UIT : "TAO VAN WINNEN EN VERLIEZEN"
Te vuur en te zwaard
Walter Marsoul
" Het leven is slechts een haastig oponthoud.
Het is niet de moeite om een oponthoud in de fik te steken, noch het te verzuipen."
Voorwoord
Het is zomaar een idee, misschien niet gefundeerd, maar ik meen dat veel zogenaamde psychische problemen wel eens veroorzaakt zouden kunnen worden door slecht werkende organen. In de Nederlandse taal zegt men dat een hart 'in vuur en vlam staat', dat 'het gemoed overloopt', dat men het 'in de broek doet' van angst of dat er 'iets op de maag of de lever ligt'. Sommigen spuwen gal of zij laten de moed in de schoenen zinken. Lager kan moed niet zinken. Zon uitspraken wijzen op een correlatie tussen de psyche en de werking van de menselijke organen.
In de oosterse elementenleer wordt metaal en vuur gecontroleerd door water waaruit men mag besluiten dat water en vuur-metaal mekaar in evenwicht zouden moeten houden.
Deze verhandeling poogt aanwijzingen te geven voor de manier waarop en de geest waarin de zwaardvorm moet worden uitgevoerd.
Vuur
Men zegt dat wie het zwaard hanteert, door het zwaard zal worden vernietigd". Het zwaard wordt zoals reeds vermeld, gelinkt aan het element vuur: te vuur en te zwaard! Men moet niet 'met vuur spelen' betekent dat men het zwaard niet nodeloos en roekeloos moet hanteren.
Uit wat voorafging bleek dat de zwaardmeester die het tweesnijdend zwaard (chien-jian) hanteert zelfs letterlijk "met vuur speelt". Wie met vuur in aanraking komt, kan best rekening houden met de kans op vuurwerk. Eén lucifertje volstaat om de boel in lichte laaie te zetten. Vuur is in aanvang nog manipuleerbaar - kleine vuurtjes kan men zonder moeite aanwakkeren, controleren, of blussen en doven, maar er komt een moment waarop het vuur moeilijk controleerbaar wordt. Op dat moment spreken brandweerlieden van "een uitslaande brand". Aangewakkerd door de wind kunnen bosbranden in verdroogde bossen maandenlang woeden.
Volgens de Chinese acupunctuur is het aangewezen om het lichaamsvuur niet te fel aan te wakkeren maar die op een constante temperatuur "smeulend te houden". Dit is precies de functie van de drievoudige verwarmer. De drievoudige verwarmer die wel een naam heeft, heeft evenwel geen vorm. De drievoudige verwarmer is best te omschrijven als de functionele verbinding tussen de drie organen die de lichaamswaterhuishouding reguleren, namelijk de longen, de milt en de nieren, maar ook de dunne darm en de blaas behoren tot het centrale driewarmer systeem.
Water
Eerder wezen wij er op dat water en vuur elkaar in evenwicht moeten houden. Vuur toomt men in of men blust het met water. Vuur houdt niet van water en omgekeerd. Toch kunnen zij elkaar niet missen. In de Nei Jing wordt de Drievoudige Verwarmer zelfs "de Dijkgraaf van de Doorbrekende Waterdam genoemd" en dat zegt meer over zijn complexe functie dan andere moeilijke namen die een gevoel van lichaamsvreemdheid creëren. Vuur kan water verdampen en water kan het vuur blussen.
Maar water kan ook overstromingen, zelfs tsunami's veroorzaken want niets is zo krachtig dan water. Toch weten wij uit de Tao Te Tsing dat water het hoogste goed is. Het menselijk lichaam bestaat voor minstens 75 % uit water.
De Dijkgraaf van de Waterdam zal dus omzichtig met de waterhuishouding van ons lichaam moeten omspringen. Bij hem rust de verantwoordelijkheid om alle lichaamsvochten op een harmonische manier te reguleren en ze wijs te beheren. Het water mag niet aan de kook komen, de dam mag hier en daar doorbreken, maar in zijn geheel moet hij sterk genoeg zijn om onder alle omstandigheden intact te blijven.
