heks rommelbui was weer eens bezig. overal waar je keek lag rommel. de heele kamer was rommelig. alle pompoenen lagen omver alle spinnen waren weggekropen al haar kleren lagen in het rond. enzovoort enzovoort. ze ging heel moe in haar bed liggen. ze vergat zelfs op te ruimen maar ze wist dat ze dat in haar slaap zou toveren. Ze was zélfs vergeten dat elke nacht de spoken haar kwamen lastig vallen. En zonder dat heks rommelbui het wist begonen ze haar lastig te vallen. Toen heks rommelbui wakker werd besloot ze dat morgen op te lossen. en de volgende dag was ze al vroeg wakker om een drankje te maken dat ze naar niksland zouden gaan. niksland was een land waar niks te zien of te horen was daar zouden ze het wel afleren. nu was de kamer niet meer rommelig maar de tafel wel. Eindelijk was het drankje klaar die nacht zetten ze het op de tafel want waarschijnlijk dachten de spoken dat het water was en drinken het dan helemaal uit. En zoals ze dacht één voor één dronken ze het uit. En niet weinig later waren alle spoken weg. Heks Rommelbui was zo blij ,ze viel direct in slaap. En zo sliep ze al drie weken zonder lawaai. Maar op een dag trok ze van haar kalender een papiertje af. Opeens zag ze dat het halloween was. Zonder even te wachten ging ze alle versiering halen riep alle pompoenen, vleermuizen, de lieve vampieren, de andere heksen en zelfs de spoken. Maar die kwamen niet . Opeens herinerde ze zich dat die naar niksland waren, en natuuuuuuurlijk vond ze dat niet leuk. En eigenlijk vond ze dat de laatste nachten te rustig was en nooit meer kon ze methen spelen dat waren de enegen die tegen hun verlies konden. Ze ging snel in haar toverboek kijken en al snel vond ze een drankje om al de spoken terug naar haar te toveren. Het werd een heel vies drankje, maar altijd als zij er naar keek wou ze het opeten. Toen het eindelijk klaar was (en al heel vies was geworden) stond er in haar boek dat ze het als laatst zelf moest opdrinken. ze snapte er niets van maar dat maakten niet uit want ze wou dat de spoken direct bij haar hebben en bovendien vond ze het heerlijk. Toen het op was moest je maar tot één tellen en ale spoken stonden rond haar. Ze was zoooooooooo blij en zei meteen dat ze het nooit meer zou doen. En de spoken zeiden het zelevde maar dan dat ze haar nooit meer zouden plaagen. En toen ze eindelijk vertrokken mochten de spoken als eerst gaan plaagen en deze keer mocht het.