgemak, leidt de maatregel tot een significante verschuiving van het verbruik van ’s avonds (vóór 22u) op weekdagen, naar het weekend. Er wordt verondersteld dat deze maatregel leidt tot een verschuiving tussen de 5 à 10% van het jaarverbruik van een gemiddelde residentiële afnemer met tweevoudig uurtarief.
Het blijft de vraag of deze maatregel zal zorgen voor een vlakker verbruiksprofiel. Als men rekening houdt met het feit dat slechts 15,5% van het elektriciteitsverbruik toegeschreven kan worden aan residentiële verbruikers en, in de meest optimistische veronderstelling, 10% van het jaarverbruik van residentiële afnemers naar het weekend kan uitgesteld worden, zal slecht 1,55% van het totale jaarverbruik in Vlaanderen verschoven worden naar het weekend. Vermits een verschuiving enkel kan toegeschreven worden aan die residentiële afnemers die een tweevoudig uurtariefteller hebben (ongeveer één derde), spreekt men over een verwaarloosbare impact op het Vlaamse afnameprofiel van 0,51%.
b. Prijsvoordeel
Een tweede doelstelling van de maatregel is ervoor te zorgen dat de gezinnen met twee meters, doordat ze hun verbruik tijdens het weekend tegen het (lagere) weekendtarief zullen verrekend zien, lagere energiekosten zullen hebben. Gezinnen betalen een meer marktconforme prijs doordat de vraag naar en het aanbod van elektriciteit beter op elkaar worden afgestemd.
De maatregel geldt enkel voor gezinnen die vandaag al een dag- en nachtteller hebben voor hun stroomverbruik en dit betreft slechts één derde van de Vlaamse gezinnen. Elektriciteitsverbruikers die een enkelvoudige meter hebben, hebben geen voordeel bij het invoeren van de maatregel.
Basisgegevens:
# De meeste netbeheerders hebben een apart distributietarief voor dag en nacht. Zij zijn hier echter niet toe verplicht. Sommige netbeheerders hebben maar één enkel distributienettarief, dat zowel voor dag als nachttarief geldt. Het gaat om Biac, AGEM en Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen. Doordat deze elektriciteit vervoeren voor slechts een verwaarloosbaar aantal residentiële afnemers, maakt dit niet uit bij de berekening van de impact van de maatregel.
# Alle leveranciers (behalve één) die zich richten tot de particuliere markt hebben een apart dag- en nachttarief. Sommige leveranciers rekenen een duurder dagtarief aan bij het gecombineerde dag/nachttarief, dan bij het enkelvoudige dagtarief.
# De prijs van de elektriciteit die verkocht wordt door producenten (al dan niet via de energiebeurs APX) tijdens het weekend en tijdens de nachturen is veel lager dan die tijdens daguren.
Overwegingen:
# Voor netbeheerders maakt het weinig uit of het verbruik van zijn afnemers tijdens de dag of tijdens de nacht gebeurt. De kosten verbonden aan het gebruik van het net blijven dezelfde. De netbeheerder verdeelt deze kosten over zijn verschillende tariefstelsels en specifiek de kosten voor het gebruik van het laagspanningsnet worden verdeeld over de verschillende tariefperiodes
in het geval van tweevoudig uurtarief. Hierbij kiezen de netbeheerders bewust voor een
spanningsveld tussen dag- en nachttarief.
# Transmissienettarieven worden verrekend op basis van het tariefstelsel van Elia aan de invoerpunten van de distributienetten. Hierbij wordt sowieso steeds gewerkt met verschillende tariefperiodes die rekening houden met stille, normale en piekuren. De invoering van de maatregel heeft bijgevolg geen invloed op de kosten voor transmissie van elektriciteit die eveneens door de distributienetbeheerder verdeeld worden over de verschillende tariefstelsels en tariefperiodes op basis van in voorgaand punt vermelde principes.
# Het invoeren van de maatregel zal geen substantiële verschuiving veroorzaken van het verbruik tijdens de week naar het weekend, zodat er nauwelijks sprake zal zijn van een impact op de internationale wholesale markt voor aankoop van elektriciteit. Leveranciers zullen dus geen invloed ondervinden op de totale kosten voor het aankopen van elektriciteit, de prijzen zullen naar alle waarschijnlijkheid niet stijgen of dalen.
# Bij de invoering van de betreffende maatregel wordt ongeveer 20% van het verbruik van laagspanningsafnemers met tweevoudig uurtarief aan het lagere nachttarief verrekend. Bij gelijkblijvende tarieven voor distributie en levering van elektriciteit dalen de inkomsten van de distributienetbeheerders en de leveranciers, bij gelijkblijvende kosten.
Om na te gaan hoeveel het prijsvoordeel voor de afnemers bedraagt, heeft de VREG een aantal basisscenario's uitgewerkt:
A. 1) geen verschuiving verbruik
2) verschuiving verbruik met 5%
3) verschuiving verbruik met 10%
B. 1) gelijkblijvende energieprijzen en distributienettarieven – impact op distributienetgebruiker,
distributienetbeheerder en leverancier
2) aanpassing energieprijzen en distributienettarieven – impact op distributienetgebruiker, distributienetbeheerder en leverancier
Indien de energieprijzen en nettarieven niet worden aangepast, daalt de energiefactuur van een gemiddeld gezin met dubbele teller met ongeveer 56 euro (scenario A1 – B1). Dit voordeel loopt op tot 71 euro indien 5% van het verbruik tijdens de week verschuift naar het weekend en tot 85 euro indien 10% van het verbruik verschuift naar het weekend (A2 en 3 – B1). Er is geen voor- of nadeel voor een gemiddeld gezin met één teller. Voor meer details, zie bijlage.
Indien de energieprijzen en distributienettarieven worden aangepast om rekening te houden met het verlies aan inkomsten (scenario’s A1-2-3 met B2), wordt het voordeel op de energiefactuur van een gemiddeld gezin met dubbele teller geheel of gedeeltelijk gecompenseerd door een verhoging van de prijs van de leverancier en het tarief van de netbeheerder. Op welke manier dit inkomstenverlies wordt gecompenseerd, hangt af van de prijsstrategie van zowel leveranciers als netbeheerders:
# Ofwel wordt het inkomstenverlies gesocialiseerd en gespreid over alle tariefstelsels voor laagspanningsafnemers waardoor zowel het enkelvoudige tarief als het tweevoudige tarief zullen stijgen: In dit geval doet een gezin met tweevoudige teller nog een voordeel en doet een gezin met enkelvoudige teller een nadeel:
De distributienetbeheerder verliest 33,52 euro (A1 – B2); indien dit verlies gespreid wordt over alle afnemers verkleint het voordeel van 56 euro naar 45 euro. De leverancier verliest 15,80 euro (A1 – B2); indien dit verlies gespreid wordt over alle afnemers verkleint het voordeel verder van 45 euro naar 40 euro.
# Ofwel wordt alleen het enkelvoudige tarief verhoogd:
Een gezin met tweevoudige teller geniet 100% van het voordeel, terwijl een gezin met
enkelvoudige teller de volledige kost draagt, wat onaanvaardbaar is.
# Ofwel wordt het inkomstenverlies enkel gecompenseerd bij de afnemers met een tweevoudig tarief, zonder verhoging van het enkelvoudige tarief. Dit kan door een verhoging van het tweevoudige dagtarief, een verhoging van het tweevoudige nachttarief of een verhoging van beide:
Een gezin met tweevoudige teller verliest grotendeels of geheel het voordeel op de energiefactuur. Het voordeel van een gezin met dubbele meter (scenario A1 – B2) verkleint hierdoor van 56 euro tot 7 euro (56 – 33,52 – 15,80); dit verschil is toe te schrijven aan het deel transmissie; Elia heeft geen verliezen door deze maatregel, maar de netbeheerder heeft extra verlies, dat hij naar alle waarschijnlijkheid zal recupereren via een verhoging van de nettarieven. Indien enkel het tweevoudige nachttarief wordt verhoogd, zou het verbruik van de week naar het weekend minimaal verschuiven; indien enkel het tweevoudige dagtarief wordt verhoogd, zou het verbruik van de week naar het weekend maximaal verschuiven.
De effecten verhogen nog bij een stijging van het verbruik met 5 en 10%. Het voordeel wordt groter voor de gezinnen met een dubbeltariefteller (71 en 85 euro), maar de inkomstenverliezen worden opnieuw – afhankelijk van de strategie – gecompenseerd. Voor meer details, zie bijlage.
Conclusie:
Bij ongewijzigde prijzen van de netbeheerders en de leveranciers, zullen afnemers met een dubbeltariefmeter een lagere energiefactuur ontvangen. Het is echter onwaarschijnlijk dat de netbeheerders en leveranciers hun prijsstrategie niet zullen aanpassen. Zij worden immers zonder meer geconfronteerd met lagere inkomsten doordat een deel (20%) van het verbruik van de laagspanningsafnemer met tweevoudig uurtarief niet meer verrekend kan worden aan het hogere dagtarief maar aan het lagere nachttarief. Dit effect wordt enkel versterkt als er ook daadwerkelijk een verschuiving van het verbruik tijdens de normale uren op weekdagen plaats vindt naar het weekend.
