Robert Van Elsué werd geboren te Velzeke op 7 juni
1923. Charel had een relatie met Margarite Van Elsué, zuster van Robert. Door
deze relatie en de sterke vriendschapsband met Charel, trad Robert toe tot het
verzet van de BNB en de groep BNB RZ (Ronse-Zottegem) was gesticht. Hun
schuilplaats was op het erf van Theofiel, meerbepaald in een schuur waar de
landbouwwerktuigen waren gestald. Het betrof een put, bedekt met hout en stro. Charel
was leider van de groep en had nauwe banden met de verzetsgroep BNB uit Ronse.
Germain Selders werd geboren te Velzeke op 20
januari 1922. Hij werd lid door een merkwaardig toeval. In 1943 speelden De Rappe
Duivels tegen de ploeg van Strijpen. Twee broers uit die ploeg waren gekend
voor hun sympathie met de Duitse bezetter en waren toegetreden tot de Waffen SS.
Germain kreeg tijdens deze match ruzie met één van de broers, er werden zelfs enkele
rake klappen uitgedeeld. Charel hield zich afzijdig, maar na de match ging hij
bij Germain en zei: Die twee moeten
eraan, doe je mee?. Germain ging akkoord, niet helemaal goed begrijpend
wat Charel hiermee bedoelde. Een korte tijd later informeerde Charel Germain
over de BNB. Hierop trad Germaintoe tot de BNB
RZ. Een maand later legde hij de eed af. Charel kwam hem halen in zijn
ouderlijke woning in de Beugelstraat. Beide mannen gingen naar de Hondenbos aan
de Beugelstraat. Daar legdeGermain de eed af
met de woorden: Ik zweer trouw aan het verzet en trouw aan de uitvoering van de
opdracht die mij gegeven werd.
De afspraken binnen de groep moesten heel strikt
nageleefd worden. Niemand, zelfs nauwe familie mocht weten dat deze
verzetsgroep was gesticht. Buiten de schuilplaats mocht nooit over het verzet
gesproken worden. In de schuilplaats werd geslapen na acties of wanneer er
onheil vermoed werd. Tijdens de operaties die hierop volgden, werden leden
nooit bij hun naam genoemd. Ieder lid mocht een getal kiezen. Tijdens acties
werden ze enkel aangesproken met die code. Charel had de code RZ1, Robert RZ4
en Germain RZ13. Leden mochten nooit in contact komen met leden van andere
verzetsgroepen. Enkel de leider werd gebriefd door tussenpersonen. Hierdoor
waren gecoördineerde acties tussen verschillende groepen mogelijk. Tijdens
acties werd bijna nooit gesproken. De drie leden kregen wapens van de BNB. Charel
droeg een pistool GP 9mm. Robert en Germain een pistool FN 7.65. De eerste
opdrachten bestonden uit het verstrekken van informatie over collaborators aan de
leiders van de BNB.
De eerste actie ging door in de nacht van 4 op 5 juli 1944. Ze was zeer goed voorbereid en gebeurde in samenspraak met verschillende verzetsgroepen o.a. BNB Ronse en BNB Peruwelz. Iedere groep diende een station uit zijn regio zwaar te beschadigen met de bedoeling de collaborateurs te ontmoedigen. De opdracht van de Velzeekse groep bestond uit het uitschakelen van de telegraafcentrale in Zottegem en het beschadigen van het seinhuis van het station. Ze werden bijgestaan door Labiau, een mijndeskundige uit Ronse, en Dhaeyere uit Brakel. De springstoffen die men gebruikte waren afkomstig uit de steenkoolindustrie. Het plaatsen van de explosieven gebeurde door de twee laatstgenoemden. Germain en Robert hielden de wacht aan de twee uitgangen van het station. Charel vergezelde Labiau en Dhaeyere. Via een klikker, gelijkend op het geluid van een krekel, kon alarm geslagen worden als er onheil in de buurt was. De explosie was enorm. De telegraafcentrale werd volledig vernield. Het seinhuis werd zwaar beschadigd. De ramen van de cafés op het Stationsplein werden vernield door de explosie. Toch werd niemand gewond en konden zij ongehinderd de plaats verlaten.
De tweede actie ging een paar weken later door in Hundelgem. Charel had vernomen dat boven Hundelgem een kist was gedropt door een gevechtsvliegtuig en dat deze door een landbouwer bij de Hundelgemse oorlogsburgemeester Loodens was gebracht. De daaropvolgende nacht gingen de 3 mannen naar de woning van de burgemeester. Ongehinderd ging dit niet. Om de achtertuin te kunnen betreden diende eerst de hond van de burgemeester, een bouvier, afgemaakt te worden. Charel klopte aan op de achterdeur en riep Gestapo, offenmachen, offen machen. De burgemeester kwam onmiddellijk naar de beneden en opende de achterdeur. Daarop vielen Charel, Robert en Germain de woning binnen en overmeesterden zij de burgemeester en zijn familie. De telefoonkabel werd onmiddellijk doorgesneden om te vermijden dat de bezetter kon verwittigd worden. Onderbedreiging overhandigde de burgemeester de kist. Onmiddellijk werd woonst verlaten en de kist werd per fiets overgebracht naar de schuilplaats in Velzeke. In de kist zaten twaalf flesjes fosforbommen. Deze werden gebruikt om gevechtstanks te bestoken.
Veertien dagen later ging de derde en laatste actie door. Deze was gericht tegen de woning van de twee broers (die collaboreerden met de Duitser) van de voetbalploeg uit Strijpen. Deze was gelegen aan de Sint Andriessteenweg te Strijpen. Hierbij werd één van de flesjes gebruikt die men had bemachtigd bij de burgemeester van Hundelgem. De bedoeling was om de fles door het raam te gooien om de woning te vernielen. Bij het gooien miste het flesje echter zijn doel en vloog tegen de muur. Een vuurzee vernielde de voorgevel van de woning. Deze actie was eveneens bedoeld om de collaboratie te destabiliseren.