Vurige harten, maar water in de kelder.
De Dijkgraaf, de drievoudige verwarmer dus, weet dat water en vuur eigenlijk elkaars vijanden niet zijn, maar wel elkaars complementaire tegendelen.
Hun lot is op de een of andere manier verbonden en het is de taak van de Dijkgraaf om het subtiel evenwicht te bewaren door te verdelen en te heersen.
Zowel in Tai Chi Chuan als in de Chinese geneeskunde is het woordje 'TE' doorslaggevend: het 'TE' moet vermeden worden om zowel water als vuur 'te-vreden' te stellen.
Het teveel of 'te' ongecontroleerd vuur kan de organen verhitten; zoals ook het 'Teveel aan water het vuur zal doven. De Dijkgraaf waakt en houdt zowel de rekening van het water als de energiefactuur nauwlettend in de gaten.
Anderzijds kan ook 'Te' weinig of 'Te' zwak vuur de 'lichaams'-verbrandingsmotor doen sputteren. Die motor kan door oververhitting of juist door gebrek aan vermogen vastlopen. Zonder radiator loopt een verbrandingsmotor warm met als gevolg een defecte cilinderkoppakking. Daarom is controle van het vuur een taak van de pompiers (longen,de nieren) maar het algemeen beheer van heel dit subtiele systeem berust bij de 'Dijkgraaf van de Brekende Waterdam': de drievoudige verwarmer.
De vorige tsunami ligt nog vers in het geheugen maar ziehier nog een paar voorbeelden om de effecten van oververhitting te illustreren. Kernreactoren zouden zonder waterkoeling smelten. De bombardementen van de geallieerden, op Dresden in februari 1945 waarbij naar schatting 200.000 burgerslachtoffers vielen, hadden geen enkel militair of strategisch nut. Bij de luchtaanval op Dresden ontketenden de Amerikanen met hun brandbommen die ze dropten volgens een bepaald spreidingspatroon en met een "juiste timing" : een vuurstorm. De vuurstorm was een verschijnsel dat reeds bij vorige geallieerde raids, o.a. op Hamburg, was opgetreden, maar in Dresden werd die vuurstorm voor het eerst bewust, systematisch en gecontroleerd opgewekt door simpelweg de wetten van de fysica toe te passen.De vuurstorm op Dresden veroorzaakte een alles verslindende 'hittezak' waardoor alle zuurstof letterlijk uit de lucht werd weggezogen. Het gevolg daarvan was dat wie in Dresden niet door het vuur verslonden werd, letterlijk stikte. Hiermee hoop ik enigszins op het verband te hebben gewezen tussen zuurstof, wind, droogte, hitte en water: Immers ook wij kunnen in ons lichaam de voorwaarden scheppen om zowel een emotionele als een fysieke vuurstorm te veroorzaken.
Het is niet toevallig dat de zwaardvorm de goede werking van onze middelste verwarmer zal bevorderen, vooral door het hart- en de longfunctie te simuleren of te reguleren. De Chinese geneeskunde is van een bijzondere, bijna ontroerende schoonheid omdat die schoonheid zo natuurlijk consequent is en omdat ze zo poëtisch en eenvoudig wordt verwoord.
Van de natuurlijke schoonheid en de troost.
Overal kan men de elementen en hun transformaties technisch bestuderen, rationeel, om zich naar westerse normen geloofwaardig te maken. Maar precies daardoor wordt men ongeloofwaardig omdat dit de geest van de Chinese beschaving geenszins weerspiegelt. Logica, tenminste westerse logica, is vreemd aan de geest van de Chinese acupunctuur. Wie in staat is om de milde en natuurlijke schoonheid achter de dingen te zien, diens hart hoeft niet getroost te worden. Trouwens heelt ook de poëzie zelve het hart niet op een natuurlijke wijze, door hartverwarmend te werken? De elementen water, aarde, hout, vuur, metaal passen naadloos in een coherent en consistent Chinees natuurlijk systeem waarin het ene element het andere kan voeden, versterken ofwel vernielen en verzwakken zoals dit ook in de natuur het geval is. Wie zegt dat wij de natuur niet als een lied zouden kunnen zien en zoals Joseph Campbell schrijft : "Als men het lied doodt, dan doodt men de vogel, niet omgekeerd."
