Belevenissen in het land van de Magyaren - Kalandok a magyarok országában. Deze blog gaat over Hongarije (Magyarország), voor velen onder ons een vrij onbekend land, ver van mijn deur. Daarom tracht deze blog ons een beter inzicht te geven in dit land, zijn tradities, zijn cultuur, de anekdotes, de lokale gebruiken en evenementen, het landschap en vooral zijn boeiende geschiedenis .
- Ez a blog Magyarországról szól, sok külföldi szemében egy ismeretlen ország, amely messzén áll az otthonunktól. A weboldal sok érdekes kérdést megmagyaráz erről az országról, a hagyományairól, a kultúrájáról, viccekről, a helyi hagyományokról és eseményekról, a tájról és mindenekelőtt Magyarország feltűnő történetéről mesél.
15-04-2012
Baja - het 4de Internationaal Euroasiatisch Ornithologisch congres - A 4. Nemzetközi eurázsiai ornitológiai kongresszus Baján
Baja-Akasztó. Wij hadden het voorrecht - in Baja (zowat 70 km van Akasztó) - een congres in verband met ornithologie m.n. de vierde editie van het Internationaal Euroaziatisch Ornithologisch Congres (Nemzetközi eurázsiai ornitológiai kongresszus), dat dit jaar doorging in Hongarije, bij te wonen. Vorige edities van dit tweejaarlijks congres waren meestal in Turkije. De reden waarom wij aanwezig waren is eenvoudig: vlamingen gingen er hun onderzoek rond de 'nachtzwaluw' - Lappantyú-Caprimulgus europaeus - in het noorden van de (Belgische) provincie Limburg (m.n. bosland) voorstellen aan de deelnemers. Zij willen later een Europees LIFE-project opstarten rond deze vogel, samen Hongaarse partners. Zij kwamen het Hongaarse ringprogramma rond deze vogel op het spoor dank zij deze blog...Uiteraard was er nog veel meer te beleven en te leren op dit congres. Daarover gaat dit artikel.
Het programma kende diverse fasen: eerst een voor-programma met bezoeken in het "veld", het wetenschappelijk gedeelte, nadien nieuwe bezoeken o.a. aan het Gemenc nationaal park. Op de laatste dag was er een informele meeting voorzien voor de Hongaarse vogelringers. De deelnemers dienden een inschrijvingsgeld te betalen. Het congres moest zowat zelfbedruipend zijn. Het wetenschappelijk gedeelte - gespreid over twee dagen - bestond uit referaten en PP-presentaties allerhande over diverse onderwerpen, steeds gebaseerd op studies. Aan het congres was een tentoonstelling verbonden met de voorstelling van diverse onderzoeken d.m.v posters. De deelnemers konden de beste poster via een stemming aanduiden. Sponsors stelden hun producten, gelateerd met de studie van het vogelgedrag, tentoon. Er was uiteraard gelegenheid tot het leggen van interessante informele contacten en het congres werd besloten met een slotdiner in een lokaal restaurant. Wij woonden slechts een dag bij van het congres. We zullen een aantal referaten voorstellen.
De partners waren: BioTrack ltd, Ecotone ltd, Eötvös József Főiskola (hogeschool), Kiskunság Bird Protection Society, Kiskunsági Nemzeti Park en MME (Magyar Madártani Egyesületet)-BirdLife Hongarije.
Het fotoverslag.
Het logo en de poster van het congres (12-15 april). Toont de vlaggen van de deelnemers van de betrokken landen (het wordt leuk puzzelen over welke landen het hier gaat - uiteraard staat de Belgische vlag er ook tussen). Er zijn ook een aantal Aziatische landen bij. Vooral Turken waren prominent aanwezig, ook als sprekers. De locatie was de Eötvös József Hogeschool, Faculteit van Technologie en Economie in Baja.Tamás Enikő Anna was de voorzitter van het organiserend comité. Andere leden van dit comité zijn: Prof.Dr. Ilhami Kiziroglu (stichter en erevoorzitter van dit congres), Dr. Tamer Albayrak, Dr. Csörgő Tibor, Dr. Ali Erdogan, Dr. Halmos Gergő, Kalocsa Béla (op de foto hieronder), Karcza Zsolt en Németh Ákos (van het ringstation aan Kolon To).
Op de foto o.a. Tamás Enikő Anna, voorzitster van het organiserende comité. Zij is assistent professor aan de betrokken hogeschool, burgerlijk ingenieur, een specialiste in hydrobiologie (rechts). In haar vrije tijd is zij een enthousiaste ringster o.a. aan Kolon to. De man naast haar is Kalocsa Béla, lid van het organisatiecomité en voorzitter van MME BirdLife Hongarije, Bacs-Kiskun provincie. Het wetenschappelijk comité van dit congres bestaat o.a. uit Dr. Tamer Albayrak, Universiteit van Mehmet Akif Ersoy (Turkije); Prof. Dr. Jacques Blondel, onderzoeksdirecteur CEFE-CNRS Montpellier (Frankrijk); Dr. Csörgő Tibor, Eötvös Loránd Universiteit (Hongarije); Dr. Olga Dolnik, onderzoeker, Instituut voor polaire ecologie Kiel (Duitsland); Professor Gisela Kaplan, doctor verbonden aan het Centrum voor neurowetenschappen en dierengedrag, Universiteit van New England- Armidale (Australië), Dr. Savas Kazantzidis, Bioloog-Ornitholoog, Bosonderzoekinstituut, Griekse Nationaal Landbouw onderzoeksstichting, Thessaloniki (Griekenland); Dr. Janusz Kloskowski, Departement van natuurbehoud-M. Curie-Skłodowska Universiteit, Lublin (Polen); Prof. Reuven Yosef, Ben Gurion Universiteit, Eilat (Israel); Prof. Dr. Levent Turan, Universiteit van Hacettepe (Turkije); Prof. Dr. Szép Tibor, Departement van leefmilieuwetenschappen, hogeschool van Nyíregyháza (Hongarije); Prof. Dr. Michael Wink, Directeur van het moleculair biologische instituut (IPMB), Heidelberg Universiteit (Duitsland). Dit congres is zondermeer voldoende wetenschappelijk onderbouwd.
Een foto van de deelnemers aan dit congres, op de trappen van de betrokken hogeschool. Wat opvalt is het groot aantal jonge mensen onder de deelnemers. Een goede hoop voor de toekomst...
Een blik op de registratietafel van dit congres. Daar was o.a. info te verkrijgen van de partners en/of sponsors van dit congres.
Een blik op het infopaneel met o.a. het volledig overzicht van de onderwerpen en de timing van de referaten en/of presentaties van het wetenschappelijk gedeelte van dit congres. Ernaast info over een van de sponsors van dit congres m.n. Ecotone (mistnetten en uitrusting voor veldactiviteiten bij het onderzoek naar vogels en hun gedrag).
Een foto van een aantal zaken rond het congres: beelden en infomateriaal van de partners en/of sponsors, het referatenboek ter beschikking van elke deelnemer en een deelnemersbadge.
Bij het congres hoorde ook een tentoonstelling (een bekende trend die zich meer en meer doorzet bij het organiseren van een dergelijk soort evenement). Op deze panelen konden deelnemers hun poster presenteren waarin hun onderzoeksveld en/of de resultaten ervan werden gepresenteerd aan de deelnemers van dit congres.
Dit is de openingsdia van de presentatie van het Vlaamse onderzoekswerk rond de nachtzwaluw in Noord Limburg m.n. in Bosland. D.m.v. het gebruik van gesofisticeerde radiotechnologie werd het gedrag van deze merkwaardige vogel bestudeerd. Het beeld geeft weer over hoe deze vogel eruitzag, althans volgens de mensen, zo'n 500 jaar geleden. De partners van dit project kan aflezen op de dia m.n. Bosland, het agentschap Natuur & Bos en de universiteiten van Gent en Leuven.
Een prachtige foto van de betrokken vogel: de nachtzwaluw (Lappantyú-Caprimulgus europaeus-nightjar). Ook de titel van dit project "Tracing nature-telemetry for birds and wildlife" is duidelijk leesbaar. Dit project loopt reeds een drietal jaren. Zij "zenderen" de vogels om hen doorheen het broedseizoen op te volgen. De betrokken spreker, Evens Ruben, is een recent afgestudeerde bioloog (ornitoloog) en vogelringer. Hij en zijn Spaanse connectie zijn immers op zoek naar partners om eventueel een internationaal project op te starten - Elk jaar reizen ze af naar Spanje voor een 'internationale nachtzwaluw meeting. Hier proberen ze hun nachtzwaluwen te onderscheppen, te genieten van de locale natuur en cultuur, en brainstormen we met de lokale onderzoekers over nieuwe technieken enz -. De presentatie bevatte een schat aan informatie. De nachtzwaluw is een insecteneter die opereert in de schemering en leeft in een droge zanderige omgeving. In de tweede helft van de 20ste eeuw kwam deze vogel zwaar in de verdrukking door o.a. het vernietigen en versnipperen van zijn habitat. Het aantal exemplaren ging drastisch naar beneden. Door het verborgen en geheimzinnige leven en/of gedrag van deze vogel werden nogal wat fantastische verhalen en/of legendes over hem verteld (let maar eens op de foto die toont hoe de mensen dachten hoe deze vogel eruitzag). Om het gedrag van deze vogel te bestuderen werden in 2010 en 2011 'telematische' studies ondernomen. M.a.w. door het gebruik van gesofisticeerde technologie (de vogel kreeg een minizendertje mee als een soort rugzak) kon men species volgen in hun broedgebied in "Bosgebied". Nogal wat bevindingen waren zeer interessant: informatie over het exacte biotoop van deze vogel, de grootte van zijn territorium (tot 100 ha groot), de afstanden die afgelegd werden op zoek naar voedsel (750-1000 m en zelfs 3000-6000 m), de gebruikte roestplaatsen...Eén van de meest opvallende conclusie was de overschatting van de populatie gemaakt in vorige studies. Nieuw onderzoek hierrond is absoluutnoodzakelijk. Vanzelfsprekend werd het onderzoeksgebied gelocaliseerd op kaarten van België en Limburg.
Een foto (links) van Ruben Evens in volle 'presentatie' van het verrichtte onderzoek. De deelnemers aan het congres die onderzoeksresultaten voorstelden maakten hierover een "poster". Deze posters waren te zien in de tentoonstelling horend bij het congres. Op de foto (rechts), vlak voor hun poster: Ruben Evens en Eddy Eulenaers (links). Deze Eddy is een bezieler van dit project. Onder zijn vleugels kon toenmalig biologiestudent Ruben werken aan deze belangrijke studie. Eddy is een beambte van het agentschap Natuur & Bos (Vlaams Gewest). Als boswachter en in zijn vrije tijd kon hij deze studie begeleiden, coördineren en op zoek gaan naar budgetten. De verdere plannen voorzien het opstellen van een LIFE project, samen de Hongaarse partners van Kolon to (waarover reeds vroeger artikels verschenen op deze blog)...
Er waren uiteraard nog andere interessante presentaties. Hier een foto van een presentatie over de 'oeverzwaluw' (sand marti -riparia riparia-partifecske) door Tibor Szép. Hij bestudeerde het broedgedrag (reeds meer dan 25 jaar) van deze vogels langs de Tisza (de tweede rivier in Hongarije). Zij broeden in holtes in de oever van deze rivier. De populatie is bedreigd. Dit geldt voor nogal wat lange afstandstrekkers uit Centraal-Europa. Overwinteringsproblemen in het Afrikaanse Sahelgebied werden onderzocht en eveneens de gevolgen van het verlies van broedsels door het plots stijgen van het niveau van deze rivier (die hiervoor zeer bekend is en ook voor de soms enorme overstromingen veroorzaakt door diezelfde rivier in bijv het Tokaj gebied).
Een andere PP-presentatie ging over een soort boomkruiper (Sittadae, Sitta kureperi) door een Turkse wetenschapper Tamer Albayrak actief in Anatolië. Ook deze vogel is bedreigd door allerlei factoren. Hij ligt mee aan de basis van de stichting van dit tweejaarlijks congres en maakte deel uit van het organisatiecomité in Baja. De volgende editie (2014) wordt o.a. door hem georganiseerd.
Door studenten werden ook presentaties gegeven. Eentje Béres Judit gaf een referaat over de Grauwe Klauwier (Lanius collurio-red-backed shrike-Tövisszúró gébics) d.m.v. studie van ringwerk op drie plaatsen in Hongarije. Het betreft een habitat voorkeur van deze vogel tijdens de trek.
Bovengenoemde studie betreft de trek tussen de gebieden: Ócsa-Izsák, Ócsa-Szeged en Izsák-Szeged. Het betreft hier allemaal gebieden waar ringwerk wordt verricht en daardoor zijn er terugvangsten die iets zeggen over verplaatsingen van deze vogelsoort. Ook deze vogel gaat in aantallen achteruit. De grafieken zijn gegevens over aantallen vogels.
Een andere presentatie ging over de studie van de aantallen watervogelsoorten (Bucephalia clangula-Brilduiker, Aythya ferina-Tafeleend, Aytha fuligula-Kuifeend, Phalaqcrocorax carbo-Aalscholver, Anas platyrhynchos-Wilde Eend, Stercorarius pomarinus-Middelste Jager, Stercorarius skua-Grote Jager, Melanitta nigra-Zwarte Zee eend, Milvus milvus-Rode Wauw) langs de Donau (81 km) tussen Dunaföldvár en Baja. Daarin is o.a. het Gemenc nationaal park inbegrepen. De aantallen hangen o.a. af van omgevingsfactoren zoals temperatuur en het waterniveau. Tamás Enikő Anna bracht deze PP-presentatie. Het telwerk gebeurt door vele vrijwilligers.
Voor de studie van verplaatsingen van vogelsoorten volstaat het ringwerk lang niet meer. Tegenwoordig zijn er gesofisticeerde apparaatjes op de markt die op de vogel geplaatst worden als een soort rugzak. Het gewicht van die spulletjes moet aangepast zijn aan het soort vogel. Indien de rugzak te zwaar is kan de vogel figuurlijk en/of letterlijk neerstorten. Deze apparaatjes laten het volgen van de vogels toe via een soort sateliet GPS systeem. Een firma die deze zendertjes en detecteerapparatuur commercialiseert m.n. BioTrack was een sponsor van het congres. Zij hadden een promotie en/of informatiestand in het tentoonstellingsgedeelte van dit congres. Sommige van deze apparaatjes zijn zo gespecialiseerd dat wanneer ze van de vogel terug afgenomen worden daardoor alle verplaatsingen rechtstreeks van dit zendertje kunnen afgelezen worden. Ook spitstechnologie heeft de intrede gedaan in de ornithologische wereld, annex studies.
Een andere sponsor en/of commerciële partner van dit congres m.n. Ecotone is gespecialiseerd in gebruiksvoorwerpen i.v.m. ringwerk en vogelobservatie. Waren te zien o.a. tangetjes om de ringen te sluiten, weegschalen, mistnetten enz. Deze stand was bemand door een reeks jonge Polen. Zij gaven prijzen aan de winnaars van de competitie tussen de sprekers.
Nog een zicht op detectieapparatuur van trekkende vogels gebruik maken van allerlei technieken. De man met de bril is een directeur van het Hongaarse ringwerk.
Een zicht op de poster van twee parallelle onderzoeksprojecten rond de Nachtzwaluw. Deze posters waren te zien in het tentoonstellingsgedeelte van het congres. Links de poster van het Vlaamse project, rechts de poster van het Hongaarse project aan Kolon To. In de toekomst willen beide partners een Europees LIFE project opstarten met dito fondsen voor de studie van deze merkwaardige vogel.
Tijdens het congres was er ruim tijd voor informele contacten. Hier een Vlaams Zwitser onderonsje met Ruben Evens, Liesbeth Verlinden (een jonge biologe uit het Brugse die stage liep in het ringstation), Eddy Ulenaers en de Zwitser-Hongaarse wetenschapper.
Nog een zicht op gespecialiseerde traceerapparatuur van vogelbewegingen. Dit apparaat registreert volledig zelfstandig de verplaatsingen van een vogel die dan nadien van dit toestel kunnen gelezen worden. Ook de spitstechnologie deed de intrede in de ornithologische wereld. Daarover ging een van de referaten.
Een detail uit de foto van de congresdeelnemers. Geknield Németh Ákos, zijn vrouw beiden belangrijk voor het ringwerk aan Kolon To. De man met de blazer is Tokody Béla die het nestkastenwerk i.v.m. de scharrelaar coördineerde (hierover verscheen een uitgebreid artikel op deze blog). De knielende dame is de Vlaamse Liesbeth Verlinden. Voor de rest vele jonge deelnemers.
Drie Hongaren die ons reeds uren prachtige natuurbeleving bezorgden op de foto. Lóránt Miklós
(ooit mede verantwoordelijke voor het Grote Trap-Otis Tarda project),
Gallai Zsófia (vooral actief in het Hongaarse programma rond de Nachtzwaluw) en Németh Ákos (verantwoordelijke van het ringstation aan Kolon To).
De boog kan niet altijd gespannen staan. Het congres werd besloten met een slotdiner in een lokaal restaurant Malom Club met op het menu Hongaarse specialiteiten en dito wijnen. Hier de tafel van het Kolon To ringwerk.
Uiteraard waren en nog een hele reeks interessante presentaties maar we moesten een keuze maken. Eéntje ging over het ringwerk van ganzen (uitgevoerd in Fertőd nationaal park en met de bedoeling de trekroutes te volgen) met o.a. Hollandse partners. Ganzen werden geringd en gemonitord. Eentje (Gyula) kon men volgen tot in het verre Kazachstan. Het beest werd er afgeknald door een jager...die naar het schijnt een voorkeur hebben om ganzen af te knallen met een nekring...Een ander had het over een virus verspreid door muggen en een bedreiging voor vogels. Een ander beschreef het ringwerk van de trek van Wilde Zwanen enz...
De ooievaar is terug - de lente komt eraan. - A gólyák megint jöttek haza - a tavasz már a levegőben van
Akasztó.
De Ooievaar (Gólya - Ciconia cicionia) is hier in het dorp een doodnormale "bewoner", deze vogel is een broedvogel. Rond 19 maart komen de ooievaars terug van Afrika, naar hun vaste nest. Na het broedseizoen, en dit vanaf 15 augustus, vertrekken de vogels opnieuw, voor een lange en gevaarlijke tocht, naar Afrika. Bij hun aankomst zijn zij echter de echte aankondigers van de lente...Na hun vertrek zijn de straten schijnbaar leeg...Daartussen ligt het broedseizoen. In zowat geheel Centraal-Europa kan men nesten van ooievaars vinden in de dorpen...
De ooievaar (Ciconia ciconia - Gólya) is een grote vogel uit de familie van de ooievaars - globaal 20 soorten - (Ciconiidae), een witte vogel met zwarte
vleugelranden en rode poten en snavel. Volwassen
exemplaren hebben lange rode poten, een lange puntige snavel en zijn gemiddeld
100 tot 115 centimeter van bek tot het einde van de staart. De vleugelspanwijdte
bedraagt 195 tot 215 centimeter. Het is een grote en opvallende vogelsoort die al sinds mensenheugenis dorp, stad en veld met zijn aanwezigheid opfleurt. De trek van deze vogel loopt over lange afstanden. Hij overwintert in Afrika ten zuiden van de Sahara. Omdat hij gebruik maakt van thermiek (die zich niet vormt boven open water) om te vliegen vermijdt hij tijdens de trek tussen Europa en Afrika de oversteek
over de Middellandse
Zee door om te vliegen via de Levant
in het oosten of de Straat van Gibraltar in het westen.
Als carnivoor eet deze vogel een brede waaier aan dierlijke prooien, inclusief insecten, vissen, amfibieën, reptielen, kleine zoogdieren en kleine vogels. Hij pakt het meeste voedsel van de grond, tussen
lage vegetatie en uit ondiep water. Het is een monogame broeder, maar vormt geen paar voor het
leven. Dat verklaart waarom sommige ooievaarspaartjes lang bij elkaar blijven. Het paar bouwt een nest bestaande uit grote takken, dat soms meerdere
jaren wordt gebruikt. Het vrouwtje legt elk jaar één legsel van gewoonlijk vier eieren. De eieren (gewicht 110 gram) zijn kalkwit of doorzichtig geel, zonder tekening. Ze worden in de
loop van broedseizoen bruin gewolkt en hebben een fijne korrelige textuur,
meestal niet glanzend, maar worden langzaam aan meer en meer glanzend. Die eieren komen 33 tot 34 dagen na het leggen asynchroon
uit. Beide ouders broeden om beurten de eieren en voeden ook beide de
jongen. De jongen verlaten het nest 58 tot 64 dagen na het uitkomen en worden
hierna nog 7 tot 20 dagen gevoed door de ouders. Als twee ooievaars op hun nest zitten, verklaren ze elkaar hun "liefde" met
spectaculair snavelgeklepper. Daarbij gooien ze hun nek en de bek achterover tot de bek quasi de rug raakt.
Deze opvallende vogel heeft aanleiding gegeven tot vele legendes in zijn verspreidingsgebied, waarbij de meest bekende is dat baby's worden
gebracht door deze vogel. De vogel is nu terug in Vlaanderen en Nederland dank zij herintroductieprogramma's door Natuurpunt. Natuurpunt Vlaanderen startte in 1999 samen met de Vlaamse Gemeenschap, Dierenpark Planckendael en Provinciaal Natuurpark Zwin het project Ooievaars zonder grenzen. Met behulp van satellietzenders volgen ze de verplaatsingen van de Vlaamse ooievaars. Sinds 1999 hebben ze een 25 ooievaars uitgerust met een 35g satellietzender.