Bij gewijzigde prijzen van de netbeheerders en de leveranciers ter compensatie van het inkomstenverlies, kan er niet aangetoond worden dat afnemers met een dubbeltariefmeter daadwerkelijk een lagere energiefactuur ontvangen. Enkel als deze afnemers bewust trachten hun verbruik tijdens de daguren op weekdagen uit te stellen tot het weekend zouden zij een prijsvoordeel kunnen genieten. Echter bij een merkbare toename van het verbruik tijdens de daluren ten nadele van het verbruik tijdens normale uren, zal dit eveneens in de tarieven gecompenseerd worden.
Bovendien kunnen netbeheerders en leveranciers hun strategie zo bepalen dat de minderinkomsten niet enkel gecompenseerd worden door de afnemers met een dubbele teller, maar dat deze kosten gesocialiseerd worden over alle afnemers. Dit zou betekenen dat de afnemers met een enkelvoudig tarief geconfronteerd worden met een tariefverhoging en méér zullen betalen voor hun verbruik, dan vóór de invoering van deze maatregel.
Er kan dus niet met zekerheid aangetoond worden dat de invoering van deze maatregel voor de Vlaamse burgers de energiekosten van de Vlaamse gezinnen in positieve zin zal beïnvloeden.
IV. Te verwachten kosten verbonden aan de invoering van het
Ontwerpbesluit voor netbeheerders en leveranciers
Naast het in voorgaand deel aangetoonde verlies aan inkomsten, zou de invoering van het uitvoeringsbesluit een bijkomende impact hebben op de kosten van netbeheerders en leveranciers.
a. Netbeheerders
# Eenmalige kosten voor de aanpassing van de zendprogramma's van de Centrale Afstandsbesturingen (CAB's, sturing signalen);
# Eenmalige kosten voor het aanpassen van proms (programmeerbare chips) en vervanging van ontvangtoestellen bij afnemers. Dit is zeker nodig in bepaalde delen van Vlaanderen (vooral grensgebieden met Wallonië) waar geen gewone aanpassing van de signaaltreinen mogelijk is. Dit is een ingreep die grote kosten met zich zal meebrengen;
# De impact van het doorsturen van een lager aantal pulsen in het weekend (enkel vrijdagavond en maandagmorgen en niet meer in het weekend) is verwaarloosbaar;
# Doordat de plaatsing van een dubbeltariefteller doorgerekend wordt aan de eindafnemer die een dubbele meter vraagt, is er geen impact op de kosten van een netbeheerder. Er zou wel sprake kunnen zijn van een impact, indien de maatregel veel ruchtbaarheid krijgt en de vraag naar dubbeltarieftellers plots abnormaal sterk zou stijgen en niet volledig en tijdig kan opgevangen worden door de netbeheerders;
# De kosten van de administratieve opvolging van de meetinstallaties zullen gecompenseerd worden door een hoger tarief meterhuur (nuloperatie);
# De kosten voor het informeren van netgebruikers wordt als verwaarloosbaar beschouwd;
# Enig voordeel en kostenreductie kunnen gehaald worden uit een substantiële afvlakking van het globale afnameprofiel van het distributienet: een zo vlak mogelijk energieverbruik maakt het makkelijker om het evenwicht op het net te bewaren (voor de transmissienetbeheerder) en door het temperen van piekbelastingen in de week dankzij de verschuiving van een deel van het verbruik naar het weekend kan het aantal nodige investeringen in netcapaciteit (voor de distributienetbeheerders) verminderen. Aangezien deze maatregel naar alle waarschijnlijkheid niet zal leiden tot een substantiële verschuiving van piekverbruik naar het weekend is deze kostenreductie te verwaarlozen.
b. Leveranciers
# Indien de maatregel volgens de voorziene timing ingevoerd wordt, zullen leveranciers niet in staat zijn tijdig bepaalde leveringscontracten (vaste prijs, all-in contracten) met een vaste looptijd aan te passen waardoor er sprake kan zijn van een substantieel inkomstenverlies;
# Lange termijncontracten met producenten en traders (de sourcingkant) zullen herzien moeten worden;
# Kosten klachtendienst van afnemers die geen dubbele meter hebben en kosten van informatieverstrekking naar afnemers toe die meer uitleg willen over de invoering van de maatregel zijn moeilijk in te schatten.
V. Te verwachten impact verbonden aan de invoering van het
Ontwerpbesluit op eindafnemers
Naast het in voorgaand deel aangetoonde verlies aan inkomsten, zou de invoering van het uitvoeringsbesluit een bijkomende impact hebben op de kosten van netbeheerders en leveranciers.
a. Laagspanningsafnemers met enkelvoudige meter
Afnemers met een enkelvoudige meter genieten niet van het voordeel van het lagere weekendtarief, omdat deze maatregel enkel geldt voor afnemers met een dubbele meter, tenzij zij een dubbele meter aankopen.
De installatiekost van een dubbele meter is echter relatief hoog (in gemengd gebied 450 euro), waardoor de terugverdientijd relatief lang is. Bij een jaarlijks voordeel van 50 euro, duurt het 9 jaar alvorens de kost is terugverdiend, ceteris paribus. Bovendien rekenen sommige leveranciers een hogere vaste vergoeding aan in het geval van een dubbele meter; dit verschil kan ook relatief hoog oplopen. De meterhuur daarentegen is in bijna alle gevallen dezelfde voor enkelvoudige en dubbele teller.
Indien de prijsstrategie van de leverancier en netbeheerder voorziet in een inkomstencompensatie door verhoging van het dagtarief (zowel enkelvoudig als tweevoudig), is het zelfs heel goed mogelijk dat afnemers met een enkelvoudige meter een hogere energiefactuur betalen dan vóór de invoering van deze maatregel.
b. Laagspanningsafnemers met dubbele meter
Afnemers met een dubbele meter genieten van het voordeel van het lagere weekendtarief.
Zij hebben geen extra kosten, omdat zij al een dubbele meter hebben. Afhankelijk van hun energieleverancier, betalen zij een hogere vaste vergoeding dan de afnemers met een enkelvoudige meter. De meterhuur echter is in bijna alle gevallen dezelfde voor enkelvoudige en dubbele tellers.
Indien de prijsstrategie van de leverancier en netbeheerder voorziet in een inkomstencompensatie door verhoging van het dagtarief (zowel enkelvoudig als tweevoudig), wordt het voordeel gedeeltelijk of volledig gecompenseerd en heeft de invoering van deze maatregel ofwel een positief voordeel ofwel noch positieve noch negatieve gevolgen op de energiefactuur van afnemers met dubbele meter.
VI. Globale conclusie
# De distributienetbeheerders zullen hun omzet zien dalen omdat een extra deel van het verbruik gefactureerd wordt aan lagere “nacht”tarieven. Een deel van de kosten van de distributienetbeheerders wordt niet gerecupereerd. Om de gelijkgebleven kosten volledig te recupereren moeten de beide tarieven “dag” en “nacht” stijgen. Bij een verschuiving van het verbruik van “dag” naar “weekendnachturen” versterkt dit effect nog meer.
# Ook de leveranciers zien hun omzet dalen: zij kunnen immers minder aan “dagtarief” aanrekenen. Dit inkomstenverlies zal gecompenseerd worden door een hoger “dag” en/of “nachttarief” voor de consument. Eén leverancier meldde een geschatte daling van de omzet met ruwweg 2%.
# Het voordeel van de afnemer wordt gecompenseerd door een stijging van de tarieven van de netbeheerder en van de leverancier. Sommige leveranciers rekenen een hogere vaste vergoeding voor een tweevoudige teller dan voor één teller. Daardoor wordt het voordeel nog kleiner.
# De maatregel is enkel gunstig voor afnemers met een tweevoudige meter als de prijsstrategie van netbeheerders en leveranciers voorziet in een socialisering van het inkomstenverlies en zowel het enkelvoudig tarief als het dag- als het nachttarief verhoogd worden. Hierbij worden afnemers met enkelvoudig tarief zwaar benadeeld.
# De maatregel is ongunstig voor afnemers met een enkelvoudige meter. De terugverdientijd voor de aanschaf van een dubbeltariefmeter bedraagt verschillende jaren en weegt niet op tegen het voordeel van het lager weekendtarief. Het voordeel op het niveau van de energieprijs wordt in sommige gevallen zelfs volledig teniet gedaan doordat de vaste vergoeding van sommige leveranciers dubbel zo hoog is voor afnemers met een dubbeltariefmeter. Verschillende leveranciers bieden bovendien een lager enkelvoudig dagtarief aan dan het dagtarief van het gecombineerd dag/nachttarief. Dit impliceert dat de investering minder rendabel wordt. Het invoeren van een goedkoper weekendtarief betekent dus geen incentive om over te schakelen van een enkele naar een dubbele teller. De impact kan zelfs dubbel negatief zijn; indien de prijsstrategie van de netbeheerders en leveranciers impliceren dat het enkelvoudig tarief stijgt, wordt de energiefactuur van deze afnemers duurder dan vóór het invoeren van de maatregel.
# De impact op de SLP’s valt af te wachten en zal afhangen van de verschuiving van het verbruik naar het weekend. Het valt sterk te betwijfelen of een verschuiving van het verbruik van laagspanningsafnemers met tweevoudig uurtarief van daguren tijdens de week naar daguren tijdens het weekend effect zal hebben op de globale aankoopcontracten van de leveranciers, omdat het hier gaat over een verwaarloosbaar percentage van het totale verbruik op het Vlaamse distributienet. In een perfecte markt zou dit inderdaad moeten leiden tot een prijsdaling van de commodity (meer basislast en minder pieklast). Aangezien de productiemarkt op dit moment nog geen perfecte competitie toelaat, is er geen incentive voor de dominante producent om zijn verkoopsprijzen (in het weekend) ook effectief te laten dalen. De baten komen op deze manier uiteindelijk daar terecht, waar het niet beoogd was. Bovendien zal in een sterk geïnternationaliseerde aankoopmarkt voor elektriciteit deze, reeds op Vlaams niveau verwaarloosbare verschuiving van verbruik naar het weekend, geheel in het niets verdwijnen.
