Inhoud blog
  • 200 Parochie
  • 110 Bijnamen
  • 108 C.O.O. nu O.C.M.W.
  • 105 Jeugdraad
  • 103 Indeling
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Sibmeise
    Sib
    30-11--0001
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.017 Michiels beiaard

    017 Oude beiaard

    Michiels (Doornik) 1950   
    47 klokken, 8 vermist, geen si-mol, noch mi-mol , nog : klavier en trommel
    voor de St.-Martinuskerk  info : 
    http://blog.seniorennet.be/beiaardmeise

    Hoe Meise aan zijn (oude) beiaard kwam door Jan Van Gijsel

    De geschiedenis der klokken.
    Een schilderachtig dorpje, met schone, geheuvelde landschappen die door geen fabrieksschouwen worden gestoord, met een rustige en minzame bevolking, met parken en hovingen waar kunstenaars, denkers en mensen van adel zich thuis voelen, dat is Meise in Brabant.
    Naar de mening van Staf Nees, de grote beiaardier van Sint – Rombouts in Mechelen, is de kerktoren van zulke stemmige gemeente de uitverkoren plaats voor een klokkenspel en zullen de klanken van een beiaard daar zuiver en hel tot hun recht komen.
    De beiaard, hoe eigenaardig dit ook moge schijnen, is een volksspeeltuig bij uitmuntendheid, dat de kunstzin van ons volk ten zeerste helpt ontwikkelen.  Het lied en de beiaard zijn onafscheidelijk met elkaar verbonden : voor het vertolken van volksliederen is het een bijzonder geschikt instrument.

    Betekenis van het woord “beiaard”.

    De befaamde oudheidkundige Dr. G. Van Doorslaer, geeft volgende uitleg : “beiaarden” vindt zijn oorsprong in het woord “beieren” dat zelf werd afgeleid van het oude Vlaamse werkwoord “baren” of “beren”, hetgeen betekent klank geven.  Op twee verschillende manieren kan men de klok een klank ontlokken, namelijk door er van buiten met een hamer op te slaan, of door van binnen de klepel in beweging te brengen.  De eerste wijze van doen noemt men “beiaarden”, de tweede “luiden”.
    Bij feestelijke aangelegenheden, huwelijk, ommegang, kermis, blijde intrede van prinsen en vorsten, werd vroeger gebeierd.  Om godsdienstige ceremonieën of begrafenissen aan te kondigen en de bevolking te verwittigen bij brand of andere rampen werd er geluid.  Dat is zo gebleven op onze dagen.
    De beiaard is doorgedrongen in verschillende landen van de wereld o.a. in Frankrijk? Nederland, Italië, Duitsland, Polen en zelfs Amerika.  Maar de beste klokkenspelen vindt men in ons land en aan de spits voorzeker de Mechelse beiaard met zijn 49 klokken, waartussen de grote Salvator, die zo maar eventjes 8884 kg weegt.
    Deskundigen beweren dat de eerste beiaard werd opgesteld te Audenaerde in het jaar 1504.
    De herleving van het beiaardspel is te danken aan de grootmeester Jef Denijn.  Hij heeft in zijn school te Mechelen talrijke beiaardiers gevormd, waaronder twee knappe meesters Staf Nees en Kamiel Lefevere.  België mag er fier op gaan de beste beiaardiers ter wereld te bezitten en Mechelen, dank zij meester Jef Denijn, is heden ten dage de bakermat der beiaardkunst.

    Voor een begrafenis eerste klas!...

