(71 - 4,12) 1095 Godfried
I (met de baard), hertog van Brabant, stichtte te Meise de versterkte
burcht (vierkante toren of donjon) van Boechout als schild tegen de machtige heren
van Grimbergen die hem ontrouw waren.
Hij was graaf van Leuven en schonk in 1129 zijn jachtdomein aan de
Norbertijnen (Abdij van Park).
1160-1172 In opdracht van de hertogen van Brabant werd de versterkte burcht van
Boechout gebouwd door de heren van Kraainem
(Willem) dit als schild tegen de opstandige Berthouts, heren van
Grimbergen en ook als schild tegen de graven van Vlaanderen.
1182 De Crainhems kregen van de hertogen van Brabant het bevel een versterkte
burcht te bouwen in de benedenhoek van Meise, tegen de machtige heren van
Grimbergen, met name de Berthouts.
1356 Lodewijk van Male belegerde de burcht van Boechout in een bloedige strijd
1400 Door toedoen van Gilles van Boechout, die abt werd van Grimbergen, zorgde
de abdij voor een kapelaan in dienst van Boechout en was er een familiegraf
voor de heerlijkheid Boechout in de abdijkerk van Grimbergen.
1416 Egidius van Boechout was abt
premarius te Grimbergen. Hij stierf in
1416. Zijn grafsteen bevindt zich in de
abdijkerk van Grimbergen. Vermoedelijk
was er toen ook een kapelaan op het kasteel van Boechout.
1535 Op 15 maart werd Boechout en omgeving zwaar getroffen door een orkaan.
1537 Als Boechout door Everaert Vander
Marck en erfdochter van Margaretha van Boechout werd verkocht aan Maximiliaan
Van Zevenbergen (Transsilvan), secretaris en raadsheer van keizer Karel, werd
ook de toekenning van de kosterij van Meise overgedragen.
1582 Onder de leiding van Alexander Farnese, prins van Parma, werd Meise en
Boechout belegerd en vernield door de Spaanse troepen die er ook zware
beschadigingen aanrichtten. Boechout werd ook bezet door Bernard de Merode.
1598 Boechout werd door Albrecht en Isabella verheven tot baronnie.
1600 Er werden grondige herstellingen uitgevoerd aan de burcht.
1605 De heerlijkheid van Boechout werd voor het eerst erkend als baronnie door
aartshertogen Albrecht en Isabella onder Chistoffel
d Assonville.
1615 Charles dAssonville was heer van Boechout van 1607 tot 1651.
1677 De familie France d Assonville liet Boechout over aan de Rooses, tot
1830 laatste eigenaars tijdens het ancien regime.
1678 Boechout werd aangekocht door Pieter
Ferdinand Roose, raadslid van Brabant en zoon van Jan Roose, burgemeester
van Antwerpen die ook advokaat geweest was voor de France in verband met het
proces tussen Filip t Serclaes, heer van St.-Agatha Rode, echtgenoot van
Marie d Assonville (dochter van Christophe) en Gaspar de France, echtgenoot
van Margaretha d Assonville, over het bezit of het verkrijgen van Boechout.
1679 figuratieve kaarten van goederen gelegen te Meise en toebehorende aan de
abdij van Grimbergen, opgemaakt door Peeter Meysman naar de kaart van Brussegem
door Jan Van Acoleyen, met schetsmatige afbeelding van de kerk en t Goet van
de heer Spinosa (Boechout). Het zijn
gekleurde tekeningen 0.45 * 0.45.
1694 pag. 47 Meise Bettesone ingescand
1728 Op 5 december sloot Melchior Roose een overeenkomst met de abt van
Grimbergen en pastoor F.C.Caesens te Meise tot het opnieuw stichten van een
slotkapel in de burcht van Boechout met als voorwaarde er dagelijks een mis op
te dragen, maar te wonen in de pastorij te Meise (Franç. Xavier Le Mir) en daar
de pastoor te helpen. Dit tegen de prijs van 6.600 gulden.
1733 Toen Melchior Roose, baron van Boechout, voor de tweede
maal huwde met Maria Francisca Vander Linden dHoogvorst van t
Hof te Meysse, kregen de bezitters van het kasteel van Boechout eveneens de
toelating om in de crypte bijgezet te worden langs de evangeliekant. Deze
crypte is onder het koor ca 1500 gebouwd door de bezitters van 't Hof te Meysse
zoals Jan Vander Ee, baljuw van de stad Brussel en heer van Meise. Deze
crypte is niet toegankelijk, maar werd reeds verschillende keren bezocht
i.v.m. historisch onderzoek en restauratie van de kerk.
1794 -1795 De winter was bijzonder streng en er was grote armoede. Er sneuvelden toen tijdens de strenge winter
veel bomen in het domein van Boechout. Het hof te Meysse en het kasteel van
Boechout werden in beslag genomen. Er werd veel geplunderd en onder leiding van
Heger verdween alles wat waardevol was.
Heger werd uiteindelijk onnozel verklaard.
tijdens deze periode maakten de Fransen een einde aan de feodale instellingen.
1832 Het kasteel van Boechout werd verbouwd (zie afbeelding II 15.2) door graaf
Amedée de Beauffort onder leiding van architect T.F.Suys. In het mooie zaaltje met in de zoldering al
de wapenschilden van de vorige eigenaars van Boechout werden door Capronnier
gebrandschilderde glasramen aangebracht
met beeltenissen vande hertogen van Boergondië, keizer Maximiliaan, Karel V,
Filips II, Albrecht en Isabella. Naar
Wemmel toe kwamen er ook een paar nieuwe gebouwen bij waarin blauwe bakstenen
werden verwerkt.