# Dit uitvoeringsbesluit betreft een interventionistische maatregel die meer in de gebonden markt dan in de vrije markt thuis hoort.
VII. Aanbevelingen
# Het doel van de vrijmaking van de Vlaamse energiemarkt is dat de leveranciers omwille van concurrentieredenen de afnemers aan zich binden, door een scherp prijsbeleid, door klantgerichtheid en een betere dienstverlening, door extra services zoals een energieaudit en door andere getrouwheidsincentives. Dit kan door andere maatregelen beter ondersteund worden door de overheid.
# De VREG heeft de indruk dat de energiesector niet werd geconsulteerd voorafgaand aan het opstellen van het Ontwerpbesluit. Dit zou nochtans een noodzakelijke reflex moeten zijn bij het opstellen van ieder ontwerpbesluit.
# De timing voor invoering van de maatregel is heel krap. Een dergelijke maatregel zou voldoende op voorhand moeten aangekondigd worden, zoniet worden de risico’s indirect doorgeschoven naar de eindafnemers. De marktactoren moeten voldoende tijd krijgen zich aan te passen aan de nieuwe maatregel en de veranderde omstandigheden.
# Indien Vlaanderen lage(re) prijzen wil voor laagspanningsafnemers, moeten dergelijke maatregelen vermeden worden. Ingrijpen op de prijszetting in een vrije markt, werkt dikwijls contraproductief omdat de ene groep afnemers profiteert, terwijl een andere groep de rekening betaalt. In dit geval genieten de afnemers met een dubbele teller, terwijl de afnemers met een enkele meter hun energiefactuur zien stijgen. Bovendien valt het te verwachten dat vooral hoog opgeleide afnemers voordeel zullen doen omdat ze beter geïnformeerd zijn. De sociaal zwakkere afnemer die geen weet heeft van deze maatregel en de initiële investering van de aanschaf van een dubbele meter niet kan doen wegens te duur, worden benadeeld.
# De sleutels tot lagere energieprijzen waarvan alle eindafnemers beter worden, zijn maatregelen om de distributienettarieven te doen dalen en het verhogen en verbeteren van de liquiditeit in de wholesalemarkt, waardoor de concurrentie verhoogt.
# De VREG pleit ervoor om meer tijd en middelen te besteden aan de ontwikkeling en gebruikname van meer performante elektriciteitsmeters. Die moeten het mogelijk maken om het verbruik in te delen in meerdere verbruiksperiodes, waaraan een leverancier dan verschillende prijzen kan verbinden.
We geven jullie hieronder de integrale tekst van de studie van de CREG over de impact van de uitbreiding van het nachttarief naar de wettelijke feestdagen ...
...
Er zijn inderdaad vrolijkere onderwerpen beste lezertjes & dat weten wij ook wel... Maar we willen er iedereen, die toch min of meer bekommerd is om de toenemende armoede & dus het snel stijgende aantal personen die gebruik maken van het sociaal tarief, wijzen op een aantal zaken... Zoals jullie kunnen lezen zal de uitbreiding van het nachttarief naar de wettelijke feestdagen nogmaals tot tariefverhogingen leiden, net zoals het in deze studie zeer duidelijk wordt aangetoond met grafiekjes en tekst dat de eerdere uitbreiding van het nachttarief naar het weekend heeft geleid tot een verhoging van de tarieven van de netbeheerders... & vooral DE LEVERANCIERS !!
Kortom deze uitbreiding komt enkel ten goede van de netgebruikers aangesloten op het laagspanningsnet met een tweevoudige uurmeter of zowat 40 à 45% van de residentiêle netgebruikers zoals de conclusie van deze studie terecht luidt !! Dat wil dus concreet zeggen dat 55 à 60% er absoluut GÉÉN voordeel bij heeft & dus integendeel ook véél duurder zal betalen. ...& Wie zijn nu die gelukkigen ?!... Wel de mensen met een dubbele uurmeter... & in de werkelijkheid betekent dit mensen met een vrij hoog verbruik, die zich de prijs van de installatie van zulke dubbele uurmeter kunnen betalen.We verwijzen ook graag naar een zeer goeie site over stroomtarieven : http://www.stroomtarieven.be/archief/ar040930.htm & we zullen eventjes citeren... maar we vertellen er maar meteen bij dat het gaat over een oude bijdrage, die toch wel enkele heikele vraagjes oproept.
...
...
Wat met dubbele stroomtarieven ?
Vlaams minister van Energie Kris Peeters zegt werk te willen maken van de versnelde installatie van dubbele tariefmeters. Reeds in maart 2003 werd door het Controlecomité voor de Elektriciteit en het Gas beslist om kortingen toe te staan op (citaat:) "de prijs van de vervanging bij de huishoudelijke klanten met het normaal tarief, van een enkelvoudige meter door een elektronische meter die minstens een tweevoudige uurmeting mogelijk maakt." Hiervoor werd door het Comité een fonds opgericht dat zou worden gespijsd door een verhoging van de tarieven met 0,143 eurocent per kWh van de verkopen door de intercommunales.
Door de afschaffing van het Controlecomité op 1 juli 2003 was er gedurende lange tijd geen eenduidige interpretatie over de bevoegdheid om concreet vast te leggen hoe dit fonds moet worden gebruikt. Er was alleen vastgelegd hoe het moest worden gespijsd. Bovendien zijn ondertussen in het Vlaamse Gewest de intercommunales door de liberalisering van de energiemarkt vanaf 1 juli 2003 niet langer meer verkopers van elektriciteit en is dus ook de spijzing van het fonds anders verlopen dan voorzien.
Toch hebben de Vlaamse intercommunales op basis van hun verkopen gedurende de eerste helft van 2003, toen ze wel nog elektriciteit mochten verkopen, de nodige financiële middelen gereserveerd. Op deze manier is in Vlaanderen 7.295.524 euro beschikbaar.
Vlaams minister Kris Peeters wil hierover nu zo snel mogelijk overleg met de netbeheerders en ook met de elektriciteitsleveranciers die op de vrije markt opereren en heeft hen hiervoor reeds opgeroepen. Hij wenst immers duidelijkheid over de doeltreffendheid van financiële steun aan elektriciteitsgebruikers in een vrije marktsituatie.
Het betreffende fonds werd door het Controlecomité, op amper enkele maanden voor haar nakende ontbinding, namelijk opgericht nadat tot uiting was gekomen dat huishoudelijke klanten met een gemiddeld verbruik van 3500 kWh/jaar en die nog niet nog geen tweevoudige uurmeter hebben, in de gebonden markt een relatief nadeel ondervinden tegenover andere klanten. Deze gebonden elektriciteitsmarkt voor huishoudens bestaat nu nog wel in Wallonië en Brussel, maar niet meer in Vlaanderen, zodat de situatie hier heel verschillend is.
Verschillende operatoren in Vlaanderen hebben overigens al ingespeeld op dit "gat in de markt". Diverse leveranciers houden bijvoorbeeld nu al rekening met de lagere kost van het nachtverbruik, ook bij klanten met een enkelvoudige meter, zodat de tarieven bij enkelvoudige meting lager liggen dan de dagtarieven van tweevoudige meting. Er moet dus zeer voorzichtig worden omgesprongen met de toepassing van een regeling die in de monopoliemarkt zijn nut kon hebben, maar in de vrije markt anders moet worden toegepast.
Bovendien blijft ook de metertechnologie en haar kostprijs in evolutie. Het Controlecomité hield trouwens in haar aanbeveling reeds rekening met de mogelijkheden van de elektronica. Vlaams minister Peeters wenst optimaal gebruik te maken van de nieuwe marktsituatie, de nu beschikbare gelden uit het fonds en de toekomstmogelijkheden van de nieuwe meet-technologie'n om deze vrije markt eindelijk de mogelijkheden te geven die ze verdient.
Meteen reikt hij ook een ander probleem aan. In onze nieuwsbrief van 28 mei 2004 ('Stromen stromen dag en nacht') berichtten wij reeds over het voornemen van de Vlaamse regering om het nachttarief ook uit te breiden naar de weekends en hadden wij daar zo onze bedenkingen bij. Wij waarschuwden namelijk voor de negatieve effecten en in het bijzonder juist voor een verhoging van de tarieven.
Diverse organisaties, waaronder de Sociaal Economische Raad van Vlaanderen, de Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen en de marktregulator VREG waarschuwden later eveneens voor de negatieve effecten. Het beoogde effect van 25 tot 50 euro besparing per jaar zou wel eens omgekeerd kunnen uitvallen.
Minister Peeters wil nu beide dossiers aan mekaar koppelen. Hij wil de netbeheerders niet langer verplichten om vanaf 1 januari 2005 tijdens de weekends de nachtteller te laten draaien in plaats van de dagteller, met alle negatieve gevolgen voor de leveranciers en de consumenten vandien.
