Het is donderdag 9 september 2010. Als we omstreeks half negen per fiets Malaucène verlaten met bestemming Bedoin, is de zon opnieuw van de partij. Naar Bedoin betekent dat wij "le géant" (de reus) zullen nemen aan de moeilijke kant, niet via de mietjeskant (Sault). Maandag ervaarden we echter dat het relatief haalbaar was om Chalet Reynard te bereiken via Sault, maar dat de tocht door het maanlandschap niet te onderschatten was.
Ruim 30 km opwarming hebben we in de benen als we na een laatste sanitaire stop met nog wat zenuwachtig geknabbel aan een banaan of een koek, in Bedoin elkaar begluren alsof we straks wereldkampioen kunnen worden. Claude lijkt niet uitgeslapen, maar dat zal maar een indruk zijn. Chris tuurt naar zijn groot binnenblad. Swiete is op zoek naar een groene St Michel en beklom allicht liever de Mont Saint Michel. Heinz neemt nog een fotootje voor op de blog en verzint een waanzinnige tekst. Lionel denkt met weemoed aan zijn vlakke postronde.Pascal lonkt jaloers naar de 70 kg van Geert. GPS-Jan haalt nog eens de route boven, maar weet dat hij veelal rechtdoor moet. Jean Pierre vraagt nog vlug aan iedereen 5 euro voor in de pot. Geert treurt dat hij nog op zijne oude vélo rijdt maar weet dat hij in conditie is. Wilfried tenslotte zit nog op een terrasje aan een Chimay te slurpen
. Over een afstand van 22 kilometer zullen we 1609 meter hoogteverschil moeten overwinnen.
De eerste paar kilometers lijkt het nauwelijks bergop te gaan. De ketting ligt nog steeds op het grote blad. Is dit een vals gevoelen of is dit nu het resultaat van de doorgedreven trainig van de voorbije dagen? Nee, niets van dat alles, 3 procent is eigenlijk nooit moeilijk, waarom zou het dat nu wel zijn? En toch lopen de beteren, Claude, Geert en Heinz, hier al midden in de wijngaarden van de Côtes du Ventoux, snel van ons weg. En Wilfried zul je denken
Die nuttigde liever nog een tweede Chimay en vertrok een halfuurtje later.
Als het wat meezit zien we de drie beteren wel weer terug
maar dan waarschijnlijk pas over dik twee uur en op een hoogte van 1912 meter.
Na goed 3 kilometer begint het stijgingspercentage op te lopen naar 5 tot 6%. We naderen nu het eerste dorpje Sainte Colombe. Wie links omhoog kijkt kan hier zowaar de top al even zien. De ketting verhuist naar het kleine blad en zonder buitensporige inspanningen bereiken we na 5,5 kilometer Saint Estève. Hier begint na een scherpe bocht, het Bos van Bedoin en daarmee ook de spreekwoordelijke hel. Een hel van 10 kilometer aan gemiddeld 9,5% met een uitschieter tot 14,1%, waarbij het minimale stijgingspercentage nooit onder de 8,5% zal komen. Binnen de kortste keer ligt de ketting uiterst links en al even snel daalt de snelheid naar 10 tot 12 per uur. Op de steilste stukken verschijnt zelfs even 9
op de teller. Bijna anderhalfuur zal het dus duren om het bos door te komen. En toch
het valt mee, van forceren is geen sprake, de hartslag zit onder het omslagpunt en we komen vooruit. Meter per meter en bocht per bocht wringen, trekken en duwen wij ons omhoog tussen de aan beide zijden van het asfalt kwistig neergepootte dubbelhoge vangrails. Alhoewel de bomen ons meestal beschutten voor de brandende zon, is het warm, zeer warm, 32°C wordt gezegd. Zweet drupt op het asfalt en loop langs onze armen naar beneden. Door regelmatig drinken het vochtverlies compenseren is dan ook de boodschap. En we rijden nog steeds. Iedere 5 à 6 minuten schuift tergend langzaam een kilometerpaaltje aan ons voorbij. 10 kilometerpaaltjes, 10%, 10 per uur. En dan, na 15 kilometer houdt plots het bos op en als een duivel uit een doosje verschijnt de kale kop van de berg met daaronder het bekende maanlandschap, een woestijn van stenen. De top lijkt nu wel heel dichtbij, bijna voor het grijpen, letterlijk als het ware
We worden ondertussen voorbijgestoken door Wilfried die als een losgebarsten rendier de Mont Ventoux bedwingt. In het voorbijrijden roept hij dat Swiete in de achtergrond is verzeild, maar dat hij niet denkt aan opgeven.