De foto's.
Een doodgewone straat (links) met electriciteitspalen, met erboven grote wielstructuren waarop de ooievaar naar hartelust kan broeden op zijn reuzenest. Verder een detailfoto van diezelfde paal voor de aankomst van onze gast. Ik kan jullie wel garanderen als er dat nest grotere jongen zitten er het een en het ander "naar beneden komt". De poort zit dan onder grote witte "sporen" maar geen nood deze vogel is hier beschermd en een welkome gast. De bewoners weten je haarfijn te vertellen op welke dag de vogels aankomen.
Een detailfoto van dit nest, een constructie van takken en planten e.d. Dit nest kan gemakkelijk 300 kg wegen. Elk nieuw broedseizoen wordt er een laag aan toegevoegd. Komisch is het feit dat huismussen gebruik maken van deze serieuze constructies om er hun nest in te bouwen. De metalen wielconstructie werd speciaal geplaatst om als nestplaats te dienen, kwestie om te vermijden dat deze vogels de schouw als nestplaats gebruiken...
En onze gast is net aangekomen. De vogels komen meestal afzonderlijk toe maar na een paar dagen is het koppel herenigd, op voorwaarde dat beiden de gevaarlijke trek overleefd hebben. Wanneer een van beiden op het nest aankomt en de andere partner is er reeds, dan volgt meestal het bekende "klepperen". Om beide partners te kunnen fotograferen moet men vroeg uit bed of het vallen van de avond afwachten.
Een andere foto van diezelfde ooievaar. Soms vindt men ook kunststoffen ofte plastiek in de nestconstructie verwerkt.
En nu een poging tot "close-up" van diezelfde vogel. En nog een beter zicht op de gebruikte materialen in de nestconstructie.
Na het uitkomen zijn de jonge ooievaars gedeeltelijk bedekt met korte,
verspreide, witachtige donsveren, dat
meestal na een week wordt vervangen door een dichtere vacht van wollig wit dons. Tegen de tijd dat het jong veren
krijgt, is het verenkleed gelijk aan dat van de volwassen exemplaren alhoewel de
zwarte veren vaak wat bruine tinten hebben en de bek en poten een wat doffere
bruin-rode of oranje kleur hebben. De snavel is meestal oranje of rood met een
donkere punt. Jonge ooievaars verkrijgen hun volwassen verenkleed in hun
tweede zomer. Een ooievaar is vruchtbaar vanaf het derde levensjaar. Een foto uit de oude doos, t.t.z. gemaakt meer dan 20 jaar geleden toen we voor het eerst de ooievaar hier ontdekten (ingescande oude dia).
Nog een foto uit de oude doos van een goed bevolkt ooievaarsnest. Indien het voedselaanbod in het desbetreffende broedseizoen overvloedig is zijn er meer jongen per nest waar te nemen. Dit konden we zelf vaststellen in 2010 tijdens dit uiterst nat jaar was er een overvloedig voedselaanbod in de omringende puszta. Ook broedseizoen 2011 was een goed jaar.
Nog eentje uit de oude doos van datzelfde nest. Het gaat hier over een ingescande oude dia genomen destijds in het naburige Kiskőrös.
Hetzelfde beeld maar in een naburige dorpskern m.n. in Miske, de nesten bovenop wielconstructies. Foto genomen op een ander tijdstip en in een ander jaar. Dit dorp kreeg onlangs en dankzij Europese fondsen een prachtig gerenoveerde dorpskern...
Vanaf juni-juli beginnen de jonge ooievaars rond te vliegen en overal op neer te strijken. Ook een gelegenheid om het vliegen te oefenen in afwachting van de grote trek. Dit is een gelegenheid tot het schieten van leuke plaatjes. Foto genomen in een ander broedseizoen.
Nog dergelijke foto's van rondvliegende jonge ooievaars. Men kan ze dan ook in groepjes in de puszta fouragerend tegenkomen.
Nog een foto van jonge rondfladderende ooievaars. In de achtergrond het nest.
Even uitblazen op de nok van het dak van de buur...leuke plaatjes te maken tijdens tuinfeestjes, die hier frequent voorkomen...
Een detailfoto van een uitrustende ooievaar. Een dak gebruiken ze soms als tussenstop op weg naar het nest. Zoals gezegd in de inleiding trekken de vogels vanaf 15 augustus weg naar Afrika. Dan lijken de straten leeg... (Foto's genomen op verschillende tijdstippen).
In de puszta kan men gemakkelijk fouragerende ooievaars waarnemen. Wanneer ze door een dergelijke grasvlakte stappen vliegen tientallen insecten en dito sprinkhanen op die ze dan bemachtigen. Zijn er poelen in die puszta kan vangen ze daar amfibie-achtigen. Het voedsel wordt voorverteerd (in een soort krop) aan de jongen gevoederd via een soort braakbeweging...
Nog een paar exemplaren op wandel in een pas gemaaid grasland. Ook dit is een bron van voedsel zij het maar verpletterde kikkers en andere door de landbouwmachines. Zo zagen wij reeds roodpootvalken jagen vlak achter een maaidorser.
Ook langs de vele kanalen in het dorp kan men ooievaars waarnemen. Deze zandwegen bieden onbeperkt fietsplezier.
Een exemplaar gaat er vliegend vandoor. Men kan deze vogels niet echt dicht benaderen in de puszta. Ze gaan op de vleugel...(deze foto en de bovenstaande zijn van natuurfotograaf Gerard Mornie).
Een heel ander verhaal zijn de ooievaars die om een of andere reden uit het nest zijn gevallen. Dan zijn ze hulpeloos. In het vogelringstation aan Kolon tó (Kolon-tavi Madárvárta Izsák) worden dergelijke dieren opgevangen, geringd en gevoederd tot ze wegtrekken. Op de rechtste foto staan de zeldzame Zwarte ooievaar (Ciconia nigra-feketególya). Deze soort is forser dan de gewone ooievaar en broedt in bomen in bosgebieden. Deze is hier in de omgeving waar te nemen, zij het moeilijker. Deze soort komt later aan en vertrekt ook later naar Afrika. Rond deze vogel liep in het Kiskunsági Nemzeti Park een programma (met Europese fondsen m.n. LIFE) waar exemplaren voor de trek een zendertje meekregen om na te gaan waar ze juist naartoe trekken. Via een sateliet is een dergelijke vogel te volgen. Een exemplaar werd getraceerd, omgekomen (verongelukt) in Egypte...
Nog een foto in het ringstation van verzorgde en geringde jonge ooievaars (een gewone en een zwarte). Rechts een zwarte ooievaar.
De kleurrijke huizen van Kocsola - Kocsola szÃnes házai.
Kocsola. De woningen in Hongarije hebben soms "opvallende" kleuren, voor een buitenlander komen deze kleuren nogal fel over. Een Hongaar daarentegen ziet graag felle kleuren en voor anderen die meer op pastelkleuren gericht zijn komt dit nogal kitscherig over. Alhoewel het heeft soms zijn charmes, maar soms denkt men, dit is er over. "Enfin, les gouts et les couleurs, ça se ne discute pas", zegt de Fransman! Maar zeg dat niet tegen een Hongaar, want die zal u vol onbegrip aanstaren. Ik spreek uit ervaring, toen ik een paar jaar terug de living en de slaapkamer aan het schilderen was, kwam de buurvrouw mijn werk bewonderen, "pastel, weet je nog?". Die viel bijna achterover bij het zien van mijn lavendel en zandcombinatie, niet mooi was het verdict, veel te flets, geen leven erin, enz. was haar commentaar, en nu nog, telkens ze op bezoek komt, kijkt ze glimlachend en meewarig naar mijn kunstwerk, waar ik zo fel heb zitten over nadenken , over wat het mooiste kleur voor deze plaats zou zijn, enz. Enfin, telkens ik in Kocsola (Tolna provincie) ben, dan kan ik niet genoeg de kleurencombinaties in het dorp in één keer verwerken. Ja, we hebben duidelijk een andere opvatting over kleuren, het zachte westen en het felle Hongarije, met zijn vurige paarden, ruiters en amazones, rode (hete) paprika's, heerlijke wijnen, pálinka en zijn kleurrijke huizen. Voor ons koele noorderlingen zelfs een tikkeltje "exotisch"! Daarom besloot ik om de opmerkelijkste huizen van het dorp eens te fotograferen, wel te verstaan die met de felste kleurencombinaties, of wat dacht u anders ? In Kocsola, staan de huizen op een stevig fundament van natuursteen en meeste vloeren liggen op een meter hoogte boven het maaiveld. Meestal hebben de huizen maar één verdiep. Robert.
De school, dat is nog braaf van kleur. Bemerk dat de school achteraf een stuk vergroot is. Het gele gedeelte is het oudste, het bruinrode deel is er als een muts van achter naar voor overgebouwd.
Wat dacht u van deze pas geschilderde villa?
Pistache en een lichtere variant, op een bruin bedje, moet kunnen!
Oranje en antraciet grijs, is een mooie combinatie
Bruin en bananengeel is ook niet mis.
Dit noemt men een geslaagde kleurencombinatie! Citroen, okerbruin en vaal groen.
Licht grijs en wortelkleur.
Dit is nu een mooie combinatie van kleuren. Let vooral op de met de hand aangebrachte motieven onder de luifel.
Ook mooi, zonder commentaar.
Dit is mooier, ietsje feller van oranje met een vleugje blauw voor de afwerking.
Zandkleurig, dat valt echt niet op.
Citroengeel en gebroken wit.
Deze woont in een gevaarlijke bocht, vandaar de felle kleuren.
De opvalendste combinatie, steenrood, citroen en groen.
Dit is gewoon "onopvallend".
Nu volgen een paar mooie foto's van tanya's ofte boerenwoning. Een tanya is bijna altijd voorzien van een overdekte galerij, het dak rust meestal op mooie gesculpteerde houten draagpalen. Het woonhuis is steeds vooraan aan de straatkant in het midden bevindt zich de stal en helemaal op het einde de voorraadschuur. De meeste tanya's zijn nu verbouwd tot een comfortabele woonst, van de stal heeft men een zomerkeuken of een slaapkamer gemaakt. Deze hier, roze met bloedrood
Geslaagde combinatie tussen oranje, pistachegroen en chocoladebruin. Wat die breuk in de bruine streep voorstelt, daar ben ik nog niet achter gekomen.
Zeer mooie tanya, geslaagde kleuren en een mooie portaal. ,
Deze tanya is pas gerenoveerd. Bemerk de mooie houten palen waar het dak op rust. Dit is een stijl die bij oudere huizen voorkomt. Ook in andere provincies. Dit zouden wij een langgevelhuis noemen.
Deze tanya eigenaar gaf de voorkeur aan een groen geel accent.
Zeer geslaagde kleuren, en nogmaals, de mooie steunpalen.
En dit is er eentje in het wit met een blauw-grijze afwerking.
En de metser van dienst, mocht tijdens het bouwen van dit bushokje zijn kunde botvieren en zijn creativiteit de vrije loop laten.
Tot slot de kerk van Kocsola, die staat er wat eenzaam bij, zo alleen op die hoge berm.
Akasztó.Hongarije kent meerdere nationale feestdagen: 15 maart, 20 augustus (naamdag van koning Szent István) en 23 oktober (dag van de herdenking van de revolutie van 1956). Op 15 maart wordt m.n. de revolutie en/of onafhankelijkheidstrijd van 1848 tegen de Habsburgers herdacht. Deze revolutie van 1848 was een van de vele revoluties in Europa van Italië en Frankrijk tot Duitsland, Oostenrijk, Tsjechië en de Roemeense vorstendommen (Walachije en Moldavië). Onze Brabantse Omwenteling tegen de Oostenrijkers was vroeger (1789).
Een stuk geschiedenis.
Vele Hongaarse politici waren onder de indruk van Lajos Kossuths geschriften over de emancipatie van de lijfeigenen, de algemene en proportionele belasting en het maken van een onafhankelijke nationale regering. Deze groep bestond uit intellectuelen uit de middenklasse, jonge adellijken, onder de leiding van Sándor Petőfi. In die kringen werd een 12 punten petitie opgesteld op 11 maart. Deze petitie ging verder dan de verlangens van Kossuth.
De binnensijpelende geruchten over revoluties in Palermo, Napels en Parijs waren koren op de molen van de Hongaarse oppositie. Lajos Kossuth eiste dat het hele hervormingsprogramma van de Hongaarse liberalen (absolutisme vervangen door een grondwettelijke monarchie) zou aanvaard worden, zowel in Hongarije als in het hele rijk. Een volksopstand in Wenen bracht op 13 maart de conservatieve regering ten val. Deze gebeurtenis groeide uit tot een onafhankelijkheidsoorlog (een van de vele hoogtepunten van dit stormachtige jaar in Europa) tegen Oostenrijk. De Hongaarse koning van de Habsburg dynastie (Ferdinánd V -1793-1875) moest zijn onderdanen effectief een grondwet beloven. Vele leiders en deelnemers uit die periode zoals o.a. Lajos Kossuth, István Széchenyi, Sándor Petőfi, Józef Bem worden als grote figuren in de Hongaarse geschiedenis beschouwd.
Het begin.
De revolutie (1848), in Hongarije, begon effectief met demonstraties in Pest en Buda (onder invloed van o.a. dichter Sándor Petőfi en Mór Jókai) waarbij de revolutionairen eisten dat hun 12 punten aanvaard werden. Vele mensen waaronder nogal wat intellectuelen, studenten en ambachtslui, verzamelden op 15 maart voor het Nationaal Museum. Dichter Petőfi en zijn gezellen wandelden in een druilerige regen van Pilvax Café naar de medische universiteit van Pest. Medische studenten voegden zich bij hen en ongeveer 1000 jonge mensen trokken verder naar de drukkerij van Lajos Landerer en Gusztáv Heckenast. Bij aankomst werd een drukpers aangeslagen en in 'naam van het volk' werden kopijen van het "nationale lied" - het pas geschreven gedicht "Nemzeti Dal - Nationaal Lied" van de dichter Petőfi - verspreid. Om 3 u in de namiddag kwam dan de grote volksvergadering bij het Nationaal Museum. Ze bejubelden het radicaal-democratisch programma de zgn. 12 punten.
Hierop volgden verschillende opstanden door het hele Oostenrijkse gebied, waarna de Hongaarse hervormers meer autonomie eisten binnen het keizerrijk. De politieke leiders van dat ogenblik waren Kossuth en eerste minister Lajos Batthyány. De nieuwe regering hervormde de wetten die bekend werden als de "aprilwetten" die een autonoom koninkrijk creëerden met de Habsburgse keizer als koning. Ze eisten o.a. dat de Hongaarse regering alle belastingen in Hongarije mocht innen en uitgeven en ook gezag mocht hebben over de Hongaarse regimenten in het Habsburgse leger. Er waren echter op dat ogenblik diverse etnische groepen in datzelfde Habsburgse rijk. Dit leidde onvermijdelijk tot onderlinge spanningen en tot een soort interne burgeroorlog. Dit maakte de situatie meer dan ingewikkeld.
Deze 12 punten (een voorafspiegeling van de latere aprilwetten), steunend op de toespraak van Lajos Kossuth waren:
- Vrijheid inzake pers, godsdienst, gelijke politieke rechten en gelijkebelastingsdruk voor alle Hongaren. - Het oprichten van een eigen Hongaarse regering alleen verantwoordelijk tegenover de landdag. - In die landdag een vertegenwoordiging van alle bevolkingslagen, dus niet alleen de gepriviligeerde standen. - Het onmiddellijk afschaffen van het lijfeigenschap en dit zonder enige voorwaarde. - Het verdwijnen van alle buitenlandse keizerlijke troepen uit het land en een verbod om Hongaarse soldaten te laten vechten buiten de eigen grenzen. - Het opnieuw opnemen van Transsylvanië in het Hongaarse koninkrijk.
Tergelijkertijd werd door de massa bekomen dat de nádor en zijn raad (de plaatselijke autoriteit) om de censuur af te schaffen en de enige politieke gevangene (Mihály Táncsics, een schrijver gevangengezet op beschuldiging van persmisdrijven en subsersie) van dat moment werd vrijgelaten. Tot slot werd de Oostenrijkse vlag (de dubbelhoofdige adelaar) vervangen door de nationale driekleur aan de officiële gebouwen. Nog dezelfde dag vertrok een delegatie van de landddag vanuit Pozsony onder leiding van Kossuth en graaf Batthyány naar Wenen om aan de keizer de eisen van de Hongaarse oppositie voor te leggen. Dit maakte 15 maart tot een speciale dag voor de Hongaren, een soort geboorte van de parlementaire democratie in het land.
Op 17 maart kwam er een nieuwe eerste minister m.n. graaf Lajos (Louis) Batthyány - later werd hij terechtgesteld - aangesteld door de koning Ferdinánd. Die graaf was bijzonder rijk en toch leider van de liberale oppositie. Hij was o.a. de sponsor van de verkiezing van Kossuth in de landdag in 1847. Zijn regering bestond hoofdzakelijk uit adellijke liberalen van verschillende gezindte, zowel aanhangers van een compromis met het Weense hof (graaf Szécheny) als gematigde opposanten zoals Deák en baron Eötvös. Kossuth zelf (de radicale) werd minister van Financiën. In de schoot van de landdag werkte deze regering een reeks hervormingen uit. Deze volledige regering bestond uit: graaf Lajos Batthyány (eerste minister), Bertalan Szemere (Minister van Binnenlandse Zaken), hertog Pál Esterházy (betrekkingen met Oostenrijk), Lajos Kossuth (financiën), Lázár Mészáros (landsverdediging), graaf István Széchenyi (transport), baron József Eötvös (cultuur en opvoeding), Gábor Klauzál (landbouw en industrie) en Ferenc Deák (justitie). Vier leden waren aristocraten en vijf waren van de lagere adel.
De dag dat de nieuwe eerste minister werd aangesteld brak er in Milaan een opstand uit. Daardoor was Wenen genoodzaakt troepen naar Italië te sturen. Hierdoor was er minder aandacht voor Hongarije en de Hongaarse liberalen roken hun kans en maakten een reeks wetten die ze voordien niet door de landdag konden krijgen. Hun inspiratiebron was de 'liberale' grondwet van het recent gestichte Belgische koninkrijk. Maar ze hadden ook oog voor de onlusten op het platteland waar de boeren weigerden hun feodale plichten tegenover de adel verder uit te voeren. Reeds op 11 april werden de fameuse "aprilwetten" getekend door de keizer, koning van Hongarije. Deze wetten volgden de geëigende procedure via de landdag en met goedkeuring van de koning, kwestie van juridisch sterk te staan.
Een reeks wetten zoals de afschaffing van het lijfeigenschap en het maken van een constitutionele monarchie (net zoals België) waren zondermeer mijlpalen in de geschiedenis van Hongarije. De grootgrondbezitters zouden een compensatie krijgen van de overheid wegens de gedorven diensten van de boeren. Ze verloren tevens hun juridische macht over de voormalige lijfeigenen. 1/3 van de grond zou naar ex-lijfeigenen gaan, doch kreeg 60% van de vrije boeren nauwelijks grond. Zo bleef het leeuwenaandeel in handen van de adel. Die adel mocht echter vrij deze gronden verkopen. Dit koning zetelde in Wenen en werd daarom vervangen door de nádor en sinds 1795 was dat aartshertog Jozef von Habsburg.
De landdag maakte plaats voor een parlement waarin het hele volk vertegenwoordigd was. Dit parlement bestond uit twee kamers: het Hogerhuis met daarin de adel en het Lagerhuis werd vrij verkozen. Er was echter geen algemeen stemrecht m.a.w. alleen zij met een zeker vermogen mochten stemmen en alleen mannen (dus een soort cijnskiesrecht). Dit parlement zetelde in Pest. De kroning zou echter in Pozsony (Bratislava) blijven. De regering was verantwoording verschuldigd tegenover het parlement, doch de koning benoemde de eerste minister. Transsylvanië werd herenigd met het koninkrijk en de bevolking hiervan stuurde vertegenwoordigers naar het parlement. De regering nam de macht over op de militaire grens. Zodanig werd de politieke eenheid in het koninkrijk hersteld. Enkel een gemeenschappelijke vorst verbond Hongarije aan Oostenrijk.
De adel moest nu ook belastingen betalen, de gelijkheid van alle burgers, de onafhankelijkheid van het gerecht en persvrijheid waren belangrijke verwezenlijkingen van de hogergenoemde wetten. Een vorm van persvrijheid werd ook toegestaan met wel een reeks beperkingen. Wie geen burgerrechten kregen waren de Joden. In diverse steden ontstonden er dan ook problemen met de Joodse bevolking. De eerste verkiezingen van juni 1948 stuurde driekwart adellijke verkozenen naar het parlement. Dit parlement stond vierkant achter de regering Batthyány, die daardoor stevig in het zadel zat.
Er was echter een schaduwzijde, er was geen aandacht voor de taalrechten van de andere etnische groepen in de Hongaarse samenleving. Van collectieve rechten voor de nationaliteiten wilde de liberale regering niet weten en slechts het Hongaars was de enige erkende taal voor overheidsstructuren. Hieruit zou een strijd tussen de nieuwe regering en de niet-Hongaarse elites ontstaan. Dit probleem met de zgn. minderheden zou de Hongaren nadien ook zuur opbreken bij het beruchte verdrag van Trianon (1920).
De onafhankelijksoorlog.