De beschikbare middelen uit het fonds moeten daarentegen voorbehouden blijven om een daadwerkelijke vrije markt met lagere tarieven en een betere dienstverlening te verzekeren, waaronder de mogelijkheid om met speciale meetapparatuur de klanten de mogelijkheid te geven tijdens de stille verbruiksuren, wanneer de kosten van elektriciteitsproductie geringer zijn, mee te profiteren van dit voordeel.
...
...
Onze ongeoorloofde & uiterst vervelende vragen...
Ons eerste heikele vraagje : Wat is er ondertussen gebeurd met de bijeengespaarde centjes ten bedrage van méér dan 7 miljoen € ?!... Wij beweren niet dat iemand daarmee naar de Bahama's is getrokken... maar we hadden toch graag de bestemming van dit sommetje gekend, dat in feite moest dienen voor de installatie van dubbele uurmeters die nu toch maar mooi door de consumentjes zelf kan worden bekostigd en dat zijn geen bedragen die zo maar door iedereen kunnen worden opgehoest !!
Ons tweede heikele vraagje na de vaststelling dat de waarschuwing voor de verhoging van de tarieven inderdaad netjes is uitgekomen betreft de sociale tarieven. Vermits het sociaal tarief momenteel wordt berekend op basis van het laagste normaal tarief op de markt, kunnen we hieruit besluiten dat de armen omwille van de uitbreiding van het nachttarief voor vrij grote residentiêle verbruikers die bovendien beschikken over een dure dubbele uurmeter (dus een rijkere groep) in feite hun sociaal tarief door deze maatregel hebben zien stijgen. dit betekent weer maar eens, dat men hier de armen laat opdraaien voor de voordelige tarieven van de rijkeren of hebben wij het mis ?!... Alle reacties van verbolgen politici op deze stelling zijn welkom !!
Ons derde heikele vraagje : kan iemand van de politici ons misschien vertellen, welke logica er schuilt in een beslissing om 55 à 60% van de verbruikers meer te laten betalen voor de uitbreiding van het nachttarief. Tenzij het rationeler gebruik van centrales, vermits de piek tijdens de gewone werkdagen wordt afgezwakt. Verder wisten we graag welke logica er dus schuilt in de toch nogal mercantiele redenering bij de distributienetbeheerder & de leverancier van : "ho, ik verdien minder dus dat moet worden gecompenseerd & uiteindelijk uitkomen op een verhoging van de inkomsten ten koste van de zwakste verbruikers."
Deze vraag richt zich dan in hoofdzaak tot de socialisten & eveneens tot de woordvoerders van armenorganisaties die "zogezegd-een-stem-krijgen" ~maar die we jammer genoeg weinig of nooit horen~ in allerlei organen... & die meestal vertegenwoordigd worden door de "Magda-Demeyers-van-Vlaanderen". Magda Demeyer is voor ons dus een uitdrukking ~géén persoon~ die betekent : "iemand die veel praat zonder enige kennis van zaken & waarvan kan verondersteld worden dat ze het goed meent met het onderwerp waaraan ze haar status en inkomen heeft te danken."
Beste lezertjes, jullie vinden hieronder een kraakvers persberichtje van de CREG. Jullie weten inmiddels via ons uitgebreid energiedossier dat dit de Commissie voor regulering van de elektriciteit en het gas is. Lezen jullie dus zeer aandachtig wat deze commissie aan de wereld kenbaar maakt, zodat jullie de afrekening van gas & elektriciteit met een vrolijke glimlach kunnen afwachten, tenzij ze reeds in de bus is gevallen, wat dan hoogstwaarschijnlijk elke redelijke poging tot een simpele glimlach heeft doen verstarren.
Voor diegenen die zich wensen om te scholen tot een klein specialistje wat betreft een beter begrip van "windfall profits" verwijzen we dus graag naar ons energiedebat waar we dit begrip haarfijn hebben uitgelegd. We gaan dat hier dus niet meer herhalen, want blogs hebben nu éénmaal het voordeel om de oudere bijdragen ter beschikking van de lezer te houden.
Voor de iets luiere lezertjes kunnen we dus gewoon stellen dat het hier gaat over gratis emissierechten die aan de elektriciteitsproducenten werden toegekend & die vervolgens door deze vrolijke jongens werden doorgerekend in hun tarieven. Je kan dit in feite vergelijken met een gekregen nieuwjaarscadeau dat je simpelweg tegen de normale winkelprijs doorverkoopt...
Jullie lezen dus wel goed dat het gaat over 1,217 miljard ofte over een goeie 50 miljard oude BFkes op 3 jaar tijd !! ...& Ach oh wee, de producenten, Electrabel op kop natuurlijk schreeuwen & huilen dat het gaat over een verkeerde berekeninsmethodologie, slechte parameters, onnauwkeurige cijfers & meer van dit fraais.
De rest moeten jullie hieronder maar zelf lezen. opgepast we zeggen er onmiddellijk bij dat het niet gaat over de bedrijfswinsten van deze producenten... enkel om een fractie daarvan !! Om jullie een klein ideetje te geven over de totale bedrijfswinst van een groep als Electrabel... anders gezegd de groep Suez-Tractebel... even diep inademen want deze groep kan genieten van de notionele intrestaftrek waar we het ook reeds eerder hebben gehad... nog eens diep inademen... want deze groep werd in 2006 belast aan een belastingsaanslag van... zeer diep inademen & de adem eventjes inhouden... & vooral de eigen belastingsaanslagvoet uit het geheugen wissen... Tatara-taaaa ...0,01% !! Jullie lezen het goed beste lezertjes, nog even herhalen zodat het kan doorsijpelen in jullie hersentjes... 0,01% !! ...Zodat de winst die in 2005 "slechts" 2,6 miljard bedroeg, in 2006 lichtjes steeg naar 8,6 miljard . Denk daar dus maar aan, bij het betalen van de jaarlijkse afrekeningsfactuur.
Dus in vergelijking met dergelijke winstcijfers zijn de 1,217 miljard peanuts, maar ze zouden wel voor betere doeleinden kunnen gebruikt worden & daar hebben we meteen een hele reeks suggesties voor !! Al laten we liever jullie eigen verbeelding werken & gelieve niet te denken aan het terugkopen van Fortis of het schadeloos stellen van de verliezen van de grote of kleine beleggers. Wij dachten eerder aan het drastisch verlagen van het sociaal tarief dat nu door alle verbruikers wordt gefinancierd & het compenseren van de BTW-verlaging tot 6% op gas & elektriciteit zodat hyet voor de staat uiteindelijk een nuloperatie zou worden. De kostprijs van deze verlaging wordt geschat op ongeveer 250 miljoen ... Het kan er dus af, zeggen ze dan bij ons !!
...
...
PERSBERICHT
21 oktober 2008
Gevolgen door de CREG gegeven aan de studie over de impact van CO2-emissierechten op de elektriciteitsprijs in België.
In een recente studie schatte de CREG de windfall profits die de elektriciteitsproducenten realiseerden op de
Belgische markt als gevolg van het gratis toekennen van CO2-emissierechten, op 1,217 miljard tijdens de periode
2005-2007.
De Algemene Raad van de CREG werd door de Minister van Energie verzocht een constructieve dialoog tussen producenten en verbruikers op gang te brengen ten einde de marktwerking te verbeteren.
In het kader hiervan heeft de Algemene Raad aan de CREG gevraagd enerzijds haar analyse voor de periode 2008-2012 verder te zetten en te verfijnen aan de hand van de door de producenten bezorgde gegevens en anderzijds de mogelijkheid na te gaan om de door andere Europese landen aangewende oplossingen naar België over te zetten.
Wat het eerste verzoek betreft, heeft de CREG de producenten gevraagd concrete en realistische voorstellen te doen om methodologie en de gegevens aan te passen. De laatstgenoemden wensten echter geen alternatief of verbetering voor te stellen voor de bestaande methodologie, die zij nochtans ongeschikt achten, noch gegevens te verschaffen die de in de studie naar voor gebrachte hypotheses konden tegenspreken.
De CREG is van oordeel dat haar methodologie wel degelijk op stevige theoretische grondvesten berust en volkomen relevant is. Ze maakte haar berekeningen op basis van de meest nauwkeurige gegevens waarover ze beschikt. De problematiek van de windfall profits verbonden aan het gratis toekennen van emissierechten wordt op ruime schaal erkend en vormt het voorwerp van een consensus. Bij gebrek aan een voorstel voor een beter initiatief zal de CREG vasthouden aan haar methodologie voor het analyseren van de periode 2008-2012.
Wat het tweede verzoek betreft, heeft de CREG een analyse gemaakt van de in andere Europese landen getroffen of voorgenomen maatregelen om de problemen rond de windfall profits het hoofd te bieden. In sommige landen (Duitsland, Spanje, Groot-Brittannië, Zweden) werden maatregelen getroffen om de producenten te verplichten minstens een deel van de gerealiseerde windfall profits terug te storten. Voor de komende jaren hebben sommige landen beslist om preventieve maatregelen in die zin toe te passen, hetzij via mechanismen verbonden aan het systeem van CO2-emissierechten, hetzij via fiscale maatregelen.
Na raadpleging van fiscale deskundigen is de CREG van mening dat een correctieve belasting in België een oplossing zou kunnen bieden.