"Nu kan ons niets meer gebeuren", flitst het door ons hoofd, "de top is vlakbij, nu kan het niet meer mis gaan". Wij krijgen zowaar vleugels, de snelheid stijgt, de ketting verhuist naar rechts, éénmaal
tweemaal
kunnen we groter schakelen. Maar opgelet, rustig aan, we naderen pas Chalet Renard en het is niet de een of andere engelbewaarder die ons vleugels geeft maar wel het dalende stijgingspercentage dat hier "slechts" 6,5 tot 7% bedraagt. Bovendien, vanaf dit kleine ski-station is het nog altijd 6 kilometers naar de top. Dat ook die zwaar zijn wordt meteen duidelijk als na de veel te brede bocht vóór Chalet Renard het tempo terugvalt omdat het stijgingspercentage snel weer oploopt via 7,5 naar 8,5%. Weer glijden traag maar zeker de kilometerpaaltjes, het ene na het andere aan ons voorbij. Met links beneden een adembenemend panorama, meer dan 1000 meter lager ligt de hele Provençe als het ware aan onze voeten, gigantisch. Bocht, na bocht, na bocht komen wij vooruit. Waar blijft toch dat monument ter ere van Tom Simpson? Was dat niet op 3 kilometer vóór de top? Dat hadden wij dan toch al moeten zien? Zonde, dat we dat gemist hebben, of toch niet?
Neen
kijk daar is het. Niet op 3 kilometer maar op iets meer dan 1 kilometer van de bevrijdende eindmeet schuift het zachtjes, rechts aan ons voorbij. Opnieuw kruipt een koude rilling over onze pijnlijk rug. Bloemen zien we en drinkbussen en??? Te laat. Van omkijken kan geen sprake zijn. Eventjes terugrijden? Neen, we moeten verder, geen risico nemen, de top is nu echt vlakbij.
Nog een laatste kilometer, 10,4% gemiddeld, de laatste bocht, 12,3%, nog amper 100 meter, niet op het hoogste punt maar 10 meter verder. Nog een koude rilling. Het is gelukt. Applaus
van onbekenden, van Geert, Heinz, Claude, Wilfried, Jan en Lionel die sneller waren
. Lachen, drinken, felicitaties, van kameraden, van onbekenden, fier zijn, niet leeg zijn, kijken, naar boven, naar beneden, nog steeds lachen, mooi weer, briesje, niet koud, 14°C, foto's nemen, appel eten, onze chrono bekijken 2h 58 , het kon sneller, toch tevreden en nu eventjes wachten op JP en Swiete. JP is er verbazend snel. Ondertussen hangt er een mistgordijn boven de Mont Ventoux. We vreesden voor slecht weer , maar een uurtje later beseften we dat het eerder een rookgordijn was, Swiete had immers zopas de top bereikt
..
Dan besluiten we om de afdaling naar Malaucène aan te vatten. Het aanvankelijk smalle asfalt verbreedt al snel en wordt een mooie weg met overzichtelijke bochten. Hier slaagt Jan erin om een maximale snelheid van 82 km per uur te laten optekenen. In die omstandigheden het kopje erbij houden is wel sterk aan te bevelen. Het is inmiddels twee uur in de middag geworden. We besluiten om bij de eerst mogelijke gelegenheid te stoppen om iets te eten en te drinken. Olé, geen zoete koeken dit maal, geen chocolade worstenbroodjes, maar snelle omeletten, met kaas en met ham, en trage pizza's met exotische namen, wel dun, zeer dun maar o zo lekker, met cola light en met Pelforth. Het is 5 uur in de namiddag als we terug zijn in la Bastide aux Lauriers. 54 schitterende kilometers hebben we dan in de benen en meer moeten er dat ook niet zijn.
Ondanks een onweer met veel regen, is het die avond feesten geblazen. Wij hebben hem immers in onze broekzak, met zijn allen hebben we hem bedwongen, Le Géant du Provençe. En niemand die ons dat nog kan afnemen.
uit het futuristisch dagboek van Chris en Pascal
|