Schizofreen
Inhoud blog
  • Hoofdstuk 4: Tot de dood ons scheidt...
  • HOOFDSTUK 3: Hoe stroopt men het vel van een wilde kat?
  • Hoofdstuk 2: Het begin van het einde...
  • Hoofdstuk 1: alles begint met een lijk...
  • PROLOOG
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Misdaas roman, seriemoord
    02-05-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoofdstuk 2: Het begin van het einde...

    De wijzers van de grote klok aan de muur wezen erop dat het iets voorbij elf uur was. Inspecteur Merel Verhaege zat al bijna drie kwartier te wachten aan het bureau van commissaris Debruin. Net voor hij de plaats delict had verlaten had hij haar gezegd tegen half elf op zijn kantoor te verschijnen. Hijzelf zat in wat ze een bubbel noemden. Een met glazen wanden afgesloten ruimte waar de rest van de drukte of het lawaai niet of nauwelijks kon binnen dringen. Ze had vluchtig gezien dat de ruimte een kleine vergadertafel had met acht stoelen eromheen, dat er een gigantische flatscreen tegen de muur ging en dat er in de hoek een hangmat stond opgesteld. Ze had zich heel even de bedenking gemaakt dat dit een wel heel vreemd stukje meubilair was om aan te treffen op een politiekantoor. Ze schoof die gedachte vlug opzij. Want had ze gedacht, als maar tien percent van de wilde verhalen die de ronde deden over Debruin waar waren dan was een hangmat in zijn kantoor niet het vreemdste. Ze zag dat Debruin zich langzaam door de inhoud van een ringmap aan het werken was en van tijd tot tijd een telefoontje pleegde of een telefoon aannam. Ze was hier om haar relaas te doen van wat ze had aangetroffen deze morgen. Het zou een soort van verhoor worden en eindigen met het opstellen van een officieel proces verbaal wat dan aan het dossier zou toegevoegd worden. Ze wist dat het voor de speurders van belang was dat de informatie die opgeslagen lag in het hoofd van de politieagenten die als eersten ter plekke waren gekomen in de ruwe vorm uit dat hoofd werd gehaald. Kleine pietluttige dingen die burgergetuigen volkomen konden ontgaan hadden een grotere kans wel opgemerkt te worden door het oog van een getraind agent. Maar ook een politieagent kon onbewust zaken negeren. Daarom was een gesprek nodig ook al neigde dat soms naar de vorm van een verhoor. Verhaege had de scene keer op keer overlopen in haar hoofd en wist dat ze de commissaris zou moeten gaan teleurstellen omdat er niets bijzonders was dat ze had opgemerkt. Debruin kwam uit de bubbel, gooide de ringmap op zijn bureau en ging met een plof zitten in een bureaustoel die zeker en vast niet betaald was door het Leuvense politiekorps want daar was het ding veel te duur voor. Binnen handbereik van zijn stoel stond een kleine koelkast. Hij haalde voor zichzelf een energiedrankje tevoorschijn, wees met zijn vinger naar de inhoud:

    “ Iets fris of liever koffie of thee?”

    “ Een cola-light graag.”

    Debruin haalde een blikje voor haar tevoorschijn en schoof het over het bureau naar haar toe. Toen ze voorover leunde om het blikje te pakken zag ze plots dat de ringmap haar personeelsdossier was. Ze vond het direct vreemd dat de commissaris eerst haar dossier gelezen moest hebben vooraleer hij een PV kon opstellen en dat hij daar zoveel tijd voor had genomen. En wat hadden die telefoontjes dan te betekenen? Hij trok zijn blikje open, nam een paar grote slokken en keek haar aan met zijn doordringende heldergroene ogen. Ze had het gevoel dat hij recht in haar ziel keek. Alsof geen enkel van haar kleine of grotere geheimpjes veilig waren voor hem. Ze begon zich wat ongemakkelijk te voelen onder die blik. De lichte irritatie die ze voelde omdat hij haar een halfuur had laten wachten speelde weer op zeker nu bleek dat er nog geen minuscuul excuus vanaf zou kunnen. Alsof hij haar gedachten kon lezen zei hij plots tot haar schrik:

    “ Om te beginnen mijn excuses dat ik u heb laten wachten inspecteur. Het begin van een moordzaak verloopt soms nogal rommelig.”

    Ze knikte en zei:

    “ Dat is niet erg commissaris, ik ben blij van dienst te kunnen zijn.”

    Maar een piepklein stemmetje in haar hoofd gilde:

    “ Jezus hij kan gedachten lezen...”

    Uit een lade diepte hij een digitale dictafoon op. Debruin haalde een vulpen uit zijn binnenzak en speelde er een beetje mee. Ze zag dat het een Montblanc pen was en vermoede dat die wel eens heel duur zou kunnen zijn omdat de ontwerper ervan er schijnbaar veel moeite voor had gedaan de pen er niet duur uit te laten zien. En bij dat soort merken is het vaak dat het prijskaartje dan omgekeerd evenredig is met de bedoeling van de ontwerper. De commissaris wees met zijn pen naar haar:

    “ Ik weet zeker dat ik je gezicht ergens van ken maar ik kan het nog even niet helemaal thuisbrengen.”

    Merel wilde iets gaan zeggen want ze wist donders goed waar hij haar van kende maar een handgebaar legde haar zacht het zwijgen op:

    “ Nee, laat maar. Laat mijn hersenen maar even kraken, ik kom er wel op.”

