Beste dagboek 

Het eerste deel van de reis verliep kalm. Tot op een bepaalde avond. Wij hadden die avond geen eten meer en het was aan het regenen. Gandalf was net vooruit gegaan om de weg wat op voorhand te verkennen. Toen besloot Thorin een halte te maken en onder een boom te schuilen. Als  Balin plots een licht zag begonnen alle dwergen er naar toe te kruipen. 

Ik bleef alleen achter om het kamp te bewaken. Ik had het koud, ik wou zo graag terug naar huis. Maar dat kon niet, ik mocht de andere niet in de steek laten. Plots hoorde ik een kreet. Ik besloot het kamp te verlaten.  Ik liep zo stil mogelijk richting het licht. En daar stonden ze, 3 bergtrollen. Ze hadden de dwergen gevangen genomen. Ik dacht dat ik de dwergen kon redden  dus sloop ik naar de dwergen toe. Maar toen zag een trol mij en nam hij mij ook gev angen. Ik dacht dat dit het einde van ons avontuur was. Maar gelukkig kwam Gandalf op tijd terug en veroorzaakte hij ruzie tussen de trollen. Ze vochten met elkaar tot de opkomende zon de trollen versteende.  

Dat was een nacht die ik nooit zal vergeten. Maar het avontuur is nog niet voorbij. 

Morgen moeten wij verder richting Rivendel, woonplaats van heer Elrond de halfelf. 

Ik kan niet wachten om hem te ontmoeten.  

Bilbo 

Na dat de mensen van Meerstad ons voedsel en kleren hadden gegeven vertrokken wij richting de Eenzame berg. Daar aangekomen zochten we de hele dag lang naar de geheime ingang. Maar we vonden niets. De dwergen gaven het op en keerden terug naar Meerstad. Maar ik gaf niet op, we hadden deze reis niet voor niets gemaakt en ik bleef alleen achter om de geheime ingang te zoeken. 

Toen de maan begon te schijnen verscheen het verborgen sleutelgat! Ik had de ingang gevonden. Ik begon te roepen van blijdschap. En Thorin had mij gehoord. Snel kwamen de dwergen terug.  Eenmaal we de berg binnen waren was het mijn taak om de Arkensteen van Smaug- de draak - te stelen. Ik was helemaal alleen op zoek naar een edelsteen in een gigantische zaal vol met goud.  

 Toen bewoog er iets. Een reusachtige goudstapel bewoog op en neer. En dan zag ik het. Onder al dat goud lag Smaug te slapen en ik had hem gewekt. 

Ik deed snel mijn ring aan en werd onzichtbaar. Ik dacht zo aan Smaug te kunnen ontsnappen maar ik was iets vergeten. Draken kunnen goed ruiken. Smaug wist dat ik hier was. Hij begon tegen mij te praten. Hij vroeg mij wie en wat ik was want hij had nog nooit een Hobbit geroken. 

Ik deed dus mijn ring uit en stelde mij voor. 

Ik kon amper praten door de angst maar ik deed mijn best om verstaanbaar te blijven om Smaug niet kwaad te maken. Maar Smaug wist dat ik zijn Arkensteen wou stelen. Plots begon hij vuur te spuwen, ik deed snel mijn ring aan en begon te lopen voor mijn leven. Ik verstopte mij achter een pilaar om op adem te komen, en toen vond ik hem.