Het komt er in de geneeskunde, (want de zwaardvorm is ook een gigong) uiteindelijk op aan dat alle elementen elkaar in evenwicht houden. Geen enkel element op zich is positief of negatief en zo ook is vuur op zich: noch negatief noch positief. Ons lichaam heeft al de elementen nodig en dus ook vuur; zoals ook alle noten nodig zijn om een lied te vormen. Noten hebben elkaar nodig. Zo heeft vuur zuurstof nodig (sluit de luchttoevoer af en het vuur zal doven, zoals een branddoek dat doet). Zonder zuurstof stikken wij en dat betekent dat ons "lichaamsvuur uitdooft". Het komt er voor de Dijkgraaf op aan om de dijken niet te laten doorbreken zoniet komt het water in onze kelder te staan. Maar ook water is nodig om ons vurig hart niet al te voorbarig in de fik te steken.
Formatie en transformatie, evenwicht en onevenwicht, harmonie en disharmonie zijn geen statische, maar het zijn wel dynamische begrippen. Daardoor zullen wij nooit in perfect evenwicht zijn want het perfecte evenwicht is een levensvreemde toestand.
Het beheer van dit dynamische evenwicht is in handen van de Dijkgraaf der Doorbrekende Dijken. Zo hoort het ook. De Dijkgraaf is de personificatie van een universele natuurlijke ordening der dingen die hij wijs weet te bestieren. Maar helaas, de Dijkgraaf mag dan al wijs bestieren, in veel gevallen slaagt de mens er in om door een onnatuurlijke manier van denken en handelen dat 'wijs bestier' compleet in de war te sturen .
Vurige passies
In de westerse taal is "het vurige hart" het symbool van de emotionele en passionele liefde, maar in het oosten zal men die felle emoties eerder in de tantien situeren omdat een vurig en passioneel hart veel te wispelturig, te onbetrouwbaar en uiteindelijk alles verslindend kan zijn. Wijs bestier houdt enerzijds in dat wij al te heftige emoties en passies zo veel mogelijk vermijden. Emoties en passies kunnen ons letterlijk "verslinden" en naar mijn mening is de zwaardvorm een excellente oefening in het beheersen en controleren van "het lichaamsvuur". Levervuur, miltvuur, niervuur, hartvuur, .... moeten immers beheersbaar blijven. Anderzijds biedt het yange vuur ook de lichaamswarmte die wij nodig hebben.
(Terloops weze vermeld dat de vergevorderde interne martiale kunstenaar, ondermeer in de Taichi Dim Maks eerst bepaalde acupunctuurpunten zal aanvuren op een heel specifieke wijze alvorens de aanval op een specifiek orgaan te plaatsen. Daarom is het totaal onverantwoord dat sommige 'verlichte meesters' zelfs aan beginners Dim Maks 'verkopen' al dan niet wetende dat beginners niet in staat zijn om die Dim Maks ook uit te voeren. En, mochten zij daar toevallig, hoogst uitzonderlijk dan toch in lukken dat zij zware lichamelijke schade kunnen veroorzaken)
Ter zake. Te veel vuur kan schaden, maar indien er in ons lichaam te weinig vuur aanwezig is dan wordt het koud en traag. Ook onderkoeling kan de dood tot gevolg hebben. De Chinese acupunctuur onderscheidt twee soorten 'koude', met name de inwendige en de uitwendige koude. Inwendige koude is vaak chronisch en ze uit zich in lusteloosheid en traagheid en zij gaat meestal gepaard met een constante behoefte aan slaap en aan warmte. Uitwendige koude daarentegen gaat dan weer gepaard met koude rillingen, hoofdpijn en pijn over het hele lichaam. De Nei Jing (oudste en fundamentele bron voor acupunctuur) vermeldt dat de wind, die langs alle lichaamspoorten binnen kan dringen, de oorzaak is van vele ziekten.
