Mijn vader en ik woonden samen en bezaten
een radio en televisietoestel. Hij was weduwnaar en ik was ongetrouwd.
Beneden woonden een weduwe en haar dochter
beide schoon van uiterlijk en zonder radio en TV. Ik werd verliefd op de weduwe
en trouwde haar. Mijn vader trouwde de dochter en toen begon de ellende!
Daar mijn vader de dochter van mijn vrouw
en dus ook mijn dochter trouwde, is zij thans mijn moeder. Ik ben
tegelijkertijd haar vader, omdat ik met haar moeder ben getrouwd. Verder werd
mijn vader de schoonvader van mijn vrouw, omdat ik zijn zoon en haar echtgenoot
ben.
Maar dat is nog niet alles
Mijn vrouw krijgt een zoon en nu begint de
ellende pas goed. Mijn zoon is de broer van mijn moeder omdat die de dochter is
van mijn vrouw. Hij is echter ook de zwager van mijn vader. Ik ben de neef van
mijn zoon en daarom ook de neef van mijn moeder, omdat die zijn zuster is
Het wordt nog erger
De jonge vrouw van mijn vader krijgt ook
een zoon en haar zoon wordt dus mijn broer. Verder is mijn eigen zoon de oom
van mijn kleinkind, omdat hij de broer van mijn docht is. Mijn vrouw is zijn
grootmoeder, want hij is het kind van haar dochter. Ik ben als man van mijn
vrouw zijn grootvader, dus de grootvader van mijn broer en daar de grootvader
van mijn broer ook de mijne is ben ik
MIJN EIGEN GROOTVADER.
Hieruit moge blijken dat elke stelling hoe
gek ook, als men gek genoeg redeneert, bewezen kan worden.
|