De statistieken van ons blogje leren ons dat ongeveer 30% van onze lezeressen en lezers van boven de grote rivieren komen. Wij maken dan ook van de gelegenheid gebruik om deze Ollandse fans uitgebreid te groeten & hen meteen te waarschuwen dat we Zeeuws-Vlaanderen nooit-of-nooit zullen opgeven ! Verder wensen wij echter de meest vriendschappelijke relaties met deze Bataven te onderhouden, want we kunnen nog héél véél van hen leren. De recente verwikkelingen rond Fortis bewees hun superieure handelsgeest trouwens nogmaals eens ten overvloede. Het wordt dus de hoogste tijd dat we ons hier in de Zuidelijke Nederlanden wat laven aan hun uitstekende voorbeelden. We gaan meteen wat snuisteren in het Nederlandse energielandschap & ontdekken meteen een resem leuke uitdrukkingen & merkwaardige parallellen met onze eigen energieperikelen.
We lezen daar dat men een stopcontact in zee wil bouwen & daar willen wij natuurlijk héél graag meer over weten...
...
...
Offshore windparkbouwers vechten terug: geen afstandscompensatie gemiste kans
Ingediend door wise op do, 2008-10-02 11:23.
DEN HAAG (Energeia) - Dat minister Maria van der Hoeven afziet van afstandscompensatie voor windparken op zee via de SDE-regeling is "een gemiste kans". Dat zeggen twee grote initiatiefnemers voor offshore windaprken, RWE en Airtricity. Het Ierse bedrijf Airtricity is "zeer teleurgesteld", terwijl RWE zich als grote investeerder niet serieus genomen voelt.
Dinsdag stuurde Van der Hoeven de Tweede Kamer haar antwoorden op vragen over het energierapport. Uit één van de antwoorden bleek dat windparkbouwers die ver offshore hun locatie hebben gekozen, een compensatie via de SDE daarvoor op hun buik kunnen schrijven. Die compensatie zou erop neerkomen dat windparken verder uit de kust recht zouden hebben op een hoger kilowattuursubsidie dan parken dichtbij.
Het gaat hierbij om de windparken die meedoen voor de 'tweede ronde', dus om de 450 MW aan offshore windvermogen dat dit kabinet voor 2011 wil realiseren. Geïnteresseerden kunnen straks, in de loop van 2009, via een aanbesteding proberen aanspraak te maken op SDE-subsidie. Vanaf 2011 is het de bedoeling dat een heel andere systematiek wordt gevoerd: via een aanbesteding worden dan kavels vergund waar een windpark gebouwd kan worden. Omdat iedereen in dat geval in de race is voor dezelfde locatie, is afstandscompensatie niet aan de orde.
Maar voor deze tweede ronde is afstand dus wel belangrijk: locaties ver uit de kust en locaties near shore strijden om dezelfde subsidiepot. Als de SDE-subsidie afstandsafhankelijk zou worden gemaakt, zou er op een gelijker speelveld worden gestreden. Want grofweg kan worden gezegd dat windparkbouwers ver uit de kust duurder uit zijn dan ontwikkelaars dichtbij. De eersten moeten dus een grotere greep uit de subsidiepot doen om hun park rendabel te krijgen, waardoor de vrees bestaat dat de aanbesteding -waarbij prijs een belangrijke factor is- bij voorbaat is verloren.
Van der Hoeven zegt alle initiatiefnemers te hebben geconsulteerd, en een meerderheid achter haar plannen te vinden. Het gaat daarbij om een numerieke meerderheid, en dat steekt tegenstander Sjoerd Sieburgh, directeur development van RWE. "RWE heeft de ambitie om 2.000 MW op de Nederlandse Noordzee te realiseren. Dat is eenderde van het doel van de overheid voor 2020", geeft Sieburgh aan geen kleintje te zijn. Om die reden verwacht RWE serieus genomen te worden, en dat is in de optiek van het bedrijf nu niet het geval.
Volgens Sieburgh is het logisch dat een meerderheid van de initiatiefnemers de plannen van Van der Hoeven steunt. Alle ontwikkelaars die hebben ingetekend op een locatie dichterbij huis hebben natuurlijk geen zin om hun kansen te zien slinken. Patrick Harms van Nuon vertelt Energeia waarom dochterbedrijf Weom liever van afstandscompensatie afziet: "Als er nu, drie jaar later, een gedifferentieerd tarief geïntroduceerd zou worden zouden de regels gedurende het spel veranderd worden."
Maar dat is precies het verwijt dat Bas Batelaan, woordvoerder van Airtricity, het ministerie van Economische Zaken maakt. "Wij zijn vier jaar geleden begonnen met het verkrijgen van vergunningen. Toen was de methodiek nog 'wie het eerst komt, die het eerst maalt'. Wij waren er misschien als bedrijf laat bij, en hebben daarom ingetekend op locaties ver buiten de kust." Maar nu moet Airtricity ineens concurreren met windbouwers op onvergelijkbare -en misschien wel gunstigere- locaties om dezelfde subsidiepot. "De regels van het spel zijn veranderd."
In plaats van afstandscompensatie via de SDE denkt Van der Hoeven aan een zogenoemd stopcontact op zee. Dat komt erop neer dat de verantwoordelijkheid voor het aan land brengen van de elektriciteit bij de landelijke netbeheer Tennet wordt gelegd. Met andere woorden: Tennet neemt de zorg voor de infrastructuur -voor de zeekabels dus- uit handen van de windparkbouwer.
Batelaan van Airtricity zegt te kunnen leven met een stopcontact op zee in plaats van afstandscompensatie in de SDE-regeling. Maar of dat stopcontact er komt, is nog helemaal niet zeker, zegt hij. Ja, er is een motie aangenomen van PVDA-er Diederik Samsom die zegt dat het stopcontact er moet komen, maar op welke termijn is onduidelijk. Van der Hoeven zegt een en ander te onderzoeken, maar blijft vaag over de vraag of de parken uit de tweede ronde nu wel of niet van het stopcontact kunnen profiteren. Afstandscompensatie via de SDE was nu een directe kans om het ongelijke speelveld in elk geval gedeeltelijk op te heffen, zegt Batelaan, en die kans is nu gemist. "Zeer teleurstellend."
In feite komt het er dus doodeenvoudig op neer dat jullie het Belgische systeem willen toepassen waar de onderzeese kabels door het Belgische Tennet (=Elia) worden betaald & doorgerekend aan de verbruikers via hun aandeel in de stroomfactuur. Want bij jullie wordt daar dus openlijk over gedebatteerd, terwijl dat hier in alle stilte & tegen de bestaande wetten & technische reglementen in wordt ingevoerd achter de rug van diegenen die uiteindelijk opdraaien voor de kosten. Alhoewel wij nergens in jullie debat kunnen lezen dat Tennet dit aandeel in de investeringen in de offshorewindmolenparken zal doorrekenen aan de Nederlandse verbruiker... Jullie zijn dus meteen gewaarschuwd !! Want ondertussen duikt het idee van het stopcontact dat hier nog eventjes leek afgevoerd te worden terug op. We geven echter toe dat de uitdrukking van dat stopcontact ons toch wel leuker overkomt dan het hypocriete gefoefel bij ons.
Voor onze Vlaamse groene jongens & meisjes citeren we ook graag uit de zelfde bron een artikel over het functioneren van steenkool- en gascentrales in combinatie met windenergie. Het is een volledig correcte analyse waar geen speld is tussen te krijgen & zulke lectuur citeren we dus maar al te graag... :
...
...
Advies aan kabinet: ruim baan voor gascentrales
Ingediend door wise op vr, 2008-10-03 12:35.
Amsterdam - De bouw van kolencentrales belemmert de ontwikkeling van duurzame stroom in Nederland. Doordat kolencentrales hun elektriciteitsproductie niet snel kunnen terugschroeven als er veel duurzame energie opgewekt wordt, zullen windturbines geregeld stilgezet moeten worden als het hard waait. Gebeurt dat niet, dan ontstaat een overschot aan elektriciteit, waardoor het stroomnet overbelast raakt. De enige oplossing is op zon moment windturbines stil te zetten.
Doordat kolenstroom altijd voorrang krijgt, wordt duurzame windenergie uit de markt gedrukt. Deze ontwikkeling brengt investeringen in groene stroom in gevaar, waardoor het kabinet zijn
doelstellingen voor duurzame energie in 2020 dreigt te missen. De weg moet daarom vrijgemaakt worden voor de bouw van gasgestookte elektriciteitscentrales, stelt het regieorgaan Energietransitie in een rapport dat vandaag verschijnt.
Gascentrales kunnen wel snel worden aan- en uitgezet en zijn daardoor veel flexibeler in hun stroomleverantie. Als het hard waait en er veel groene stroom beschikbaar is, kunnen gascentrales een tandje lager worden gezet.
Volgens het regieorgaan is een flexibel energiesysteem waarbij gas een hoofdrol speelt, uiteindelijk kosteneffectiever dan een systeem gebaseerd op kolencentrales en eventueel kernenergie. We zijn niet tegen kolen, zegt commissievoorzitter Theo Walthie, maar we willen een totaalscenario, en daarin is beperkte behoefte aan kolencentrales.
Doordat het kabinet nog geen keuze heeft gemaakt over de energievoorziening, investeert de markt nu vooral in kolen, zegt Walthie. Er liggen plannen voor vijf nieuwe kolencentrales, waarvan er al een in aanbouw is.
Kolencentrales gaan gemiddeld veertig tot vijftig jaar mee. Besef dat de beslissingen die nu genomen worden, de komende veertig tot vijftig jaar bepalen hoe het Nederlandse energielandschap eruit ziet, aldus Walthie.
