Ik heb niets tegen Italianen.
Integendeel. Ik hou van Italië en zijn inwoners. Ik spreek zelfs vijf woorden Italiaans. Met een Napolitaans accent, zoals een Italiaans-Limburgse vriend me wist te vertellen. Ik heb dus niets tegen Italianen, maar wel wat tegen domme Italianen. En tegen domme Britten, domme Duitsers, domme Vlamingen, kortom tegen die mensen die volharden in de domheid. Van zo'n kerels ontplof ik gewoon.
We reden dus naar Venetië.
De eerste de beste parking binnengereden, acht verdiepingen omhoog, tot op het dak, in de volle zon. Bij het uitstappen beveelt een bewaker iets in de zin van "lasciate le chiave". "OK" zeg ik met een brede smile, want ik had er geen ballen van begrepen, en weg waren wij. Bij de lift gekomen bleek dat we nog iets vergeten hadden. Terug naar de wagen, de vergeten dingen uitgehaald, en opnieuw op weg. Dacht ik toch, maar vergeet het. Kwam er daar een parkingbewaker op me toe, die vroeg de parkingpapieren, bekeek de nummerplaat van de wagen, en gebood "Dovete lasciare le chiave !".
Ik, in mijn beste Italiaans, goed wetende dat dit italiaans wel het mijne is maar daarom nog niet noodzakelijk het zijne : "Wadde?"
Die beste man begon opnieuw, lichtjes geënerveerd, deze keer met handen en voeten zoals alleen Italianen dat kunnen: "Lasciate le chiave". Ik begon te begrijpen dat ik mijn sleutels in de wagen moest laten, maar dat zie je van hier: geen haar op mijn hoofd dat er aan dacht mijn wagen daar onbeschermd achter te laten. Dus deed ik een zware inspanning, en met een licht Napolitaans accent kwam die eerste, echte, Venetiaanse volzin over mijn lippen: "Perché ?" Waarom ?
De arme man, geschokt door zoveel zucht naar wetenschap, begon zich nog iets meer op te winden.
Zijn hoofd kreeg de kleur van roze garnaaltjes, wat niet evident is voor een italiaanse parkeerwachter die dag na dag in volle zon doorbrengt op het dak van een parking. "Perché? Perché? Perché è il regolamento!" Vertalen was hier niet nodig, alleen krijg ik graag een duidelijk en liefst redelijk aanvaardbaar antwoord als ik wat uitleg vraag, en 'omdat dit het reglement is' voldoet nu eenmaal niet aan die voorwaarde.
Reglementen zijn er om een reden, en die ken ik graag.
Dus opnieuw geprobeerd, zijn garnalenkopje al stilletjesaan imiterend. "Ke reglemento ?" Let vooral op het accent, het moest toch duidelijk zijn dat ik een vreemdeling was. "Che regolamento? Che regolamento? Quello regolamento !" zei hij, duidelijk articulerend, en met een licht gekookte kreeftenkop naar de muur wijzend. Daar hing inderdaad een poster met wat uitleg in het Italiaans, Duits, Engels, Frans, Swahili, Lingala, en Chinees of Japans. Van dat laatste ben ik niet helemaal zeker. Het kan Japans geweest zijn, maar ook Chinees. Maar niets, helemaal niets in het West-Vlaams.
Mijn antwoord was dus snel klaar, met een zwaar accent "No kapisko, sono flamenco".
Voor Italianen moet dit natuurlijk ontzettend grappig overkomen, want een flamenco, dat is voor hen een Spaanse dans. Een fiammingo, dat is pas een Vlaming. Ik denk echter dat onze bewaker noch van dansen noch van Vlamingen hield, want nu stond hij helemaal in vuur en vlam. Die zon deed hem echt geen deugd. "Dovete lasciare le vostre chiave nella macchina. E il regolamento". Nog maar eens geprobeerd, in mijn beste Vlitaliaams, om hem duidelijk te maken dat ik geen zin had om zomaar een reglement op te volgen omdat het aan de muur hing. Ik laat mijn sleutels niet op mijn wagen steken zonder te weten waarom. Als het reglement zou vermelden dat de bewakers elke morgen om 11 uur van de achtste verdieping naar beneden moeten springen, dan zou hij het waarschijnlijk ook niet doen perché è il regolamento.
Maar helaas, hij dampte al als een glazen stoompot vol tomatensoep.
En mijn bloeddruk stond ondertussen ook al op 25/12, wat natuurlijk mijn Napolitaans accent niet bevorderde. Uiteindelijk gaf ik dan maar toe, haalde mijn sleutel van de (aparte) afstandsbediening en stak hem in het contact. Hij was tevreden, ik niet. Zes meter verder klikte ik op de afstandsbediening en hospakee, de wagen was netjes beveiligd en op slot. Maar dat was buiten de waard gerekend, want hij die afgrijselijk luide klik gehoord ! Daar kwam hij afgestormd, een stier op een rode lap, briesend. Ik moest en ik zou mijn deuren openlaten, of... Heel eventjes leek het erop dat ik van de achtste verdieping naar beneden zou gegooid worden - het was 11 uur s morgens - en voor de goede vrede heb ik dus maar toegegeven. Deuren open. En Venetië bezocht. Met de afstandsbediening op zak.
's Avonds werd het ons duidelijk waarom de sleutels in het contact moesten steken.
De parking was voorzien voor twee rijen wagens en een brede middengang. Maar er stonden drie rijen wagens: aan de ene kant de klassieke rij, dan een extra smalle middengang en aan de andere kant een dubbele rij wagens. Daarom moesten die sleutels er op! Wie achter een dubbel geparkeerde wagen stond kon pas vertrekken nadat de parkeer-wachters die eerste wagen verplaatst hadden. In feite waren alleen de sleutels van de dubbel geparkeerde wagens nodig, want de andere moesten helemaal niet verplaatst worden. En wij stonden niet dubbel geparkeerd, dus was die hele sleutelhistorie drukte om niets geweest. En gelukkig maar want wat bleek? Mijn wagen stond op slot. De automatische beveiliging had hem hermetisch gesloten omdat de motor niet draaide en de sleutel er te lang op stak. Dat was nieuw, deze functie kende ik nog niet. Ik was maar al te blij dat onze parkeerwachter niet gevraagd had om de afstandsbediening bij de sleutel te laten. Trouwens, ik zou het toch niet gedaan hebben. En vraag me nu niet waarom.
Toch? Wel, heel eenvoudig : perché non è il regolamento.