1879 Op 13 maart kocht koning Leopold II met Filips, graaf van Vlaanderen als
borg, het kasteel van Boechout van Leopold de Beauffort, zoon van Amedee, voor
zijn zieke zus Charlotte, keizerin van
Mexico (Marie Charlotte Amélie Victor Clémentine Leopoldine, prinses van
België, aartshertogin van Oostenrijk en keizerin van Mexico(zie afbeeldingen II
17.4) . Pas op 16 april 1881 werd de acte van verkoop verleden voor het hof te
Meysse, eigendom van Edmond Vander Linden d Hoogvorst.
1880 Op 4 augustus werd Karel Hendrik Van Daelem (° 25.1.1836 te Wemmel) pastoor van Meise tot 22 december 1920, dag
van zijn overlijden. Hij was ook aalmoezenier
van keizerin Charlotte en celebreerde regelmatig de H.Mis in de slotkapel van
het kasteel van Boechout.
1914 Op 20 augustus was Meise door het Duitse leger (IIIde Rs Vlassen) reeds
bezet. Het domein van Boechout bleef echter onbezet gezien het de woonplaats
was van keizerin Charlotte, een schoonzus van keizer Frans-Jozef van
Oostenrijk.
1914-18 Aan het hek van het domein van Boechout werd een grote plaat aangebracht : dit kasteel wordt
bewoond door Hare Majesteit de Keizerin
van Mexico, schoonzuster van onze doorluchtige bondgenoot Keizer Franz-Jozef
van Oostenrijk.
Een maal richtte de stille burcht een discreet verzoek tot de Amerikaanse
Ambassade en Brand-Withlock, gezant van de Verenigde Staten gaf onmiddellijk
gevolg aan de vraag : wit brood voor de keizerin
1927 Op 17 januari om 7 uur overleed keizerin Charlotte op het kasteel van
Boechout (zie foto en illustratie II 32).
1939 Het domein van Boechout werd eigendom van de Belgische staat die het van de Kroon had gekocht.
1940 Op 10 mei, toen de oorlog uitbrak, zat de koninklijke artillerie van
België op het domein van Boechout. Op 14 en 15 november heerste er een orkaan
over Meise. Hierbij sneuvelden verscheidene prachtexemplaren van de beuken
langs de dreven van het domein, die aangeplant werden in 1806 door Karel Peter
Roose en Hendrika Franciska de Visscher de Celles die Boechout in 1876 op 12
juli in bezit genomen hadden.
1941 Op 12 november werd door brand het zadeldak van het kasteel van Boechout
gedeeltelijk vernield.
1944 Op 9 september bezetten de troepen van het Engels leger het domein van
Boechout en gebruikten het als opleidingscentrum voor een tankeenheid en een
vervoerskorps. Het resultaat van hun verblijf was afschuwelijk .
Op 29 november viel er een V1 (vliegende bom) in de Westhoek van het park van
Boechout. Hierdoor sneuvelden vele
ruiten o.a. in beide kastelen (zie afbeelding).
1965 tot 1970 waren de Vlaamse poëziedagen te gast in Meise en werden
poëzie-evenementen gehouden op het terras van de Oranjerie.
1986 Van 13 tot 21 september werd het gerestaureerde kasteel van Boechout
opengesteld voor een retrospectieve in de benedenzaal over kunstschilder Edwin
Ganz
5.6.1988 Historische evocatie van de bewoners van het kasteel van Boechout
1992 Het Audiovisueel Centrum vierde zijn 25 jarig bestaan in het kasteel met
een opvoering van het gedicht AVC Meise Podium 1984 van Gery Florizoone,
laureaat Jules Van Campenhoutprijs voor poëzie in 1982. De uitreiking van de
J.V.C.-prijs voor poëzie en de Marits Naessensprijs voor Plastische kunst
gebeurde terzelfdertijd. Er was ook een optreden van een Spaanse Flamencogroep.
2005 Dag van het park onder het thema Liefde in het park, 3 gedichten, 6 talen
een selectie uit A thing of beauty en A joy for ever rond de
Oranjerievijver in de romantische Plantentuin, voorgelezen door oud
leerkrachten van het Audiovisueel Centrum Meise en Lief Van Schel (voorlezer
van de gedichten van de laureaten van de JVC-prijs.
Uit Meise van Achiel Bettesone V.g. 1979 en 1998 van
pag. 14 tot 22
25 Kasteel van Boechout
(ca.1100)
Reeds rond 1100 vinden we vermeldingen van een
versterking op deze plaats. Het oudste nog bestaande deel van het kasteel, de
vierkante toren (links als u voor het kasteel staat), werd
rond 1350 gebouwd.
De bronzen gedenkplaat op de binnenkoer geeft aan dat het kasteel in 1832
verbouwd werd door Tilman-François Suys in opdracht van baron Amédée de
Beauffort. Keizerin Charlotte verbleef er met haar gevolg vanaf 1879 tot ze
overleed op17 januari 1927.
De laatste restauratie ving aan in 1980 met het vernieuwen van de
binneninrichting en eindigde in 1988 met het zandstralen van de gevels.
Bibliografie
:
Meise Jan Vanden Eynde
De heren van Boechout en hun waterburcht te Meise Constant Noppen
Het koninklijk domein van Boechout en zijn kastelen Edwin Ganz
Meise, onder de toren van St.-Martinus Jef De Cuyper pag. 16 19
De waanzin van Charlotte Jos Pauwels e.a. hoofdstuk Madeleine van Jef De
Cuyper
Keizerin Charlotte op rust in Meise van Achiel Bettesone
|