Toch werd er koortsachtig gewerkt om een Hongaars
nationaal leger op te bouwen. In mei 1848 konden reeds 10 bataljons uitgerust
worden, samengesteld uit vrijwilligers naar het zuiden trekken om tegen de
opstandige Serven te vechten. Er waren ook beroepsmilitairen in dat leger en de
dichter Sándor Petőfi trok mee op. Hij had het niet zo op de adel begrepen
wegens hun ideeën en echt aanvaard was hij ook niet. Hij kreeg zelfs een graad
van een officier. In het Hongaarse parlement in juli nam Kossuth het woord en
hij verwees naar de Franse revolutie en de opstandige Serven en Kroaten, de
dubieuze houding van Wenen, de internationale isolatie van Hongarije en hij
slaagde erin voldoende financiën los te peuteren om een leger van 200.000 op de
been te brengen. Hongarije ging zelf eigen Hongaarse bankbiljetten drukken om
voldoende geld bij mekaar te schrapen. In juni werden opstanden in Praag en in
Noord-Italië neergeslagen door het Oostenrijkse leger. Tijd dus om de Hongaren
aan te pakken. De keizer verklaarde op 31 augustus dat de Hongaarse ministers
aan machtsoverschrijding hadden gedaan inzake militaire en financiële
bevoegdheden en eiste dat de Hongaren hun militaire tegen de Serven en Kroaten
zouden stopzetten, m.a.w. een ultimatum. Dit was voor de ministers in Pest een
schok, ze hadden altijd gehoopt binnen een wettig kader hun rechtspositie te
bepalen met de goedkeuring van de koning. Een breuk met Wenen was niet meer te
vermijden en bijgevolg kreeg graaf Széchenyi (die zijn hele leven probeerde een
goede verstandhouding op te bouwen) een zenuwinzinking. Hij werd naar een
krankzinnigeninstituut overgebracht en zou het nooit meer verlaten. Een week
later viel de regering van graaf Batthyány uiteen. Déak en reeks andere ministers trokken zich terug uit de
regering en de politiek. Baron Eövös week zelfs uit naar Munchen. Kossuth wilde
echter doorgaan en uiteindelijk werd Batthyány belast met het vormen van een nieuwe
regering door de nádor. De keizerlijke troepen van de Kroatische leider Jelačić
staken op 11 sepember de Drava over en rukten op naar Pest. De Serven, Kroaten
en Roemenen dachten door deel te nemen aan deze strijd later meer
nationaal-politieke rechten te krijgen. Kossuth trok de boer op in de grote
laagvlakte en hield overal speeches. Hij verzamelde op die manier opnieuw
20.000 nieuwe vrijwilligers. De oprukkende vijandelijke troepen werden gestopt
op 40 km van Buda op 29 september. De revolutie was weer eens gered.
Nu zocht het Weense hof de volledige confrontatie en op 3 oktober 1848 werd het
parlement ontbonden en benoemde Jelačić tot opperbevelhebber van alle troepen in het koninkrijk. Dit was
zonder meer een beschuldiging van muiterij. Als antwoord hierop droeg het
parlement de macht over aan een Comité van Landsverdediging onder leiding van
Kossuth op 8 oktober. De andere leiders werden zondermeer ontslagen. Onder
leiding van Kossuth begon de tweede fase van de revolutie m.n. de
onafhankelijkheidsoorlog tegen de Habsburgers en hun bondgenoten van
niet-Hongaren.
Het Hongaarse leger verdreef de troepen van Jelačić tot de Oostenrijkse grens
en stopte daar. Op aandringen van Kossuth trokken ze verder richting Wenen doch
op 30 oktober kregen ze slaag en de opstand in Wenen werd onderdrukt. De
Oostenrijkse elite vond het tijd om hard op te treden tegen de Hongaren en
namen het de keizer bijzonder kwalijk dat hij teveel toegevingen had gedaan via
de zgn. aprilwetten. Bijgevolg werd Ferdinand op 2 december 1848 tot aftreden
gedwongen en werd zijn neef, de zoon van zijn broer, op de troon gezet m.n. de
18-jarige Frans Jozef I (Ferenc József I - 1848-1916). Deze voelde zich niet
gebonden door de afspraken van zijn en bijgevolg weigerde het parlement in Pest
hem ter erkennen. In november hadden de Oostenrijkers reeds Transsylvanië en
het noordoosten van het land bezet. Op 1 januari 1849 verlieten de regering
van Kossuth en het parlement de hoofdstad en vluchtten naar Debrecen. Ze namen
de nationale symbolen m.n. de Heilige Kroon, de scepter en de rijksappel mee.
Oostenrijk eiste nu een onvoorwaardelijke overgave maar de Hongaren weigerden.
In de winter hielden de Hongaren min of meer stand. De nieuwe opperbevelhebber,
de dertigjarige kolonel Artúr Görgey (aangesteld na de nederlaag bij Wenen)
toonde zich een uitstekend bevelhebber met veel gezag bij officieren en
soldaten. Hij wist zodanig te manoeuvreren dat zijn troepen niet volledig
vernield werden. Er was nog een kortstondig conflict tussen de opperbevelhebber
en Kossuth over de te volgen politieke lijn, doch uiteindelijk werd de
opperbevelhebber bevestigd.
De nieuwe keizer Frans Jozef I vaardige een nieuwe grondwet uit op 4 maart 1879
voor het hele rijk, een grondwet met een streng gecentraliseerde staat waardoor
alle gebieden vanuit Wenen zouden bestuurd worden. Het koninkrijk Hongarije zou
de politieke zelfstandigheid verliezen en ook alle administratieve macht
verliezen over o.a. Transsylvanië, het Banaat, het zuidelijke Bácska, de
havenstad Fiume (nu Rijeka in Kroatië), de Militaire grens en Kroatië. Deze zet
gaf de Hongaren een nieuwe morele kracht. In de lente lag het geluk weer aan de
zijde van de revolutionairen en dankzij o.a. Kossuth telde het leger nu 170.000
soldaten. Onder hen waren heel wat vreemdelingen die bereid waren te vechten tegen
het Habsburgse absolutisme. O.a. studenten uit Wenen, Duitsers, Italianen en
een grote groep Polen. Die waren na een mislukte opstand tegen de Russische
tsaar in 1830-31 uit hun land gevlucht en vormden het Poolse legioen onder
leiding van Józef Bem. Deze werd een echte held van de revolutie en de
Hongaarse onafhankelijkheidsoorlog in 1848-49 - dit leverde hem later een
standbeeld op in Budapest -. Het leger was een bonte mengeling van
vrijwilligers, keizerlijke troepen en vele niet-Hongaren. De revolutie genoot
de steun van de Duitsers, Serviërs, Kroaten, Slovaken en ook van de joodse
bevolking. Het Hongaarse leger begon een offensief tegen de keizerlijke troepen
en behaalde enkele successen in Transsylvanië en tussen de Tisza en de Donau.
Op 14 april 1849 reageerde Kossuth op de nieuwe grondwet met een
onafhankelijkheidsverklaring. In Debrecen werd de Habsburgse dynastie officieel
onttroond en Hongarije vrij en onafhankelijk verklaard. Kossuth werd verkozen
tot regent-president. Er werd een nieuw wapen gebruikt. De vloedgolf van de
Europese revoluties was reeds lang verdwenen doch de Hongaarse revolutie was
nog altijd springlevend en in een groot deel van het koninkrijk aan de macht.
Het begin van het einde.
De
Oostenrijkers hadden niet genoeg kracht om de Hongaren eronder te krijgen, doch
vond een machtige bondgenoot in Sint-Petersburg onder de persoon van de
Russische tsaar, die in naam van de Heilige Alliantie bereid was de Habsburgers
te helpen in de heilige oorlog tegen de "anarchie". Bijgevolg trok
het Russische leger met 200.000 soldaten Hongarije binnen. Intussen was het
Hongaarse leger verzwakt en verspreid over het hele grondgebied, de nederlaag
werd dus onvermijdelijk. Hongarije werd nu belaagd vanuit het noorden door de
Russen, uit het westen de Oostenrijkers en uit het zuidwesten de Kroaten. Het
Hongaarse leger werd teruggedrongen en het parlement en de regering vluchtten
naar Szeged op 8 juli.
Nu pas zag Kossuth in hoeveel fouten hij had gemaakt in de
nationaliteitenkwestie en wilde maatregelen nemen. Hij bood aan de Roemenen in
Transsylvanië een reeks rechten aan, behalve territoriale autonomie. Op 28 juli
besliste het parlement aan alle nationaliteiten binnen het koninkrijk dezelfde
rechten toe te kennen. De officiële taal bleef het Hongaars doch met
faciliteiten voor de anderstaligen (waar hebben we dat nog gehoord?!). Meteen
kregen de joden ook burgerrechten. Maar het was te laat.
In Transsylvanië werd hard gevochten en in een van die veldslagen sneuvelde de
dichter Sándor Petőfi op 31 juli 1849 bij de stad Segesvár (Sighişoara in
Roemenië), amper 26 jaar oud. Zijn lichaam werd nooit teruggevonden. Zijn
heldendood werd later een symbool voor grote vrijheids- en vaderlandsliefde.
Op een 19de-eeuwse romantisch schilderij schrijft de dodelijk gewonde schrijver
met zijn laatste krachten en met zijn eigen bloed het woord "hazám",
mijn vaderland op een steen. Binnen de revolutionaire leiding, die intussen in
Arad was, kregen de voorstanders van capitulatie het voor het zeggen en op 11
augustus 1849 gaf Kossuth de macht door aan bevelhebber Görgey die ging
onderhandelen over capitulatie. Zijn troepen gaven zich over aan de Russen en
niet aan de Oostenrijkers, dat kookte van woede. Op 13 augustus gaven de
Hongaren zich over en aan de andere legereenheden werd gevraagd zich ook over
te geven. Voor de Hongaren is deze periode van 17 maanden van revolutionaire
strijd voor vrijheid en onafhankelijkheid de meest glorierijke in de hele
1100-jarige geschiedenis van het land.
De Oostenrijkse keizer genoot van zij wraak. Hij liet meer dan 100 prominente
politieke en militaire figuren terechtstellen. Onder hen voormalig eerste
minister graaf Batthyány die op 6 oktober 1849 in Pest werd gefusilleerd. In
de citadel van Arad liet de Oostenrijkse opperbevelhebber negen generaals van
het Hongaarse leger ophangen en vier doodschieten (De 13 martelaren van Arad -
De dertien Martelaren van Arad waren Hongaarse rebellen, generaals van het
Hongaarse leger, die geëxecuteerd werden op 6 oktober 1849. De executie lag in
de nasleep van de revolutie die beëindigd werd door het legers van het
Oostenrijk en Rusland die de Habsburgse overheersing over het gebied herstelde.
De executie werd bevolen door de Oostenrijkse generaal Julius Freiherr von
Haynau). Een reeks anderen (ruim 1500) gingen voor meerdere jaren achter de
tralies. Kossuth en Bem en 5000 officieren en soldaten vluchtten naar het
Turkse rijk. Op weg daarheen werden de belangrijke symbolen in een bos nabij de
grensstad Orsova (nu in Roemenië) aan de beneden-Donau begraven. Opperbevelhebber Görgey
werd door de Russen in bescherming genomen op persoonlijk bevel van de tsaar.
Kossuth noemde de generaal een verrader en beschuldigde hem in september 1849
van verraad en verantwoordelijk voor de nederlaag. Hij leefde onder huisarrest
in Oostenrijk en bij zijn terugkeer in 1867 werd hij de "judas van
Hongarije" genoemd. Pas 20 jaar later werd hij weer gerehabiliteerd. Hij
kreeg een ruiterstandbeeld in de burcht van Buda, dat echter door de Russen na
1948 weer werd verwijderd. Na de overgang werd het in ere hersteld en
teruggeplaatst.
De gevolgen en het uiteindelijke compromis.
Na de gebeurtenissen van 1848-49 zagen de Habsburgers nog alleen een
gecentraliseerde staat. Dit rijk omvatte Lombardije, Dalmatië tot Galicië (nu
voor een deel in Polen en Oekraïne), Transsylvanië (nu Roemenië), het was een
veelvolkerenstaat waarin de Oostenrijkers en hun Duitse taal domineerden. De
grondwet van 4 maart 1849 beloofde alle nationaliteiten 'gelijke rechten en
ongehinderde ontwikkeling'. Doch dit was slechts schijn en en soort tactiek.
Het was de weg naar een vernieuwd keizerlijk absolutisme met een strenge
centralisering en germanisering. Een keizerlijke verordening van 31 december
1851 zette dit zelfs op de helling. Om het gewicht van Hongarije binnen het
keizerrijk te verminderen werden Transsylvanië en Kroatië los gemaakt en
Oostenrijk bestuurde opnieuw rechtstreeks de Militaire Grens. De Serviërs
kregen een in 1849 een nieuwe administratieve eenheid met de naam 'het
Servische Vojvadina en het Banaat van Temes'. Dit werd bestuurd door een
Oostenrijkse gouverneur in Temesvár (nu Timişoara in Roemenië). Fiume werd de
Hongaren afgenomen en ging naar Kroatië. Hongarije werd opgedeeld in vijf grote
districten, die in de plaats kwamen van de comitaten die een zelfbestuur
hadden. Op de Gellértheuvel werd een citadel gebouwd na 1849 op de Budaheuvel
keken nu kanonnen dreigend richting Pest, de wieg van de revolutie. Er volgden
moeilijke jaren voor politiek Hongarije doch economisch ging het beter. Kossuth
hield de Hongaarse zaak in de actualiteit door zijn toespraken overal ter
wereld tot zelfs in de USA (1851). Zelfs een herrezen graaf Istvan Széchenyi
uitte kritiek op het centralisme. op 8 april 1860 pleegde hij zelfmoord en zijn
begrafenis werd een massale protestmeeting. Alles zou pas eindigen met het
grote compromis, de grote staatshervorming van 1867.
15 maart wordt in Hongarije gevierd met bevlagging, herdenkingen allerhande, historische spektakels in
de scholen, voordrachtwedstrijden enz. De Hongaren dragen dan symbolisch hun
nationale kleuren van de vlag op hun jas (de zgn. kokarde).
Foto's ter illustratie van de geschiedenis.
Lajos Kossuth (1806-1894), belangrijke figuur in de Hongaarse geschiedenis wordt uitgebreid afgebeeld en herdacht her en der in het land.
Het aantal standbeelden in het land is niet te tellen. Hier een voorbeeld van twee dergelijke standbeelden, meestal in de grotere steden.
Een borstbeeld van de dichter Sándor Petőfi in Kiskörős (zijn vermoedelijke geboorteplaats en waar een museum is waar o.a. zijn doopakte te zien is). Hij leefde van 1823 tot 1849. Hij werd geboren als Alexander Petrovicis in een Servische familie en zijn moeder was Slovaaks. Hij is de nationale dichter van Hongarije. Talloze straten en pleinen in Hongaarse steden en dorpen zijn naar hem vernoemd. Budapest telt 11 straten en 4 pleinen dragen zijn naam. En dan nog is er zijn brug over de Donau. Op 15 maart 1848 declameerde hij zijn bekendste werk Nemzeti Dal (nationaal lied - met de beroemde slogan: "sta op Hongaar, het vaderland roept" - Talpra magyar, hí a haza! -) voor de menigte opstandelingen. Dit was meteen het begin van de revolutie. Enkele jaren geleden maakten wij een reis, met een lokale gereformeerde kerk, naar Transsylvanië om alle plaatsten te bezoeken die een rol speelden in de laatste dagen van de beroemde dichter. Door het verdrag van Trianon liggen al die plaatsen nu in Roemenië, wat niet belet dat daar in die omgeving nu nog bijzonder veel Hongaars wordt gesproken. Eigenlijk stierf de dichter een soort 'verwachte' dood, een heldendood om daarna over te gaan in legenden... zie http://mek.niif.hu/01000/01006/html/vs184802.htm#28 en http://nl.wikipedia.org/wiki/Nemzeti_Dal in het Nederlands.
Een standbeeld van de regering Lajos Batthyány (Graaf Lajos Batthyány de Németújvár - 1807-1849) in Kalocsa. De beroemde 'eerste' eerste minister is hier omringd door zijn voornaamste ministers van dat moment.
In de onafhankelijksoorlog wonnen de Hongaren belangrijke veldslagen. Eén daarvan was in de omgeving van Pákozd (29 september 1848). Deze gebeurtenis wordt hier verzinnebeeld door deze statige zuil op een heuvel (die uitkijkt op het meer van Velence) d.m.v. een nationaal park.
In dit nationale park is een buitengewoon interessant herdenkingsmuseum 1848 opgericht met Europese fondsen.
In talloze dorpen en steden is een herdenkingsmoment aan de zgn. 13 "martelaren van Arad" te zien. Hiervan het voorbeeld in Kiskőrös.
Foto's van de herdenking in Akasztó.
Op dergelijke herdenkingsdagen is het dorp uitgebreid bevlagd met zowel de Hongaarse vlag en die van het dorp, zowel door de lokale overheid als in de lokale handelszaken.
De prominenten (o.a de burgemeester en leden van de gemeenteraad en de diverse politieke frakties) staan klaar aan het momument om de herdenking aan te vatten.
De leerlingen (getooid met de kodarde) van de lokale lagere school staan klaar voor de viering. Hier duurt deze school nog tot en met het achtste "studiejaar".
De kleuren van de Hongarije kunnen hier evenmin ontbreken.
Een choreografie met gebruik van de kleuren van de Hongaarse vlag werd eveneens gebracht.
Er werden gedichten van o.a. Sándor Petőfi gebracht.
Nu is het beurt aan de vrouwelijke leerlingen.
Idem voor de mannelijke helft van deze leerlingen.
En nog een foto van een groepje met hun eigen voordracht en/of nummer.
De bewoners van het dorp wonen de herdenking bij.
De burgemeester Suhajda Antal -polgármester- bracht in zijn toespraak de gebeurtenissen van 1848 in herinnering. Hij had een sneer voor bepaalde frakties in het Europese Parlement die Hongarije steeds opnieuw aanpakken. Hij zei "we worden geen kolonie (van Europa) zoals in 1848". Nemeth Pál (een voormalige culturele beambte van het dorp) gaf een vlammende en ontroerende vertolking van het beroemde gedicht Nemzeti Dal (nationaal lied) van Sándor Petőfi.
Leden van de gemeenteraad staan klaar om de bloemenhulde te beginnen.
Op deze herdenkingsdag dragen de Hongaren de klassieke kokarde in de kleuren van hun vlag.
Zoals in vele dorpen en steden is het momument van de gesneuvelden dan versierd en bevlagd.
De bloemenkransen van de gemeenteraad, het broederschap van de lokale wijngilde en de politieke frakties Fidesz en Jobbik sieren het monument van de gesneuvelden van WO I. Die linten zijn typisch voor Hongaarse herdenkingskransen. Met gouden inkt is op het lint vermeld van wie de krans is...
Akasztó. In het vorige artikel was er sprake van de rijke Hongaarse adel die diverse kastelen bezat die nu in het huidige Slovakije (na het Trianon verdrag) liggen. Eén van die rijke families de "Andrássy"-familie bezat ooit een kasteel dat recent zwaar beschadigd werd door een brand (zie op 11/03/12: Een zware brand heeft grote delen van het historisch kasteel Krásna Hôrkain het oosten van Slovakije in de as gelegd. De brand in het ruim 600 jaar oude symbool van de streek was in de namiddag uitgebroken). De geschiedenis van dit kasteel is zeer boeiend. Tijd om na te gaan wat er in het verleden gebeurde. Dit kasteel ligt in de omgeving (op 4 km) van Roňava in de regio Koice - de Hongaren noemen dit steevast Kassa. Voor Trianon was dit Hongaars grondgebied.
De omgeving, Gemer genaamd (een gemeente nu op de grens Hongarije-Slovakije), was een ooit een kleinschalig Hongaars koninkrijkje. De streek is bekend voor de mooie heuvels en valleien. Heel wat historisch erfgoed werd verwoest tijdens WO II. Gelukkig overleefde het overblijvende historische erfgoed zelfs de storm van 45 jaar communisme. De meest bekende vorige eigenaar was de familie Andrássy (voluit: "Andrássy de Csíkszentkirály és Krasznahorka"). "Csíkszentkirály" is nu een stad in Roemenië (Sâncrăieni), het kasteel Krásna Hôrka ligt in het huidige Slovakije. Zo grillig kan het verloop van de geschiedenis zijn. Er zijn nog telgen van deze beroemde familie (zeker in de Hongaarse geschiedenis - wie kent niet de Andrássy út, de mooie boulevard (1872) in Budapest?). Het hoofd van deze familie is nu graaf Gyula Andrássy de Csik-Szent-Király
& Kraszna-Horka (geboren in 1927), die momenteel in Canada leeft. Hij is de zoon van graaf Mihály
Andrássy (18931990) en zijn vrouw gravin Gabrielle
Károlyi de Nagy-Károly (18991992). Een andere zeer bekende telg was Gyula Andrássy (1823-1890), die leefde in de tijd van de beroemde "Sissy". Hij was zondermeer een staatsman, eerste minister van Hongarije (1867-1871) en minister van buitenlandse zaken van Oostenrijk-Hongarije (1871-1879). Kwatongen beweren dat hij zelfs een "verhouding" had met diezelfde Sissy - iets wat uitvoerig aan bod komt in de beroemde Sissy filmtrilogie -. De geschiedenis van dit kasteel. De geschiedenis van dit kasteel voert ons terug naar de middeleeuwen. Toen kwam er een einde aan de glorierijke periode van de Misko familie en dit in de eerste helft van de 13de eeuw. Een legende vertelt dat koning Béla IV (1235-1270) - behorende tot de Árpád dynasty op de vlucht voor de invallen van de Tataren (ook de Mongoolse invasie genoemd) en met behulp van de broeders Filip en Detre Szárs (behorend tot de Ákos clan en deelnamen aan de gevechten tegen de Tataren 1241) - en hen daarvoor beloonde met een belangrijke gift in 1243 in de streek onder het beheer van het Gemer kasteel. Dit terrein bleef in onverdeeldheid tot de laatste tien jaar van de 13de eeuw. Toen werden delen verkocht. De omgeving van het dorp Krásna Hôrka werd verkocht aan de Batisz clan rond 1318. Het zou deze familie, samen met de Máriássys-clan die de aanzet gaven tot de bouw van dit kasteel. In oorsprong een gotische versterkte toren op de top van een kalksteen heuvel. De Ákos-clan wijzigde hun naam in Bebek. Later ontdekten zij belangrijke grondstoffen in hun domein, wat tot een langdurig conflict leidde met de Máriássys-clan. De Bebek-clan zou het kasteel pas terugkrijgen in 1352 - Het kasteel zelf wordt voor het eerst vermeld in documenten in 1333 -.
