Brugge was eerst een Gallo-Romeinse nederzetting. De bewoners deden aan landbouw en zij voerden handel met Engeland en de rest van Galië. Waarschijnlijk komt de naam Brugge van het Oudnoorse Bryjjga, wat aanlegsteiger betekent. Brugge heeft altijd een internationale havenfunctie gehad. In de tiende eeuw nam de wolindustrie een steeds belangrijkere functie in. De handel met Scandinavië en Engeland bloeide op. Samen met de stad Gent was Brugge een van de belangrijkste lakensteden.
In de middeleeuwen werd Brugge het belangrijkste handelscentrum van Noordwest-Europa. De eerste beurs van de wereld bevond zich ook hier. Het Vlaamse laken, kwalitatief hoogstaande wollen stof, werd vanuit Brugge over heel Europa uitgevoerd. Brugge was dé handelsstad en er waren dan ook veel internationale kooplieden die elkaar ontmoetten in Brugge. De middeleeuwen kende ook slechte periodes. De inkomensverschillen waren erg groot. Tijdens de 14e eeuw was er een periode van crisissen. Er waren veel opstanden, epidemieën en er heerste politieke onrust. Het vervolg hiervan was dat Brugge in 1384 bij Bourgondië ging horen.
Kunst en cultuur bloeiden op en de lakenproductie werd gedeeltelijk vervangen door luxegoederen. De welvaart steeg totdat Maria van Bourgondië kwam te overlijden in 1482. Haar man, een Habsburgse prins, neemt het gebied over. Brugge behoort tot het Habsburgse keizerrijk. De welvaart verdween samen met het Bourgondische hof en de internationale handelaars. Antwerpen werd nu de belangrijkste stad.
In 1794 bezette Napoleon Brugge en de stad hoorde bij Frankrijk. In 1815 werd Napoleon verslagen bij Waterloo. Brugge behoorde bij het koninkrijk der Nederlanden.
In 1830 kwam er een opstand en dit leidde tot een nieuw koninkrijk en de creatie van een onafhankelijk België. Aan het einde van de 19e eeuw was Brugge een kunststad en toeristisch centrum geworden en vandaag de dag komen nog veel toeristen de mooie historische stad Brugge bezoeken.
Bron..klik hier. |