Inhoud blog
  • 5- Helemaal anders
  • 4- Een nieuwe start
  • 3- Ontsnapt ?
  • 2- De Vijf Broers
  • 1- Yaten ontmoet Amaya
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Verloren Kinderen
    Wanneer de realiteit te hard wordt.
    27-12-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.1- Yaten ontmoet Amaya

                “Je moet om een zak frieten !” riep Josh. “Amaya !” Boven aan de trap verscheen een jonge vrouw. Ze droeg een aansluitende jeans met daarop een wit bloesje, waar ze een donkergrijs topje onder aan had. Haar goudblonde haar zat samen in een losse vlecht. Haar helderblauwe ogen schoten vuur.

                “Wat ?!” snauwde ze vragend, terwijl ze stampend de trap af liep.

                “Ik zei dat je om een zak frieten moet !” Ze trok een wenkbrauw op.

                “Schil aardappelen en maak er,” beet Amaya hem toe. “Met één zak heb je absoluut niet genoeg om vijfentwintig magen te vullen.”

                “Haal er dan zeven of acht, want ik maak mijn handen niet vuil aan jullie.” De man greep de jonge vrouw bij haar arm en kneep die haast fijn. “En nu houd je je mond en vertrek je naar de supermarkt.”

                “Blijf van me af !” gromde ze en ze rukte haar arm uit zijn greep. Ze liep naar de keuken, draaide de kraan op en stak haar arm onder het water.

                “Zielig mens,” snoof Josh, die achter haar de keuken in wandelde. “Ik heb geen ziekte, hoor.” Amaya draaide zich ziedend om. Haar blik bliksemde hem haast neer.

                “Jij bént een ziekte. Je kent mijn vrees ; respecteer ze,” zei ze. “Geef mij nu wat geld dat ik je stomme zak diepvriesvergif kan halen.” Josh nam zijn portefeuille uit z’n achterzak en haalde daar twintig euro uit.

                “Dus jij eet weer niet mee ?” vroeg hij onverschillig.

                “Nee, ik val nog liever dood.”

                “Dan doe je dat maar, hebben we een last minder om te dragen.”

                “Ik gun je dat niet, Josh.” Amaya greep de twintig uit z’n hand, liep met grote passen naar de voordeur waar ze haar jas van de kapstok griste en de straat op liep. “Ik haat je,” gromde Amaya toen ze zeker was dat Josh haar niet langer kon horen. Ze stak de straat over naar het park toe, om vandaar naar de supermarkt te wandelen. Bij het zebrapad iets verderop moest ze even wachten voordat Amaya kon oversteken. Een vrachtwagen stopte om haar over te laten. Ze stak haar hand op naar de chauffeur en snelde toen naar het voetpad aan de andere kant van de straat voor de man met zijn Mercedes haar omver kegelde. De supermarkt was niet zo ver van de kerk, die boven alles uitstak in het kleine dorp. Overal zag Amaya bloemen, in alle geuren en kleuren, lengtes en breedtes. Amaya had een hekel aan bloemen. Ze ging ervan niezen en ze bezorgden haar tranende ogen. Allergisch, had de dokter haar verteld, maar dat was helemaal niet nodig. Dat wist ze zelf al. Kort om de hoek van de kerk was de supermarkt. De schuifdeuren schoven krakend opzij om haar binnen te laten. Amaya liep rechtstreeks naar de diepvriesafdeling.

                “Smerig spul,” murmelde ze terwijl ze een aantal zakken uit de diepvries viste. Sommige mensen staarden haar erom na. Maar dat kon Amaya niets schelen. Zonder even na te denken of ze voor zichzelf ook iets zou meenemen, stoof ze naar de kassa’s. Ze schoof achteraan aan bij de rij om zelf de artikels te scannen. De rij was niet zo lang, maar toch langer dan normaal was voor een donderdagavond. De man voor Amaya was al aan de beurt. Hij legde zijn artikels op de plaats die ervoor diende en begon met veel enthousiasme. Hoewel ze niet echt oplette, merkte ze op dat de jonge man stond te klungelen en de grootste moeite had om het goed te doen. Op het scherm van het apparaat verscheen steeds dat de hostess onderweg was, maar de hostess was te druk bezig met het bestuderen van een reclamefoldertje. Amaya overwoog om hem te helpen, maar ze vroeg zich af of hij zich niet beledigd zou voelen.

