In onze vorige post hadden we het over de samenstelling van het bier. De chemische reacties qua. Of euh... Bier proeveuh!!! We willen een toegankelijk bier maken, maar het mag ook geen water zijn. Het moet parelen en een goede afdronk hebben. De mout, gerst, hop, gist enz. moet de typische smaak geven maar deze moet mooi uitgebalanceerd zijn,... Ja jongens, dat zou een lange avond worden. Gelukkig had Jo iemand uitgenodigd met wat ervaring in de kunst van het bierbrouwen. Dankzij zijn deskundige uitleg werden we behoed van een heus bacchanaal (nietwaar Eric?).
Klaar voor de zware taak (de proefvoorraad hebben we bewust buiten beeld gelaten teneinde gevoelige kijkers niet te choqueren)!
De eerste vraag: blond, amber of donker (het bier wel te verstaan)? We begonnen met blond.
Enkele variaties passeerden de revue zodat we ons bier een duidelijke richting konden geven qua smaak én textuur. Dan kwam het amberbier aan de beurt.
En tenslotte het donker bier eens proberen.
Na lang wikken en wegen (en nog eens proeven, alles voor de exacte wetenschap) konden we uiteindelijk toch unaniem een winnaar kiezen: het zal een blondje worden (met een subtiele kruidentoets die begint met de letter "k" - het moet wat spannend blijven he)!
We sloten deze avond, een mijlpaal in de nog jonge geschiedenis van Sint Angelus, af met een glas pompoenbier en nog wat discussies over politiek en voetbal (yeah) en moe maar voldaan van de geleverde opoffering voor het Tildonkse (en omstreken) volk, ging (jaja, verleden tijd van "gaan", niet van "wankelen" of "kruipen") ieder terug naar huis. We kunnen beginnen brouwen!!! En bottelen... En distribueren... En een marketingstrategie op poten zetten... En verpakken... En stockeren... En...
