Bij stap 1 kan je al lezen dat ik heel wat indrukken en ervaringen heb opgedaan over verschillende culturen in de klas. Elk jaar komen er meer en meer kleuters uit andere culturen terecht in de Nederlandstalige scholen. Zeker nu met de vluchtelingcrisis is er meer kans dat je een kleuter uit een andere cultuur in je klas tegenkomt die geen woord Nederlands spreekt. Niet elke leerkracht vind het fijn om veel verschillende culturen in de klas te hebben, dit zorgt voor een uitdaging en het is iets waar extra tijd in kruipt. Je moet nu eenmaal nadenken over de dingen die je gaat aanbieden aan de kleuter om ook voor hem een rijk aanbod te hebben op niveau.
Ik ben van mening dat het inderdaad niet makkelijk is om een klas te hebben met verschillende culturen in. Het is iets wat extra tijd en creativiteit vraagt van je. Je moet op de een of andere manier een middel vinden om over belangrijke dingen te communiceren met de kleuters die geen Nederlands spreken want ook zij moeten zich goed voelen in de klas, verbondenheid kunnen ervaren en voelen dat er moeite wordt gedaan voor hun zodat ook hun welbevinden kan groeien. Dat is volgens mij niet altijd gemakkelijk omdat elke kleuter anders is en dus een andere aanpak nodig heeft. KO's zouden op dit vlak veel kunnen leren van elkaar en dan vooral leren van de KO's die in Brussel werken. Op de Brusseldag merkte ik dat zij hier veel ervaring mee hebben en op veel vragen een antwoord hebben.
|