                “Excuseer,” begon ze vriendelijk. De jonge man draaide zich om en keek letterlijk op haar neer. Zijn bril stond op het puntje van zijn neus. “Kan ik u helpen ?” Zijn blik verried dat hij hopeloos verloren was als hij haar hulp niet aanvaardde en hij leek zo blij dat iemand hem hulp wou aanbieden.

                “Dat zou heel vriendelijk zijn,” antwoordde hij. Zijn stemgeluid vertelde Amaya dat hij niet ouder dan twintig was ; licht en warm. Maar hij was veel te groot om zo jong te zijn. De jonge man wreef zijn kastanjebruine haar uit zijn grijze ogen en zuchtte. “Ik heb geen idee hoe zo’n ding werkt. De hostess blijft weg en ik moet dringend terug naar huis.” Hij keek op zijn horloge. “Ik ben al tien minuten te laat.” Amaya zag hoe de hostess van uit haar ooghoeken naar de man keek. De walging in diens ogen waren duidelijk te lezen. Wat was haar probleem ?

                “Wat was het laatste artikel dat u gescand heeft ?” vroeg Amaya vriendelijk. Ze hield de hostess in de gaten terwijl de man een pakje ham uit de zak nam. Amaya nam het over, terwijl ze naar het scherm keek en wachtte tot het rode lichtje stopte met knipperen. Daarna legde ze het pakje ham terug in de zak. “Zo, u kan nu terug verder. Als u wat tijd tussen laat om de artikels te scannen, dan zou het moeten lukken.”

                “Dank u,” zei de man en hij maakte een lichte buiging. Daarna ging het verder met scannen, maar niet veel later raakte hij alweer in de problemen. Hij liet zijn hoofd en schouders hangen en vloekte in een taal die Amaya vaag herkende. Hij schoof zijn bril hoger op zijn neus en keek toen smekend naar Amaya. Die glimlachte lief en ging voor hem staan.

                “Zal ik de rest voor u doen ?” vroeg ze.

                “Alstublieft,” zei hij. “Heel erg bedankt.”

                “Geen probleem,” glimlachte Amaya. Het duurde niet lang voor zij klaar was. “U kan betalen.” De man maakte weer een lichte buiging en haalde zijn portefeuille uit. Hij betaalde en nam zijn inkopen.

                “Ik dank u, juffrouw,” zei hij. Daarna draaide zich op zijn hielen om en liep naar de uitgang. Toen hij langs de hostess stapte, schoof die bijna van haar stoel. Amaya haalde een wenkbrauw op, betaalde snel haar inkopen en propte die in plastic zakken om vlug achter de man aan te lopen.

                “Pardon, mag ik u iets vragen ?” De man stopte en keek over zijn schouder.

                “Natuurlijk,” zij hij glimlachend. Amaya merkte de zorgrimpeltjes rond zijn ogen nu pas op.

                “Waarom kwam de hostess u niet helpen ? Ik zag hoe ze naar u keek.” De man verkleurde. “Ze viel bijna van haar stoel om niet te dicht bij u te moeten komen.”

                “Ik weet het,” zuchtte hij, nadat hij zich hersteld had. “Ik weet dat de hostess me in de gaten had. Ik heb gezien hoe ze me ontweek, maar iedereen heeft me in de gaten als ik ergens ga. Het verbaasde me niets dat niemand me kwam helpen toen ik problemen had met die machine.”

                “Maar waarom kwam niemand u helpen ?” drong Amaya lichtjes aan. Ze voelde de ogen van zowat de hele winkel op haar rug branden. En dat maakte haar ergens heel kwaad. Alsof hij een crimineel was.

                “Valt je dan niets op aan mij ?” vroeg hij een beetje nors. Amaya zag dat hij een antwoord wilde. Ze schudde haar hoofd. Nu trok hij een wenkbrauw op. “Niets ?”

                “U heeft een opvallend lichte stem ?” probeerde ze, maar dat was niet het antwoord dat de man wilde horen. “U heeft een voorkeur voor modieuzere kledij dan bij u past ?” Dat was het duidelijk ook niet.

                “Je ziet het echt niet ?” vroeg hij. De jonge man was nog altijd vriendelijk en heel geduldig. Hoewel hij ondertussen al een kwartier te laat was, bleef hij wachten op het juiste antwoord. Nogmaals schudde Amaya haar hoofd.