De legende wil verder dat de Bebeks eerst gewone herders waren. Eén van hen vond een kostbare edelsteen, die hij prompt aan de koning schonk in ruil voor het bouwen van zeven kastelen - eigenlijk wou de vrager enkel schaapstallen - op omringende heuvels (Krásna Hôrka, títnik, Brzotín, Turňa, Pleivec, Sádec en Sólyomkő). Het best bekende en bewaarde werd het kasteel van Krásna Hôrka. De Bebeks hadden dit kasteel in hun bezit tot de tweede helft van de 16de eeuw. Zij voerden diverse verbouwingen en uitbreidingen (de meest bekende onder Ferenc Bebek) uit in die periode. Toen kwam de Turkse dreiging en bijhorende invasiegevaar. Daarom werden ingrijpende verbouwingen en versterkingen uitgevoerd vanaf 1540. Zo werden versterkingen gebouwd onder de vorm van een onregelmatige driehoek met drie massieve bastions rond het kasteel.
Kort daarna kwam ene Ferenc Babek (met zijn broer Imre en heersers over het Gemer gebied) op een negatieve manier in beeld - althans volgens de legende -. Zij werden bekend als 'roofridders' die kerkklokken stalen om ermee kannonen te gieten en munten te slaan. Een paar beroemde exemplaren zijn bewaard gebleven op diverse plaatsen. De katholieke kerk was hier allerminst mee opgezet en daarenboven werd zij bedreigd door de Reformatie beweging. De familie raakte nooit meer verzoend met de kerk. Daarenboven liet hij een protestantse zendeling (Ondrej Fischer) gevangenzetten en terechtstellen. In 1556 vocht Ferenc, samen met de Turken (na verraden te zijn door de Hongaarse koning), tegen de Habsburgse keizer en werd daardoor een soort beschermer van het protestantisme. Hij werd in balingschap gestuurd naar Transsylvanië, waar hij leefde aan het hof van Jan Sigmund. Dit kostte hem zijn kop want hij werd vermoord in 1558. Dit had zware gevolgen voor de familie die heel wat glorie verloor. Het bezit werd geconfisqueerd. Zijn zoon Gyorgy stierf (1567) zelf kinderloos wat meteen het einde betekende van deze clan.
Het kasteel keerde terug naar het keizerlijk hof en kwam onder het beheer van 'kasteelkapiteins". Eén van hen was Peter I Andrássy I (de eerste Andrássy in het Krásna Hôrka kasteel en in het Gemer gebied. Dit was het begin van een 400 jaar durende periode van de geschiedenis van het kasteel en het gebied met de betrokkenheid van het beroemde invloedrijke huis van de Andrássy's). Zij lieten het kasteel grotendeels onaangeroerd om diverse redenen. Zij waren echter niet de eigenaars. Dit werden ze pas nadat deze familie Caspar Békessy (een aanhanger van de Habsburgers) steunde in de strijd tegen István Báthory (1533-1586 Hongaars edelman, prins van Transsylvanië, later koning van Polen en hertog van Litouwen). Het was een kleinzoon van Peter I, Matthias II, die het kasteel definitief verwierf in 1642. Deze Matthias huwde met Anna Monoky. Een gevolg was de uitbreiding van het bezit van deze familie met Monok, títnik (Csetnek) en Drnava (Derno) gebieden. Hij werd verheven tot baron (1676) door Leopold I (1657-1705 behorend tot de Habsburg dynastie) als beloning voor zijn dappere strijd tegen de Turken. Hij huwde tweemaal en had zeven kinderen. Het kasteel werd verbouwd (in laat-Renaissance stijl en met een aanzienlijke meubelcollectie) in de 17de eeuw onder Miklos I (diens kinderen gingen in militaire dienst). Eén van die zonen Stefan I kreeg van de keizer voormalige eigendommen in Transsylvanië terug (in beslag genomen onder zijn grootvader Peter I). Zo werd deze familie zowat de rijksten onder de toenmalige adel.
In 1883 werd de Hongaarse romanschrijver Mór Jókai ("a nagy Magyar mesemondó" 1828-1904) ontvangen in hun domein in Betliar. Zijn werken maakten het kasteel en de bijhorende stad Levoča (Lőcse in het Hongaars) en enkele bekende Hongaarse personaliteiten zowat wereldberoemd. De roman "A lőcsei fehér asszony"- (De witte dame van Levoča-1885) voerde Julianna Korpony (de witte dame) en de Andrássys als belangrijkste personages op en het kasteel als het decor van een geschiedenis van liefde, haat, verraad en trouw. De plot speelt zich af in de periode van Ferenc Rákoczi II, samen met de twee Andrássy broers István I en Miklos II. Jókai creeërde een echte legende die verder leeft in de kasteelmuren en in de sarcofaag van Zsofia Seredy (de vrouw van István I). Zij stierf in het begin van de 18de eeuw en werd begraven in een graf in de dorpskerk beneden het kasteel. Kalkwater zou haar lichaam geconserveerd hebben (een soort mummificatieproces) en het lichaam werd door de Andrássy's verplaatst naar een kapel in het kasteel in de 19de eeuw. Historisch onderzoek deed echter twijfel rijzen over het feit of dit lichaam wel van de betrokken vrouw was.
In 1695-1696 werd de familie-eigendommen verdeeld over twee broers István I en Gyorgy II. István verhuisde naar Betliar (en stichtte zo de oudere Betliar familietak). Gyorgy bleef in Krásna Hôrka en vormde de jongere tak van Monok, of Hosszúrét. De laatste ingrijpende verbouwingen werden uitgevoerd in 1770 onder István III, die de titel van graaf verwierf in 1766. De verbouwingen waren blijkbaar geïnspireerd door zijn broer Antonius (bisschop van Roňava in 1780). De kapel combineerde zowel Barokke als Classicistische elementen.
Een versterkt kasteel is niet de beste plaats om in te verblijven en daarom besloot gravin Mária Andrássy-Festetich (weduwe van István II) het kasteel te verlaten in het begin van de 19de eeuw. De Andrássy's bezaten diverse soorten domeinen in Hongarije en Oostenrijk. In die periode hadden zij een klassieke 'manor' in het dorp Dlhá Lúka waarheen zij verhuisde. In 1817 brandde het kasteel uit door een blikseminslag. De familie liet enkele noodzakelijke herstellingswerken uitvoeren, doch het bleef een soort ruïne tot 1860. Mária Festetich en István III hadden een zoon, Gyorgy IV, die belangrijk werd voor het economische en culturele leven in Hongarije. Hij was een tijdgenoot en vriend van graaf István Szechenyi (zij droegen beiden toe tot de ontwikkeling van de Hongaarse Academie voor Wetenschappen en het Hongaarse Nationale Museum). In de eerste helft van de 19de eeuw trokken zij op studiebezoek naar Engeland en Gyorgy IV stelde de producten van zijn Drnava ijzergieterijen voor in het Londens Crystal Palace in 1851. Deze fabrieken droegen bij tot de bouw van de beroemde "Kettingbrug" (Széchenyi Lánchíd) in Budapest.
Het was Gyorgy IV die besloot een familiemuseum in het kasteel onder te brengen (vermeld in de lokale pers in 1857). Het is niet exact bekend wanneer dit openging voor het publiek (vermoedelijk op 19 Augustus 1867). Bij heb begin van de 20ste eeuw werden reconstructies uitgevoerd onder graaf Dénes (de zoon van graaf Gyorgy IV Andrássy en gravin Franziska Königsegg von Aulendorf).
Deze verbouwingen werden uitgevoerd onder supervisie van een architect Győző Czigler (uit Budapest). Een nieuw familiegraf werd gebouwd op het gelijkvloers. Een kleine grafkapel werd eveneens gebouwd. Kamers boven de derde poort werden gerenoveerd waar de graaf Dénes Andrássy een herdenkingsmuseum aan zijn geliefde echtgenote Franciska, (geboren Hablawetz) onderbracht. Zij bleven echter kinderloos. Dénes Andrássy was dus de laatste mannelijke afstammeling van de Dlhá Lúka-tak
(Hosszúrét) van de Andrássy famile. Een overeenkomst tussen Győző, Sándor en Július Andrássy,
zorgde ervoor dat er zorg werd gedragen voor het symbool van de familie, het kasteel. In augustus 1944 verliet de familie (een van de belangrijkste Europese aristocratische families) het land. Het kasteel en de bezittingen werden genationaliseerd in 1945 door een decreet van President Bene. Het werd meteen cultureel erfgoed. Sinds 1996 stond het kasteel onder het beheer van het Slovaaks Nationaal Museum, als een onderdeel van het Betliar Museum (zie foto onderaan).
De recente zware brand laat vrezen dat een heel deel van het bezit van deze beroemde familie, die in het museum in het kasteel bewaard werd, wel eens voor altijd verloren kan zijn.
Een foto van het kasteel (Bron Wikipedia.org).
De brand in het kasteel in beeld (Bron: GVA archief).
Het jachtslot van de familie Andrássy (de aanzet kwam van de Bebek-clan - de Plesivec tak en vooral de afstammelingen van Dominic Bebek), in het huidige Slovakije (Betliar - een van latere domeinen van deze familie) met prachtige Engelse tuin (eigen foto).
Brakel. Als men door Hongarije reist komt men onvermijdelijk de naam "Eszterházy" tegen. Ofwel als eigenaars en/of bouwers van een kasteel en/of slot of als bezitters van hele dorpen, dorpskerken, een mausoleum enz. Maar wie waren eigenlijk deze lui die blijkbaar beroemd en/of rijk waren?
De Eszterházy familie was een Hongaarse adellijke familie die ergens uit middeleeuwen stamt. Vanaf de 17de eeuw was dit "huis" bekend onder de grote bezitters van gronden in het koninkrijk Hongarije, in de periode dat dit rijk een onderdeel was van het Habsburgse keizerrijk (later Oostenrijks-Hongaars dubbelkoninkrijk - 1867-1918). Deze familienaam is bekend onder verschillende schrijfwijzen: Eszterházy (Hongaarse spelling), Esterházy (Duitse schrijfwijze) en Esterhazy (gebaseerd op topografische gegevens), doch eigenlijk sinds de 16de eeuw is de volle naam: Eszterházy de Galántha. Doch zij waren niet alleen, onder de zgn. aristocratie gelden de namen Andrássy (van die familie bezochten we ooit een 'jachtpaleis' in het huidige Slovakije), Pálffy
en Károlyi als een klok. Deze families waren dan ook onmetelijk rijk. Hun weelderige paleizen en landerijen (voornamelijk in Transdanubië, Transsylvanië en in het huidige Slovakije) waren in heel Europa bekend.
Historisch stammen de Esterházy's af van lagere adel uit het noordelijke deel van Hongarije (nu in Slovakije). Dit is af te leiden van de volledige naam van deze familie: Esterházy de Galántha (Galanta is een kleine stad in de omgeving van Bratislava). De familie werd belangrijk in de periode van Graaf Nikolaus - Miklós - Esterházy (15831645) en zijn zoon, Prins Paul Esterházy (16351713).
In de loop van de 17de eeuw splitste de familie zich in drie familielijnen: De (oude) tak Forchtenstein (Fraknó) gesticht door Nikolaus Esterházy met als zetel Eisenstadt (Kismarton in het Hongaars). De (jongere) tak die op zijn beurt splitst in twee sublijnen. De Zvolen-Altsohler (Zólyom) lijn gesticht door Paul Esterházy (overleden in 1641). De Csesznek lijn, gesticht door Daniel Esterházy (overleden in 1654). In 1626 werd deze familie verheven tot de status van 'graaf' en in 1712 werd de Forchtenstein lijn verheven tot de titel 'prins van het heilige Roomse Rijk'.
Dit succes was te danken aan het verwerven van gronden en/of tereinen en dit als gevolg van de trouw aan zowel de rooms-katholieke kerk en het Habsburgse keizerrijk. De 'prinsen' onder deze telgen waren dikwijls zeer nuttig in tijden van crisis zoals het veroveren van Wenen door de Turken in 1683 en door Napoleon in 1809. Zij bekleedden allerlei functies en/of taken in dienst van de Habsburgers. Gronden werden verworven door het toepassen van een aantal technieken: verwerving van gronden afgenomen van protestanten tijdens de Contra-Reformatie, gronden heroverd op de Turken en een succesvolle huwelijkspolitiek. Uiteindelijk werd deze familie zowat de grootste grootgrondbezitters van het Habsburgse keizerrijk (hun inkomsten overtroffen zelfs deze van de keizer zelf). Vele gronden lagen in het huidige Oekraïne, Oostenrijk, Slovakije en Hongarije.
Als we, in detail, kijken naar de website van deze familie zien we dat er historische sporen - naar hun naam - zijn die teruggaan tot in 13de eeuw. Documenten uit 1238 wijzen naar een broederpaar Peter en Elias die de erfenis van hun vader (gelegen op een soort eiland tussen de Donau, de kleine Donau en de Waag - nu in het zuidwesten van Slovakije -) verdelen. Elias behoudt Illyésház en Peter Zerház. Afstammelingen van Peter noemen zich 'Zerházy' tot 1584. Van dan af wordt de naam Esterházy gebruikt door Franz (Ferenc 15631594 - afstammeling van Peter), en er wordt "de Galantha" eraan toegevoegd. Deze Franz huwde Sophie Illyéshazy (1547-1599). Uit deze verbintenis komen o.a. drie zonen: Nikolaus (Miklós de stichter van de lijn Forchtenstein), Daniel de stichter van de Cseszneker lijn en Paul de stichter van de Altsohler lijn. Die familielijnen hebben, nu nog, nauw contact met mekaar. Dus die Franz of Ferenc kan als de stamvader van deze beroemde familie beschouwd worden. Hij woonde in Galantha (geboren in Bratislava) en nam deel aan de campagne tegen de Turken (1596).
De Forchtenstein (Fraknó) lijn.
De Forchtenstein lijn was blijkbaar belangrijk. De stichter van deze lijn Graaf Miklós Esterházy de Galántha (1583-1645) werd door de jezuïeten opgevoed waardoor hij zich tot het katholicisme bekeerde. Dit kostte hem de verbanning uit het ouderlijke huis en bijgevolg emmigreerde hij naar Polen. In 1612 huwde hij met een rijke weduwe Ursula die aanzienlijke bezittingen meebracht o.a. nu in het huidige Oekraïne. Hij verloor echter die bezittingen aan Gábor Bethlen (protestantse vorst uit Transsylvanië) maar kreeg in ruil grote gebieden rond Forchtenstein en Eisenstadt (nu in Oostenrijk). Hij huwde nog een tweede maal met Barones Krisztina Nyáry de Bedegh (1604-1641), ook al niet onbemiddeld. Het was deze kerel die het tot graaf schopte in 1626 en hij werd nádorispán/nádor (1625) van het koninkrijk Hongarije meteen de hoogste functie en/of rang na de koning. Hij kwam wel in botsing met andere protestantse leiders in het koninkrijk en wilde Hongarije bevrijden van het Turkse juk. In de gevechten tegen de Turken kon hij allerhande buit meebrengen. De Spaanse koning nam hem op in de beroemde 'Orde van het Gulden Vlies - ook bij ons bekend'.
Hij werd opgevolgd door zijn zoon Paul (Pál) I graaf later prins van Esterházy (Eisenstadt 1635-1713). Hij huwde met Gravin Orsolya Esterházy de Galántha (1641-1682) zijn nicht. Zij kregen negentien kinderen. Hij huwde nadien nog een tweede maal. Hij studeerde bij de jezuïeten en erfde in 1652 het familievermogen (zijn oudere broer sneuvelde in een slag tegen de Turken). Hij begon een militaire carrière en vocht opnieuw tegen de Turken (1664 - een constante in zijn leven). Hij schopte het tot veldmaarschalk en opperbevelhebber van het Zuid-Hongaarse militaire gebied. Hij hield zich buiten de opstand van de Hongaarse adel en werd daarvoor beloond en hij werd in 1681 "paladijn" benoemd. De Turken bleven maar komen en verwoestten heel wat van zijn bezittingen. Zij bezetten zelfs een tijdlang Wenen maar werden verdreven (1683). Dit was het definitieve keerpunt in hun veroveringstochten. Zijn trouw aan de Habsburgers leverde hem de erfelijke titel op van 'prins van het heilige Roomse Rijk'-1711. Hij was eveneens componist, dichter en musicus. Zijn grondbezit wordt, volgens zijn testament, geschat op 283.000 ha.
Prins Paul I Esterházy Het familiewapen
Zijn stamboom is hier te zien: (bron: wikipedia.org).
De personage in de gele vakjes mochten de erfelijke titel "prins of graaf" voeren.
Bekijken we nu de levensloop van de figuren in de gele vakjes.
Prins
Michael-Mihály (16711721). Hij verkreeg via een decreet van keizer Karel VI (1685-1740) dat de titel prins erfelijk werd in de familie. Hij bouwde een klein jachtslot in Fertöd. Dit werd later uitgebouwd tot wat het nu is. Het familiekasteel in Eisenstadt (nu hoofdstad van de Oosterrijkse deelstaat Burgenland) werd door hem uitgebouwd tot een belangrijk provinciaal centrum van de muziek. Hij had alleen dochters. Daardoor ging de lijn door via zijn broer.
Prins
Joseph-József Simon Antal (16881721). Zijn periode was bijzonder kort want hij overleed in 1721. Hij was heerser over het gebied rond Sopron.
Prins Paul
II Anton (17111762). Hij had een schitterende militaire carrière. Hij studeerde o.a. in Leiden en was zeer kunstminnend. Hij werd generaal bij de cavalerie en vocht meer in de opvolgingsoorlog (1741-1748) rond keizerin Maria Theresia met de husaren. Dit leverde hem later de titel van veldmaarschalk op (1747). Hij was actief in de zogenaamde zevenjarige oorlog en trok ten strijde tegen de Turken (1737). Hij werd opgenomen in de orde van het Gulden Vlies (1750). Later werd hij keizerlijk ambassadeur in Napels (1750-1752). Hij nam Jozef Haydn in dienst als onderkapelmeester aan het familiale hof in Eisenstadt. Hij bleef kinderloos. Zijn broer nam de taak over.
Prins
Nikolaus-Miklós József "the Magnificent-de prachtlievende" (17141790). Hij is vooral bekend als de verbouwer van het paleis in Fertöd (het zgn. Hongaarse Versailles) en de promotor van Haydn. Hij werd opgevoed door de jezuïeten. Hij was daarenboven ook een militair die herhaalde malen in gevaarlijke situaties kwam. Dit leverde hem de orde van Maria Theresia op en de titel van veldmaarschalk. Hij was de leider van de Hongaarse lijfwacht van de keizerin en was aanwezig op de kroning van haar zoon Jozef II. Hij werd lid van de orde van het Gulden Vlies. Hij was zeer rijk maar leefde 'rijkelijk'. Bekend is een gigantisch feest dat hij organiseerde voor de keizerin (1773). Hij bracht veel tijd door in zijn paleis in Fertöd.
Prins Nikolaus-Miklós József de prachtlievende
Prins Anton-Antal (17381794). Hij had ook een militaire carrière - hij schopte het tot veldmaarschalk - en heerste over het gebied Sopron. Hij bouwde verder aan het paleis in Fertöd en organiseerde er fabelachtige tuinfeesten (met o.a. 80.000 fakkels). Hij was drager van de orde van Sint Stefaan en werd lid van de orde van het Gulden Vlies (1790). Hij vocht o.a. in de slag van Neerwinden tegen de Fransen. Hij huwde tweemaal en hield Jozef Haydn in dienst als huiskapelmeester.
Prins Nikolaus II-Miklós Ferdinánd (17651833). Hij was een van de rijkste van de familie, maar...Hij begon zoals de andere leden een militaire carrière (hij oogste heel wat onderscheidingen). Hij raakte bekend voor een enorme kunstcollectie - gedurende zijn Italiaanse periode - een groot aantal minnaressen en dito kinderen. Van de familie De Ligne kreeg hij een heuse abdij (1804) en werd daardoor een lid van de Duitse adel. Hij hield niet van het paleis van Fertöd. Integendeel hij verbouwde het familieslot in Eisenstadt met o.a. gigantische serres met dito plantenverzameling. In 1809 bood Napoleon, die juist de Oostenrijkers had verslagen, hem de koningstitel van Hongarije aan wat hij prompt weigerde. Toen Haydn verdween lustte hij Beethoven niet. Door de enorme inflatie, gevolg van de bezetting, slonk zijn fortuin maar dit belette hem niet verder te spenderen. In 1832 werd zijn hele bezit onder sekwester geplaatst (een virtueel faillissement). Zijn enorme kunstcollectie ging later naar het nationaal museum in Budapest.