Wie meent dat het beroep van Dijkgraaf der Doorstromende Dijken een makkelijke job zou zijn,.vergeet het, want het is moeilijk om in alle omstandigheden de middenweg te bewandelen. De zwaardvorm is een uitnodiging om die middenweg te bewandelen.
De Shen
Alles is één, ook lichaam en geest zijn één en alles houdt verband met alles. Zodoende wordt hier ook gewezen op het belang van een rustige, maar toch alerte en klare geest (Shen) tijdens de uitoefening van de zwaardvorm. Bij alle, soms plotse, veranderingen, van welke aard ook, moet de energie zowel als de ademhaling zich liefst diep in de tantien centraliseren zodat de Shen (de geest) niet verstoord of verstrooid wordt. Een verstoorde Shen veroorzaakt namelijk ongeduld en prikkelbaarheid en vice versa. Je kunt dit makkelijk bij jezelf constateren en het zelfs inoefenen, bijvoorbeeld door in de file je energie bewust in je tantien te concentreren en de longpunten LG1 bewust open te houden. Voor sommige studenten is het zelfs een hobby of een spel geworden om in precaire of cruciale momenten de chi in de tantien te concentreren en de longpunten niet af te sluiten. Alle studenten beweren dat zij op die stress-momenten een natuurlijk mentaal overwicht over alles en allen aan de dag legden.
Maar op die manier oefenen zij zich tegelijk ook in de zwaardvorm want het is van het grootste belang om met een rustige geest, vrij van emoties de zwaardvorm juist uit te voeren. Zoals vermeld kan een verstoorde Shen het vuur mee aanwakkeren en dan werkt de zwaardvorm contraproductief. Veel martiale compétiteurs verliezen hun gevechten omdat ze hun energie niet in de tantien maar wel in de borstkas opstapelen of omdat ze de longpunten afsluiten. Daardoor wordt de Shen verstoord.
Op het scherp van de snede was een onbesuisd zwaardvechter eertijds algauw een dode zwaardvechter. Een zwaardvechter met een oververhitte geest of een beschadigde Shen is reeds overwonnen.
Ook in het dagdagelijkse leven leidt het beheersen (niet het onderdrukken) van onze menselijke passies en emoties tot het bezit van 'een gave Shen'. Dan is de Shen altijd een uiting van spiritueel, fysiek, mentaal- en emotioneel evenwicht en zo komt het dat er mensen zijn die in gruwelijke omstandigheden een bijna bovenmenselijke sereniteit en een waardigheid aan de dag leggen terwijl anderen onder dezelfde omstandigheden gewoon 'doorflippen' of dwaze dingen doen.
"Elke dijk kan altijd doorbreken" waarschuwt de Dijkgraaf der Doorbrekende Dijken. Te hevige passies zowel als gepieker schaden de Shen. In de Chinese geneeskunde zijn zij beiden ziektesymptomen. Alweer krijgen wij enkele aanwijzingen omtrent de manier waarop en de geest waarin de zwaardvorm moet uitgevoerd worden. De puzzel begint er meer en meer compleet uit te zien.
Verzachtende omstandigheden voor passionele mensen
Passies en emoties vermijden...maar toch zijn passionele mensen soms heel interessante en in elk geval bijzondere mensen. Wat mij betreft zijn ze zelfs de meest bijzondere mensen omdat zij zich met volle overgave en met hart en ziel op iets kunnen storten. Zelfs voor passionele moorden zouden er verzachtende omstandigheden te vinden zijn en het is goed dat de strafwet er rekening mee houdt dat het volmaakte evenwicht niet voor menselijke wezens is weggelegd. Volmaakt evenwicht is immers geen levende maar wel een onnatuurlijke toestand. "Enkel dode voorwerpen kunnen in volmaakt evenwicht zijn" voegt de Dijkgraaf er aan toe en water zowel als vuur zijn levende en dus dynamische elementen.