    Zoals in vele parochies, werden tijdens , de oorlog 1940-45 ook te Meise door de bezetter de klokken weggehaald.
    Pastoor Brams de herder van de St.-Martinuskerk te Meise, verwachtte niet heel veel staatstoelagen en daarom zocht hij op eigen hand naar de middelen om zijn parochie van nieuwe klokken te voorzien.  Bij Michiels te Doornik werden twee klokken besteld, maar voor de levering moest men oneindig veel geduld hebben.  De klokkengieter beweerde dat hij aan de klokken van Meise zij n bijzondere zorg besteedde en dat de kwaliteit des te beter zou zijn naarmate de afwerking langer duurde.  De echte reden was dat hij met overlast zat wegens de bestellingen uit vele andere parochies.
    Maar pastoor Brams, die slim is als een vos, liet het uitblijven der klokken niet aan zijn hart komen, want in zijn hoofd stak nog een ander plan…
    Ik heb sinds mijn prille jeugd van klokkenspel gehouden.  Een tijd lang ben ik van plan  geweest te Meise een grote villa te bouwen en daarin zou ik een klein klokkenspel hebben aangebracht.  De oorlog heeft de uitwerking van dit plan verhinderd.  Dat wist pastoor Brams en bij gelegenheid van een bezoek, toen hij mij een goede reis naar Congo kwam wensen, pakte hij voorzichtig uit met zijn voorstel.
    “Mijnheer Van Gijsel”, zegde hij, “de parochianen hebben mij geldmiddelen verschaft om twee klokken te kopen, maar voor een historisch dorp als Meise en voor Sint-Martinusdie zo vrijgevig was, is dit toch niet voldoende.  Zoudt u mij niet kunnen helpen om nog twee klokken bij te bestellen?”
    Ik vond dat er eens kon over gepraat worden en het pleidooi begon.
    “Ziet u”, zei mijnheer pastoor, “met vier klokken kunnen wij de grote plechtigheden meer luister bijzetten en het is meer indrukwekkend bij een begrafenis van eerste klas!”
    Er werden dus nog twee klokken bij besteld.
    De ene week verliep na de andere en de klokkengieter  paaide ons  steeds met beloften. Onze wantrouwige pastoor begon er zijn geduld bij te verliezen.  Hij dacht ineens aan Sint-Thomas, die niet geloofde zonder gezien te hebben en trok op zekere dag naar Doornik.
    Welke ontgoocheling!  Er was nog niets gedaan voor Meise, maar de smeltoven stond gloeiend en het bronzen metaal zou er ingegoten worden.  Nogmaals gepaaid met beloften, keerde onze pastoor terug naar Meise en onderweg zinderde in zijn oren de weergalm van de klokken die in de gieterij gereed stonden voor andere parochies.
    Zijn  poëtisch verhaal ontroerde mij en zeer vernuftig polste de pastoor :
    “Mijnheer Van Gijsel, indien u het plan hebt laten varen om een klokkenspel aan te schaffen voor uw tuin, zoudt u er dan niets voor voelen om het aan te brengen in de kerktoren?
    Eens flink nagedacht, en dan, allemaal goed, een klein klokkenspel zou in de kerktoren komen : er werden dus zeven klokjes besteld.

    Van zeven klokken tot zevenenveertig.

    De overheden van de gemeente kwamen bij mij in vergadering bijeen : pastoor Brams, volksvertegenwoordiger Van den Eynde en burgemeester Van Campenhout.  De herstellingswerken aan onze geklasseerde kerk waren reeds goedgekeurd en de toren zou van galmgaten voorzien worden om de klank der klokken verder te laten uitdeinen.
    De oorspronkelijke beiaard zou dus zeven klokken omvatten.  Een afgevaardigde van de gieterij merkte  toen terecht op : “Wat gaat ge aanvangen met 7 klokken?  Daar zal nooit een kunstwerk op gespeeld worden!”  Die man had gelijk en wij bestelden derhalve nog 7 klokken bij.  Het waren er al dus 14.
    Maar wie zou de bevoegde persoon zijn om de kwaliteit der klokken na te gaan en om de klank te beoordelen?  De pastoor had voor deze vraag een oplossing : wie zou meer bevoegd als expert kunnen optreden dan de bestuurder zelf van de beiaardschool, meester Staf Nees.  Dit voorstel werd eenparig aangenomen.
    Op de eerste bijeenkomst luisterde meester Staf Nees aandachtig naar onze uiteenzetting enmet een veelbetekenende glimlach scheen hij onze uitgebreide (?) kennis over beiaardkunst te waarderen.  Hij was als een professor, die met veel inschikkelijkheid examen afneemt van zijn minst bekwame leerlingen! Geduldig en vol wijsheid had Staf Nees toegehoord  en zijn besluit luidde : “Met 14 klokken kunt ge geen beiaard opstellen.  Ik raad u aan die kosten te sparen.”
    “Ah, wat dan gedaan, meester Nees ?”.
    De grote beiaardier voerde zijn vrienden uit Meise rond in  het Vlaamse land.  Hij leidde hen naar Postel, waar in de abdij een uitstekende beiaard hangt.
    “Indien ge een goede beiaard wenst, moet ge 47 klokken aankopen.  Dan moet ge een trommel plaatsen, waarop ieder uur een vrolijk deuntje kan gedraaid worden. (Het werd uiteindelijk een uniek wekkering die om het half uur de beiaard aan het spelen zet). Dan moet ge zorgen voor een klavier, waarop de beiaardiers concerten kunnen geven.  In een bevallig dorpje als Meise, dicht bij Brussel, zou dat onetwijfeld bijval oogsten.”
    wij konden niet anders dan de redenering bijtreden.  Wanneer goede gedachten opwellen moet men onmiddellijk een beslissing kunnen nemen en wat vandaag kan gedaan worden, mag men niet uitstellen tot morgen.  Dus, zo gezegd, zo gedaan.
    Er wordt een bestek gemaakt en ik aanvaard het zonder discussie.
    Nu de handen uit de mouwen en aan het werk. Staf Nees neemt de technische leiding op zich.  Wij rijden naar Doornik om de bestelling met datum van aflevering aan de klokkengieter over te maken.  Dat alles gebeurde in 1947.
    Maanden verliepen sindsdien : ik schreef dreigbrieven naar de klokkengieter.  Staf Nees drong bij hem  op spoed aan en uiteindelijk in het najaar van 1950 kwamen de klokken in de toren terecht.
    De technische installatie nam nog een hele tijd in beslag, maar alles is toch in orde geraakt!  En nu, nu kan de beiaard spelen.