                “Het spijt me, ik zie niets. “U heeft uitzonderlijk bleke ogen ?” De man schudde op zijn beurt z’n hoofd. Hij zette één stap dichter en torende daardoor letterlijk boven Amaya uit. Ze probeerde hem in de ogen te blijven kijken, maar ze viel haast achterover. Hij kon haar net op tijd nog grijpen. Ze bevroor en in een reflex gaf ze de jonge man een slag in z’n gezicht. Ze schrok van haar eigen reactie. Haar plastic zakken lagen naast haar op de grond.

                “Mijn excuses ! Ik wilde u geen pijn doen ! Ik heb alleen een probleem met lichaamscontact.” De man was zelf ook nogal geschrokken, maar dan door de kracht die Amaya, als klein, tenger ding had. 

                “Geen probleem, juffrouw. Ik mocht u niet zomaar gegrepen hebben, maar je zou gevallen zijn,” verontschuldigde hij zich, over zijn wang wrijvend. “Je ziet het echt niet ?”

                “U bent groot.” De man trok opnieuw z’n wenkbrauw op.

                “Groot ?” herhaalde hij. “Gewoon groot ?”

                “Ja, gewoon groot.” Amaya zag het probleem niet. “Meer niet.”

                “Als ik je nu vertelde dat ik negentien was, zou je het dan nog altijd normaal vinden ?”

                “Negentien ?” Amaya klonk een stuk verbaasder dan ze eigenlijk wilde.

                “Is het plots niet langer normaal ?” Ze begon te blozen en sloeg haar blik neer.

                “Dat bedoelde ik niet.” Ze keek heel serieus op. “Mensen ontwijken u om uw lengte, niet ? Omdat je anders bent dan hen ?” Hij knikte. “Dat meen je niet ?”

                “Helaas wel,” zuchtte hij. “Daarom kwam de hostess me niet helpen. Ik schrok dat jij je hulp aanbood. Dat je al zo dicht bij mij stond, zonder je neus op te trekken.” Dit verraste haar.

                “Het is niet dat u stinkt of zo… dat is toch een belachelijke reden ?” Uit het niets klonk een sirene achter hen op. Amaya draaide zich om en zag een politiewagen niet zo ver van de ingang stoppen. Een dikke agent trok zichzelf uit de wagen aan de passagierskant en waggelde de winkel binnen. Hij trok zijn dienstwapen.

                “Meneer, mag ik u vriendelijk verzoeken meteen bij de jongedame weg te stappen, met je handen waar ik ze kan zien ?” riep de agent. Amaya sperde haar ogen wijdopen. De jonge man stak zijn handen in de lucht en wilde van Amaya wegstappen, maar ze greep de onderkant van z’n blazer.

                “Doe uw armen onmiddellijk naar beneden ! U heeft niets verkeerd gedaan !” De agent zette een stap dichter. “Wat is er aan de hand ?” Er was geen spat beleefdheid meer in Amaya’s stem te horen. Ze ging half voor de jonge man staan.

                “Ik kreeg de melding dat deze man u lastig viel,” vertelde de agent. Hij was moddervet. Zweetdruppels parelden op zijn voorhoofd. Zijn driedubbele kin viel over de knoop van zijn das en hoewel er een riem in z’n broek zat, bleef die maar afzakken. “Ik moet hem meenemen.” Amaya zonder twijfelen naar de agent, duwde zijn dienstwapen naar beneden en ging op een haarlengte van hem staan.

                “En welke bron wist u te vertellen dat meneer mij lastig viel ? Wat deed hij dan juist dat niet hoorde binnen de grenzen van het sociaal gebeuren in een gemeenschap ? Wanneer iemand dreigt te vallen, is het dan ook al aanranding als je die een helpende hand reikt ? Hij was trouwens de enige die hulp geboden heeft.”

                “Als u opzij wilt gaan, juffrouw ?” begon de agent. “Ik kreeg de melding dat hij u lastig viel, dus ik zie mij verplicht hem mee te nemen naar het bureau voor ondervraging.”

                “Ga echt werk verrichten, dikke. Hij deed niets verkeerd.” De jongeman bloosde. De agent zwol op en werd ineens drie centimeter groter door die belediging.

                “Je hoeft niet tegen te werken, met een beetje geluk zit hij maar één nacht in de cel.”

                “Het is een dag te veel als u verkeerd beschuldigd wordt.” Amaya maakte een wuivend gebaar naar de agent. “U bent hier niet langer nodig.”

                “Ik zou u ook mee moeten nemen, juffrouw. Smaad aan de politie.” Amaya werd wit van woede.

