Er was eens een arm meisje. Haar moeder en vader waren allebei dood. Dus zwierf ze alleen rond.

Op een dag liep ze voorbij de biobliotheek. Toen kwam de bibjuf buiten een sigaar roken. Ze zag het meisje en zei; "kom jij maar binnen. Je mag in de bib slapen. Er zijn kussens genoeg".

Het meisje kwam graag binnen. ze kreeg een koek. Daarna viel ze n een diepe slaap. Zo ging het nachten verder. Overdag neusde ze in boeken en 's nachts nestelde ze zich in de kussens.

Tot ze op een nacht achter de toonbank een vampier zag. Ze durfde bijna niet te kijken. Het bloed liep uit zijn mond.Hij sloop dchterbij. Toen klonk er gekraak aan de deur en opeens.... was de vampier weg.

Die dag zochte ze naar een boek over hoe ze vampieren kon wegjagen. Dat boek vond ze niet. Maar wel een boek met als titel 'Hoe ga ik om met een vampier?' Dat leerde ze uit het hoofd. In het boek zat een fluitje. ze bond het fluitje met een zilver touwtje rond haar nek. Ze verstopte zich achter de toonbank.

Toen kwam de vampier. Ze klopte met haar boek op het hoofd van de vampier. De vampier viel flauw. Ze blies op haar fluitje en de vampier stond recht. Hij spuugde het bloed uit en zei: dank u. je hebt de vloek verbroken. En vanaf toen was het meisje nooit meer alleen. De vampier en het meisje werden vrienden.

Einde 

28-05-2010 om 20:10 geschreven door Emma