Hallo iedereen,
Sinds het
academiejaar 2014-2015 wordt aan het departement Onderwijs & Pedagogie (EDU) van
de Erasmushogeschool Brussel gewerkt aan de uitbouw van het kenniscentrum
Urban coaching and education (= UCE). Een van de kerntaken van UCE
bestaat in het ondersteunen van educatieve professionals in het omgaan met
diversiteit. Hierbij wordt de focus nadrukkelijk gelegd op de grootstedelijke
context en krijgen aspecten als thuistaal, socio-economische status, levensbeschouwing,
identiteit, gender, etc
bijzondere aandacht.
Eerste brainstorm
Ik heb
gekozen om te werken rond een observatiedocument "Geschiedenis en
binnenklasdifferentiatie". Persoonlijk vind dat er weinig of bijna niet
wordt gedifferentieerd binnen het vak geschiedenis. Als lesgever of stagiair
vind ik dat de observator moet letten op de volgende punten.
Spreekt de verschillende zintuigen aan
Biedt structuur aan
Bevordert inzicht
Biedt verschillende manieren aan om actief om te gaan met de leerstof
biedt verschillende mogelijkheden aan waarop leerlingen kunnen aantonen wat ze geleerd hebben
biedt ondersteuning aan leerlingen om doelen en prioriteiten te stellen
speelt in op hun interesses
stimuleert doorzetting en inzet
biedt opties aan voor zelfregulatie
Tijdens mijn stage-ervaring heb ik ook gemerkt dat de leerlingen Franstalig
zijn en daardoor de Nederlandse taal niet machtig zijn. De leerlingen zijn dus
taalzwak. Om die taalzwakke leerlingen gepast te ondersteunen is het nodig een
beeld te krijgen van die taalvaardigheid. (Vakoverschrijdend) Aan de hand van
dat observatiedocument kan men dus de taalontwikkeling van bepaalde
vaardigheden opvolgen. Verder ben ik ook van plan een beetje nadruk te leggen
op het m-decreet. Tevens heb ik tot nu toe altijd een belangrijk punt gemist tijdens mijn observatiestages. Ik vind dat men van de leerkracht/begeleider informatie moet krijgen over de leerling(en) met een beperking, zodoende de observator een oplossing kan bieden aan de leerling. Voor de observator is dat een beetje moeilijk om te kunnen achterhalen wat de leerling heeft, of waarmee de leerlingen erg moeilijkheden heeft. Aan de hand van dat gekregen informatie zou de observator een manier van aanpak kunnen vinden.
Gedurende het proces zal ik minstens drie bronnen gebruiken. Deze worden
tijdens mijn volgende blog geplaatst.
|