                “U beledigt deze jongeman door hem te verdenken van aanranding, poging tot ontvoering, wat het ook is dat u doorkreeg,” snauwde Amaya. “En als het u zo beledigt, doe er dan iets aan.”

                “Ik moet hem meenemen,” brulde de agent ineens.

                “Nee !” brulde ze even hard terug. “Hij viel mij niet lastig. Er is ergens anders een roofoverval bezig en jij staat hier als een klein kind te zagen over een snoepje dat je niet zult krijgen. Hij deed niets verkeerd !” De agent deed zijn mond enkele keren open en dicht, maar er kwam geen klank uit. Hij draaide zich verslagen om en stampte naar de auto. Amaya kon hem nog “verwend nest” horen mompelen voor hij door de schuifdeuren naar zijn wagen liep en zichzelf er terug in wrong voordat zijn chauffeur wegreed. Amaya keek over haar schouder naar de jongeman, die zuchtte en tegelijk z’n bril omhoog schoof. Hij nam zijn boodschappen op en wenkte Amaya mee te gaan naar buiten voordat hij nog iets zei. Ze griste haar zakken op. De starende blikken bleven die in haar rug boren terwijl ze de jongeman naar buiten volgde.

                “Dat gebeurt wel meer,” zei hij. “Meestal is het mijn oudste broer die problemen heeft. Als hij nog maar de weg durft vragen aan iemand, verschijnt de politie ineens met het bericht dat mijn broer die persoon zou lastig vallen.”

                “Maar waarom ?” vroeg Amaya kwaad. Ze wist dat ze zich eigenlijk niet mocht moeien met andermans zaken, maar er was iets aan die jongen. “Ik heet Amaya,” zei ze zonder op antwoord te wachten. De man staarde haar verrast aan. “Hoe heet u ?” Hij kreeg even geen woord over zijn lippen.

                “Ik ? Ik heet Yaten Takeya.” Hij neeg zijn hoofd. “Je hebt me twee keer uit de problemen geholpen vandaag, dank je. Mag ik je vragen of je deze avond bij ons wilt komen eten ? Mijn broer is een excellente kok.”

                “Nee ! Dank u !” grinnikte Amaya ongemakkelijk. “Dat hoeft u niet te doen !” Ze wreef over haar achterhoofd en beeldde zich het avondeten van het weeshuis in. Haar maag maakte een misselijkmakend sprongetje waardoor ze haar hand voor haar mond sloeg.

                “Ik sta erop,” ging hij verder. “Mijn broers zullen ook wel willen weten wie je bent.” Amaya voelde zich behoorlijk ongemakkelijk.

                “Ik weet het niet.”

                “Je zal er mijn broers echt niet mee storen, als dat is wat je tegenhoudt.” Amaya knabbelde op haar onderlip.

                “Misschien heel eventjes…” zei ze stil. Yaten glimlachte.

                “Dank u wel, dank u,” zei hij en boog diep voorover.

                “Dat is nergens voor nodig !” zei Amaya snel en duwde hem bij z’n schouders op. “Die buigingen zijn helemaal niet nodig.” Ze bloosde. Yaten keek vluchtig op zijn horloge en slikte.

                “Het is om zeep, ik ben te laat.”

               “Ik kan u helpen uitleggen ?” Hij maakte aanstalten om weer een buiging te maken, maar herpakte zich meteen. “Ik waardeer uw dankbaarheid, maar dat buigen is er echt te veel aan.” Yaten glimlachte gegeneerd. “Kunnen we op onze weg even stoppen aan het weeshuis ? Ik moet dit nog afgeven,” vroeg Amaya en ze stak de plastic zakken in de lucht.

                “Natuurlijk,” knikte Yaten. Ze spraken niet meer tijdens hun wandeling terug. Amaya was opgelucht dat Yaten met haar meeliep naar het weeshuis. Het gaf haar een veilig gevoel. Op zij tempo stonden ze in de helft minder tijd dan normaal aan de voordeur van het weeshuis. Amaya duwde de deur open, gooide de zakken naar binnen en riep :

                “Hier zijn uw frieten !” Josh kwam aangestormd en vloekte.

                “Respect voor andermans eten, Amaya !” riep hij, maar ze negeerde hem. Ze volgde Yaten de straat uit, op weg naar zijn huis.

     

    27-12-2012 om 23:35 geschreven door Melena-chan  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)

    Archief per week
  • 07/01-13/01 2013
  • 24/12-30/12 2012

    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Startpagina !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs