Arduino is een opensource-computerplatform dat is opgebouwd rond de ATmega168-microcontroller van Atmel en het softwareontwikkelplatform Processing. Dit platform is bedoeld voor hobbyisten, artiesten, kunstenaars en iedereen die geïnteresseerd is in het maken en ontwerpen van slimme en creatieve objecten die kunnen reageren op hun omgeving.
Wat?
Met Arduino is het mogelijk apparaten en objecten te creëren die reageren op hun omgeving door middel van digitale en analoge inputsignalen. Op basis van deze input kan een Arduinoschakeling autonome actie initiëren door het afgeven van digitale en analoge outputsignalen. Input kan bijvoorbeeld worden gegenereerd door schakelaars, lichtsensoren, bewegingsmeters, afstandsmeters, temperatuursensoren, of op basis van commando's afkomstig van internet, een radiomodule of een ander apparaat met een seriële interface. Outputsignalen kunnen bijvoorbeeld motoren, lampjes, pompjes en beeldschermen aansturen, maar ook input genereren voor een andere Arduinomodule.
Daarnaast bestaan ook zogenaamde "shields".
Deze integreren vaak verschillende sensoren en modules in één printplaat. Deze kan dan gemakkelijk op de Arduino aangesloten worden door hem te plaatsen op de input-/outputpinnen van de Arduino. Vele van deze shields worden verkocht als kit en dienen dus zelf nog gesoldeerd te worden. Veelvoorkomend zijn de wifi- en gps-kits. Naast deze kits kan ook een ProtoShield gekocht worden die dienstdoet als breadboard om op te experimenteren.
Soorten
Het Arduinoplatform kent allerlei uitvoeringen van de hardware rond de Atmega168 of Atmega328. De meest gebruikte modules die kant-en-klaar in Italië worden gemaakt, zijn:
Arduino UNO.
Arduino UNO is de nieuwste versie van het ontwikkelbord en de opvolger van Arduino Duemilanove. De UNO heeft een andere USB-to-Serialchip in zich dan de vorige versies, namelijk de ATmega8U2 USB-naar-TTL. Het heeft net als zijn voorgangers een USB-B-connectie en heeft verder een bootloader die slechts 0,5 kB van het totale geheugen gebruikt, de voorganger gebruikte 2,0 kB.
Arduino Duemilanove. Dit is de opvolger van de Diecimila en wordt opgevolgd door de UNO. Verschil met de Diecimila is dat de Duemilanove automatisch omschakelt tussen USB-voeding en een losse adapter. De Duemilanove is de meest eenvoudig te gebruiken versie van Arduino omdat deze direct op de computer kan worden aangesloten en makkelijk te gebruiken aansluitcontacten heeft. Er is een mogelijkheid om zogenaamde shields op het Arduinobord te plaatsen waardoor de mogelijkheden worden uitgebreid. Voorbeelden zijn shields waarmee communicatie mogelijk is tussen twee Arduino's, een shield voor het besturen van servomotoren, een shield voor het aansturen van RGB-leds of een ethernetadapter om de Arduino aan te sluiten op het internet. Het is mogelijk om meerdere shields op elkaar te zetten, waardoor een soort flat ontstaat. De geprogrammeerde code wordt geüpload via USB-B. De kosten van een Arduino Duemilanove liggen rond de 26 euro. De Atmega-chip is geplaatst in een DIP-socket, en is makkelijk te vervangen, bijvoorbeeld als de chip overbelast is geraakt door aangesloten randapparatuur.
Arduino Mega. Er zijn momenteel twee versies van de Arduino Mega, de eerste versie, met de Atmega 1280-chip, is wat software betreft gelijkaardig aan de Duemilanove. Wel heeft deze 128 KiB programmeerbaar geheugen in plaats van 16 / 32 KiB bij de Duemilanove. Ook heeft de Arduino Mega 70 programmeerbare aansluitingen (54 digitaal + 16 analoog), tegenover 20 (14 digitaal + 6 analoog) bij de Duemilanove.
De Arduino Mega 2560, met de Atmega 2560-chip, is dan weer gelijklopend met de Arduino UNO. Dit met weer als verschil meer programmeerbaar geheugen (256 KiB in plaats van 32 KiB), en meer programmeerbare aansluitingen (70 in plaats van 20).
Arduino Nano. Dit is een kleine versie met precies dezelfde mogelijkheden als de Duemilanove, maar hij mist een 6V-adapter-plug en is op een breadboard te plaatsen. De afmeting is zo klein doordat gebruik wordt gemaakt van een vastgesoldeerde Atmega-chip in een SMT TQFP-behuizing. De communicatie met de pc gaat met USB mini-B. Door de breadboardpinnen is het minder eenvoudig om shields te gebruiken. Er is een adapterboard of een bandkabel als verbinding nodig. De Nano kost ongeveer 52 euro.
Arduino BT. Dit Arduinoboard is uitgevoerd met een bluetooth-chip, waardoor deze via software kan communiceren via bluetooth. De BT-versie is een board met vergelijkbare afmetingen en aansluitingen als de Duemilanove, maar zonder verwisselbare controllerchip van Atmega.
Arduino mini. Ongeveer hetzelfde als de nano, maar dan nog kleiner, omdat een USB-controller en bijbehorende connector ontbreken. Voor communicatie met een pc is een optionele USB-B- of RS-232-adapter nodig.
Naast deze volledig werkend geleverde versies zijn er ook Arduino-bouwpakketten te koop waarbij zelf alle componenten op een printplaat gesoldeerd moeten worden. Voorbeelden zijn de BoArduino van Adafruit of de Bare Bones Arduino Board Kit van Makezine. Aangezien dit Amerikaanse versies zijn en Arduino een Europees product is, zal voor de Europese gebruiker het zelf bouwen weinig financieel voordeel geven.
De rij van Fibonacci wordt al genoemd in de Chhandah-shāstra (kunst van de versmaat) van de Sanskriet schrijver Pingala (ca. 450 v. Chr. of volgens andere datering ca. 200 v. Chr.)[2] onder de naammaatraameru (berg van de cadens). Uitvoeriger behandelden in de 6e eeuw Virahanka en later Acharya Hemachandra (10891172) de rij, om rekentechnisch het metrum te beschrijven door de regelmatige verdeling in korte en lange lettergrepen.
In het westen was het de Italiaanse wiskundige Fibonacci die als eerste de rij noemt in zijn Liber abaci (boek van de rekenkunst) bij het 'konijnenprobleem'.[3]
Fibonacci's berekening van een konijnenpopulatie in zijnLiber abaci
De rij van Fibonacci blijkt ook op te duiken bij de studie van een konijnenpopulatie, vandaar soms de bijnaam konijnenrij. Fibonacci gebruikte hiervoor de volgende regels:
we starten zonder konijnenparen en in de eerste maand hebben we één jong paar
een paar is volwassen vanaf de tweede maand
een volwassen paar krijgt elke maand één nieuw paar nakomelingen
de konijnen sterven niet
Het aantal aanwezige konijnenparen in een maand groeit dan precies volgens: 1, 1, 2, 3, 5, 8, 13, 21, 34, 55, 89 ....
Een nieuwe (historische) analyse van Fibonacci en zijn werk wijst niet op konijnen maar op bijen. Gedurende zijn verblijf in Algerije bracht Fibonacci tijd door in (de buurt van) de stadBéjaïa in die tijd een belangrijke exporteur van bijenwas (bougie, een Frans woord voor kaars, is afgeleid van de naam van deze stad). Anders dan bij het konijnenprobleem, waar een aantal niet in alle gevallen even realistische regels gebruikt worden, blijkt de ontwikkeling van een bijenpopulatie ook in werkelijkheid volgens de rij van Fibonacci te verlopen. Er wordt gesuggereerd dat feitelijk de bijenhouders van Béjaïa en kennis van de bijenstambomen de inspiratie voor de rij van Fibonacci vormden