Ons gaat het hier niet om 'n standpunt in te nemen voor of tegen de Nederlandse steenkoolcentrales, het gaat hier alleen om aan te tonen dat de bouw van windmolenparken sowieso zal moeten leiden tot de bouw van meer klassieke centrales, al of niet gas-gestookt. Dit leidt dus tot een model waarin bij "véél wind" de klassieke centrale ~die tot nog toe steeds goedkoper electriciteit produceert !~ wat terug wordt geschroefd ten voordele van de windenergieproductie ~die dus duurder is !!~, om overbelasting van het net te vermijden. Het bewijst ook meteen het gevaar voor de destabilisering van het net als we volledige zouden afhangen ~is trouwens volledig utopisch !!~ van windmolenparken. Alleen moet iedereen die dit scenario begrijpt, ook zeer duidelijk beseffen dat de electriciteitsprijs de volgende decennia razendsnel zal blijven stijgen doodgewoon omdat de goedkoopste centrales zeer onrendabel zullen worden ingezet, maar toch mee in de prijs zullen worden doorgerekend...
Iets waar wij jullie ~onze zuinige Ollandse noorderburen~ dus maar meteen willen voor waarschuwen & waarbij wij natuurlijk niet zouden willen, dat jullie hierdoor zouden verplicht worden om massaal jullie sleurhutten te verkopen.
Rooie Janssens dringt aan op 'n nieuw tietincident om de SP-a terug op het goede spoor te krijgen
Linksen van Vlaanderen laat ons allen juichen en joelen want de SP-a houdt een herbronningscongres... Tenminste dàt is de naam die wij eraan geven want zelf bedenken ze toch maar de raarste benamingen, waar ze mee in staat zijn om de meest echte socialist mee te verjagen. De laatste dagen mochten we dus meemaken dat er allerlei linkse figuren nogal krasse praat hadden over het reilen en zeilen van de sossen. Tobback Senior schoot met scherp en kwam ongemeen jong en vinnig uit de hoek en dat als krasse zeventiger. We wachten nog op een even gegronde en klaar geformuleerde kritiek van een iets jongere militant. Verder dan een uitspraak dat ze zitten te wachten op een rooie DeDecker kwamen ze niet. En we beginnen Gennez zelfs enig krediet te geven want zij gaf het enige gepaste antwoord op dergelijk gezever namelijk... en we citeren Belga :
'Een rode Jean-Marie Dedecker bestaat niet. Dat is zoiets als een paarse Louis'. Dat heeft onze sp.a-voorzitster Caroline Gennez zaterdag gezegd op het tweedaagse congres van haar partij aan de VUB in Brussel. Volgens Gennez moeten de Vlaamse socialisten de populistische recepten van LDD niet overnemen, ook al doet de sp.a het niet zo goed in de peilingen.
Inderdaad, één brulboei volstaat ruimschoots al kan wat meer overtuiging in de stem soms wonderen doen maar het moet gefundeerd zijn. Dus een knuffel voor Gennez en we geven toe dat het voorzitterschap er haar niet onknapper op maakt al zal ze nooit Britney Spears evenaren en daar achten we ons niet meteen ongelukkig mee. Ze zal evenmin het charisma van La Pasionaria (Dolores Ibarruri) evenaren die ik in mijn iets jongere periode ooit in Brussel heb mogen aanschouwen en waarvan ik geen iota begreep vermits mijn kennis van Spaans toen en nu nog steeds het nulpunt benaderde.Wat ik daarvan wel heb onthouden is dat het toen reeds oude besje 100 maal meer energie uitstraalde dan de ganse huidige SP-a-kliek tijdens een één-mei optocht en ik wil hier niet verdacht worden van enige sympathie voor de spaanse kommunisten. Ik zie Gennez de andere linksen nog niet meteen op de zelfde manier uitroeien als ons gepassioneerde Dolores en haar kameraden van de PCE hebben gedaan tijdens de Spaanse burgeroorlog en dat siert onze Caroline.Gelukkig voor De Bruyn en Animo trouwens. Ze zullen misschien nog een verkiesbaar plaatsje krijgen op de lijsten. Alhoewel er niet veel rood volk zal verkozen worden als de peilingen gelijk krijgen.Eén ding hopen we hier allemaal en dat is namelijk een hergroepering van links want met amper 15 percent van de stemmen in deze ontluisterende historische periode dat wordt een ramp. Links moet weer beseffen dat er nog steeds uitsluiting bestaat en dat deze zeer sterk toeneemt. Links moet dus van de armoedebestrijding een prioriteit maken. Links mag niet tolereren dat belastingsgeld wordt gebruikt om "beleggers" groot noch klein, te vergoeden voor de geleden verliezen. Links moet bankiers die niet volgens de code Lippens handelden voor de rechtbank brengen en Lippens op de eerste plaats. En volgens ons hebben we weer een historische kans laten liggen: Belgiê had immers beter Fortis geruild voor Zeeuws-Vlaanderen in plaats van voor peanuts met onze Bataafse noorderburen...Het is weer maar eens te laat voor spijt... We raden trouwens onze lezers aan om even terug in de geschiedenis te graven en wat gelijkenissen te zoeken met de huidige gebeurtenissen.
Even een linkje :
...
...
13. De grote krachs in België
In 1934 zijn in België de meeste waarden gedaald tot ongeveer één vijfde van hun oorspronkelijke waarde. Een voorbeeld van deze toestand is het gebouw dat nu nog bestaat op het Poelaertplein te Brussel en waar het ministerie voor Justitie is ondergebracht, juist tegenover het gerechtshof. Dit zeer groot kantoorgebouw wordt in 1932 voltooid voor een grote maatschappij, die er haar maatschappelijke zetel wil vestigen. De maatschappij faalt evenwel en verkoopt haar bezit, dat 46 miljoen heeft gekost, aan de Belgische staat voor 8 miljoen, niet eens 20 % van de waarde.
De algemene toestand is nu zo hopeloos geworden dat niemand nog schijnt te geloven in een ekonomische wederopstanding, of het nu binnen of buiten het systeem gebeurt. De werkloosheid heeft in 1934 haar diepste peil bereikt en nooit hebben zoveel bedrijven hun werkzaamheden moeten stilleggen als tijdens dit jaar. Ook de banken verzwakken steeds meer. Sedert het begin van de krisis zijn er al heel wat verdwenen, en niet noodzakelijkerwijze de kleinste, maar 1934 ziet twee reuzen in moeilijkheden geraken. Wanneer zij falen zal, als nooit tevoren, om wraak worden geroepen. Want de twee instellingen die ten gronde gaan, zijn uitdrukkelijk opgericht geworden ter behartiging der belangen van grote bevolkingsgroepen: de Belgische Bank van de Arbeid voor de arbeiders, de Belgische Boerenbond voor de landbouwers.
De Belgische Bank van de Arbeid was het levenswerk geweest van één der populairste leiders van de B.W.P., Edward Anseele. Zij was bedoeld de kapitalistische maatschappij te bestrijden dank zij de vereniging van de arbeiders in verbruikers-, daarna in produktie-koöperatieven. Teneinde de financiering van de rode fabrieken te vergemakkelijken, had Anseele in 1913 de Belgische Bank van de Arbeid opgericht. Deze onderneming ontsnapte evenwel aan de koöperatieve ideologie en nam de vorm van een naamloze vennootschap aan. De Bank had aandeelhouders, een raad van beheer, enz., was volledig op kapitalistische leest geschoeid en wilde het kapitalisme kloppen op zijn eigen terrein bij uitstek, het bankwezen.
Het is uiteraard steeds moeilijker geworden het socialisme in zijn leiders te herkennen; want wanneer in de B.W.P. stemmen beginnen op te gaan zowel tegen het bestaan van de Bank als tegen de misbruiken die men in het beheer ervan ontdekt, worden zij niet gehoord. De Bank heeft sukses, het bedrijf loopt en het is wel typisch voor de partij dat deze maatstaven voldoende zijn: de oppositie wordt niet gevolgd. Zelfs wanneer uitlekt dat de bank aan de konserva-
[p. 55]
17
18
19
20
de magere jaren
...temeer daar het goede voorbeeld niet van boven kwam. In 1934 faalden de Belgische Bank van de Arbeid (17 en 18) en de Boerenbond (19 en 20).
[p. 56]
1
2
3
4
5
het menselijk tekort
Deze jaren werden niet alleen getekend door werkloosheid en ellende. In 1934 leeft heel België de menselijke miserie mee van Pâturages, waar het grauwvuur een zware mijnramp had veroorzaakt. Bij de ingang van de mijnput wachten uitgeputte mannen en vrouwen (1), terwijl de reddingsploegen onophoudelijk hun levensgevaarlijk werk voortzetten (2). De werkelijkheid is in deze tijd zo grauw en zo hopeloos dat velen er voor vluchten en solaas zoeken in het bovennatuurlijke. In het begin van de jaren dertig verschijnt de Moeder Gods veel meer dan gewoonlijk in talrijke, verschillende oorden: Beauraing (3), Banneux, Onkerzele, Etikhove.... Een grote stroom gelovigen komt er bidden voor hulp, voor genezing (4). Elders, en zelfs in de grote steden, geven religieuze manifestaties van alle slag (hier het Brussels Montaigu (5) de verzuchtingen weer van de bevolking naar een goddelijk ingrijpen waar ogenschijnlijk de mensen hopeloos hadden gefaald.