    Boodschap aan onze jeugd

    Sommige mensen hebben voorzeker reeds de bedenking gemaakt : “Welk zonderling idee een beiaard te schenken …”.  Een paar woorden uitleg mogen volstaan.  Ik spreek niet gaarne over mezelf, indachtig een oud Vlaams spreekwoord dat weinig goeds vertelt : “ Eigen lof ...”.
    Toch wens ik van deze gelegenheid gebruik te maken om mijn levenservaring mee te delen aan onze jeugd, die de toekomst van morgen in handen draagt en die zich de ondervinding van een man op jaren wellicht kan ten nutte maken.
    Mijn doel bestaat erin de kunst te bevorderen, vreugde en levenslust onder de mensen te brengen en hun zin voor het hogere te ontwikkelen.  Ik wil iets achter laten voor het nageslacht en tevens onze beiaardiers steunen in hun edele kunst.
    Steeds heb ik in de klank der klokken ge not gevonden.  Toen ik als jonge kerel van vijftien jaar, dagelijks op het speelplein van het Sint – Romboutscollege of op de grote markt te Mechelen, luisterde naar de beiaardliederen, dan voelde ik mij bewogen en gelukkig.
    Van mijn prille jeugd af groeide in mij de wil om iets groots te verwezenlijken, om het verder te brengen dan sommigen die het geluk hadden langer te studeren.  Nooit heb ik mijn tijd verknoeid aan onnozel vermaak.  Ik trachtte vooruit te komen door vlijtig werk en nuttige lezingen.  Mijn streven was erop gericht ook voor mijn medemensen en voor de noodlijdenden iets te voelen en te doen en niet te leven als een geldmens.
    Ik heb gedroomd, na fotuin te hebben gemaakt, een grote boerderij te besturen, want om gelukkig te zijn moet men van Gods wijde natuur kunnen genieten.  Het was mijn droom iets groots te doen en ik heb geleefd om mijn dromen te verweznlijken.
    En nu, nu ik een oude man geworden ben, voel ik mij nog sterk genoeg om nieuwe dromen uit te werken en dat doe ik in Congo, onze kolonie.
    Wilt u nu weten wat mijn grootste genoegen is ?  Te kunnen verwezenlijken in mijn rijpe jaren wat ik in mijn jonkheid heb gedroomd.  Om in het leven iets te geraken moet men een plan hebben, een plan dat men ter harte neemt en waaraan altijd, onverpoosd gearbeid wordt.  Daarbij is onontbeerlijk : gezondheid, rechtvaardigheid, eerlijkheid.
    Onze Vlaamse jeugd mag de oude spreuk der rederijkers niet vergeten : “ole com bove”!  Olie komt boven!  De tijd staat de rechtvaardige man ten dienste.

    Jan Van Gijsel 




    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail *
    URL
    Titel *
    Reactie * Very Happy Smile Sad Surprised Shocked Confused Cool Laughing Mad Razz Embarassed Crying or Very sad Evil or Very Mad Twisted Evil Rolling Eyes Wink Exclamation Question Idea Arrow
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (0)



    Archief per week
  • 02/07-08/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 27/11-03/12 1978

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs