Dag lieve schat,
Zaterdag vandaag. Jij vandaag de marktroutine met het gezin. Ik zou normaal met S naar Antwerpen gaan, naar de Anton Corbijn tentoonstelling. Ik ga met L. Ik hoop je daar niet tegen te komen. Niet dat ik je niet wil zien, ik wel nergens liever zijn dan bij jou. Maar ik wil niet terug voor verwarring zorgen. Ik meen het echt dat ik er die zaterdag in Antwerpen niet was om jou op te zoeken. Ik was er van overtuigd dat je met vakantie was. Dus ik hoop dat er niet terug misverstanden met frustraties opduiken.
Ben wel blij dat ik dit ga doen. Heb de afleiding nodig. Gisteren goed gesprek gehad bij de psycholoog. Ik besef dat jouw woorden 'je had bij wijze van spreken gewoon op een stoel moeten zitten en wachten', mij heel diep geraakt hebben. En dat is wat er nu ook effectief met me gebeurt. Ik heb me op een stoel vastgebonden in een duffe wachtkamer zonder enige lichtinval, met die grote deur voor mij, waarvan ik hoop dat ze elk moment opengaat. Geen idee wat er achter die deur allemaal gebeurt. Misschien gaat ze ook nooit open. En blijf ik een heel leven wachten. Ik heb mezelf na die woorden echt letterlijk in een wachtmodus geplaatst. Ergens hoop ik ook wel dat je dat zo niet bedoeld hebt. Ik denk het niet. Dat was de coping die sprak. Net zoals die bij mij dingen heeft doen neerpennen die ik niet meende. Ik hoop dat we op een dag op dat punt komen, dat we elkaar in de armen kunnen sluiten en kunnen toegeven dat we allebei de mist zijn ingegaan.
Mijn engel. Liefdesverdriet doet zo allesvernietigend pijn...
Zoen
|