[p. 57]
1
2
3
de grote krisis
In alle agglomeraties van het land stonden de werkloze arbeiders voor de stempellokalen, waar zij zich dagelijks moesten aanmelden om in aanmerking te komen voor steungeld. Dit laatste werd dop genoemd, de werklozen doppers (1).
De boeren ging het niet veel beter (2 en 3). Waar zij hun produkten niet kwijt geraakten, en ze in vele gevallen hetzij niet oogstten, hetzij vernietigden, daalde ook hun levenspeil in ontzettende mate.
Verbrand koffie om er schepen en lokomotieven mee te stoken. Verbrand maïs om je te verwarmen... Stort aardappels in de rivieren en zet wachten uit langs de oevers om de hongerige mensen te houden, mochten ze deze er willen uitvissen... En de ogen der mensen weerspiegelen mislukking; en in de ogen van de hongerigen is een groeiende gramschap. In de ziel van de mensen zwellen de druiven der gramschap en worden rijp, worden rijp voor de komende oogst. (John Steinbeck / The Grapes of Wrath)
[p. 58]
4
5
6
de grote krisis
Overal begon de bevolking op te staan tegen de regimes die niet bij machte waren de depressie te overwinnen.
In de Verenigde Staten bezetten de arbeiders de Ford-fabrieken te Detroit (4). In de grootwarenhuizen protesteerden de verkoopstertjes tegen loonsvermindering en afdankingen. Zij weigerden de lokalen te verlaten en bleven erin overnachten (5).
In België vonden meer dan eens, bij het graf van de Onbekende Soldaat, dergelijke taferelen plaats (6), wanneer wanhopigen van de Kongreskolom te pletter sprongen...
[p. 59]
7
8
9
de grote krisis
De jaren '30 waren ook een tijd van betogingen. Men hoorde en zag evenwel geen algemene slogans meer, maat onmiddellijke eisen: vermindering van de huishuur en uitdeling van kolen (7), behoud van het reeds zo lage steungeld (8), geen loonsverlaging (9). Niet alleen de arbeiders betoogden, ook de bedienden, ook de middenstand.
[p. 60]
10
de grote krisis
In vele landen trokken de werklozen in hongermarsen naar de hoofdstad, naar Londen (10), naar Parijs (11), naar Washington....
Uit deze tijd dateren taferelen als dit op foto 12. Werklozen die hebben deelgenomen aan de hongermars op Parijs hebben onderdak gevonden in een bioscoop, na de laatste vertoning.
11
12
[p. 61]
13
de grote krisis
Te Brussel werd, in 1933, een hongermars verboden en werden de manifestanten opgeleid (13). In de Borinage groeiden stakingen uit tot een revolutionaire beweging die met geweld tekeer werd gegaan (14). Zo ernstig was de toestand dat de rijkswacht alle essentiële gebouwen of instellingen, als b.v. de electriciteitscentrale te Monceau a/d Samber (15), moest bewaken.
14
15
[p. 62]
16
17
18
de grote krisis
Ook de vrouwen kwamen steeds meer in massa op straat. Tijdens de opstandige dagen in de Borinage vond men hen steeds aan de zijde van de mannen (16). Maar niet alleen in de Borinage werd de bitterheid groter; het hele land eiste met steeds meer klem werk en brood (17 en 18). Het werd duidelijk dat er iets moest gebeuren, dat men voor definitieve dingen stond.
[p. 63]
tieve katholiek-liberale regering koncessies heeft gevraagd in Belgisch-Kongo, dat dit verzoek werd ingewilligd en de socialistische instelling ook nog aan kolonialisme begint te doen, wordt het protest van de oppositie in de partij zonder meer opzij geschoven. Een speciale B.W.P.-kommissie, aangesteld om het probleem van de Bank van de Arbeid te onderzoeken, keurt op het principiële vlak het bestaan ervan goed en vindt het beleid korrekt. Juist daarna, de 28ste maart 1934, staakt de bank evenwel haar betalingen. Wat is er gebeurd?
De bank heeft zich, vanaf haar ontstaan, toegelegd op het financieren van de textielindustrie. Zij heeft, bij de hoge vlucht die deze nijverheid na de oorlog heeft genomen en vooral tijdens de voorspoedige jaren 1926-1930, uitstekende zaken gedaan. Zij is dan blijven voortvliegen op de vleugels van het sukses en heeft, zoals zovele banken in deze tijd, zwaar geïnvesteerd in bedrijven, die wel tijdelijk winstgevend maar daarom niet altijd gezond waren. Zij heeft evenwel geen noemenswaardige problemen gekend tot zij de financiering van een cellulosebedrijf in het Gentse op zich heeft genomen. De aandelen die de Bank van de Arbeid daartoe in omloop heeft gebracht worden op de markt aangeboden juist wanneer de ekonomische krisis voor goed in België is uitgebroken. Het sukses van de uitgifte is nul. De andere zowel binnen- als buitenlandse waarden, die in het bezit zijn van de bank, zijn intussen ook gedaald tot een fraktie van de waarde waartegen zij werden gekocht, zodat de mislukking van de cellulose-affaire wel op een zeer slecht moment komt.
Wanneer de bank een tekort aan vers geld vertoont om haar lopende zaken af te handelen, moet zij de hulp inroepen van de zeer konservatieve regering van Charles de Broqueville. Zij wordt natuurlijk niet met open armen ontvangen; de regering stelt strenge voorwaarden, die de bank niet kan vervullen. Zij staakt haar betalingen en moet sluiten. De weerklank van de krach is in alle kringen zeer groot, maar in de socialistische sfeer is de desillusie volledig. Niet alleen heeft de beweging zich ten zeerste vergaloppeerd door zo eng met het bestaand systeem samen te werken dat grote socialistische instellingen niet meer van gelijkaardige kapitalistische inrichtingen kunnen worden onderscheiden; niet alleen heeft zij het kapitalisme niet geklopt op eigen terrein, maar leidende, toonaangevende figuren zijn volledig in het kapitalistisch bestel verstrikt geraakt, hebben zich op onaanvaardbare wijze verrijkt en de beweging van haar oorspronkelijke finaliteit weggeleid.
De desillusie van de socialistische arbeidersbevolking vindt een rechtse repliek in deze van de katholieke landbouwers, wanneer bij het einde van hetzelfde jaar 1934, de Belgische Boerenbond faalt. De Boerenbond is, tijdens de goede jaren, dezelfde politiek gaan volgen als de Bank van de Arbeid. Hij is het geld, dat hem door de Belgische landbouwers werd toevertrouwd, gaan omzetten in nijverheidsaandelen. Toch is er een groot onderscheid met de Bank van de Arbeid. In tegenstelling tot de arbeiders, die wat geld in de bank hadden, maar die slechts de bedragen riskeerden die zij deponeerden, voorzag het statuut van de Boerenbond in de solidariteit van zijn leden met het beheer van de instelling. Mocht deze laatste in gebreke blijven dan zouden de landbouwers medeverantwoordelijk zijn voor de tekorten in dezelfde mate als zij in de goede jaren profiteerden van de winsten.
Wanneer de krisis komt, bevindt de Boerenbond zich in het bezit van een groot aantal industriële aandelen, waarvan de waarde in betrekkelijk korte tijd terugloopt tot één vierde of één vijfde van het oorspronkelijk bedrag. En dit zou al erg genoeg zijn op zichzelf, mocht niet een bijkomende faktor de toestand van de Boerenbond nog verslechteren. In feite heeft het beheer van de Boerenbond gespekuleerd; het heeft met het spaargeld van de landbouwers aandelen gekocht, mits vanzelfsprekend de verplichting aan de landbouwers intrest op de gedeponeerde bedragen te betalen. Dit blijkt, einde 1934, boven de kracht van de Boerenbond te liggen. Ook hier worden de betalingen gestaakt.
Men toont voor deze instelling meer begrip dan voor de Bank van de Arbeid; de regering vraagt het parlement een wet goed te keuren waardoor de met de Boerenbond solidaire landbouwers het bankroet wordt bespaard. Dat belet niet dat, na de arbeiders, een andere grote bevolkingsgroep wordt getroffen, niet alleen in zijn bezit maar ook in zijn geloof in instellingen die als vanzelfsprekend werden beschouwd en wier weinig glorievol einde uiteindelijk het establishment van links en van rechts in het gedrang brengt.
[p. 64]
Het falen van beide grote ondernemingen wordt inderdaad als het ware een symbool van de teloorgang van het bestaand regime; want benevens beide bankroeten ontstaat rond het hele bestel een geur van schandalen, van weinig doorzichtige handelingen en belangen, van bindingen van politici met financiers; kortom, terwijl het systeem niet bij machte blijkt de problemen op te lossen, waarin de maatschappij is verzeild geraakt, wordt het ook nog synoniem met korruptie. Niemand gelooft nog dat het in zichzelf voldoende kracht zal vinden om hervormingen door te zetten.
Tijdens de Grote Krisis, die de generaties die haar hebben meegemaakt voor hun leven heeft getekend, wordt de bestaande orde gewogen en te licht bevonden. Wat dit ook voor ons zou kunnen betekenen ligt voor de hand. Want in die dagen heeft men enkele sprekende voorbeelden voor ogen: Italië en Duitsland.
Maar we waren bij Gennez gebleven en haar SP-a even een testje doen : surf met ons naar de website van de SP-a
...
...
