Het is niet omdat het zondag is dat men in het huisje mag uitslapen. Toch waren de eerste zonnestralen al present wanneer Roy de stoelen op het terras van de laatste regendruppels ontdeed.
Een snel ontbijt volgde, de busjes werden ook nog met broodjes, drank en brandstof volgegooid om de afstand naar Aigues-Mortes te kunnen overbruggen.
Vrij snel konden we daar de rondleiding over de zoutwinning per toeristentrein starten. Over een oppervlakte zo groot als Parijs wordt daar in grote indampingsvijvers het zout gewonnen.
De mistral en de hogere temperaturen zorgen ervoor dat in het water opgeloste zout op het einde van het seizoen kan geoogst worden en op grote bergen wordt verzameld.
Op één van deze bergen mochten we op wandelen zodat we enig beeld konden vormen van de omgeving en de grootsheid van het gebied.
Hier opvolgend werd de stevig omwalde stad, die net voor de zoutwinning is gelegen, Aigues-Mortes met een bezoekje vereerd. Ter plaatse werd dan ook nog de innerlijke mens verzorgd.
Na een kort oponthoud trokken we verder tussen de rijstvelden, de wilde paarden en stieren van de Camarque richting Saintes Maries de la Mer. Een toeristische stad met Spaanse invloeden.
Dat we hier nog herinnerd werden aan onze school, hadden we niet durven denken maar misschien is dat een tip voor de toekomst.
Na wat afkoeling in de plaatselijke waterplas was het weeral snel tijd om via kronkelende wegen naar ons huis weer te keren.








|