Het waren precies schimmen die heen en weer vlogen. Wit
grijze wezens. Hun gezicht onherkenbaar gemaakt. Heel even bleef er iemand
staan, niet ver van mij af. De contouren van de schaduw werden duidelijker. Er
begon zich een herkenbare vorm voor mij af te tekenen. En toen was het plots
weg. Alles werd weer wazig.
Jenny was een heel goeie, zoniet de beste, vriendin van
Kaat. Ze was echt een geweldig tof mens. Ze lachte altijd. Ze was nooit slecht
gezind. Behalve door één ding. Haar naam. Daar was ze niet tevreden over.
Nochtans is Jenny een heel mooie naam. Haar ouders hadden haar altijd Jenny (lees j-e-n-n-i-e) genoemd. Dus wou zij
ook dat iedereen haar zo aansprak en niet als Jenny (lees z-j-e-n-n-i-e). Maar dat was niet zo evident. Het gebeurde wel
eens dat ze de verkeerde uitspraak hoorde en dáár kon ze niet mee lachen.
Fysiek geweld gebruikte ze niet. Daar was ze niet zo voor en ze was bovendien
ook niet echt sterk. Maar wat deed ze dan wel? Ze zei simpelweg dat het Jenny was en niet Zjenny. Opgelost.
Jenny was vorige week achttien jaar geworden. Geen groot
feest, maar gewoon een avondje stappen met haar beste vriendin. Dat geschiedde
zo. Ze waren met hun tweeën naar café De
Trut geweest. Café de Trut was één van de twee cafés in het dorp. De zaak
richtte zich vooral op jeugdige mensen tussen zestien en dertig jaar, terwijl
het andere café, Bij Jean, eerder
zijn pijlen richtte op zestigplussers. Dat café had in de volksmond dan ook de
bijnaam De Rolstoel gekregen. Voor de
doorsnee veertiger was er dus niets te beleven en zij moesten voor een fris
pintje al gauw tien kilometer verder rijden, naar het dichtstbijzijnde dorp.
Om half acht waren Jenny en Kaat vertrokken met de fiets.
Een kwartiertje later zetten ze hun fietsen, zonder te sluiten, tegen de
zijgevel van De Trut. Er was precies al veel volk. Kaat, er staan hier al acht
fietsen, t is vollenbak precies.
Jenny kon goed rekenen. Inderdaad, het was vollenbak.
De toog stond bijna vol en de twee resterende tafeltjes waren al bezet. Groot
was De Trut niet. Als er twintig man binnen was, zat het zo goed als vol. Er
was wel een podium. Eén keer per maand werd er een lokaal groepje uitgenodigd
om de jeugd te laten kennismaken met hun fantastische songs. En dat was
toevallig vandaag. Deze avond om 22u stipt zou Fink Ployd, een coverband van de
Dire Straits, gedurende anderhalf uur het volle pond geven.
Karel, twee koffies. Karel was de uitbater van De Trut.
Hij stond bekend voor zijn enorme werksnelheid. Nog geen twee minuten later
hadden Jenny en Kaat hun heerlijk dampende koffies al voor zich staan. Mmm,
lekkere koffie zei Kaat. Ja, lekker koffie zei Jenny en ze namen een slok.
Blijkbaar was Kaat iets te euforisch geweest. De koffie baande zich via haar
neus een weg terug richting haar kopje. Ja Kaat, dat komt er van als je te
grote slokken neemt. Niemand had het opgemerkt. Er was dan ook veel lawaai,
want de jongens van Fink Ployd waren ondertussen hun materiaal aan het
klaarzetten.
Karel, twee pintjes. En daar waren ze al. Die Karel
toch. Als er ooit een wedstrijd zou georganiseerd worden voor de snelste cafébaas,
reken dan maar op Karel! Fink Ployd had ondertussen de aftrap gegeven van hun
eerste nummer, Money for Nothing. De eerste noten bonkten door de luidsprekers
richting publiek. Dat waren tevens ook de laatste noten. De geluidsapparatuur
liet het afweten. Vloekend begon één van de jongens op allerlei knoppen te duwen,
terwijl zijn kompaan de bedrading checkte. Maar het was al te laat. De menigte,
ongeveer twintig man, begon met alles wat ze konden pakken naar de band te
smijten. Jenny vond het geweldig. Ze graaide in haar handtas, haalde haar
portefeuille te voorschijn, smeet die richting drummer en barstte uit in een
oorverdovend geschater. Dit was de beste avond die ze ooit had meegemaakt en
nog moeilijk leek om ooit overtroffen te worden. Na enkele minuten kropen de
bandleden eindelijk van het podium en verdwenen in de toiletten. Het feest was
afgelopen. Kaat en Jenny achtten het tijd om te vertrekken. Ze groetten Karel
en gingen naar buiten. Onze fietsen zijn gepikt riep Jenny. Oh nee zei
Kaat. Toch wel zei Jenny nog eens. Marc, die de hele conversatie had gehoord,
bood hen een lift aan, maar de twee vriendinnen kozen er toch maar voor om een
uurtje te wandelen.