Prins Paul Anton III-Pál Antal (17861866). Hij was in Oostenrijkse diplomatieke dienst. Hij werd ambassadeur op verschillende posten (Nederland en Groot-Brittannië tot 1842) en ontmoette de fameuze diplomaat Klemens von Metternich. In 1840 namen Hongaren zijn post over en hij nam ontslag. Hij was een tijd minister van buitenlandse zaken (1848) in de regering Lajos Batthyány. Doch onder druk van de koers van L Kossuth trad hij af. Financieel ging het bijzonder slecht met de familie. In 1856 vertegenwoordigde hij het Habsburgse hof op de kroning van Tsaar Alexander II in Moskou. In 1861 ging zijn volledige kunstcollectie naar het musea voor beeldende kunsten in Budapest. Hij was gehuwd met Prinses Maria Theresia von Turn und Taxis.
Prins Nikolaus III-Miklós Pál (18171894). Bracht zijn jeugd door in Engeland en was ook een militair. Begeleidde keizer Jozef II op zijn reizen door Transsylvanië en Hongarije. Financieel had hij uiteraard problemen. Hij kon nog wat geld puren uit hun kunstcollectie. Prins Pál
Antal Miklós IV (1843-1898). Hij was vooral een diplomaat. Hij trok zich
terug na de grote staatshervorming tussen Oostenrijk en Hongarije in 1867. Hij
werd een soort volksvertegenwoordiger voor een Hongaars district. Hij werd ook
opgenomen in de orde van het Gulden Vlies (1896). Prins Miklós Pál Antal Mária IV (1869-1920). Was mee in de Hongaarse delegatie op het einde van WO I. Hij probeerde de toenmalige keizer (Karel IV) er tevergeefs te van overtuigen de aanspraken op Hongarije op te geven. Hij was eveneens opgenomen in de orde van het Gulden Vlies.
Prins Paul-Pál
Maria Alois Antal Miklós Victor V (19011989). Gedurende zijn leven veranderde de situatie van de familie en hun bezit een paar keer zeer drastisch. Door de splitsing van het Oostenrijks-Hongaars dubbelkoninkrijk (naTrianon) kwam het bezit van de familie in diverse landen te liggen. Hij studeerde o.a. in Budapest (doctor in de staatswetenschappen) en werd daar bewust gemaakt van de nieuwe situatie in Europa na WO I. Na de dood van zijn vader in 1920 nam hij het familiekapitaal over dat bestond uit o.a. 128.000 ha land in Hongarije en crica 66.000 ha in Burgenland (Oostenrijk). Tijdens de Radenrepubliek (Béla Kun, Burgeroorlog, en het Horthy-Regime - tussen de oorlogen door) in Hongarije en onder de bezetting (WO II) van de Duitsers hield hij zich gedeisd. Hij huwde met op 3 augustus 1946 in Budapest met Prima Ballerina (Hongaarse Staatsoperia), Melinda Ottrubay. Tussen 1949-47 werd het bezit van de familie in Hongarije in beslag genomen. In Oostenrijk (toen nog onder Sovjet bezetting) werd zijn bezit geconfisqueerd. Gedurende een showproces werd hij, samen met kardinaal József Mindszenty, aangeklaagd en veroordeeld tot 15 jaar opsluiting voor o.a. diviezenmanipulatie en/of handel. Tijdens de opstand van 1956 werd hij op spectaculaire wijze het land uitgesmokkeld. Hij leefde tot zijn dood in balingschap in Zurich. De bezittingen gingen over naar Melinda Esterházy. Die bracht het bezit (culturele en historisch) onder in verschillende stichtingen.
Prins Anton Rudolf II (geboren 1936) zette de erfelijke lijn (alhoewel in Hongarije de titel reeds lang was afgeschaft) verder. Hij werd geboren in Wenen en leefde tot zijn 11 jaar in Hongarije. Hij vluchtte in 1947 en studeerde o.a. in Leuven (landbouwwetenschappen en ingenieur - 1961). Voordien studeerde hij bij de jezuïeten. Hij bekleedde nadien verschillende functies (bij banken en multinationals allerhande). Sinds de val vanOost-Europa
is AntonIIvoorzitter van hetInternationale Comite
van hetHongaarseInstituut voormilieuvriendelijkeeconomische
ontwikkelingin Oost-Europa. Hij was betrokken bij diverseactiviteiten
met betrekking totEuropese integratie, met een focus opuitbreiding van de EU. Hij huwde met Ursula König en heeft een zoon.
Erfprins Paul VI werd in 1986 in Munchen geboren. Hij studeerde economie en internationale politiek in Schotland. Sedert oktober 2011 studeert deze erfgenaam verder om een doctoraatstitel te halen in Centraal-Europese zaken en/of problemen (Oxford).
De erfprins Paul Anton is hier rechts op de foto te zien. Er naast het paleis van de familie in Eisenstadt.
Naast deze hierboven beschreven tak zijn er nog wel enkele bekende telgen van deze beroemde familie.
Joseph Eszterházy was een neef van Palatijn Paul. Hij was ban van Kroatië tussen 1733 en 1741. Francis Eszterházy droeg eveneens deze titel tussen 1783 en 1785, maar werd tegengewerkt door Francis Széchenyi. Ferdinand Walsin Esterhazy, een minder bekend lid, en zgn. Franse verrader, van deze familie veroorzaakte de affaire Dreyfus (Frankrijk-een spionageschandaal). Graaf Paul Oscar Esterházy was een immigratie beambte die zich in 1886 vestigde ten zuiden van de huidige stad Esterhazy, in Saskatchewan (Canada) met 35 Hongaarse families van de omgeving van Kaposvár. Hij claimde de Esterházy naam, maar dit werd door de rest van de familie Esterházy geweigerd (ondanks een soort ontegensprekelijk bewijs van de legaliteit van zijn eis door geboorterecht). De vermaarde hedendaagse Hongaarse schrijver Péter Esterházy is de kleinzoon van Móric Esterházy (18811960), eerste minister van Hongarije (1917) en één van de grootste grootgrondbezitters van het land. Na de ommekeer in het regime in 1989 weigerde, Péter Esterházy de teurggave van land en andere bezittingen destijds genationaliseerd door de communisten.
P. Esterházy wordt tot de belangrijkste hedendaagse Hongaarse schrijvers gerekend Katalina Esterházy is de meisjesnaam van de vrouw van wijlen Timothy Landon, een Brigade-General en Ridder die meewerkte aan de modernisering van Oman. Márton Esterházy is jongere broer van Péter Esterházy. Hij was een uitstekende voetballer die speelde voor de Hongaarse nationale ploeg tussen 19801988 en hij nam deel aan het wereldkampioenschap in 1986, in Mexico. Hij behaalde in totaal 29 caps en scoorde 11 goals. Op club niveau speelde Márton voor Budapest Honvéd en AEK Athene.
Bezittingen gelinkt aan deze familie in foto's.
Wanneer men door Hongarije reist wordt men voortdurend geconfronteerd met gebouwen, momumenten, kastelen, burchten die iets met deze beroemde familie te maken hebben. D.m.v. foto's proberen we een overzicht te schetsen. We moeten ons noodgedwongen beperken tot het grondgebied van het huidige Hongarije en deze lijst is niet compleet.
We beginnen met de 'bloem' van deze gebouwen, het zgn. "Versailles" van Hongarije. Dit is het beroemde Rococoslot Esterházain Fertöd, in het Nationale park Fertőd-Hanság. Dit is UNESCO-wereld erfgoed. Dit slot werd verbouwd door Prins Nikolaus I nadat het in het begin van de 18de eeuw door Prins Michael Esterházy als klein jachtslot was gebouwd. Na een bezoek aan Versailles in het jaar 1764 gaf deze vorst de opdracht aan de Weense architecten Ferdinand Mödlhammer en Melchior Heesel de verbouwingen uit te voeren. Die duurden zowaar 46 jaar.
Hier zien we het toegangshekwerk.
Een zicht vanaf de ingang op de voorgevel (ingezoomd). Jozef Haydn bracht hier vele jaren door.
Een detailzicht van een zijvleugel. Je kan in bepaalde delen van slot een rondleiding krijgen in diverse talen en op 'open monumentendag' is het vrij toegankelijk. In de zomer worden er concerten georganiseerd. Er is een zaal met een capaciteit van 400 personen.
Hier een hangdoek met een beeld van de bouwheer Nikolas I, bijgenaamd de prachtlievende. Het gestileerde logo van de familie.
Een zicht op de achtergevel vanuit de prachtig aangelegde tuinen. Hier is nog veel te restaureren. Tijdens de communistische periode had het paleis enorme schade opgelopen. De originele inboedel is nog steeds in musea in Budapest.
Een detailfoto van de ingang en een binnenzicht in een van de vele salons. Keizerin Maria Theresia (ook bekend in onze geschiedenis) was er graag te gast. Tijdens die bezoeken werden kosten noch moeite gespaard om er een echt 'evenement' van de maken, met alle financiële gevolgen van dien.
Het kasteel in Pápa, gebouwd op de ruïnes van een oude burcht. Die burcht speelde ooit een belangrijke rol in de oorlog tegen de Turken. Pas in 1594 viel ze in de handen van deze aanvallers en bezetters. Gedurende deze bewogen tijd veranderde het gebouw diverse keren van eigenaars. Rond 1740 begonnen de verbouwingen door de Esterházys door de architect Franz Anton Pilgram. Het geheel werd een mix van Rococo en Barok (waarvan een panoramische foto te zien is). Nu is het een museum waarvan grote delen reeds gerestaureerd zijn. Een stadsgids kan jullie rondleiden.
Een beeld van een van de telgen van deze beroemde familie. Rond de sleutel van de bibliotheek in het kasteel wordt een wonderbaarlijk verhaal verteld. Die was jarenlang (46 jaar) zoek tot iemand - een afstammeling van een personeelslid -, kort na de veranderingen in 1989, de sleutel terugbezorgde.
Dit is de kerk van Pápa. Deze werd door
Károly Esterházy, Bisschop van Eger opgericht tussen 1774-1786. Door de ziekte van de hoofdarchitect werden de werken verdergezet door József
Grossmann (1747-1785). De stijl kan laatbarok genoemd worden. Voor de kerk staat een beeld van die Bischop Esterházy.
Het slot van Tata. Het ligt aan de oever van het Öreg meer en werd gebouwd door Jakab Fellner. Het diende o.a. als schuilplaats van Keizer Franz I in 1809, op de vlucht voor Napoleon. Het werd gebouwd in opdracht van een andere tak van de familie (als deze hierboven beschreven). Het had een soort brugfunctie met Fertöd. In 1946 werd ingevolge de landhervorming onder de communisten het hele domein en kasteel onteigend. Het deed toen dienst als een soort hospitaal. Nu is men volop aan het restaureren en het is niet te bezoeken.
De kerk van Tata. Boven de ingang is een tekst te zien die verwijst naar de beroemde familie.
Hier is die tekst die zegt: "Graaf FrancisEsterhazyeeuwigegoddelijkheidvan de Zoon vanNicholasGalantha.In het jaar1784". "Gróf Esterházy Ferenc örök isteni Fia Miklós Galantha. Abban az évben, 1784". in het Hongaars
Het twee verdiepingen tellende burgkasteel van Ozora werd in het begin van de 15de eeuw (1416-1426) gebouwd en verbouwd in de 18de eeuw door de beroemde familie in Barokstijl. In 1438 was het in het bezit van Palatijn Lörinc Héderváry. Na de verloren slag bij Mohács tegen de Turken kwam het in handen van deze bezetters. In 1687 kwam het opnieuw in Hongaarse handen. Tijdens de communistische tijd was het stapelplaats voor graan. (Over deze beroemde burcht verscheen reeds eerder een artikel op deze blog). http://www.bloggen.be/hongarije_brakel_be/archief.php?startdatum=1279490400&stopdatum=1280095200).
De voorgevel van de Károly
Esterházy (1725-1799 - hij legde de eerste steen van de kathedraal van Esztergom) univeristeit van Eger. Deze bisschop kwam in 1761 van Vác naar Eger. Hij wou een eerste universiteit met vier faculteiten stichten in Hongarije. Het is een wondermooi gebouw met een enorme bibliotheek. Hij had conflicten met de bij ons ook bekende keizer(koster) Jozef II. Daarnaast de voorgevel van de kerk in Györ. Emmerich Esterházy gaf de opdracht tot de bouw (1721-25) van deze Karmelietenkerk. De orde had er ook een abdij.
De burcht van Kőszeg. Ze kwam in het bezit van de familie na de Turkse tijd in 1695 en bleef dit gedurende 236 jaar. Ze is nu voor langere tijd gesloten voor restauratie. Het wondermooie stadje wordt met enorme Europese steun volledig gerenoveerd. Nu is het reeds de moeite een bezoek te brengen aan het centrum.
Dit mausoleum van de familie is te zien in het piepkleine Ganna (450 inwoners - Bakony regio). Dit neoklassieke gebouw (een kopie van het Romeinse Panthenon in de vorm van een Grieks kruis) werd gebouwd tussen 1808 en 1818 door een Fransman. De kerk zelf is toegewijd aan de heilige Anna. In de crypte liggen in loden, marmeren, stenen en bronzen sarcofagen verscheidene leden van deze familie (52-doch van verschillende takken van deze familie) begraven. Het bezoek op zichzelf is reeds een avontuur. De sleutel moet gezocht worden ergens in een klein kantoor van de gemeente. Achter elke sarcofaag schuilt wel een of ander verhaal. Nogal wat inwoners zijn in oorsprong Duitstalig.
Beelden van de sarcofagen.
De kist van Miksa Graf Esterházy (geboren in Wenen in 1837). Hij was de sticher van de eerste Hongaarse atletenclub en publiceerde een eerste wandelgids. Daarenboven was hij de eerste kweker van het beroemde hondenras Kuvasz (1883).
Een zicht binnenin de kapel zelf in de crypte met errond sarcofagen.
Nog sarcofagen op deze foto.
Een zicht op de kapel zelf, via een trap komt men terecht in de crypte.
Brakel-Akasztó.De laatste tijd kwam Hongarije minder fraai in beeld in onze "media". Terecht of niet terecht? We moeten het oordeel overlaten aan de Hongaarse bevolking zelf. De huidige Fidesz-regering (enig populisme is hen niet vreemd) wordt gesteund door een riante meerderheid in het parlement en de verzamelde oppositie stelt nauwelijks iets voor. Ze bieden momenteel geen valabel alternatief. Toch gaat het economisch niet goed met Hongarije....Door de dalende koers van hun munt, de forint, moet de gewone Hongaar steeds zwaardere afbetalingen doen om zijn lening, in een buitenlandse valuta, af te korten....De regering zal moeten aankloppen bij de EU en/of het IMF...en dat zal niet onvoorwaardelijk gebeuren...Intussen raakte bekend dat ook Malév (de nationale luchtvaartmaatschappij) er het bijltje bij neerlegde...iets wat reeds maanden in de "lucht" hing. Dit is goed nieuws voor de andere maatschappijen die van Brussel en/of Charleroi naar Budapest vliegen....
De democratie is in gevaar door de nieuwe grondwet (2012). De persvrijheid is bedreigd door mediawetten. Hongarije is een soort dictatuur aan het worden. Een soort mini Wit-Rusland. Orbanistan? Viktator? Allemaal zware beweringen niet altijd onderbouwd door de juiste feitenkennis. 'Links' vindt dit grandioos. Waarom? De huidige FIDESZ-regering kan men beschouwen als centrum rechts...We vergeten al te gemakkelijk dat in april 2010 de parlementaire verkiezingen met een verpletterende meederheid door Fidesz werden gewonen. Dit gaf deze partij een 2/3de meerderheid in dit parlement en dus kan ze zowat doen wat ze willen. Een van hun bedoelingen is hun macht voor de toekomst consolidereren...De vorige acht jaar (voor 2010) werden zij door "coalities" uit de regering gehouden. Vanzelfsprekend is er gemor en protest in het land...Vergeten wij niet dat de Hongaren nog steeds kampen met een 'Trianon trauma', ze voelen zich letterlijk in de steek gelaten door de rest van Europa......toen en nu...Hongaren zijn en blijven immers slechte "marketeers".
Spandoeken in de pro regeringsbetoging (21/01) vertolken de mening van nogal wat Hongaren tegenover Europa.
De vorige regeringspartijen (een coalitie van de socialisten (MSZP) - voormalige communisten - met een liberale (SDS) partij - uit de beginjaren van Hongarije - wij zouden dat paars noemen) werden genadeloos afgestraft door de kiezer (2010-het Hongaarse kiessysteem laat dat toe)... Deze toenmalige regering liet het land achter met lege kassen, knoeide met begrotingscijfers. Dit klinkt ons zeer bekend in de oren...! - men is reeds vergeten wat paars in België aanrichtte! -. Aan de uiterst rechtste zijde loert Jobbik...(voor een beter Hongarije).
Laten we het oordeel van Europa afwachten! Binnen een maand weten we hoe laat het is...
En toch is Hongarije, als toeristische bestemming, de moeite waard. Wie kan dit beter tonen dan de Hongaren zelf. We vonden een film van Gloria TV. (Nabucco Magyarország). Op de tonen van de Hongaarse dans nr. 5 van Johannes Brahms wordt een reis door dit land getoond. Vele hoogtepunten komen aan bod....Heel wat daarvan zagen we reeds zelf...
Worden o.a. getoond: (het gaat om toeristische streken waarin dit land wordt ingedeeld).
- Budapest met: het heldenplein, het waterkasteel, de kuurbaden, het parlement, de kettingbrug en de Budaheuvel. -
Közép-Dunántúl met: Szentendre, Viségrad, Esztergom, Gödöllő. -
Észak-Dunántúlmet: Zsámbék, de turulmadar, Velence, Veszprém, Papa, Pannonhalma, Sopron, Herend, Kőszeg, Fertöd, Hevis, Tapolcsa. - Balaton met: Tihany, Siófok, Bóglar, Kesthely - Dél-Dúnantúl met: Skanzen, Pécs. - Alföld met: Kalocsa, Szeged, Opustaszer,
Hortobágy(Hortobágyi
Nemzeti Park), Debrecen. -
Észak Magyarország met: Sarospatak, Lillafüred, Szilvásvárad, Bükk, Eger.
Klik op de onderstaande link en geniet (de commentaar is in het Hongaars). -Szép élvezetes összeállítás Magyarországról- http://hu.gloria.tv/?media=176452
Akasztó-Brakel. 2011 zit er op.Tijd om terug te blikken op het dorp - dat ons nauw aan het hart ligt -. Zoals reeds herhaalde malen geschreven ligt Akasztó op de weg nr. 53 Solt-Kiskőrös, in de provincie Bács-Kiskun, op 25 km van de Donaubrug in Dunaföldvár (Község a Duna-Tisza közén, Bács-Kiskun megyében, a dunaföldvári hídtól 25 km-re, Solt és Kiskőrös között fekszik). Omringd door het Kiskunsági Nemzeti Park en in 1500 huizen wonen 3641 inwoners. Suhajda Antal is de burgemeester (polgármester). Er zijn nog steeds 40 kleinhandelszaken (Kereskedelmi egységek 40 db) van allerlei aard. Jaarlijks zijn er twee evenementen m.n. de 'Szikinap' (eind juni) en de 'Akasztói búcsú' (september). In het culturele centrum (Faluház) gaan allerlei interessante tentoonstellingen door. In het dorp is een lagere school (280 leerlingen), een peutertuin (120 kleintjes) en een bibliotheek (met 180000 boeken) - (Iskola 280 tanuló -Könyvtár 180000 kötet - Óvoda120 gyerek). Er is uiteraard een postkantoor en een apotheek (Posta és Gyógyszertár). Het dorp heeft een verbroedering met twee steden/dorpen-Testvértelepüléseinknek: Áda (uit Servië) en Kraszna (uit Roemenië). In beide dorpen leeft een Hongaarse minderheid. Wij brengen een derde reeks willekeurige foto's (genomen op verschillende tijdstippen) die een beeld geven van het dorp.
De foto's.
Telkens als er in het dorp een evenement georganizeerd wordt worden de straten bevlagd met nationale vlag en de lokale vlag. De foto ernaast van de klassieke watertoren (op de top masten voor o.a. internet) die van ver te zien zijn en er allemaal nogal gelijkaardig uitzien.
Een van de parels van het dorp het "cultureel centrum" (Faluház) met alle nodige infrastructuur voor zowel tentoonstellingen, voorstellingen, een computerzaal, vergaderruimtes, evenementen allerhande (ook privé). Destijds gerenoveerd met een flinke scheut Europees geld. In Brakel kunnen we enkel 'dromen' van dergelijke infrastructuur...
Een absoluut merkwaardig gebouw is het "Stadler stadion" - capaciteit 21.000 - (hier een zicht vanaf de voorkant) in het dorp. Inderdaad ooit had het dorp een ploeg in de "eerste klasse" van het Hongaarse voetbal (95-98). De man erachter 'József Stadler' is een merkwaardige figuur. - in 1995 haalde hij de kolommen van Der Spiegel: "Onkel Joschkas Imperium" - Hij was op een bepaald ogenblik steenrijk (nochtans begon hij als herder en ging naar school tot zijn 14de jaar) door handel (250 personeelsleden) te drijven met o.a. Oekraïne (toen de Sovjet-Unie uiteengevallen was) in conserven, wijn, bier, schuimwijn enz. - omzet in 1993 105 miljoen $ -. Voordien was hij handelaar in leder en begon wijngaarden op te kopen. Dan werkte hij 10 jaar in een wijncoöperatie in Cegléd. Hij leerde daar de stiel en het was tijd om op eigen benen te staan. Hij wou een grote voetbalclub stichten, hij was van plan een bestaande club te kopen en/of te steunen (1993). Dit lukte slechts gedeeltelijk en hij construeerde zijn eigen stadion - hij kocht daarvoor 400 ha grond - en een eigen groot team. Spelers werden her en der aangekocht en hij bereikte zijn doel. Toen het stadion door de overheid werd geconfisqueerd (wegens een zgn. BTW-caroussel - export leent zich daartoe - hij vloog de gevangenis in) stond het enkele jaren te verkommeren....maar nu is het terug in handen van de oorspronkelijke eigenaar. Hij slaagde erin zijn torenhoge boetes terug te betalen. Hij kwam vrij in 2005. - Blijkbaar is er intussen een nieuwe vrouw in zijn leven -. Vandalisme richtte echter heel wat schade aan. De man baat intussen in het naburige Solt een flink uit de kluiten gewassen 'kledingzaak' uit. Zijn levensverhaal schreef hij zelf neer in een heus boek 'a Stadler story'. Intussen geeft hij af en toe gastlessen over "snel succes"...
