Een aangename, verrassende namiddag... illustrator, jeugdschrijver Jan De Kinder op bezoek !
Jan De Kinder werd geboren in Dendermonde in 1964. Hij studeerde eerst voor metser en tuinbouwer. Later studeerde hij Toegepaste grafiek en illustratie aan het Sint-Lucas Instituut in Brussel. Ook volgde hij een opleiding Tekenkunst aan de Stedelijke academie van Leuven. Jan woont in Tienen, samen met zijn vrouw Petra en hun drie leesbeesten Anna, Marth en Emma.
Jan begon pas in 1998 kinderboeken te illustreren, toen zijn oudste dochter Anna haar eerste prentenboekjes ontdekte. Samen met haar heeft hij een hele evolutie doorgemaakt. Hij vertelt enorm graag verhalen aan kinderen maar fantaseert ook verhalen samen met hen. Soms resulteert dat in een grote gezamenlijke tekening.
Momenteel werkt Jan fulltime als zelfstandig illustrator van kinderboeken en als beeldend kunstenaar. Spookrijder, een leesboek van Stefaan Boonen met tekeningen van Jan De Kinder (Clavis), stond in 2002 op de longlist van de Gouden Uil.
Datzelfde jaar debuteerde Jan als schrijver met Mathilde. Dit prentenboek werd vertaald in het Deens en het Koreaans. Jan houdt van jongleren, eenwielers, circus Ronaldo, clowns, improvisatie, schrijven en vertellen.
Het was de week voor Halloween. We zaten in de klas en knutselden ook voor halloween. Er zaten heel enge dingen tussen zoals spinnen en vampiers... Tenslotte zaten we ook op een school voor heksen en tovenaars. Maar we waren wel goed. Ook zei de juf " Jullie mogen gaan turnen." "Het is geen gym, maar bezemvliegen !!!" Dit was onze eerste keer.
Een uur later... "Hallo, jongens, " zei de juf. "Opruimen en dan mag je door gaan." Vrijdag kregen we een foldertje waar op stond dat er zondag een pompoenfeest was. Daar gingen ze allemaal naartoe, alle veertien. We waren verkleed en feestten de hele nacht door.
Op 20 oktober bezochten we het Europlanetarium in Genk.
Als ik astronaut was, vloog ik naar snoepjesmars. En daar ontdekte ik een nieuw snoepjesras. Doe het niet in de vuilbak of in je snoepjeszak. Eet het nu vlug op, want het is verse drop. Het is het lekkerste wat er is. Dat is toch niet mis. Iedereen vraagt : Mag ik nog wat snoep? Ja, ik verkoop toch geen vieze troep. Mag ik nog 10 kg drop ? Ik eet het toch op één dag op. Iedereen is zo dik als de koeien in de wei. En alle schuld komt nu op mij.