Stilstaand en stromend water
Met stilstaand of brak water is weinig aan te vangen. Lao Tse beweert dat water het krachtigste element is, maar de Dijkgraaf der Doorbrekende Dijken beweert dat Lao Tse zich vergist, want water is pas krachtig als het beweegt en als het 'leeft'. Dat weet de Dijkgraaf maar al te goed uit eigen ervaring en daarom spreekt de graaf niet van water, maar wel van "levend water". Water moet levend en dus in beweging zijn. Het is van belang het zwaard vloeiend als stromend water te hanteren. Het zwaard vraagt af en toe naar iets passioneels als een draaikolk of een waterval....waarna het rimpelloos zijn weg naar zee kan verder zetten. Maar de zwaardvorm vraagt tegelijk ook dat het vuur op tijd en stond aangewakkerd wordt. Het mag wel eens oplaaien.
Stichtende slotwoorden van levensbeschouwelijke aard
Beste studenten, doe de zwaardvorm als wijdse rivieren, dan weer als een bruisende waterval of als een kabbelende beek. Als een smeulend vuurtje dat plots oplaait in een verschroeiende gloed, maar met behoud van de Shen.
Vertaald naar het leven betekent zulks: "Bega gerust en met overgave de meeste uwer stommiteiten, maar zorg dat u aan uw stommiteiten ten alle tijden plezier kunt beleven." Bewandel met overgave de dunne emotionele grensgebieden tussen doorleefde emoties en tussen destructie, wel wetende dat vuur zowel als water op elk moment krachtige maar destructieve elementen kunnen zijn. Eenmaal te ver, is het te laat en dan zullen de hulpdiensten moeten uitrukken. Ik wens u weinig innerlijke waterschade en in geen geval 'innerlijke uitslaande branden'. Gedenk vooral dees, dat het geen kwaad kan om voor ogen te houden dat zwaardvechters eertijds, ondanks de druk en de angst die op hun schouders rustte, vooral een mentaal en spiritueel evenwicht dienden te betrachten, zo niet zou dit hen duur te staan kunnen komen. Zulk mentaal evenwicht was voor de zwaardkunstenaar geen luxe, het was een must die het verschil tussen leven en dood kon maken. Als ik mij niet vergis is dit in het gewone leven ook het geval. Men kan een passioneel leven leiden zonder daar echt onder te lijden of daaraan ten onder te gaan, maar men kan onmogelijk geboeid een boeiend leven leiden. "Vrijheid heeft een prijs" zegt de zwaardvechter..
Be cool, be warm!
Op de keper beschouwd zijn enkel de gesneuvelden dood. "Alle anderen leven nog", zegt de Dijkgraaf der Doorbrekende Dijken die er velen nodeloos maar te goeder trouw heeft weten sneuvelen. De waarheid gebiedt om de zwaardvorm warm en van harte bij u aan te bevelen.
UIT : "TAO VAN WINNEN EN VERLIEZEN"
Enkele bij vlagen filosofische mijmeringen rond de zwaardvorm
Walter Marsoul
De zwaardvechter is geen zelfmoordenaar
De zwaardvorm confronteert ons uiteraard met de eigen vergankelijkheid. Louter technisch is de zwaardvorm één onafgebroken aaneenschakeling van veranderingen die vloeiend in elkaar overgaan en waarvan alle handelingen precies en accuraat uitgevoerd moeten worden. De zwaardvorm vraagt een streven naar perfectie omdat alle vorige bewegingen onmiddellijk losgelaten moeten worden. In een gevecht moet de zwaardvechter immers op het even welk moment naar om het even welke nieuwe beweging kunnen overschakelen. Zo zit het leven trouwens zelf ook in elkaar: wat voorbij is, dat is voorbij en alles gaat voorbij. Het verleden als een ballast meedragen kan het leven slechts hypothekeren. Zwaarvechten is een kwestie van loslaten, zelfs het zwaard mag niet te vast vastgehouden worden. Loslaten is dus de boodschap en het ergst van al is de bereidheid om het eigen leven los te laten.