De laatste vrijdag van het schooljaar was traditioneel
het hoogtepunt voor de laatstejaars leerlingen van het college. Morgen was het
weer zover, dan werd het galabal georganiseerd. Het stond symbool voor het
einde van een lange saaie leerperiode en het begin van het echt volwassen
leven. Sommige leerlingen gingen nu werken, anderen kozen ervoor om nog een
vervolg te breien aan hun studies. Om die reden ging het er op zo een galabal
dan ook altijd zeer losbandig aan toe en vloeiden menig liter alcohol door hun
opengesperde muilen. Het hoogtepunt had men ongetwijfeld in 1978, zes jaar
geleden, meegemaakt. Vier kameraden zetten het op een zuipen. Niet alleen water
en koffie, maar vooral bier, heel veel bier. In hun vrijheidsstrijd sleepten ze
de eeuwige nerd Franske mee naar een ongekend hoog alcoholpromille. Franske
stond in het college, zowel bij leerlingen als leraars, bekend als een dikke
loser. Geen gewone loser, maar een echte dikke loser. Franske presteerde het om
zich nog steeds door zijn oma te laten afzetten aan de schoolpoort. Dat ging
natuurlijk gepaard met het nodige gezoen en geknuffel. Dat was één. Twee. Het
laagste cijfer dat ooit op Franske zijn puntenkaart had gestaan was, zo deed
het gerucht de ronde, 88 procent. En dan drie. Zijn kleren. Inderdaad, zijn
kleren. Droeg Franske in de winter shorts of waren het te korte broeken?
Niemand die het wist. En dan die T-shirts, die kleuren, fel rood of fel groen.
Het gebeurde regelmatig dat autos stopten omdat ze dachten dat het rood licht
was. Maar goed, Franske was dus zo zat als iets. Om erger te voorkomen werd hij
door lange Jaak, de leraar Biologie, naar huis gestuurd. Om 21,32u zat Franske
al terug op zijn fiets. Het is te zeggen, half liggend en met zijn blote been
over de grond slepend, bewoog hij zich voort richting oma. Hij was ongeveer
anderhalf uur op het bal geweest. Ondertussen was het al bijna middernacht en
Franske was bijna thuis toen opeens zijn linkeroor geweldig hard begon te
trillen. Zijn ogen openden zich en een fel geel licht verblindde hem. Heel even
maar. Toen was alles zwart, gitzwart. Franske was dood. Hij was gevallen over
de spoorweg en daarbij ook nog eens in slaap gesukkeld. Zijn lichaam was in
tweeën gescheurd door een aanstormende goederentrein. De identificatie van zijn
lichaam had verrassend weinig moeite gekost. Hoewel zijn bovenlichaam deed
denken aan een doorsnee maaginhoud, werden zijn benen direct herkend aan zijn
broeklengte. Sindsdien pleitten de ouders voor een alcoholverbod tijdens het
jaarlijkse galabal. Dit werd door het organiserende studentencomité natuurlijk
jaar na jaar verworpen. Zo ook die bewuste vrijdagavond in juni. Het bal was al
enkele uren bezig. Het zag er dit jaar nogal gewoon uit. De feestzaal van het
college was sober ingericht. De interieurstukken bestonden slechts uit een
DJ-set en een gigantische toog.