Een zicht op het centrale gebouw vanaf de zitplaatsen. In het gebouw is een receptieruimte, een soort hotel (26 suites), een casino, een discotheek en andere ontvangstruimtes. Eigenlijk was de man met de bouw van dit stadion (1994) jaren zijn tijd vooruit....
Een van de ingangen voor het publiek, er zijn enkel zitplaatsen in het stadion, wat gezien het moment van de constructie, zonder meer visionair was. Binnenin hangt een foto uit de goede oude tijd, de zgn. glorieperiode van FC Stadler, spelend in de eerste Hongaarse voetbalklasse tot circa 2000. Ploegen zoals Honvéd Budapest, Ferencváros en Újpest FC kwamen spelen in dit stadion.
Een binnenzicht op de discotheek in de onderste geledingen van het centrale gebouw.
Een binnenzicht op een van de grotere ontvangstruimtes. De aanwezigen hadden een perfect zicht op het voetbalveld in ideale omstandigheden te vergelijken met wat wij nu "loges en/of business-seats" noemen. Uiteraard was catering mogelijk.
Het stadion kent enkel zitplaatsen een uitgebouwd verlichtingssysteem met de nodige luxen voor avondwedstrijden. Eigenlijk is van dit stadium gemakkelijk een plaats te maken waar o.a. concerten en/of optredens kunnen georganiseerd worden.
Zicht op het dokterscabinent met eraan palend de apotheek (Gyógyszertár). Het gebouw ziet er onverzorgd uit, doch binnenin is alles perfect. Er zijn steeds twee dokters aanwezig, men kan als patient kiezen en met het voorschrift (voorzien van een spreepjescode) in de hand naar de apotheek en alles is in voorraad.
En dit is ook af en toe te zien in het dorp. Vervoer met paard en kar. Ecologisch en als men er de tijd voor heeft economisch. De gele container staat klaar om het huishoudelijk afval op te halen (door een privé firma) op vrijdag. De container (met chip) wordt gewogen en men betaalt een forfaittair bedrag en een toeslag bij teveel gewicht. Dit doet men hier reeds jaren....
En dit is zowat de droom van elke Hongaar, een stekje aan de waterkant (langs een kanaal of aan een meer of aan een private hengelplaats) om ongestoord te kunnen hengelen en er het weekend door te brengen. Dit soort gebouwtjes bestaan er in alle maten, in alle soorten materialen overal waar het mogelijk is. In het bouwen van dergelijke "bouwsels" zijn de Hongaren nog straffer dan de Belgen! En wij die dachten dat de Belgen de strafste 'hokjes of koterijen'-bouwers waren.
Waar kanalen zijn is er behoefte aan waterniveauregelingssystemen, een soort sluizen. Hier een zicht op een belangrijk knooppunt van twee kanalen.
Her en der in het dorp staan grote 'schuren' waarin runderen en/of schapen verblijven tijdens de warmte en in de wintermaanden. Hier een beeld van een groot veebedrijf dat in het dorp gevestigd is en meteen sponsor van lokale evenementen.
Wintervoorraden worden vanaf de late zomer met man en macht aangevoerd uit vooral de puszta. De vrij zware bobijnen hooi en/of stro worden deskundig gestapeld. Om dit te vervoeren is wel aangepast materiaal nodig....dat is wel degelijk voorhanden.
Een ander zicht op een andere boerderij langsheen een van de kanalen. Bliksemafleiders zijn hier overal aanwezig op deze gebouwen. Het landschap is bijzonder vlak en vele daken zijn gemaakt van riet. Nogal wat van deze 'pusztaschuren' worden met Europese steun gerenoveerd.
Nog een foto van spektaculair wolken -en/of lichtspel. In een vlak land waar de gebouwen geconcentreerd staan in de dorpen kan men gemakkelijk dergelijke beelden schieten.
Nog een laatste beeld van een mooie zonsondergang in de puszta.
Nog een foto vol puszta-nostalgie (Miklapuszta), een kudde schapen met de klassieke herdershond erbij.
Akasztó-Brakel. 2011 zit er bijna op. Tijd om terug te blikken op het dorp - dat ons nauw aan het hart ligt -. Zoals reeds herhaalde malen geschreven ligt Akasztó op de weg nr. 53 Solt-Kiskőrös, in de provincie Bács-Kiskun, op 25 km van de Donaubrug in Dunaföldvár (Község a Duna-Tisza közén, Bács-Kiskun megyében, a dunaföldvári hídtól 25 km-re, Solt és Kiskőrös között fekszik). Omringd door het Kiskunsági Nemzeti Park en in 1500 huizen wonen 3641 inwoners. Suhajda Antal is de burgemeester (polgármester). Er zijn nog steeds 40 kleinhandelszaken (Kereskedelmi egységek 40 db) van allerlei aard. Jaarlijks zijn er twee evenementen m.n. de 'Szikinap' (eind juni) en de 'Akasztói búcsú' (september). In het culturele centrum (Faluház) gaan allerlei interessante tentoonstellingen door. In het dorp is een lagere school (280 leerlingen), een peutertuin (120 kleintjes) en een bibliotheek (met 180000 boeken) - (Iskola 280 tanuló -Könyvtár 180000 kötet - Óvoda120 gyerek). Er is uiteraard een postkantoor en een apotheek (Posta és Gyógyszertár). Het dorp heeft een verbroedering met twee steden/dorpen-Testvértelepüléseinknek: Áda (uit Servië) en Kraszna (uit Roemenië). In beide dorpen leeft een Hongaarse minderheid. Wij brengen een tweede reeks willekeurige foto's (genomen op verschillende tijdstippen) die een beeld geven van het dorp.
De foto's.
Zicht op de weg nr. 53 bij het binnenkomen van Akasztó vanuit de richting Solt. Links (balra) het gemeentehuis (Polgármesteri Hivatal és községháza).
Een andere foto van de kerk (Római kat. templom) vanuit een andere invalshoek.
Het momument ter herinnering aan de eerste wereldoorlog (I.világháborús emlékmű).
De lagere school en de bibliotheek van Akasztó (általános iskola - könyvtár).
In het dorp zijn verschillende speelpleinen (játszótér) ten bate van de kinderen. Eén aan de lagere school en een ander in een wijk.
Zicht op het kerkhof (temető - de middenweg). De begrafenisplechtigheden (temetés) gaan door op het kerkhof zelf.
Het Hongaarse volk besteedt bijzonder veel aandacht aan het onderhouden van de graven (sír) van hun geliefden . Er worden steeds nieuwe verse bloemen aangebracht en/of aangeplant. Er zijn veel familiegraven en de namen staan, voor ons, op de verkeerde zijde.
In de vorige reeks foto's spraken we onver wijngaarden. Hier een foto van "echte" druiven (szőlő). Hongarije is een "wijnland" wat velen gewoon niet weten! Over de druivenoogst en Hongaarse wijn verscheen in september 2010 een uitgebreid verslag op deze blog.
Foto's van wijnbedrijven (Boden-Vin & Szer Vin) die in het dorp actief zijn. Het rechtste bedrijf levert allerhande apparatuur voor druivenverwerking en wijnbouw. Verder zijn er ook nog: Bognár-Vin, Kiskun-Vin & Akker Pince.
En dit is ook het dorp: de kleine privé wijnboer oogst de druiven en maakt nadien zijn eigen wijn. De man in het midden brengt met een speciale draagkorf (puttonyos) de druiven naar de pers (szőlőnyomja).
Zomaar langs de weg naar Csengőd. Een andere foto van de vele kanalen die door het dorp stromen.
Een klassiek natuurplaatje: een ooievaarsnest ( (gólyafészek) - ze komen aan rond 19 maart en vertrekken rond 15 augustus richting Afrika - en een foto van een bijeneter - Merops apiaster (gyurgyalag - een courante broedvogel in een holte van een of andere berm).
In het dorp is vanzelfsprekend een manège - de mustang- (lovarda) en elk jaar organiseert men een paardenevenement. Deze ruiter (Kastely Attila) was ooit Europees kampioen slalom en/of rodeo.
Zin in een pizza? Geen probleem. In de hoofdstraat is een heuse pizzeria: "de jachthoorn".
Difuus licht in de puszta. Ook hier is eindeloos fietsplezier en natuurobseratie gegarandeerd.
Een ander spectaculaire zonsondergang, annex wolkenspel. Gewoon ogen open in de tuin.
Bron: eigen ervaring - eigen foto's - Dit is de tweede reeks foto's over het dorp in 2011.
Akasztó-Brakel. 2011 zit er bijna op. Tijd om terug te blikken op het
dorp - dat ons nauw aan het hart ligt -. Zoals reeds herhaalde malen geschreven
ligt Akasztó op de weg nr. 53 Solt-Kiskőrös, in de provincie Bács-Kiskun, op 25 km van de Donaubrug in Dunaföldvár (Község a Duna-Tisza közén, Bács-Kiskun megyében, a dunaföldvári hídtól 25 km-re, Solt és Kiskőrös között fekszik). Omringd door het Kiskunsági Nemzeti Park en in 1500 huizen wonen 3641 inwoners. Suhajda Antal is de burgemeester (polgármester). Er zijn nog steeds 40 kleinhandelszaken (Kereskedelmi egységek 40 db) van allerlei aard. Jaarlijks zijn er twee evenementen m.n. de 'Szikinap' (eind juni) en de 'Akasztói búcsú' (september). In het culturele centrum (Faluház) gaan allerlei interessante tentoonstellingen door. In het dorp is een lagere school (280 leerlingen), een peutertuin (120 kleintjes) en een bibliotheek (met 180000 boeken) (Iskola 280 tanuló -Könyvtár 180000 kötet - Óvoda120 gyerek). Er is uiteraard een postkantoor en een apotheek (Posta és Gyógyszertár). Het dorp heeft een verbroedering met twee steden/dorpen-Testvértelepüléseinknek: Áda (uit Servië) en Kraszna (uit Roemenië). In beide dorpen leeft een Hongaarse minderheid. Wij brengen een aantal willekeurige foto's (genomen op verschillende tijdstippen) die een beeld geven van het dorp.
De foto's.
De passanten op weg nr. 53 worden "verwelkomd" bij het binnenrijden van het dorp door uiteraard een symbool dat met wijnbouw heeft te maken (een ton en een druivenpers - Welkom in Akasztó - staat er).
Het gemeentehuis langs diezelfde weg nr. 53. (Polgármesteri Hivatal és községháza) en de burgemeester Suhajda Antal (polgármester).
De katholieke kerk in het dorpscentrum (Római kat. templom és plébánia) en het dagcentrum voor bejaarden (Idősek
napközi otthona).
Op de nationale galop (Nemzeti Vágta - sept jl.) was het dorp aanwezig met een promotiestand en een paard nam deel aan de rennen (hierover verscheen een uitgebreid verslag). Ernaast een foto het postkantoor (posta).
Het dorp heeft nu een eigen 'blaasensemble' (Akasztói
fúvószenekar) dat optreedt op de lokale evenementen (Mária-napi Búcsú és Falunapok) -hierover verscheen een uitgebreid verslag.
.
Op elk evenement prominent aanwezig: de lokale wijngilde (Akasztói
borbarát borrend) in gezelschap van de wijnkoningin die om de twee jaar wordt verkozen op de Szikinap. Ze poseren op de binnenkoer van het lokale 'pension' Sziki vendégház.
Rondom het dorp liggen vele ha wijngaarden (Szőlőskert).
Een zicht op de eindeloze puszta rondom het dorp, waarin kudden schapen (juhnyá) grazen in gezelschap van een herder (Juhász).
Grote stukken van die puszta behoren tot het Kiskunsági Nemzeti Park (aangeduid met een dergelijk paneel). Daarin staan her en der uitkijktorens voor natuurobservatie (kilátótorony).
Door het dorp stromen diverse kanalen. Over deze kanalen verscheen vroeger uit een uitgebreid verslag.
Langs die kanalen is er mogelijkheid te over voor eindeloos 'hengelplezier' (horgászsport), wat de Hongaren dan ook massaal doen. Ze mogen vissen met twee stokken tegelijk en met vier haken. Over de hengelende Hongaar verscheen vroeger een uitgebreid artikel.
De traditie van de "meiboom" (májusfa) bestaat hier nog steeds. In deze woning verblijft een 'huwbare' dochter.
Langs een van die kanalen (Dunavölgyi főcsatorna) is eindeloos fietsplezier mogelijk - op goede zandwegen - , autovrij en contact met de natuur.
En deze knapen kan men dan verrassen, een zonnende ringslang (vízisikló) en de boomkikker (levelibéka).
Op de jaarlijkse evenementen rond de oogst in september treden o.a. vedetten op. Hier Mario met zijn accordeon (Márió
a hermonikással). Op de andere foto de jongst verkozen "wijnkoningin". Ze wordt tweejaarlijks gekozen op de "szikinap".
In oktober was er de tienjaarlijkse 'volkstelling' (net zoals bij ons). Een affiche informeert en roept de bevolking op deel te nemen. Voor het invullen van die vragenlijst kregen wij persoonlijke assisstentie.
1 & 2 november (mindenszentek napja) zijn hier ook een herdenkingsdagen voor de overleden familie en/of vrienden. Verkoopstanden met bloemen, kransen e.d. zijn voorhanden. De Hongaren gebruiken vele vormen en maten van kransen om op de graven te plaatsen.
Een beeld onthuld tijdens de junifeesten (Szikinap): de herder en zijn trouwe viervoeter (Kiskun Juhász és kutyája). In de puszta kan men veel herders ontmoeten. De andere foto toont het treur-'trianon-monument' er geplaatst bij de 90ste verjaardag (hierover verscheen een verslag) van dit voor Hongarije zeer nadelige verdrag.
Het centrale animatieplein met het 'Trianon herdenkingsmonument' en fontein.
Mooie zonsondergangen komen hier frequent voor. Hier een beeld genomen in het (de) lokale hotel-restaurant-visvijver-zwemvijver-horeca-uitbating (Akasztói
Horgászpark és Halascsárda).
Bron. eigen ervaring, eigen foto's - Dit is de eerste reeks foto's van een aantal fotoreportages, die volgen.
Brakel. De Hongaarse Rapsodie nr. 2 (A Magyar rapszódia op.2) is de tweede in een reeks van 19 Hongaarse Rapsodieën van componist Franz Liszt en veruit de meest bekende van deze werken. Weinig piano-solo's kenden een grotere populariteit omdat bij de uitvoering van deze compositie de pianist zijn virtuositeit kon bewijzen. Anderzijds eist dit werkstuk van de uitvoerders een enorme technische bagage. Het publiek kwam onder de indruk door het "appeal" van dit werkstuk.
De Hongaarse componist en pianist Franz Liszt was sterk beïnvloed door de muziek uit zijn jeugd, speciaal Hongaarse volksmuziek met de unieke slepende zigeunersritmes, ritmische spontaniteit en een verleidelijke directe indruk op het publiek. Het zijn juist deze elementen die een belangrijke rol spelen in de composities van deze componist. Ondanks zijn gevarieerd oeuvre is veel nationalistisch geïnspireerd. Deze rapsodie daar een perfect voorbeeld van.
Het werkstuk werd gecomponeerd in 1847 en was opgedragen aan graaf László Teleki - Deze graaf was een schrijver en staatsman. Hij raakte betrokken bij de Hongaarse revolutie van 1848 en werd bij verstek ter dood veroordeeld. Hij vluchtte, leefde in balingschap, en keerde later terug en begon te ijveren voor de idealen van deze opstand. Uiteindelijk pleegde hij zelfmoord - en het werd voor het eerst als pianosolo opgevoerd in 1851. Dit werd een groot succes en spoedig kwam er een orkestrale versie van het werk gepubliceerd door Schubert.
Zowel het originele pianowerk als de orkestrale versie werden gebruikt in de wereld van de tekenfilms. Vooral de versie in C-mineur werd gebruikt. Het dook voor het eerst op in "Het Opera huis" in een solo van Mikey Mouse in 1929. Diverse tekenfilms met verschillende plots gebruikten eveneens dit werk. Een van die versies kwam van MGM (Metro Goldwyn Mayer) m.n. door Hanna & Barbera - ja die van de beroemde Flinstones tekenfilms - in een Tom & Jerry versie onder de naam 'Katconcert'. Deze tekenfilm (de 29ste versie van deze twee helden en in full color) won in 1946 een Academy Award.
Klik op de Youtube-link en geniet van de cartoon en het werk van Liszt. (Kattintson a Youtube linkre, és élvezze Liszt zenéjét és a rajzfilmet!)
De Hongaarse kinderactie of de Hongaarse kindertreinen 1923-27 - a magyar gyerekek Belgiumban 1923-27
Brakel-Brussel. In het kader van de universitaire "dinsdaglezingen" in de HUB (Hogeschool Universiteit Brussel)-Brussel werd een interessant onderwerp besproken door mevrouw Vera Hajtó - een doctorale reseacher aan de KU - m.n. de aanwezigheid van duizenden Hongaarse kinderen in Vlaanderen in de jaren 1923-27. Het ging hier over het verstrekken van een 'vakantie' aan arme Hongaarse kinderen - hoofdzakelijk meisjes - door Vlaamse katholieke gastgezinnen. De kinderen kwamen naar Belgenland met de trein (a magyar gyermekek vonatai). Uiteindelijk werden circa 23.000 kinderen gedurende deze periode naar Vlaanderen gebracht. Over dit fenomeen was in Nederland reeds uitgebreid onderzoek verricht. De Vlaamse tak bleef grotendeels onaangeroerd tot mevr. Hajtó in haar doctoraal proefschrift aan dit onderwerp aandacht besteedde en het onderwerp in de actualiteit bracht. Dat dit een gevoelig onderwerp is bewees de grote opkomst voor deze lezing in de HUB te Brussel in december jl. Wij waren zelf aanwezig. Wij brengen een verslag over deze gebeurtenis.
Mevrouw Vera Hajtó, een Hongaarse, kwam als Erasmusstudente naar België. Later studeerde zij geschiedenis in Budapest. Later keerde zijn naar Belgenland terug (Intussen is zij gehuwd met een Belg). Aan de KU-Leuven is zij nu aan het doctoreren - meer specifiek over de Hongaarse kinderen die later in België bleven, volwassenen werden en hier huwden -. In de loop van het voorjaar 2012 zal zij hij doctoraal proefschrift over dit onderwerp verdedigen voor een jury. Nu gaf zij d.m.v. een powerpoint presentatie, in voortreffelijk Nederlands, een uiteenzetting over deze historische gebeurtenissen uit het verleden. Haar presentatie begon met een 'familiefoto' waarop een familie te zien was met hun 'Hongaartje'.....
Een stuk geschiedenis.
Door het verdrag van Trianon (4 juni 1920) - hierover verschenen reeds diverse artikels op deze blog - verloor Hongarije zowat 2/3 van het grondgebied. Bovendien werd het land afgesneden van veel natuurlijke hulpbronnen, industriële activiteiten en miljoenen etnische Hongaren. Dit had zware gevolgen voor de bevolking uit die gebieden. Velen verloren zowat alles en leefden in Hongarije in bittere armoede. Ze leefden in slechte huizen, treinwagons, krotten, waren ondervoed enz. - Dit werd uitvoerig geïllustreerd door een filmpje van een hulporganisatie over de situatie waarin vele kinderen leefden -. Dit trok de aandacht van internationale hulporganisatie en zij begonnen een actie om de kinderen een soort vakantie aan te bieden. De eerste kinderen kwamen vooral naar Nederland in protestantse gezinnen vanaf 1920. Nederland was in WOI neutraal en dus niet getroffen door de oorlogsellende. De kinderen kregen een vakantie tot zes maand. Andere kinderen gingen naar Zwitserland, Zweden en Engeland. In Hongarije werd de actie georganiseerd door de 'Staatsliga voor kinderbescherming'. Hier waren vooral religieuze orden bij dit project betrokken. Rond 1922-23 kwamen wel Oostenrijkse kinderen naar Vlaanderen, meestal van katholieken huize. Pas in 1923 sloot België zich aan bij deze actie en dit onder aandringen vanuit Nederland. Toch kwamen de protestantse en katholieke kinderen strikt gescheiden aan in die landen. Het aantal vrijwilligers in Nederland werden steeds kleiner in aantal en bijgevolg werd er uitgekeken naar de houding van België. Kardinaal Mercier vond echter dat indien België zich zou engageren dit een goede zaak zou zijn voor de kerk in internationaal verband. Een Hongaarse priester, Miklós Knébel, kwam in ons land lobbyen en toen hij een aanbevelingbrief van de Hongaarse Aartsbisschop János Czernoch kon voorleggen aarzelde Mercier niet meer en vond dat ze mee moesten gaan in dit project. Dit was niet evident, gezien de houding van Frankrijk tegenover Trianon en hij was niet zeker dat de Belgische elite dit zo maar zo steunen. Bovendien was het land Hongarije weinig bekend in Belgenland - dit is trouwens nu nog zo -. Bijgevolg werden de eerste kinderen (63) zowat binnengesmokkeld van Nederland (1 mei 1923). In Nederland kwamen de Hongaarse kinderen nog steeds per trein aan. De kinderen werden over families verspreid en hadden geen officiële reisdocumenten. De autoriteiten lieten echter begaan.