STANDPUNTEN
Ook jouw pensioen is verzekerd
Hoe zien wij de toekomst van de sociale zekerheid in het algemeen en de pensioenen in het bijzonder?
sp.a gaat resoluut voor een nieuw én beter sociaal model dat werkt voor iedereen. Met daarbij veel aandacht voor de pensioenen. We willen een goed, sociaal en rechtvaardig pensioenstelsel voor iedereen. Net daarom willen we de pensioenen optrekken tot 70 procent van het laatste nettoloon. Nu bedraagt dat gemiddeld 62 procent. We kiezen dus voor een aangepast pensioenstelsel dat inspeelt op de verwachtingen van iedereen.
Het debat over de toekomst van het huidige pensioenstelsel voert men, spijtig genoeg, al te vaak vanuit één enkel oogpunt. Namelijk vanuit de financiële leefbaarheid van de wettelijke pensioenen. Zonder aandacht te besteden aan de sociale rol en impact van het pensioen. Voor ons is de sociale impact van pensioenen nét belangrijk.
Het pensioen moet dienen om er voor te zorgen dat gepensioneerden een aanvaardbaar welvaartsniveau bereiken. Het armoederisico bij 65-plussers ligt duidelijk hoger dan bij de rest van de bevolking. Zonder pensioen zou 90 procent van hen een inkomen hebben dat onder de armoedegrens ligt. Mede dankzij het pensioen daalt dit risico aanzienlijk, wat wijst op het belang van het pensioen om boven de armoedegrens te blijven. Het pensioen moet niet dienen om niet-arm te zijn.
We pleiten ook voor een veralgemeende toegang tot aanvullende pensioenen. De uitbouw van deze tweede pensioenpijler tot een aanvullende sociale bescherming moet leiden tot de democratisering van het stelsel en tot meer solidariteit. Zodat iedereen ervan kan genieten. De tweede pensioenpijler mag voor ons geen beleggersclubje voor de happy few worden.
Zullen de pensioenen wel betaalbaar blijven?
De vergrijzing is een succes. Laat dat duidelijk zijn. Het is het resultaat van langdurige inspanningen die hebben geleid tot betere arbeidsomstandigheden, betere sociale voorzieningen, betere behuizing, een hogere scholingsgraad en tal van andere verwezenlijkingen die het welvaartsniveau van de bevolking hebben opgetrokken. De vergrijzing stelt ons ook wel voor extra uitgaven, maar dat mag ons absoluut niet beletten om de mensen een goed pensioen te garanderen. Tussen 2000 en 2030 neemt de pensioenkost toe met ruim 30 procent. Het komt er dus op aan voldoende middelen te reserveren om de kosten van de vergrijzing op te vangen.
Om die toekomstige pensioenen veilig te stellen, lanceerde toenmalig minister van Begroting Johan Vande Lanotte in 2002 het Zilverfonds. Jaarlijks wordt dat fonds gespijsd met 620 miljoen euro. Het fonds bevat nu al ruim 14 miljard euro, voornamelijk uit eenmalige inkomsten. Vanaf 2007 vloeit het begrotingsoverschot door naar het Zilverfonds.
Met het fonds willen we mooi op tijd de nodige reserves voor de pensioenen aanleggen. Een collectieve appel voor de dorst, zeg maar. Voor jong, oud en iedereen daar tussenin. Zo stellen we ook jouw pensioen veilig.
De opgebouwde reserves van het Zilverfonds mogen slechts worden aangesproken na 2010 en vanaf het ogenblik dat de Belgische schuldgraad lager is dan 60 procent van het BBP.
Zal dat Zilverfonds wel volstaan?
Nee. Naast het Zilverfonds is het ook noodzakelijk om de activiteitsgraad van oudere werknemers te verhogen. In België bedraagt de totale tewerkstellingsgraad ongeveer 61,1 procent. Vooral bij de leeftijdsklasse van 55 tot 64 jaar zitten we met een achterstand op het vlak van tewerkstelling. In ons land werkt slechts 31,9 procent van de 55- tot 64-jarigen, terwijl het Europese gemiddelde 42,6 procent bedraagt. Enerzijds steunen mensen dus langer op onze sociale zekerheid door vroeger met pensioen te gaan. En anderzijds dragen zij steeds korter bij tot de financiering van de sociale stelsels omwille van een kortere actieve loopbaan door langer te studeren en vroeger met pensioen te gaan. Dat leidt tot een onevenwicht van het sociaal stelsel.
Deze huidige trend omgooien is een noodzakelijke voorwaarde om de welvaartsstaat zélf verder uit te bouwen. Hierdoor verminderen de kosten en genereren we inkomsten. Oudere werknemers beschikken bovendien over een rijke ervaring die het bedrijfsleven moet waarderen. Het aan het werk houden van de 55-plussers zal één van de belangrijkste uitdagingen zijn van het beleid.
Moeten we dan allemaal zomaar langer werken?
Sinds 1 januari 2007 is er dankzij Bruno Tobback de pensioenbonus. Een bonus op het maandelijks pensioenbedrag voor mensen die minstens 62 jaar zijn of een loopbaan van 44 jaar achter de rug hebben én verder blijven werken. Zij krijgen een uniforme forfaitaire pensioentoeslag van 2 euro per dag of 52 euro per maand. Jaarlijks komt er dus 624 euro bij als je langer werkt.
Wat levert de jaarlijkse welvaartsbonus op?
Gepensioneerden krijgen sinds april 2007 een jaarlijkse welvaartsbonus bovenop hun pensioen. De bonus bedraagt 75 euro per jaar voor iedereen met een loopbaan van minstens 20 jaar als werknemer of zelfstandige. Mensen die 10 tot 20 jaar gewerkt hebben, krijgen 35 euro per jaar. Elk jaar verhogen we die welvaartsbonus tot het bedrag zo hoog is dat we van een 13de maand voor gepensioneerden kunnen spreken. Zon 1 miljoen gepensioneerden ontvingen op 2 april 2007 de welvaartsbonus. Namelijk alle mensen die over een minimumpensioen beschikken en mensen die al 15 jaar pensioen krijgen.
Moeten mensen zelf sparen voor hun pensioen?
Het pensioensparen en de individuele levensverzekeringsproducten zijn geen goede formules voor een pensioenbeleid. Waar het wettelijk en het aanvullend pensioen toegankelijk zijn en belangrijke solidariteitsmechanismen bevatten, ontbreekt dit volledig bij het pensioensparen. We zijn niet tegen het individuele pensioensparen, maar zien dit niet als een onderdeel van het pensioenbeleid.
Voilà ....met dit soort TEGENSTRIJDIGE ZEVER win je amper een prins-karnavalverkiezing in Meenzel-Kiezegem. En dan merken we dat hun site vol staat met veel wit, blanco en niks + een reeks lullige antwoorden. Gelukkig hebben armen meestal geen PC in huis of kunnen ze hun abonnementsgeld om te surfen toch niet betalen...
Dus beste Caroline, er is nog veel werk aan de winkel maar nu je weet dat we je mooi en sexy vinden en dat we bereid zijn om beter in je tieten te knijpen dan kameraad Vandermaelen mag je altijd een berichtje achterlaten in ons reeds rijkgevulde gastenboek.
Dus voor een beter begrip van bovenstaande zinnen laten we onze lezers kennis maken met het tietincident :
Wat plastische chirurgie en een paar beter voorbereide tietincidenten en de SP-a haalt 25% want De Decker heeft immers geen tieten !!
ACTIE Delhaize !! ...een rechtzetting, een correctie !!
CORRECTIE - CORRECTIE - CORRECTIE
Als we er naast zitten, dan zijn wij ~in tegenstelling tot sommige anderen~ dus ook niet te beroerd om dit toe te geven... & Waarom zouden we, tenslotte is vergissen nu eenmaal heel menselijk...
Wij stelden gisteren in onze beschouwing, dat Delhaize buiten het ter beschikking stellen van zijn magazijnen voor de actie "18de Voedselinzameling", niets deed...
Wij mochten vandaag uit een krantenbericht in De Morgen vernemen & wij citeren :
..."terwijl klanten vroeger de producten kochten tegen verkoopprijs zal Delhaize er nu de aankoopprijs voor aanrekenen."...
...Waarmee Delhaize te kennen geeft dat ze de 17 keren voorheen, winst heeft gegenereerd op de miserie van de allerarmsten !!
Wij hebben daar maar één woord voor : BAH !!
Desalniettemin doet deze rechtzetting geen afbreuk aan onze actie !! Wij zijn nog steeds van mening dat deze hele actie van Delhaize niet meer is dan een schijnvertoning met als énigste doel : het creëren van een "sociaal ogend imago", dat op zijn beurt voor méér klanten & dus méér winst zorgt !!...
Wij volharden nog steeds in onze boosheid door te stellen dat Delhaize eigenlijk beter iets zou doen aan de toch wel C R I M I N E L E voedselverspilling die zich daar het ganse jaar voordoet !! Elke dag opnieuw worden er immers in de 744 winkels van Delhaize samen, HON-DER-DEN, zoniet DUI-ZEN-DEN KILO'S nog perfect te consumeren voedsel in hun afvalcontainers weg gekieperd !! Iets wat wij in tijden van crisis ~2.000.000 tot 2.500.000 Belgen die rond of onder de armoedegrens bengelen waarvan 110.000 op de Voedselbank~ niet meer dan C R I M I N E E L vinden !!
Deze voedselverspilling MOET hoe dan ook STOPPEN !! ...& wel onmiddellijk !!