Maar ook het leven zelf maakt slechts deel uit van een lange rij veranderingen en op de keper beschouwd is het, gezien in het licht van de eeuwigheid ook niet veel meer dan een haastig oponthoud in een steeds weerkerende stroom van veranderingen. Vandaag zijn wij er nog, maar wat betekent 'vandaag' in het licht der eeuwigheid? Een mensenleven lijkt niet meer dan één stofje in de eeuwigheid en zoiets is eigenlijk moeilijk te aanvaarden.
Toch is er een groot verschil tussen enerzijds de zwaardvechter die ten strijde trekt om te overwinnen, en anderzijds de zelfmoordenaar die de strijd reeds heeft opgegeven.
De passie, de obsessie van de zelfmoordenaar is ' het eigen leven te beëindigen', terwijl de zwaardvechter verlangt 'het eigen leven ten minste voor een poos nog te overleven. De zelfmoordenaar is iemand voor wie als toppunt van paradox de dood volkomen onaanvaardbaar is, terwijl de dood voor de zwaardvechter een 'aanvaarbare optie' is geworden. De zwaardvechter leeft met de dood voor ogen, terwijl de zelfmoordenaar met het leven voor ogen wil sterven.
Hij is, in tegenstelling tot de zwaardvechter een perfectionist die zelf het eigen leven zowel als de eigen dood, het uur en het tijdstip ervan naar eigen hand wil zetten.
Niet getreurd want zij die gaan sterven groeten u
Men kan op een emotionele manier de menselijke sterfelijkheid betreuren of er met kosmische onverschilligheid wetenschappelijk of filosofisch mee omgaan. Als puntje bij paaltje komt weten weinigen raad met de menselijke vergankelijkheid want ons eigen eindig biologisch proces biedt weinig troost voor het ego.
Maar alles is relatief en aan alles heeft een keerzijde. Wij zijn in staat om achter alles de keerzijde te zien en de keerzijde van dood is leven. Als 'de eeuwige dood' een constante is, dan moet 'het eeuwige leven' dit op een of andere manier ook zijn. Dit mag best een naïeve gedachte wezen, maar wat is er eigenlijk mis met naïviteit?
Wat is er mis met naïevelingen en wat zou er van de wereld terechtgekomen zijn zonder naïeve dromers als Ghandi, Luther King, Mandela of Jesus Christus?
Wat is er mis met naïeve dromers als wij ondertussen uit de relativiteitstheorie en kwantumfysica weten dat de positie van de waarnemer doorslaggevend is met betrekking tot hetgeen er waargenomen wordt? Er bestaat geen objectieve waarneming en dat betekent dat al onze menselijke waarnemingen altijd subjectief zijn. Er bestaat geen objectieve waarneming van de dood. Niets verandert, alles blijft en de idee dat de waarde van elk van onze daden een universele blijvende energetische waarde zou hebben is niet eens zo dwaas... Blijven wij dan toch op de één of andere manier leven? Zijn wij allemaal dromers die het leven zelf dromen?. Weet u, ik weet het niet.
Wij nemen subjectief waar
Zoals in alle interne martiale disciplines leert de interne martiale kunstenaar periferaal waarnemen. Dat betekent dat niet enkel het detail, maar wel het geheel moet overschouwd worden. Zulks vraagt oefening want onze linker en rechter hersenhelften moeten op elkaar afgesteld worden. De linker hersenhelft is in staat om afzonderlijke details waar te nemen, terwijl de rechterhersenhelft dan weer in staat blijkt om grote gehelen te overschouwen. Het is dus van het grootste belang dat de transfer, de ophaalbrug, de verbinding tussen onze beide hersenhelften goed functioneert zodat wij zo objectief mogelijk kunnen waarnemen.
