Het is een hete zomerdag. Met een beetje
overdrijving: de heetste die je al ooit hebt meegemaakt. Je rent door de
straten, omdat je 2 dagen voordien aan jezelf beloofd hebt eindelijk eens iets
aan je conditie te doen. Een halfuurtje om te beginnen. 30 minuten, net zolang
als de soap duurt, waarvoor je elke weekdag alles laat vallen, uit angst niet
meer te kunnen volgen wanneer je een aflevering gemist hebt. Die 30 minuten
lijken als het ware keer op keer voorbij te vliegen. Maar deze keer is het
anders. Je bent amper 7 minuten onderweg en je hebt nu al het gevoel dat je een
hele marathon aan het lopen bent. Het zweet breekt je uit. Je benen schijnen
trager te lopen dan de rest van je lichaam. Je denkt aan het zalige gevoel bij
het bereiken van de eindstreep. Je houdt vol, ondanks het feit dat er haast
geen einde aan lijkt te komen Komt dit je ook zo bekend voor? Wel, zo ervaar
ik op dit moment het lezen van De Kapellekensbaan van Louis Paul Boon.