We hebben weer een schitterend weekendje achter de brede rug. Om meer dan één reden zal Gedinne 2010 in het collectief geheugen bewaard blijven. Kom en volg mee mijn geïllustreerd verhaaltje. Vrijdagmorgen rond de klok van tienen, pikten wij Wiske en Walter op, beiden beladen met zware valling. Toeval of niet? Tegen de middag vielen wij Gedinne binnen. Op het marktje aldaar troffen wij enkele bekenden: Bia en Charles, Monik en Joost. Vandaar was het een kleine stap naar de gelagzaal van het Hotel de la Poste, alwaar wij voor de eerste, maar niet de laatste, keer kennis mochten maken met de lokale bieren. Na dit kleine intermezzo gauw naar de villa om een boke te eten en om de chauffage aan te steken. Zo'n vloerverwarming reageert toch niet direct, daarom moesten we alle verwarmingsmiddelen inschakelen die we vonden.
Na het eten gingen voor het boodschappen doen, nog een klein wandelingetje maken. Althans dat was Charles zijn verhaal. Voor ons werd het baggeren door slijk en ploeteren door de sneeuw. Ons prille enthousiasme werd algauw in de kiem gesmoord toen we een doorgang moesten vinden door een moeras en daarenboven verondersteld werden om equilibristische oefeningen te doen op een boomstam die speciaal voor ons met groene zeep was behandeld. Voor de grote massa was het water dra te diep. Wij kozen eieren voor ons geld en dropen (gelukkig voor ons figuurlijk) langs de zelfde weg af. Het bezoek aan de Delhaize dat daarop volgde was een verademing.
Na deze barre tocht was een verblijf in de keuken een zeer comfortabel gegeven en daarenboven veelbelovend. Onderstaande foto illustreert ten overvloede wat dit kleine wandelingetje reeds van onze niet al te beste conditie gevergd had.
Toen werd het wachten op de nakomers. Lea en Pascal vielen als eerste binnen. Marleen en Marc kwamen na het middernachtelijke uur binnengestoomd, toen het bijna voltallige publiek zich stilaan had opgemaakt voor een welverdiende nachtrust. Dit was echter buiten de waard gerekend. Toekomstige bomma en bompa, Marleen en Marc hadden nog een vreugdevolle mededeling te doen, wat gepaard moest gaan met een flinke dosis cava. Toen vielen de blaffeturen dicht.
's Anderendaags met frisse moed weer op met een guitige en nieuwsgierige trek op ons gezicht (kan ook iets anders geweest zijn) in afwachting van wat deze nieuwe dag weer voor ons in zijn petto had. Charles had al een kleine wandeling van zo'n 9 km in gedachten. We zouden 1 auto in Rienne laten staan, want daar was een cafeetje, wat goed van pas zou komen na het verlaten van de wildernis. Met 3 auto's reden we verder naar Pont Collin, pal op de grens met Frankrijk.
Niemand had oog voor het feit dat Marcel Duchamps door voor ons al geweest was. Behalve uw immer alerte scribent.
We doken de donkere bossen in voor wat een leuk, ontspannend en vooral kort wandelingetje beloofde te zijn.
Wat wij toen niet wisten, was dat er door Europa met kwistige hand subsidies ter beschikking van het Waals Gewest gesteld waren om het Ardeense landschap in zijn vroegere eer en glorie te herstellen. En laat dat nou uit veenachtige weidelandschappen bestaan hebben. Overal waren bomen gerooid rond de Houlle, wat resulteerde in een vettige van water doordrongen ondergrond. Taaie grassoorten maskeerden hier en daar op haast professionele wijze gemene met smeltwater gevulde putten. Joost mocht dit eigenbottig ondervinden. Wiske werd een partiëel slachtoffer van de misplaatste Waalse ijver om die subsidies op te krijgen.
Tot dan toe hadden we sporadisch hier en daar nog een sneeuwplekje begroet dat vergeten was te smelten. Toen we besloten om nog een ommetje in te lassen richting Tour du Millénaire en de Ferme Jacob, werden we dus als het ware koud genomen door een ware sneeuwwoestijn. Als kers op de taart mocht dit tellen. Daarenboven was het een gemeen soort sneeuw (zure sneeuw) die zich hardnekkig een weg ploegde door de meest geharde lijmsoorten.
Gelukkig haalde het gezonde verstand van onze gids in barre tijden uiteindelijk de bovenhand. Pascal en Charles liepen voorop om de auto, die in Rienne geparkeerd stond te halen, zodat de ergste slachtoffers als eerste konden gerepatriëerd worden. In de Auberge d'Ardenne in Rienne konden we onze wonden likken en even checken of iedereen het wel gehaald had. Gelukkig was dat het geval. Er moesten geen reddingsteams uitgezonden worden. Een gezonde dronk, een welkome douche en de stralingswarmte van onze open haard kregen ons dra weer in beweging. De dames verzorgden een fantastisch gourmetbuffet. De heren dekten de tafel en verzorgden het aperitief. Toen Marie-Jeanne en Dirk hun opwachting maakten was er nog een ruim voldoende voorraad gourmethapjes en diesmeer.
Dag 3: zondag 7 februari. In alle vroegte vervoegen Hélène en Ludo ons gezelschap. Jawel, zij hebben het er voor over om halverwege een barre winternacht zich in te pelsen en de verre verplaatsing van Antwerpen naar Gedinne te ondernemen, louter en alleen voor ons gezelschap. Ook wel een beetje om nogmaals een wandelingtje mee te maken. En dus gaan we maar weer op pad.
Gelukkig hanteert onze gids ditmaal min of meer geciviliseerde paden, alhoewel! Bie slaagt erin om op dit min of meer geciviliseerde traject zich in slow motion in het struweel neer te vlijen. Zonder veel erg. Enkel een gekwetst ego en da's erg, maar een echte Zuid Vooruiter zet zich daar over. Halverwege onze tocht belanden we in la Cocotte. Enkele sterren meer dan Hotel de la Poste, maar we mochten er onze slijkvoeten probleemloos aan de smetteloze vloer vegen. Na een prettige kennismaking met een bruine Steenbrugge voor mezelf en tal van andere dranken door de rest van de goegemeente, zetten we weer de pas erin, richting Gedinne. Een boke onder de picnicboom van Charles sterkt vele harten.
Terug thuis eten en drinken we nog een kleinigheid. Langzaam nemen we afscheid van onze vrienden. Enkel de harde kern zal tot maandag blijven.
Terwijl wij ons 's avonds nog even vermeien met een spelletje Scrabble, ligt onze GR al te mediteren over de wandeling van maandag.
Uiteraard is hij 's morgens weer zo fris als een hoentje. Wat ons toch een beetje ergert. De ochtendperikelen zijn echter gauw vergeten als we alweer vertrekken voor een frissen wandeling.
En, het moet gezegd, het was een mooie wandeling. Moeilijkheidsniveau 1, er zijn zelfs bruggetjes. Geen beenbrekende toeren ditmaal. In Vencimont eten en drinken we nog een kleinigheid, waarna het weer richting villa gaat. Nog wat opruimen en opkuisen en dan gaat het tegen 90 km/u naar Antwerpen. Een schitterend weekendje is alweer voorbij maar ik denk dat dit volgend jaar wel eens voor herhaling zou vatbaar zijn.