Precies daarom adviseren de Tai Chi Klassieken om de toepassingen in een meditatieve staat van zijn (net alsof men voor een kaarsvlammetje zou mediteren), uit te voeren. Zodoende wordt onze waarneming verruimd want zoniet zou die eenzijdig en subjectief zijn. Precies dit is het wat de ware krijger op het slagveld van der realiteit kan missen als de pest want zulks zou haar- hem het leven kunnen kosten. Elke martiale kunstenaar weet uit eigen ervaring hoe moeilijk het is om volmaakt objectief waar te nemen. Zelfs Newtons objectieve wetenschappelijke waarnemingen waren eenzijdig en dus bij uitstek subjectief. Het wiskundig axioma dat 1+1= 2 zou zijn is ook een schoolvoorbeeld van subjectieve waarneming want onze perceptie zegt ons dat één plus één twee zou zijn. Dat is uiteraard niet zo, althans niet helemaal. Zelfs twee dezelfde appelen zijn objectief niet dezelfde appelen en bovendien veranderen zij zelfs tijdens de vaststelling dat het twee dezelfde appelen zouden zijn.
Het grote gelijk is altijd aan onze kant
Lang geleden stelde Lao Tse in de Tao Te Tsjing reeds dat alles altijd verandert. Dat is juist : maar als alles altijd verandert dan is de enige conclusie die wij daaruit kunnen trekken dat er in feite niets is dat blijft. Maar, dan kunnen wij net zo goed het omgekeerde stellen, wij kunnen namelijk net zo goed stellen dat " Niets altijd verandert en dat alles blijft!" Precies dit is nu het twistpunt, het is dé eeuwenoude discussie tussen Parmenides en Heracleitos die ons tot op de dag van vandaag nog steeds bezig houdt. Dit is namelijk de schitterende discussie tussen Parmenides en Heracleitos en die gaat over de essentiële vraag of er enkel worden is, of ... er enkel blijven is?
Meer stel nu eens dat het gelijk een kwestie van perceptie zou zijn, stel nu eens dat beide Griekse heertjes het gelijk, maar ook het ongelijk aan hun kant zouden hebben? Want indien 'alles verandert en niets blijft' dan blijft toch nog het veranderen zelf.... ?
Dan blijft er dus toch iets, namelijk het veranderen. Zozo, zo moeilijk is dat ook weer niet: niets verandert tenzij de verandering zelf.
Maar de essentiële vraag is dan : "Wat verandert er, wat wordt er, en wat blijft er ?" Mijn antwoord is: "Weet ik veel, komaan he zeg. Wie ben ik dan wel om daarop een antwoord te verzinnen?". Het vervelende aan filosoferen is dat men zich onnodig vragen gaat stellen, maar het prettige eraan is dat men geen antwoorden moet geven op de vragen die men zichzelf stelt.
Maar de vraagstelling op zich levert een bewijs van mijn bestaan, en een perfect doctoraal examen filosifie zou er in kunnen bestaan om op geen enkele vraag te antwoorden, tenzij het enige schitterende antwoord waardoor de ware filosoof zich onderscheidt :"Weet ik veel, want ik versta de vraag niet".
Zulk academisch antwoord gaf Sogyal Rinpoche, de auteur van "Het Tibetaanse Boek van Leven en Sterven." toen men hem in een ARD televisieprogramma vroeg of alles verandert of alles blijft. En toen men de vraag nog eens herhaalde omdat hij ze maar niet scheen te begrijpen, toen men ze nog eens verduidelijkte met voorbeelden...toen men ze nog eens anders formuleerde, er Nietsche en Aristoteles bijsleurde, toen begon Sogyal Rinpoche onbedaarlijk te lachen.