Vanaf juli 1923 kwamen zowat 700 kinderen voor een vakantie met een frequentie van elke tweede maand en op autonome basis, dus los van de actie in Nederland. De kinderen kwamen hoofdzakelijk terecht in katholieke families of kloosters en/of abdijen m.a.w. het zwartepunt van het onthaal lag in Vlaanderen (89% verdeeld over: Oost-Vlaanderen 27% - West-Vlaanderen 19% - Antwerpen 26% - Vlaams Brabant 12%). De gemiddelde leeftijd van de kinderen was negen jaar (range van 3-4 tot 15-16 jaar) en het waren hoofdzakelijk meisjes (82 t.o.p. van 18% jongens). 50% van de Hongaarse kinderen kwam uit Budapest en ruime omgeving m.a.w. uit een stedelijk milieu. Over de selectie van de kinderen in Hongarije zelf is weinig bekend. Enkel zijn gegevens bekend over een soort medische keuring op o.a. TBC en luizen en op hun gewicht. De Belgische coördinatie gebeurde vanuit een hoofdkwartier in Turnhout - Secretariaat voor het Hongaarse kinderwerk - onder leiding van de lokale deken Joanes Jansen. Samen met Miklós Knébel was dit secretariaat ook verantwoordelijk voor de promotie - propaganda - en het vinden van financiële middelen - beroep doen op giften en het verkopen van een postkaart - voor dit initiatief. Vanaf 1924 werd aan de pleegouders een soort bijdrage in de reiskosten gevraagd. Lokaal werd samengewerkt met de parochies en de locale elites. Vanaf de kansel werd promotie gemaakt voor dit initiatief. Er werd verwezen naar de sterke Maria-verering in zowel Vlaanderen als Hongarije. Natuurlijk werden de steeds wederkerende treinen vol kinderen her en der opgemerkt en dit droeg bij tot een beeldvorming.
Een negatief gevolg van de langere verblijfsperiode was dat sommige Hongaarse kinderen hun eigen moedertaal verleerden. Dit probleem werd onderkend en onderwijsmensen uit ginder kwamen naar hier om de kinderen bij te staan - doch in zeer beperkte aantallen -. Over de manier van selecteren van de gastfamilies zijn weinig gegevens bekend en ook over het feit of sommige Hongaarse kinderen langer bleven - waarom en wie nam die beslissing?-. Sommigen kinderen bleven door omstandigheden gedwongen zelfs gewoon in België. Hun moeder was alleenstaande (weduwe), armoede enz. Dit aantal wordt geschat op zowat 5 à 10% van het totaal. Deze kinderen integreerden in de maatschappij werden volwassenen en huwden Belgische partners of traden toe tot kloosterorden. Juridisch veroorzaakte deze situatie nogal wat problemen. De actie eindigde officieel in 1927. Aangezien mensen uit de zgn. 'westhoek' slechts later tot de actie toetraden kwam er protest uit die hoek dat opdoek in toenmalige lokale weekbladen. Bijgevolg werden later nog zomertreinen ingelegd en een soort tegenbezoek voor de kinderen georganiseerd.
Een latere actie in de jaren 1947 kwam er onder impuls van Caritas Catholica dat zich inzette voor behoeftige kinderen. Dus na WOII kwamen nogmaals Hongaarse kinderen (circa 2000) naar Belgenland voor een langere vakantie. Het succes is deels te verklaren door de herinnering van vele gastfamilies uit de eerste actie aan hun 'Hongaartje'. De actie was toen echter totaal anders georganiseerd. Het toenmalige heersende communistische regime in Hongarije maakte echter een einde aan deze uitwisseling....
Het fotoverslag.
De PP presentatie staat klaar en de titel van de lezing is duidelijk te zien. Als we naam van de spreekster zouden vertalen dan wordt dat Vera 'koetsier'.
De belangstelling voor het onderwerp van deze Universitaire Dinsdaglezing was zondermeer groot. Blijkbaar zijn heel wat mensen rechtstreeks of onrechtstreeks in deze actie geïnteresseerd en/of betrokken.
Nog een zicht op een ander deel van de zaal met de aanwezigen.
Vertegenwoordigers van de Hongaars-West-Vlaamse vriendenkring (Magyar-Flamand
Baráti Kör Nyugat-Flandria) waren prominent aanwezig op deze lezing.
De heer Willy Haelewyn (voorzitter van deze lezingen) stelt de spreekster Vera Hajtó voor en geeft een inleiding op de lezing. Hijzelf maakte kennis met deze actie via een artikel in 'Kerk & Leven' het zgn. 'parochieblad'.
Op de foto de doctoraal reseacher en spreekster Vera Hajtó die een bijzonder goed geïllustreerde lezing gaf in uitstekend Nederlands...
De spreekster laat een getuige aan het woord. De moeder van deze betrokken dame kwam destijds als kind naar België en huwde hier. Nog andere vertelden over de situatie van hun 'moeder' die ooit als kind naar Belgenland kwam.
Bron: eigen ervaring, eigen foto's. Mevr Hajtó was zo vriendelijk mij de tekst van haar lezing te bezorgen. Verdere info en foto's via: http://users.skynet.be/fa616626/kindertr
Akasztó. In Hongarije kennen vele dorpen en kleinere steden een wekelijkse markt (piac), net zoals bij ons in Belgenland. Het aanbod gaat van groeten en fruit alover kleding, werktuigen, tassen, schoeisel, ondergoed enz. In het dorp is er geen dergelijke markt maar wel tweemaal per week in het naburige Kiskőrös m.n. op woensdag en zaterdag. Sedert enige tijd is er een zondaagse vlooienmarkt. Wat ons vooral opviel bij het bezoeken van dergelijke markten is dat de kramen nog zijn zoals bij ons in de goede oude tijd. Met staven en zeildoek. De volledig uitgebouwde verkoopstanden onder de vorm van echte voertuigen ziet men nog niet in het land. Wat wel veel te zien is, is het ge(her)bruik van bananendozen voor allerhande doeleinden. Wij zouden dus spreken van het tweede leven van die dozen. Wij waren onlangs op de donderdagmarkt in Lajosmizse - 11.000 inwoners - (in de omgeving van Kecskemét en met een afrit op de M5 naar Budapest). Wij brengen een fotoverslag van het herbruiken van bananendozen (banándoboz)....Wij brengen foto's van de volgende functies: transportdoos, als steun onder de kraamelementen, als presentatie-element en/of ondersteuning van dit soort bananendoos-display, als voorraadkamer.....onder de foto's staat geen commentaar...de beelden spreken voor zichzelf...het aantal verschillende dozen d.w.z. van bananen afkomstig van diverse landen is fenomenaal! En zoals we zelf vaststelden: "de halve wereld wordt blijkbaar vervoerd in bananendozen!".
Rumbeke. De traditionele kerstmarkt (karácsonyi vásár) van de Hongaars-West-Vlaamse vriendenkring (Magyar-Flamand Baráti Kör Nyugat-Flandria) was een groot succes. Heel wat vrienden zagen mekaar terug en konden kennis maken met diverse stands en toeristische info over Hongarije. Men kon er zelfs Hongaarse wijnen proeven en pálinka ontbrak evenmin op het menu. De organisatoren verdienen alle lof........
Het fotoverslag.
Een toeristische stand met een massa informatie over Hongarije kan op een dergelijke markt niet ontbreken. En dit dankzij het Vlaams Toeristisch Infocentrum voor Hongarije van Frederik Vandenbroucke.
Een gevarieerd assortiment Hongaarse wijnen en schuimwijnen was te proeven (borkóstoló) dank zij de heer Peter Goossens van de firma Global Wineries.
En zowaar een stand met de onovertroffen pálinka en Unicum, past perfect bij een Hongaarse kerstmarkt. Het moet niet altijd glühwein zijn.
Hongarije is ononvertroffen als het over het aanbod van gebak (sütemény) gaat, bijgevolg een royale stand met taart e.d.
Een gevarieerd aanbod van Hongaarse lekkernijen (csemege) en specialiteiten....
Culinair informatieve boeken, informatie, paprika, snoepgoed en dus smullen maar...
Szaloncukor de typisch Hongaarse kerstsnoepjes.
Een detailzicht op de tafel vol gebakjes en taarten...
Een algemeen zicht in de zaal met de standen en de tafels voor het gezellig bijpraten, degusteren en genieten.....
Akasztó. De Hongaarse regering heeft een wetsvoorstel aangenomen om het bouwen van "nieuwe" winkelcentra tijdelijk tegen te houden. De komende drie jaar zou er geen enkel commercieel gebouw van meer dan 300 m² mogen gebouwd worden. De bedoeling is de greep van de multinationals op de Hongaarse kleinhandelsmarkt (m.n. de kleine winkels) aan banden te leggen. De regering wil de structuur van de retailmarkt verbeteren. Ze stellen vast dat 69% van de Hongaarse markt gedomineerd wordt door 1% van de bedrijven (versta multinationals). Gevolg in 2012, 2013 en 2014 kan er, in theorie, geen enkel winkelcentrum of commercieel gebouw van meer dan 300 m² gebouwd worden (het kan wel via een toelating van een "speciale" commissie). Het is duidelijk dat deze maatregel vooral Aldi en Lidl zal treffen. Deze beide Duitse groepen waren de laatste jaren aan een serieuze opmars bezig in Hongarije. Tesco, Auchan en Penny zijn ook prominent aanwezig in het land. Daarnaast is er uiteraard het Hongaarse CBA (een warenhuisketen met 5.200 winkels in 13 landen) dat plannen koestert om lokale vestigingen van Cora, Match en Profi (allemaal van de Belgische groep Louis Delhaize) over te nemen. Ze willen zich juist wapenen tegen buitenlandse concurrentie.
Er is uiteraard kritiek op deze maatregel m.n. van de vertegenwoordigers van bouwpromotoren, winkelcentra, de werkgevers- en ondernemersorganisatie en het Hongaars handelsverbond. Ze vrezen verlies van bouwopdrachten en het teloorgaan van jobs. De Hongaarse vastgoedsector kampt ook met een serieuze crisis, sinds het de perikelen op de Amerikaanse vastgoedmarkt. De nodige controverse in intussen losgebarsten in de Hongaarse pers.
Pálinka - Hongaarse vruchtenbrandewijn - sterk & lekker spul - Magyar Pálinka - egy erős de nagyon finom dolog!
Kocsola. In september jl., was ik opnieuw in Hongarije en mijn vriend Janos nodigde mij uit om samen naar de plaatselijke stokerij te gaan om pálinka - definitie: 100%,gemaakt vanfruituitsluitend geteeldin Hongarijedoor vergisting en distillatie.Maar het feit blijftdat hetbrandewijnwordt genoemd, dit kan niet goed zijn! - 100%-ban, kizárólag Magyarországon termesztett gyümölcsből készült erjesztéssel és lepárlással. De attól még, hogy pálinkának nevezzük, nem biztos, hogy jó! - te stoken (A pálinkafőzés). Zoiets moet men mij geen tweemaal vragen, zo een aanbod krijgt men niet elke dag, dus hier volgt een fotoverslag van die dag. Kedves egészségére!
Pálinka, - in Hongarije wordt voor detailhandel en horeca door pálinkastokerijen tussen de 1,5 en 2 miljoen liter pálinka geproduceerd - dit magisch woord doet iedere Hongaar glimlachen! Het is een deel van de Hongaarse cultuur, een echte Hongaarse specialiateit - a magyar kultúra része, hungaricum -. De godendrank bij uitstek en dan nog van eigen vruchten - dit verklaart de vele boomgaarden met pruimen, op den buiten, rond de huizen -, wie een pálinka weigert - die een Hongaar ten teken van vriendschap aanbiedt - die heeft het verknald, men neemt u niet als een echte man.
Pálinka, tussen haakjes, is +-52° sterk. De echte zelf gestookte (hazi pálinka vooral nog gestookt in Transsylvanië) is inderdaad zo sterk. In de winkel kan men soorten kopen die minder zwaar zijn. En men drinkt dat met veel eerbied! En soms als aperitief..... De glazen vol, effe tegen mekaar drukken voor de vriendschap en dan op de vriendschap, alles in een keer binnenslaan, zonder verpinken uiteraard, want anders is men een watje."egészségédre= op uw gezondheid".
Pálinka komt voor in verscheidene smaken naargelang het fruit waarvan het gemaakt is. Soms wordt dit spul gemaakt zonder fruit te gebruiken.....niet te pruimen! Őszibarack pálinka = perzikenpálinka,szilvapálinka = pruimenpálinka, körtepálinka = peren pálinka enz. dit zijn wel de meest bekende. Maar er zijn ook nog andere soorten.....Kersenpálinka (cseresznyepálinka), Kriekenpálinka (meggy pálinka), Appelpálinka (alma pálinka), Aardbeienpálinka (eper pálinka), Abrikozen pálinka (barackpalinka), Jeneverbespálinka (boróka palinka), Moerbeipálinka (faeper pálinka), Kweepeerpálinka (birs pálinka), Framboospálinka (málna pálinka), Gele Meloenpálinka (sárgadinnye pálinka) en zelfs Druivenpálinka (törkölypalinka).
Vroeger werd er aan huis gestookt met een rijdende alembic, nu sinds de EU was dat verboden en dus moest men naar een gemachtigd stoker, - ja die mannen in Brussel denken aan alles (in Belgenland is dit ook absoluut verboden..), alles netjes gereglementeerd en volgens het boekje, en zo gaan al die mooie streekprodukten verloren en eten en drinken we eenheidsworst uit een groot concern. Denk maar aan de Calvados, vroeger in Normandië kon men dit lekker spul in ieder dorp kopen, een lekker stuk spek van bij de boer, kan ook niet meer, moet uit slachthuis komen, enz., spijtig! -
Door een wijziging in de Hongaarse wet (juli 2010) mag men nu maximaal 50 liter zelf thuis stoken (of laten stoken), zonder een aangifte en zonder het betalen van accijns (jövedéki adó). Er zijn nu zelfs ministookinstallaties te koop.......in allerhande vakhandels...
De foto's.
De kleine blauwe pruimensoort (szilva), die in Hongarije voor ieder huis en in vele boomgaarden staat, van dit soort bekomt men de pálinka. Szilvapálinka in dit geval.
De afgevallen pruimen worden gemalen en in een groot vat bewaard, waar een spontane gisting ontstaat d.i. een beslag (Cefre). Let op de pruimen worden niet geplukt, iedere dag oprapen, pletten en bij het vorige voegen.
Laci, is verantwoordelijk voor het transport, dus hij verdeelt het beslag (Cefre) over de vaten.
Vader Janos houd een oogje in het zeil en krijgt er voorwaar dorst van: egészségédre, Janos!
Deze is voor een specialeke, cseresznyepálinka (kersen).
Terri, houdt een oogje in het zeil en ziet dat het goed is.
Ondertussen is er tussen de teckel "Lady" en kater "Boris" iets mooi gegroeid. Enfin we wijken af, we waren toch bezig met de pálinka.
Alles keurig vastgesjord en weg zijn we, ik volg met eigen wagen want dat stookproces neemt ongeveer 5 uur in beslag, en dus speel ik op zeker, in die 5 uur moet er af en toe eens geproefd worden en natuurlijk van alles besproken worden bij... ja ja, een pálinka!
Aankomst in de stokerij (szeszfőzde).
De stookmeester neemt even poolshoogte.
De most of het voorgegiste beslag wordt uit de vaten gezogen met die dikke witte leiding, en dan wordt de linkse ketel met de most geladen, het goedje komt aan de kook en verdampt en gaat dan via 2 distileerkolommen naar de volgende (rechtse) ketel waar het nogmaals wordt gestookt.
Hier de twee distileerkolommen.
Druk overleg tussen Janos, de brouwmeester en de baas van de zaak.
Ter voorkoming van eventuele fraude wordt heel de installatie door de accijnzen (jövedéki adó) verzegeld, zie die plastieken rolletjes met een strip eraan waar een volgnr. opstaat. Iedereen heeft recht op een aantal liters (50) per persoon, maar geloof me, er staan op deze momenten veel familieleden op uit hun graf.
Nog een voorbeeld van verzegeling, die witte rolletjes met groene stip.
Janos, denkt diep na en is ongeduldig, hij wil zo vlug mogelijk de kwaliteit van zijn pálinka weten.
Officiële meter, hiermee wordt gecontroleerd hoeveel liter deze installatie produceert. De accijnzen (jövedéki adó) willen ook hun deel.
Na de kook wordt de rest, het residue, in een grote vergaarbak geloosd.
Een naklank bij het artikel over de Nemzeti Vágta van september jl.- Egy visszhang a Nemzeti Vagtáról szóló cikkünk után
Akasztó. Wij publiceerden een uitgebreid tekst -en fotoverslag over de "nemzeti vágta" en wat stelden we vast? Enige tijd later verscheen in een lokaal nieuwsmagazine "Régiónapló" meer specifiek in 7 de jaargang nr.10 van oktober 2011 een artikel over het aandeel van Akasztó in dit evenement. En de superverrassing was wel dat één van onze foto's gemaakt tijdens het evenement- en gebruikt in het artikel - verscheen bij het artikel in het lokale magazine. Zie hierover de foto's hieronder.
Het fotoverslag.
In één van die optochten liep het vaandel en het deelnemende paard van Akasztó mee. Attila Kastely, eigenaar van de lokale manège "Mustang" in het dorp, leidt het deelnemende paard. - Dit is de foto en het onderschrift dat verscheen op onze blog in het artikel: "Nemzeti Vágta - lovas esemény és annak kapcsolata Akasztóval - De Nationale Galop - een evenement rond paarden - en het verband met Akasztó" op 19 september jl.
De voorpagina van het nummer van een lokaal tijdschrift - huis-aan-huis verspreid en vertaald als: regionaal dagboek - waar onze foto gebruikt werd.
En dit is het betreffende artikel "Térségünk a nemzeti Vágtán - of ons gebied op de nationale galop" en zie daar de kleine foto. Ontegensprekelijk de foto van ons blogartikel - let op de details - voorbeeld: de gele vlag achter de begeleider van het paard van het dorp...
Besluit: ook de Hongaren lezen de artikels op de blog!
Hongaarse Kerstmarkt - Magyar Karácsonyi vásár - MeghÃvó
Brakel-Rumbeke. De Hongaars-Vlaamse Vriendenkring West-Vlaanderen (Magyar-Flamand Baráti Kör Nyugat-Flandria) nodigt iedereen uit naar hun traditionele Kerstmarkt (Karácsonyi vásár) in Rumbeke-Roeselare op zondag 27 november a.s. in zaal 't Oud Stadhuis. Er valt heel wat te beleven en te proeven: Hongaarse wijnen en/of schuimwijnen, salami, kerstsnoepjes (szaloncukor).....Er zal een toeristische infostand zijn....Diverse standen met o.a. kerstversiering, souvernirs, handwerk......Een ideaal moment om in een aangename sfeer heel wat bekenden uit de Hongaars-Vlaamse kringen te ontmoeten en de nieuwste ervaringen in het verre Hongarije uit te wisselen....en een reeks leuke geschenken aan te kopen. Uiteraard is er een bar met al wat met lusten kan.......!
Budapest-Érd. Het Memento Park of het Szoborpark is een beeldenpark (een soort beeldenkerkhof) in Érd, aan de rand van Budapest. Alle standbeelden en/of monumentale beeldengroepen - uit de communistische periode - verspreid over het grondgebied van de stad Budapest zijn, in 1991, na de val van het communistische regime samengebracht. Het park werd geopend in 1993 op de tweede verjaardag van de terugtrekking van de Sovjet troepen van het Hongaars grondgebied. In vele andere sattelietstaten van de Sovjet Unie werden die beelden gewoon vernietigd. Hier niet, het stadsbestuur van Budapest wou er nog iets rond organiseren. Niet minder dan 42 van deze monumenten, die ooit het communistische tijdperk (1945-1989) moesten verheerlijken - en die op prestigieuze plaatsen in de stad te zien waren - zijn hier samengebracht. Het park werd aangelegd door architect Ákos Eleőd. Van hem zijn de gevleugelde woorden: "dit park gaat terzelfdertijd over dictatuur en democratie. Want alleen dank zij die democratie kan men over dictatuur spreken en er dingen rondom opbouwen. Alleen democratie verschaft de opportuniteit vrij over dictatuur te kunnen denken en spreken."
Het park is opgebouwd uit zes ringen beelden en/of monumenten: Gigantische beelden van Karl Marx, Friedrich Engels, Vladimir Lenin (dat voorheen op het grondgebied van Városliget stond) en Hongaarse communistische helden staan er naast mekaar. Allegorische beeldengroepen bezingen de vriendschap tussen Hongarije en de Sovjet Unie en bevrijding, samen met personaliteiten uit het toenmalige arbeidersmidden. Men ontmoet er de soldaten van het Rode Leger en het enorme beeld van een dergelijke soldaat dat destijds op de Gellértheuvel prijkte. Merkwaardig is het momument uit de periode van de Radenrepubliek (de officiële naam voor Hongarije onder het communistische regime tussen 21 maart 1919 en 6 augustus 1919 onder leiding van Béla Kun - Het was de eerste communistische regering die
gevormd werd in Europa na de Oktoberrevolutie in Rusland, waarbij de Bolsjewieken
de macht kregen in dat land). Het betreft een kolossaal beeld van een matroos gebaseerd op een poster uit de revolutie van 1919. Men ontmoet er het Béla Kun Memoriaal - afgebeeld tijdens een speech vanaf een platform omringd door een menigte arbeiders en soldaten -. Zelfs het beeld van Kapitein Ostapenko, dat ooit langs de weg Balaton-Wenen stond is er te zien.
