Vorige week ging ik tijdens de middagpauze snel naar de Delhaize om wat zoets te kopen voor het oudercontact. Ik werk op een Brusselse school waardoor ik in principe zowel in het Nederlands als het Frans aangesproken wordt aan de kassa. Dat is alleszins wat ik zou verwachten in een winkel in een officieel tweetalig deel van ons land. Ik werd echter aangesproken in het Frans. 'Geen enkel probleem,', denk ik, 'maar ik antwoord wel in het Nederlands.' Technisch gezien zou de verkoper op dat moment moeten beseffen dat hij mij vanaf nu in het Nederlands verder moet helpen. Dat is echter niet het geval. Hij blijft Frans spreken tegen mij en ik blijf in het Nederlands antwoorden. Of hij een woord begrepen heeft van wat ik gezegd heb, weet ik niet, maar ik ben wel met een zeer stuurs gezicht vertrokken. Al was het maar gewoon om mijn punt duidelijk te maken. Het mag misschien radicaal klinken, maar in een tweetalig gebied zouden de winkelbediendes op zijn minst de basis van beide talen moeten beheersen. Had ik naar de Delhaize in Waver geweest, dan zou ik Frans gesproken hebben tegen de verkoper. In Engeland (en eigenlijk in alle ander landen) zou ik Engels gesproken hebben, maar in Brussel, officieel tweetalig (Nederlands en Frans), heb ik het recht om Nederlands te spreken.