Toen men hem vroeg waarom hij precies lachte antwoordde hij: "Omdat jullie toch zulke rare vragen kunnen stellen." En toen begon hij pas onbedaarlijk te lachen.
Alles is één, en wij nemen subjectief waar.
Alles blijft altijd
Dit is absoluut niet naïef, dit is wetenschap, maar relativiteit behoort ook tot de realiteit van het dagelijkse levende leven. Net zoals wij in staat zijn om achter alles de lelijkheid te zien, zijn wij ook in staat om achter alles de schoonheid te zien. Het prachtige trouwe en fiere en vurige paard dat mijn kleindochtertje berijdt is voor mij objectief gezien niet meer dan een lelijke tamme aftandse knol waarvan tenminste ik de noodzaak niet zie om nog langer zijn aardse bestaan te verlengen.
Maar, dit bewijst nog maar eens dat wij in het dagdagelijkse leven in staat zijn om achter het leven de dood te zien, maar ook achter de dood het leven.
Er is niets te vinden dat niet een vonk van de wereldziel bezit en de mens die alle verborgen lijnen of correspondenties weet te lezen uit het hermetische boek der schepping voegt zich naadloos in de volmaakt orde zoals die nu eenmaal is. In de nevel van onze menselijke speculaties willen wij nogal eens onszelf, en vooral onze onvoorstelbare menselijke beperkingen tot maat van alle dingen promoveren.
De juiste looks
Komt daarbij de onverbeterlijke neiging om onze eigen levensloop tot norm voor het verleden, het heden en de toekomst te promoveren. Hoe dwaas, hoe verwaand zulks in het licht der eeuwigheid ook moge wezen. Sinds het humanisme werden wij namelijk steeds minder deelnemer aan onze eigen binnenwereld maar wij verlustigden ons aan de buitenwereld. Aldus werd de middeleeuwse verbondenheid tussen object en subject, die wij oa ook in het Tao terugvinden vernietigd. Wij zijn niet langer het leven zelf, maar wij bestuderen het leven en terwijl wij zwaar zitten te denken, over hoe het leven voorbijgaat gaat het voorbij zonder sluitende verklaringen. Terwijl wij weten dat alles verandert en dat er uiteindelijk niets blijft, razen wij door het leven op lekke banden of wij verzuipen het bewustzijn. Wij willen liefst één chaotische reeks 'flashes' van min of meer intensiteit. Maar wat er overblijft is pure onmiddellijkheid, één aaneenrijgen van 'all-at once situations without a story- line" zoals McLuhan onze artistieke en andere bezigheden omschreef. Wij neigen ernaar om van de ene sensatie (sensations) op de andere te springen en de tussenperiodes als leeg te ervaren. Het leven is dan liefst één happening waaraan geen einde komt en ook in Tai Chi Chuan kent men het fenomeen van het 'spiritueel cursushoppen'. De juiste looks en image building, daar komt het nu op aan.
Het oog en het oor
Dit alles doet denken aan het bezwaar dat Franz Kafka reeds had tegen de film, het visuele medium in die tijd. " Ik ben een visueel type.
Arbeid, spel, ontspanning, studie maar ook persoonlijke relaties flitsen aan en uit naar gelang de kansen zich aanbieden, zonder aanloop, zonder vervolg en men wordt onmiddellijk ondergedompeld in een zeer grote intimiteit die er niet eens is.
Hoeveel mailtjes van totaal onbekenden beginnen niet met "Hi Walter, Hoi Walter?". Nu, onmiddellijk overkomen, dat telt. De enorme massa's mensen die zich blijkbaar de vraag stellen hoe zij of hun parfum overkomt bij anderen blijken uit te gaan van de veronderstelling dat men tegenwoordig een idee over anderen kan vormen in twee tienden van een seconde.
Maar precies dat bewustzijn van ons haastig oponthoud hier op aarde geeft het leven krachtige impulsen. |