Theofiel De Clercq stierf in Neuengamme op 15 november 1944. Robert Van Elsué stierf er tussen de periode januari-maart 1945. Zijn dochtertje Annie heeft haar vader nooit gekend. Ze was nog geen zes maanden oud toen haar vader werd aangehouden in Velzeke. Emilienne Solome heeft haar man nooit meer gezien.
Het kamp Neuengamme werd op 13 december 1938 geopend. Als dependance van Sachenhausen was het kamp aanvankelijk bedoeld om arbeiders voor de plaatselijke SS steenfabriek te huisvesten. Juni 1940 werd Neuengamme een zelfstandig concentratiekamp. Het hoofdkamp, dat 213.000 vierkante meter groot was, ving de meeste mensen op, maar in geheel Noord-Duitsland lagen nog 92 zogenaamde buitenkampen die bestuurlijk gezien onder Neuengamme vielen. Zelfs op het kanaaleiland Alderney was een buitenkamp. Deze buitenkampen hadden vaak maar een kort bestaan. In 1944 functioneerden er zestig gelijktijdig. De mensen in de kampen, afkomstig uit zo'n 28 landen, waren veelal krijgsgevangenen, gijzelaars, verzetsstrijders, Joden, zigeuners, homoseksuelen en Jehovas getuigen. Bij aankomst moesten alle persoonlijke bezittingen worden afgegeven. Vervolgens werd al het lichaamshaar afgeschoren en kreeg men in plaats van de eigen naam een nummer op een zinken plaatje, dat om de nek gedragen moest worden. De SS probeerde de morele en psychische weerstand van de gevangenen te breken door hen in vernederende omstandigheden te laten leven en werken. De barakken waren overvol, sanitaire voorzieningen waren ontoereikend en enige privacy was er niet. Men kreeg onvoldoende voedsel en moest zware arbeid verrichten. De dag was zo strikt ingedeeld dat er nauwelijks een vrije minuut overbleef. Neuengamme bezat geen gaskamers of vergelijkbare methoden om mensen massaal van het leven te beroven. Desondanks stierven er 55.000 mensen door de onmenselijke toestanden in het kamp, waaronder epidemieën en gebrek aan voedsel. Tijdens de oorlog verbleven ongeveer 106.000 mensen in Neuengamme.
02-05-2012, 00:00
Geschreven door Wim 
|