luna en fien zijn in de tuin met de bal aan het spelen.maar luna heeft wel de hik. maar opeens. ................. vliegt debal over de muur bij de buren. ik haal em zij luna. neenee ik doe het wel zij fien. ik klim over de muur.! zij fien. maar als ze op de top van de muur was viel ze er af. luna ging snel naar fien. ( langs de deur. ) gaat het. en ze begon zo vraagjes te stellen voor dat ze zeker geen hersenschuding had. wie ben ik? hottentottententententoonstelling. o o. zei luna. maar dan opeens zei fien. haha eringetrapt. oe eringetrapt. ik dee maar alsof. ben je gesrokken.? ja waarom vraag je dat.? omdat als je schrikt de hik weg gaat. he ja de hik is weg. danku seg. graaggedaan.
Er was eens een piraat. hij ging vandaag kamperen. maar wist niet waar.?.... dus besloot hij om naar een hotel te gaan. dat tussen hoge bommen. stond die speciaal waren om in te klimmen. en als hij er was ging hij direct in een boom zitten. en daar vond hij een papiertje waar op stond. zoek de schat. tussen de hoge bergen en lachland. en dat kent hij wel. en zegt tegen de mevrouw van het hotel. dat hij snel door moest. en daar ging hij dan. maar na een half uur. zag hij nog een man. en weet je wat hij vroeg?. wat doe jij hier.? niks. gewoon wandelen. wat doe jij hier eigenlijk. och op zoek naar een schat. en ik weet wat jij doet . ook een schat zoeken. en weet je waar die licht jaja. ik ook. ha en waar dan?. tussen snoepland en fotoeiland. he.? ikik dacht ergens anders dan ga ik daar maar naartoe. hehe. ok tot nog is. he ga jij niet mee.? nee. waarom.? omdat jij die schat dan toch vind. haaaaaaaaaaaaa. en hij vertrekt trug. en als hij er eindelijk er is. vind hij geen schat. en denkt. die man heeft mij bedrogen. en zal nu op weg zijn naar de echte schat. maar was zo dom om in snoepjesland te stoppen en snoep te eten. en eindelijk vertrok hij trug. maar de man was met de auto gegaan. hij dacht dan ben ik er sneller. maar de band was leken dus kon hij niet verder. en als de piraat er was. vroeg hij. moet ik helpen.? ja zeker. graag. kom dan zoeken we samen de schat. en zo vonden ze samen de schat.
als roodkapje op stap is leert ze snel nieuwe dierenvriendjes kennen. zoals dat vandaag het stinkdiertje is. en die heet reintje eerst spelen ze schipper mag ik over varen en dan dikke berta dan. verstoppertje en dan moest roodkapje tellen en het stinkdier was snel gevonden omdat het zo hard stonk. Dan werd het stinkdier zo boos en hij zegt ik moet toch nog naar een feestje. hm. en gaat naar hius. hij doet een lekker geurtje op. want is wel een beetje bang dat ze op dat feestje zeggen dat hij stinkt. maar als hij aankomt zeggen ze. jij riukt lekker. jij hoort niet bij ons. want je moet stinken. droevig gaat hij naar hius. maar hij komt op het iedee om naar roodkapje te gaan. en roodkapje zegt ik ben blij dat je er bent. en wat riuk je lekker. egt waar. ja zeker. en reintje en roodkapje spelen nog lang en gelukig.