Zondereigen, 18 december 1913
Beste lezer,
Mijn naam
is Alfons Versmissen. In Zondereigen, waar ik woon, noemen ze me Fonske. Deze zomer, op 15 juni 1913, stierf mijn vader, Adrianus Josephus Versmissen. Mijn moeder,
Philomena Jespers, bleef in het timmerbedrijf achter met haar kinderen Karel (23
j.), Cornelia (21 j.) en Alfons (20 jaar). Mijn broer Charel en ik werkten als
schrijnwerker en timmerman. Onze Gust is 2 jaar geleden getrouwd met Mathilde
Bogaerts. Ze wonen nu in de H.-Bloedlaan in Hoogstraten en hebben een dochter
Emma. Kejke is mijn zus.
Langs
vaderskant heb ik 3 tantes: Theresia (Trees), Cornelia (Kej) en Catharina (Tow).
Langs moeders kant is er eerwaarde zuster Leontine.
Sinds 16 september 1913 ben ik bij het leger. Ik werd ingelijfd als soldaat in de 3de
compagie 17 en lig in de kazerne aan de Wilrijkse poort in Antwerpen.
Omdat er
toen nog geen internet was, en omdat jullie misschien graag weten hoe het in
mijn tijd was, stuur ik jullie - met 100 jaar vertraging deze brieven. Ik
hoop het enkele jaren vol te houden.
Mijn
brieven en voorwerpen bewaarde ik al die tijd in een zwart koffertje. Het oudste document dat in het koffertje te vinden is, zie
je hierboven.
Later zou ze trouwen met Joris
Mertens en een schilderswinkel beginnen in Hoogstraten. Deze bestaat nu nog
altijd en wordt gerund door zijn kleinzoon, ook Joris Mertens.
18-12-2013, 00:00 geschreven door Fons Versmissen 
|