Het park heeft een winkel met boeken, posters en allerlei curiositeiten (o.a kaarsen in de vorm van Stalin en Lenin) uit dat tijdperk. Men kan er een blik lucht - de laatste adem van het socialisme - kopen uit die tijd enz. Het park is nu een belangrijke toeristische attractie geworden. Het is waar te nemen van de grote weg nr. 7 die erlangs loopt. Een fotoreportage moet het een en het ander verduidelijken. Bij elk van de beelden geven we, voor zover het te achterhalen was, de kunstenaar die het beeld maakte, het jaartal en de plaats waar dat oorspronkelijk stond.
Het fotoverslag.
Eén van die verzamelobjecten die in het park te koop zijn is een onderscheiding: "Held van de USSR".
Deze afbeelding staat op de openingspagina van de website van het park.
De ingang moet een klassiek gebouw evoceren. Marx en Engels (Segesdi György van 1971 - Jászai Mari tér) staan rechts in de nis. Lenin (Pátzay Pál van 1965 - Felvonulási tér) links.
Het Béla Kun memoriaal - Hij was de leider van de communistische Hongaarse revolutie in 1919 en later leider van het land. Hij week later uit naar de Sovjet Unie. Hier houdt hij een speech vanaf een plateau omringd door arbeiders en soldaten.
Een detailfoto van datzelfde memoriaal (Imre Varga van 1986 - Vérmező-park).
Dit beeld herdenkt de martelaren (beeldt een vallende held uit die het hoofdkwartier van de communistische partij in Budapest verdedigde tegen de zgn. contra-revolutionairen) van de opstand van Hongarije in 1956 (Kalló Viktor van 1960 - Köztársaság tér).
Miklós Steinmetz (Mikus Sándor van 1958 - Vöröshadsereg út) en Kapitein Ilia Ostapenko - die met de muts - (Kerényi Jenő van 1951 - Budaörsi út - Balatoni út) . Steinmetz stamde af van Hongaarse communistische ouders en moest daar uitwijken naar de Sovjet Unie. Hij werd lid van de Komsomol, vocht in de Spaanse burgeroorlog. Tijdens WO II was hij een kapitein in het Rode leger. Bij de verovering van Budapest ging hij de voorwaarden voor overgave aan de omsingelde Duitsers en Hongaren troepen overhandigen. Na de verovering van de stad kwam hij om toen hij op een mijn reed.
Een "stormende" werker staat symbool voor de arbeidersregering tijdens de Radenrepubliek (Istvan Kiss van 1969 - Dózsa György út).
Een detailfoto van het negen meter hoge beeld, gemaakt naar een poster gericht naar de arbeiders met de slogan: "Te wapen...te wapen" uit de tijd van de Radenrepubliek.
Een vergelijking tussen een 'normale' persoon Olga en dit beeld geeft een idee hoe gigantisch deze beelden zijn. Dat was typisch voor die periode onder het communisme.
Deze beeldengroep (memoriaal van de pioniers uit de periode van de Radenrepubliek) evoceert de overgang van Pionier alover Komsomol tot soldaat (Ambrózi Sándor en Stöckert Károly van 1953 - Pasaréti út 191-193).
Dit beeld eert de Hongaarse bijdrage tot de "internationale brigade" in de Spaanse burgeroorlog (Makrisz Agamemnon van 1968 - Néphadsereg tér).
Momument dat hulde moet brengen voor de arbeidersbeweging (Istvan Kiss van 1976 - Hűvösvölgy).
Een beeld van Vladimir Lenin (onbekende meester van 1958 - Csepel, Vasmű főbejárat).
Het memoriaal van Béla Kun, Jenő Landler, Tibor Szamuely - Hongaarse revolutionaire leiders - (Olcsai-Kiss Zoltán, Herczeg Klára, Farkas Aladár van 1967 - Kun Béla tér).
Een arbeider (het memoriaal van de helden van de kracht van het volk) is zelfs niet te stoppen door een muur van repressie. Oorspronkelijk moest dit beeld de repressie van de fascistische en/of bourgeois regeringen tegenover de werkende klasse symboliseren. Er staat een werker voor de breuk in die muur, die hij symbolisch zelf veroorzaakte (Kalló Viktor in 1983 - Köztársaság tér).
Memoriaal ter herdenking van de vriendschap tussen Hongarije en de Sovjet Unie - de werker en de soldaat (Zsigmond Strobl van 1956 - Pataki tér).
Een soldaat van het Rode leger met gigantische afmetingen. Robert is het levende bewijs. Dit zes meter hoge beeld toont een vervaarlijk uitziende sovjet soldaat en stond ooit bij het momument van de "bevrijding" op de zgn. citadel. Een vlag met het hammer en sikkel symbool in zijn handen en aan zijn nek een trommelmachinegeweer (Kisfaludi Strobl Zsigmond van 1947 - top Gellért heuvel).
Een algemene overzichtsfoto.
De "rest" - eigenlijk een copie uit 2006 - van eens een reusachtig beeld annex tribune van 'vadertje' Stalin..Eens een beeld van meer dan 8 m. Als eerste daad van de revolutie van 1956 werd op 23 oktober het beeld eventjes verzaagd. Wat overschoot waren de laarzen van de dictator. Deze tribune stond ooit op "Felvonulási tér" in centraal Budapest. Daar werden de grote communistische parades gehouden op officiële feestdagen. De toenmalige communistische leiders stonden op deze tribune naar de voorbij marcherende massa te "wuiven". De menigte was gewoon verplicht de grote leiders te eren tijdens dergelijke parades. De laarzen zouden van het originele momument zijn.
Nog een foto van curiositeiten die te koop zijn: decoraties: rode ster = orde van de rode ster - oranje zwart = algemeen einde van de oorlog - andere = bevrijding van Berlijn.
Bron: allerlei toeristische gidsen over Hongarije en Budapest, de website van het park en wikipedia.org. Tekst: Eric - Foto's: Roberto.
Akasztóés környéke. September & oktober zijn hier in de directe omgeving van het dorp uitgelezen feestmaanden met allerhande vieringen rond de lokale kermis, de oogst, lokale minderheden, in het teken van een druivenvariëteit enz. Wij woonden een reeks evenementen bij en daarover gaan we een verslag (jelentés) brengen. Deze serie evenementen (események - tussen 2 september-tól en-és 9 oktober-ig) gingen door in: Kiskőrös, Akasztó, Soltvadkert, Dunaföldvár, Nemesnádudvar, Izsák en Csengőd. De evenementen voeren diverse titels en diverse programma-onderdelen. Die zullen we beschrijven bij de foto's van het desbetreffende dorp en/of stad. We beginnen met Kiskőrös.
Het fotoverslag (fotóriport).
Kiskőrös: Kiskőrösi Szüreti és Szlovák Nemzetiségi Napok (2-3-4 september).
Een driedaags programma, in een stadje met 15.000 inwoners, rond de "oogst" en de Slovaakse en Duitse minderheden met o.a. optredens van artiesten, de lokale majoretten en volksdansgroepen, een wijnstraat, kookwedstrijden, een folkloregala, een optocht van paarden en koetsen, een hondenkeuringswedstrijd, een optocht van oldtimer wagens, verwelkoming van de gaststeden, tentoonstellingen, sportmanifestaties, kermisattracties, een schoonheidswedstrijd voor jongedames en afgesloten met een denderend vuurwerk. Een schitterend zomerweekend en een enorme publieke belangstelling.
Het meerdaags evenement begon met de voorstelling en verwelkoming van de verbroederingssteden (Testvértelepülések) van het stadje: Tarnow uit Polen, Liptovský Mikolá en Nesvady uit Slovakije, Marghita uit Roemenië, Stadtlengsvel uit Duitsland, Krimpen aan de ijssel uit Nederland en Lapdua uit Finland. Schoolkinderen tonen de vlaggen en de desbetreffende steden. Op de voorgrond het lokale jeugdblaasensemble (Kiskőrösi Ifjúsági Fúvószenei Közhasznú Egyesület). Een minpunt was dat deze begroeting ééntalig Hongaars was. Wij vragen ons af waarom Brakel geen verbroederingssteden heeft!(?).
Een belangrijke minderheid (Szlovák Kisebbség) in Kiskőrös bestaat uit Slovaken, die er kwamen vooral na de Turkse tijd. Hier op de foto een fokloristische groep, annex koor in prachtige kledij. Ze zongen traditionele liederen in hun eigen taal. Deze minderheid heeft hier ook een prachtig museum (Szlovák Tájház). Op de spandoek staat de titel van het evenement en een "welkom aan onze gasten".
Er waren diverse tentoonstellingen. Deze toont prachtig gemaakte marionetten-poppen en diverse andere figuren, dieren enz. (A százszorszép" óvónői bábcsoport báb kiállításának megnyitója a közelmúlt meséinek bábfiguráiból).
In het lokale verkeersmuseum (Kiskőrösi Közúti Szakgyűjtemény) was er een tentoonstelling van "oude glories" uit de communistische tijd met modellen van Polski Fiat, Lada, Zastava, Vaz, Oltcit. Er waren echte juweeltjes bij.....
Traditioneel geeft het lokale majorettengezelschap een gesmaakt optreden met diverse groepen, van verschillende leeftijden, in aangepaste kledij - met diverse kledingwissels - en dit alles op de tonen van aangepaste muziek (Kiskőrös Város Fúvószenekarát és Mazsorett Csoportjá Támogatók Egyesülete).
Een duo (Szinetár Dóri és Bereczki Zoli) bracht prachtige operetteklanken op het podium maar bij het zingen van hun grote hit (Holnap hajnalig - morgenochtend ) ging het publiek pas helemaal uit de bol. De absolute topper en afsluiter van het podiumprogramma was een Máté Péter emlékkoncert - Sztárvendég: Havas Lajos, Bolyki
Balázs, Gallusz Niki, Szatmári d.w.z. een tryout van een huldeconcert voor een te vroeg overleden Hongaarse componist Máté Péter (maakte een Hongaarse versie van de musical Jezus Christ Superstar) met een voltallig negenkoppig orkest en vele artiesten. (hierover hebben we geen foto). Akasztó: Akasztói Mária-nap Búcsú és Falunapok (9-10-11 september).
Over dit driedaags evenement verscheen reeds eerder een uitgebreid artikel op de blog. Een gevarieerd programma met verbroedering met de verbroederingsteden, poduimoptredens, een stoet met paarden en koetsen, koken, wijnproeverij, een optocht van motoren, een folkloregala, tentoonstellingen, kermisattracties en zelfs het inhuldigen van het nieuwe verwelkomingspaneel, onder de vorm van een wijnton en wijnpers, aan de ingang van het dorp aan weg nr. 53 en verder het officieel openen van het dagverblijf voor gepensioneerden. Dit alles afgesloten met een denderend vuurwerk. Een zeer zonnig weekend en een grote publieke belangstelling. Een combinatie van oogstfeest met de lokale kermis.
De vrijdagavond was er een vrij poduim met optredens van vooral lokale groepen (Esti Szabadtéri Koncertje).
De lokale wijngilde nam een aantal verdienstelijke wijnbouwers op als leden met de nodige luister (Akasztói Borbarát Borrend Tagavatása).
De klassieke optocht van paarden, ruiters en koetsen kon evenmin ontbreken. Dit jaar veel deelnemende combinaties (Látványos Szüreti Felvonulás).
Een lokale jeugddansgroep bracht een mix van ritmische hip-hop-dansen (Akasztói Ifjúsági hip-hop csoport).
In de folkloregala op het podium kon de volksdansgroep 'Regenboog' uit het naburige Kiskőrös evenmin ontbreken (Kiskőrös Szívárvány Néptancegyűttes).
Dit klassieke oogstfestival is ook gespreid over meerdere dagen met podiumoptredens, een optreden van de verbroederingsstad, dansfeesten, een kookwedstrijd, een optocht en en show van motoren, een optocht van paarden en koetsen, een hondenschoonheidswedstrijd, een wijnstraat, een tentoonstelling van fruitvariëteiten, een hengelwedstrijd....hier konden we slechts een gedeelte bijwonen. Dit stadje heeft circa 7.800 inwoners.
Dit is een straatoptreden van het de blaaskapelle van de verbroederingsstad Bodelshausen (Duitsland). (A Bodelshauseni Zeneegyesület Koncerje).
Een straatoptreden annex volksdansshow van een lokale groep, vermoedelijk een groep uit de lokale lagere school.
En dit was een verrassing van formaat een optreden van een poppentheater uit Kecskemét voor volwassenen en/of kinderen (A Kecskeméti Madzag Bábszínház). Het hoofdpersonage mepte met zijn 'palacinta'-pan duchtig op de slechterikken - spoken, geesten, duivels -. Zelfs de volwassenen leefden volop mee in het spektakel. Toen het hoofdpersonage aan het meppen sloeg werd hij flink aangemoedigd op de tonen van "a één, a twee, a drie - uiteraard in het Hongaars", waarop het personage zuchtte "nehez" en wij leerden nehéz - d.w.z. met lange é - vertaald lastig of moeilijk - uit te spreken, in de Hongaarse les.
En is zowat een klassieke attractie op dit evenement, een folkloristische zigeunergroep, annex dansgroep, met geanimeerde dansen en bewegingen in een aangepaste outfit (Terne Lulugya hagyományőrőz cigány néptánccsoport).
Deze beide gitaristen brachten een schitterende liveshow met muziek en hits van o.a. The Shadows (Nagy Zoltán és Rigó Mihály zené). Als toetje brachten ze "Eviva España" , ooit een wereldhit van de Vlaamse zangeres Samantha. Wij waanden ons 45 jaar jonger.
Dunaföldvár: Szüreti Fesztivál (23-24 september).
Dit tweedaags oogstfeest ging door op de binnenkoer van de lokale burcht, een vrij uniek decor en onder een stralende zon. Een gevarieerd programma met een kookwedstrijd, een kinderprogramma, een optocht van paarden en koesten, een volksdansgala, tentoonstellingen, kermisattracties, verkoopstanden enz. De publieke belangstelling was eerder bescheiden. Het stadje (9.200 inwoners) torent hoog boven de Donau met een prachtig uitzicht op de brug (lang de enige in de directe omgeving) over deze stroom en de stroom zelf. De vertaling van de naam van het stadje is inderdaad: de aarden burcht aan de Donau.
De feestaffiche van dit oogstfeest.
De kop van de optocht van paarden en koetsen. Zicht op een mooie koets met de lokale wijngilde.
In die optocht marcheerden de lokale majorettengroep onder begeleiding van de 'fanfare' van Cegléd. Die brachten later in het programma een schitterende podiumshow annex voorstelling (Löfan mazsorett csoport és a Ceglédi fúvószenekar műsora). Deze majorettengroep is ontstaan in het kader van een lokale middelbare school.
In die optocht en in de traditionele kledij, één van de lokale lagere scholen. Zij gaven en toe een kleine voorstelling van volksdansen.
Dit was voor ons de topper van podiumgedeelte van dit evenement, een jazz en blueshow gebracht door de groep 'Bohém Ragtime Jazz Band' (koncertje).
Nemesnádudvar: Szent Mihály Napi Újbor Ünnepe (23-24-25 september).
Dit driedaags feest rond de "de feestdag van de heilige Michaël en het feest van de Nieuwe Wijn" in een klein dorp (2.000 inwoners), met een Duitstalige minderheid, kende een schitterend programma, gespreid over twee dagen - waarvan we één dag aanwezig waren -. Dit onder een stralend 'Sint Michielszomertje', gewoon om van te genieten. Het evenement begon met een straatoptocht, in het centrum van het dorp, van een reeks groepen die kwamen uit aangrenzende dorpen en waar ook een Duitstalige minderheid leeft (de zgn. Schwabenhongaren) en een aantal groepen die in de namiddag instonden voor het podiumgedeelte. Verder was er een kookwedstrijd, een wijnwedstrijd, tentoonstellingen, een vuurwerk, een avondshow enz. De presentaties waren tweetalig Duits en Hongaars. Volgende steden en/of dorpen namen deel aan de optocht: Császártőltés, Érsekcsanád, Nemesnáduvar, Bonyhád, Bácsbokod, Dusnok, Harta, Szeremle, Kiskunfélegyháza. De gouverneur van de provincie Bács-Kiskun was aanwezig.
De feestaffiche die uiteraard tweetalig is: Hongaars-Duits.
De optocht waarvan sprake. De groep van Bácsbokod in tradtionele kledij. Elke groep gaf een straatoptreden.
De groep uit Dusnok (over dit dorp verscheen reeds een artikel op de blog) was één van de volgende groepen in traditionele kledij. Ook zij gaven een straatoptreden en nadien een podiumoptreden.
De groep uit Érsekcsanád in een prachtige outfit, voor ons zowat de mooiste.
De groep uit Harta, ook een stadje met een Duitstalige minderheid.
Deze majorettengroep en bijhorende muziekband komt uit Kiskunfélegyháza (vertaald klinkt dit als: de halve kerk van de kleine komanen). Ook zij gaven nadien een prachtige podiumshow met diverse kledingwissels en met gebruik van diverse attributen.
Een zicht op het kelderdorp van Nemesnáduvar. Dit dorp is een typisch wijndorp gebouwd op de flanken van een lössheuvel. In de heuvel zijn de kelders en de wijnhuizen zijn ervoor gebouwd. Hier ging het podiumgedeelte van het evenement door.
Tijdens het podiumgedeelte traden de groepen uit de straatoptocht op met een wervelende volksdansshow annex volkskunstshow. Hier de groep uit Érsekcsanád in prachtige, kleurrijke traditionele kledij.
Een al even prachtige show (een bepaald moment stonden deze wijnkruiken op hun hoofden) in al even prachtige kledij werd gebracht door de groep uit Császártőltés. Dit dorp heeft een Duitstalige minderheid en een kelderdorp. Met de leden van deze groep konden we verbroederen, ze spreken inderdaad nog steeds een aardig mondje Duits.
Izsák: XXVIII. Iszáki Sárfehér Napok (30 september - 1-2 oktober).
Dit meerdaags evenement rond één druivenvariëteit (Sárfehér - vertaald: modderwit) bestaat reeds zeer lang. Het programma omvatte een oogstfestival, een bekroning van verdienstelijke inwoners, een gebouwenwedstrijd, een optocht van koetsen en paarden, diverse parties, een sportevenement, tentoonstellingen, een podiumgedeelte, een motorenoptocht, een optreden van het verbroederingsdorp Strullendorf (Duitsland), een volksdansgala, een majorettenshow en werd afgesloten met een immens vuurwerk. Dit stadje telt 6.100 inwoners met een Duitstalige minderheid en voert zonder meer de titel van schuimwijndorp van Hongarije, wegens het produceren en bottelen van dit edele vocht. Op het evenement dook zelf een minister op. We konden slechts een beperkt gedeelte van het programma bijwonen, vandaar het gering aantal foto's.
De kleurrijke feestaffiche van dit evenement.
En dit is een foto van de desbetreffende druivenvariëteit: Arany Sárfehér (gouden modderwit). Van deze druif worden uitstekende schuimwijnen geproduceerd (pezsgő).
Izsák kent, naast de druiventeelt, ook een enorm aantal ha fruitaanplantingen waaronder appelen. Er was dan ook uiteraard een tentoonstelling rond deze producten: hier de variëteit Gloster.
Tijdens het podiumgedeelte, op zondag, trad de jeugdafdeling van de Blaaskapel van het verbroederingsdorp Strullendorf op. Overigens een uitstekende vertolking met klassiekers voor dergelijke groepen (A Strullendorfi Ifjúsági Fúvószenekar koncertje).
En wie duikt hier op tijdens dit evenement? Juist de informatietent van het lokale ringstation van Kolon to (Kolon-Tavi Madárvarta).
Tijdens het podiumgedeelte op zondag trad deze groep met zigeunerroots op. Een zeer ritmisch en geanimeerd concert (Fivérek együttes koncertje).
Csengőd: Csengődi Falunapok (7-8-9 oktober).
De afsluiter van de reeks evenementen zijn deze dorpsdagen in het naburige Csengőd. Een driedaags programma met kermisgedeelte, kermisattracties, een bescheiden poduimprogramma, een groot aantal eetstanden, wijnproeverij en een afsluitend vuurwerk. En dit alles op de klassieke feestweide. Voor de grote opkomst was het weer te somber. Hier ontbrak de stralende zon die op alle andere evenementen te genieten viel. Het dorp telt 2.300 inwoners.
En wie dook hier op? Ja juist het gitaarduo uit Soltvadkert. Ook hier brachten zij een prachtige show en we maakten nadien kennis met hen. Het gezelschap is zowaar internationaal met een Belgische dame, het duo en een Bulgaarse jongedame (die overigens uitstekend Hongaars spreekt).
We konden slechts een heel beperkt gedeelte van het programma bijwonen. De naam van de groep kennen we niet maar ze brachten een "Holiday-plus" show (A Holiday Plusz Zenekar).
Wijnproeven hoort perfect thuis op een dergelijk evenement. Het dorp kent heel wat wijngaarden met diverse druivenrassen en diverse wijnproductiebedrijven.
Ook hier werd het evenement bekroond met een prachtig vuurwerk waaraan geen einde leek te komen (Tűzijáték- woordelijk vuurspel of spel met vuur).
Bron: eigen ervaring, eigen foto's, de websites van de betrokken steden en/of dorpen en wikipedia.org.
Besluit: " 't Is weer voorbij die mooie zomer, die zomer die zowat begon in mei............"