1.Zelf een planning laten maken voor de komende week + controleren. 2. Punten besproken. 3. Geholpen met zijn huiswerk Engels en Nederlands. 4.Kjell ondervraagd en hij schreef de juiste antwoorden op het bord.
1. Eerst zelf laten een planning maken voor in de vakantie. 2. Samen de planning overlopen en een beetje veranderen. 3. Helpen met zijn huiswerk Nederlands 4. Hem opvragen en de antwoorden laten opschrijven op het bord.
1. Eerst zelf laten een planning maken voor in de vakantie. 2. Samen de planning overlopen en een beetje veranderen. 2. Helpen met haar huiswerk Frans. 3. Haar opvragen en de antwoorden laten opschrijven op het bord.