Het Japanse Toshiba brengt een micro-kernreactor op de markt om je huis en je elektrische auto van energie te voorzien.
De reactor werkt geheel automatisch en produceert tot 40 jaar lang elektriciteit zonder dat er brandstof moet worden bijgetankt. De centrale wordt gebouwd in de fabriek en gevuld met kernbrandstof ter plaatse gebracht. Als de kernreactor is uitgedoofd, komt Toshiba hem weer halen. De kerncentrale zou elektriciteit leveren voor de slechts de helft van de huidige elektriciteitsprijs. Goedkoop zal het ding echter niet zijn, omdat er meteen voor vele decennia verbruik betaald moet worden.
Toshiba is bij ons vooral bekend als producent van computers en televisies, maar het bedrijf is in Japan ook de grootste fabrikant van kerncentrales. De micro-reactor is gebouwd in samenwerking met het Japanse Central Research Institute of Electric Power Industry (CRIEPI) en werd mee gefinancierd door het eveneens Japanse Atomic Energy Research Institute (JAERI).
Appartementsgebouw
Volgens het internettijdschrift Next Energy News mikt Toshiba in de eerste plaats op woongemeenschappen in afgelegen gebieden waar geen elektriciteitsinfrastructuur voorhanden is, zoals in poolgebieden en op eilanden. Maar de technologie kan ook dienen voor de energievoorziening in bedrijven of appartementsgebouwen. Voor een eengezinswoning is het vermogen wat groot, maar de centrale zou wel onder een aantal buren in dezelfde straat gedeeld kunnen worden. Bovendien zou dit soort krachtige energiecentrales goed van pas komen als we met elektrische autos gaan rijden, want die zullen het energieverbruik van een gezin fors de hoogte in jagen.
Chernobyl op kantoor
De voordelen van een microkerncentrale zijn evident. In tegenstelling tot zonnepanelen of windturbines levert een kerncentrale continu elektriciteit, onafhankelijk van de weersomstandigheden. Het nadeel ervan ligt eveneens voor de hand. Omdat kernsplijting radioactief afval oplevert, kan het onmogelijk een milieuvriendelijke technologie genoemd worden. Bovendien zit niemand te wachten op een micro-Chernobyl in de kelder of op kantoor. Volgens Toshiba is de centrale honderd procent veilig en kan ze onmogelijk oververhit raken (zodat er ook geen koelsysteem voor nodig is).
Nieuwe trend
De miniscule kerncentrale komt niet uit het niets. Hoewel sinds de jaren zeventig steeds grotere kerncentrales werden gebouwd, gaat de evolutie de jongste jaren de andere richting uit. Zowat alle nucleaire onderzoeksinstituten en energiemaatschappijen ter wereld werken aan de ontwikkeling van kleinere kernreactoren (de World Nuclear Association heeft zopas een gedetailleerd overzicht gepubliceerd). Daar worden zeer diverse technologieën voor ingezet. De installaties hebben een vermogen tussen de 10 en de 300 megawatt. Het vermogen van de meeste bestaande kerncentrales schommelt rond de 1.000 megawatt dat is 5.000 keer krachtiger dan de microkerncentrale van Toshiba.
Er was al veel ervaring met kleinere centrales aanwezig, vooral door het gebruik van de kleinere kernreactoren aan boord van schepen en duikboten. Japan staat het verst met microkerncentrales, er wordt al twintig jaar onderzoek naar gedaan. Rusland heeft een eigen niche ontdekt: drijvende kerninstallaties. De Russen willen tegen 2015 zeven drijvende reactorplatformen in dienst hebben, waarvan de bouw eerder dit jaar begonnen is ondanks het protest van de Noorse milieubeweging. De drijvende centrales hebben een vermogen van 70 megawatt.
Wegwerp-reactor
De nucleaire industrie stimuleert de ontwikkeling van kleinere kernreactoren om twee redenen. Ten eerste is de weerstand van het publiek tegenover vele kleine reactors wellicht kleiner dan tegen een mastodont van een centrale in de achtertuin. Een ongeluk in een grote kerncentrale kan een enorme impact hebben, terwijl dat in het geval van een kleine centrale nooit zo spectaculair kan zijn. Omdat de kleinere centrales tijdens hun levensduur niet of slechts af en toe met brandstof moeten worden aangevuld (bij de kleinste versies gaat het letterlijk over wegwerpkerncentrales), is het risico ook kleiner dat kernbrandstof in de verkeerde handen valt.
Kernenergie kan veel goedkoper
Ten tweede maken kleine reactors kernenergie veel goedkoper. Grote kerncentrales vragen een gigantisch investeringskapitaal dat steeds minder geldschieters bereid zijn om op tafel te leggen. Het is veel makkelijker om geld te vinden voor kleinere reactors.
Net als dat het geval is met zonnepanelen en windturbines, kunnen microkerncentrales bovendien ook modulair worden opgebouwd: een eerste microcentrale kan al meteen elektriciteit leveren en op die manier de bouw van een tweede centrale financieren. Uiteindelijk ontstaat dan een energiecapaciteit die even groot is als die van één grote centrale, maar zonder dat in één keer al het geld moet worden gevonden.
Schaalgrootte
Omdat kleinere reactoren ook nog eens in massa geproduceerd kunnen worden in de fabriek, kunnen de productiekosten door schaalgrootte en automatisering nog verder omlaag. Bovendien is er geen of nauwelijks nog personeel nodig om de kleinere reactoren te bedienen, wat de kostprijs nog verder drukt. Kleinere centrales openen ook markten die voorheen gesloten waren, zoals decentrale energieopwekking (de Rapid-L van Toshiba) of het ontzouten van zeewater (de drijvende kerncentrales van de Russen). De kernindustrie is nog lang niet dood, integendeel.
© Kris De Decker