's Ochtends werden we allemaal wakker. Rose haastte zich naar binnen om de kinderen aan te kleden, Sally om de koeien te melken, en John de kok was reeds binnen om het onbijt klaar te maken. Harry en ik wandelden rond het veld om onze nieuwe verblijf te verkennen. Ford zei ons dat we terugg moesten gaan met Walton naar de Inian Creek. Wat ik me nog weet te herinneren, is at Eliza aan het jammeren was over het verlies van haar kinderen. Ford was leek zo'n slechte man niet te zijn aangezien hij haar trachtte te troosten door haar aan te bieden om misschien Rose te kunnen helpen. Ze hoefde dus zogezegd niet hard te werken. Toen Walton, Harry en ik aankwamen in Indian Creek, waren er nog twee slaven aanwezig. Sam en Antony; Sam was ook uit Washington en kwam uit dezelfde groep als Rose. Antony was een smid uit Kentucky. Sam kende Burch ook, en toen hij hoorde dat Burch dezelfde handelaar was die mij vanuit Washington had doorgestuurd zoals met Sam, was het nogal opmerkelijk dat we eens waren wat voor een schurk Burch wel was.
Ik had een plan om de planken naar hun eindbestemming te brengen wat minder kosten met zich meebracht. Mijn bedoeling was om mijn meester te behagen en ook om Adam Taydem, een soldaat uit Florida, aan te tonen dat mijn plan geen hersenschim was. Nadat we vertrokken, waren op het vlot richting Lamouri, kwamen we sneller dan verwacht aan. Dat zorgde ervoor dat meester Ford me overlaadde met lof. Ik kan feitelijk zeggen dat mijn jaren in Pine Woods gelukkige jaren waren.
|