De vloer was intussen omgetoverd tot een vijver van bier
en allerhande ongezonde mengsels. Flor was geen modelstudent. Hij was vijf jaar
op rij met de hakken over de sloot geraakt, maar in het zesde jaar hadden zijn
leraars die sloot in het geniep wat breder gemaakt. Resultaat: dit was Flors
tweede galabal op rij. Wiskunde, Frans, turnen, het kon hem allemaal niets
schelen. Het enige waardoor hij geboeid was,waren wapens. Terwijl al zijn medestudenten probleemloos de maaltafels
opzegden, zo ratelde hij vlotjes alle types semi-automatische wapens af. Zijn
ouders konden niets aanvangen met hem. Echt niets, nul. Zo is hij ook aan zijn
bijnaam gekomen, de Nul. Op het vierde middelbaar was zijn vader hem eens komen
afhalen op school. Flor stond nog wat met zijn vrienden te babbelen buiten de
schoolpoort totdat zijn vader dit zodanig moe werd dat hij riep: Hey Nul, hier
komen, nu! En zo wist iedereen het. De Nul was ondertussen ook al ferm
aangeschoten. Zijn coördinatievermogen, dat nooit veel had voorgesteld, was
door de overvloedige alcoholinname helemaal verdwenen. Regelmatig moest hij
door zijn medestudenten recht geholpen worden. Maar hij was nog bij volle
bewustzijn. Het verhaal van wijlen Franske indachtig, vergreep hij zich een vol
uur aan de cola en Royco Minute Soup. Ondertussen had hij tijd genoeg gehad om
eens goed rond te kijken. Hij had haar lang in de gaten gehouden met die
typische blik van een wapenfreak. Soms twijfelde hij, had ze hem gezien, of
toch niet. Hij dacht van wel, maar ja, hij dacht ook zo veel. Mettertijd had
hij terug de volledige beschikking over zijn evenwicht en coördinatie herwonnen
en hij zei bij zichzelf: lets go Flor! De Nul wandelde met grote stoere
stappen op zijn prooi af. Hij had pas nieuwe schoenen gekocht, zwarte gympies.
Door de luide muziek kon je het ergerlijke gefiep niet horen, maar goed ook.
Hij kwam steeds dichterbij. Ze had een donkerpaarse baljurk aangetrokken. Je
kon het niet met zekerheid zeggen of de jurk nu van haar grootmoeder of haar
overgrootmoeder geweest was. Wat maakt het uit, ze stond er beeldig mee.
Slechts twee meter was Flor nog van haar verwijderd. Ai, de openingszin, die
was hij vergeten! Hoe kon hij nu zoiets vergeten. Maar nu was het al te laat,
zij had hem zien aankomen. Zijn hersens hadden zelden zo snel gewerkt als toen.
Binnen de twee seconden had hij een besluit moeten nemen. Heeeey, hoe is t?
Kleine stukjes grijs grauwe hersenmassa spatten tegen het
oude behangpapier uiteen. Met een knetterend geluid ketsten deeltjes schedel
tegen de stenen grond. Het oude zwart bruine jachtgeweer viel door de klap in
de zetel. Het tafereel had iets van een onthoofding met een kettingzaag. Ze was
op slag dood.
Een
doodgewoon misdaadverhaal, in een doorsnee dorp, in het verleden, het heden en
de toekomst, verdeeld in talrijke afleveringen. U maakt kennis met een pak personages. Wie is wie? Wie heeft wat met wie te maken? Is het nu echt of niet? Volg het gewoon!
Neen, uw blog moet niet dagelijks worden bijgewerkt. Het is gewoon zoals je het zélf wenst. Indien je geen tijd hebt om dit dagelijks te doen, maar bvb. enkele keren per week, is dit ook goed. Het is op jouw eigen tempo, met andere woorden: vele keren per dag mag dus ook zeker en vast, 1 keer per week ook.
Er hangt geen echte verplichting aan de regelmaat. Enkel is het zo hoe regelmatiger je het blog bijwerkt, hoe meer je bezoekers zullen terugkomen en hoe meer bezoekers je krijgt uiteraard.
Het maken van een blog en het onderhouden is eenvoudig. Hier wordt uitgelegd hoe u dit dient te doen.
Als eerste dient u een blog aan te maken- dit kan sinds 2023 niet meer.
Op die pagina dient u enkele gegevens in te geven. Dit duurt nog geen minuut om dit in te geven. Druk vervolgens op "Volgende pagina".
Nu is uw blog bijna aangemaakt. Ga nu naar uw e-mail en wacht totdat u van Bloggen.be een e-mailtje heeft ontvangen. In dat e-mailtje dient u op het unieke internetadres te klikken.