Vorig schooljaar liep ik stage in het Freinetonderwijs in Leuven. Ik stond in een klas met veel verschillende culturen. In eerste instantie had ik hier een beetje schrik voor omdat ik niet goed wist hoe ik met deze kinderen en ook de ouders moest communiceren. Dit was voor mij iets waar ik veel zenuwen voor had. Hoe meer stage ik liep in de school hoe meer interesse ik kreeg ik de verschillende talen die de kleuters spraken. Ik hoorde ook van de KO dat de meeste kleuters meer dan 2 of 3 talen spraken en vond dit heel interessant. Ook tijdens de Brussel-dag was het eerste wat ik wou weten wat de verschillende culturen in de klas waren en welke talen de kleuters allemaal konden spreken. Ook hier waren veel kleuters die meer dan 1 taal vloeiend spraken wat ik weer heel interessant vond. Ook vond ik het leuk om te zien dat alle kleuters met elkaar speelden ook al konden ze elkaar niet verstaan. Ze speelden zonder veel met elkaar te communiceren, ze kijken naar elkaar en lachten veel wat vaak mooi was om even naar te kijken.
Gedurende mijn stage in het Freinetonderwijs merkte ik dat de communicatie met de ouders in veel gevallen veel moeilijk is dan met de kleuters. De kleuters die al langer naar school kwamen (ik zat in een menggroep van 2.5 tot 4-jarigen) spraken al goed tot vloeiend Nederlands door het aanbod in de klas. Thuis werd er bij veel kleuters geen Nederlands gesproken omdat de ouders dit niet konden. Daardoor is de communicatie met hun moeilijk, zeker als hun taal geen taal is die je zomaar als 2de taal spreekt. Toch had ik steeds weer bewondering voor hoe de ouders hun best deden om de KO te begrijpen en met hand en tand probeerden uit te leggen wat ze bedoelde. Ook omgekeerd had ik veel bewondering, de KO maakte steeds tijd voor elke ouder ook al wist ze dat het gesprek moeizaam ging verlopen. De KO gebruikte steeds veel handelingen om iets uit te leggen en bleef proberen tot ze wist dat de ouder de belangrijkste dingen begrepen had.
Ik koos dus voor dit onderwerp omdat ik door mijn stage in het Freinetonderwijs veel bewondering heb gekregen voor de verschillende culturen die je tegenkomt in de klas en in het bijzonder voor de communicatie met de kleuters en de ouders die niet altijd gemakkelijk is maar wel noodzakelijk. Ook de omgang tussen de kleuters onderling vind ik mooi, voor hun maakt het nog niet uit van welk land iemand is of welke taal iemand spreekt, ze willen gewoon spelen en plezier beleven. In deze dingen zie ik de link met RZL, de verbondenheid die er ontstaat doordat er wederzijds respect is, en de banden die er ontstaan daar door.
|