    Hij keek over haar schouder naar de enige andere speurder in dit riante deel van de afdeling geweld:

    “Koen jong, pak eens je boekje en kom erbij zitten.”

    Hoofdinspecteur Koen Debrouwer schoof aan de zijkant van het bureau bij met een notitieblok en een grote mok koffie die hij achteloos op het bureaublad neerzette. Er verscheen een frons op het voorhoofd van Debruin en hij hoefde maar één woord uit te spreken:

    “ Echt?”

    Dat was genoeg om Debrouwer vliegensvlug zijn koffiemok op te laten pakken en een kurken onderzetter te laten grijpen vanop de vensterbank achter Debruin. De commissaris had gezien dat Merel het schouwspel had gadegeslagen en ook vlug haar blikje van het bureau had gepakt:

    “ Blikjes vind ik niet erg op mijn bureau Die laten doorgaans maar een ring van water achter. Koffiebekers hebben de kwalijke gewoonte om ringen van koffie achter te laten waardoor ik de hele tijd tegen bruine vlekken aan zit te kijken.”

    In de tijd dat Merel op Debruin had zitten wachten had ze haar ogen de kost gegeven. Ze vermoede dat een hekel aan koffievlekken de lading niet helemaal dekte bij de commissaris. Alles op en rond zijn bureau had een keurig plekje en stond zelfs min of meer symmetrisch ingedeeld. Haar instinkt vertelde haar dat hij wel eens een lichte vorm van een dwangneurose zou kunnen hebben. Debruin nam zijn dictafoon vast en startte de opname:

    “ Zaterdag 22 maart, het is nu precies elf uur en negen minuten. Dit is het interview met inspecteur Merel Verhaege gevoerd door commissaris Debruin in aanwezigheid van hoofdinspecteur Debrouwer.”

    Hij zette het toestel in het midden van het bureau

    “ Merel, is het goed dat ik je Merel noem?”

    Vroeg Debruin met een zachte glimlach om de mond.

    “ Euch, ja hoor dat mag best.”

    “ Mooi, okay Merel dan noem je mij maar Alex en doe gerust je best om onze Koen hier te negeren, God weet dat we dat allemaal proberen. Is dit je eerste keer dat je wordt opgetrommeld om je verhaal te doen over een plaats delict?”

    “ Ja. Ik heb hiervoor al wel een paar keer een rapport moeten schrijven maar ik was nog nooit als eerste op de plek van een geweldsmisdrijf als een moord. Dus heb ik ook nog nooit een gesprek als dit moeten voeren.”

    Debruin dronk met een grote teug de rest van zijn blikje leeg en kieperde dat in een vuilnisbakje waar een kaartje boven ging met het woord “BLIKJES”.

    “ Goed, laat me dan eerst even kort schetsen wat de bedoeling is. Je zult het ongetwijfeld nog wel weten van je opleiding maar een beetje opfrissen kan nooit kwaad hé. De agenten die als eerste op een plaats delict aankomen zijn in principe de eerste mensen die de plek of het slachtoffer zien sinds de dader de plek verliet. Behalve dan misschien een burger die een slachtoffer vond. Maar zoals iedere flik weet of zou moeten weten zijn ooggetuigen eigenlijk hopeloos onbetrouwbaar in hun verhaal. De ogen zien iets gebeuren maar het zijn de hersenen die de gebeurtenis inkleuren op basis van de eigen ervaringen of op basis van de eigen verwachtingen. Zo kan het gebeuren dat twee mensen precies hetzelfde zien gebeuren maar twee verschillende versies van dat gebeuren beschrijven. Versies die loodrecht op elkaar kunnen staan zonder dat er sprake moet zijn van moedwillig kwaad opzet. Beidden geven hun versie van hun waarheid. Zo heb ik het eens meegemaakt dat twee getuigen een dader van een tasjesroof zagen en een volledig andere beschrijving gaven van de dader. Volgens de ene getuige was de dader blank volgens de andere van Noord-Afrikaanse afkomst. Bleek het toch een blanke dader te zijn en bleek later dat de tweede getuige die een Arabische dader had beschreven eigenlijk een verdoken racist was. En toch had hij zijn beschrijving van een Noord-Afrikaan gegeven zonder te liegen, volgens zijn hersenen zijn daders van straatroven altijd gekleurde medemensen en dus gaf hij ons zijn waarheid. Politieagenten zijn getraind. Hun observatie van een gebeurtenis zou dus in principe objectief moeten zijn. Jij was als eerste ter plekke, jij hebt een plaats delict en omgeving gezien die min of meer onbesmet was. Ik wil een beetje in jou hersenen gaan peuteren opzoek naar mogelijke aanwijzingen of indrukken die verdwenen kunnen zijn met het neerstrijken van het circus. Okay?”

    “ Absoluut”

    “ Maar vertel me om te beginnen eerst eens waarom je alleen op pad was deze morgen?”

    “ O dat, ik heb van dienst gewisseld met inspecteur Caluwé. Hij had normaal dienst als wijkagent maar heeft een familiefeest. We zijn vrienden en hij had me gevraagd of ik kon overnemen.”

    “ En waar was je zo vroeg naar toe onderweg?”

    “ Richting de visclub. Die ligt een kleine kilometer van de plaats waar het slachtoffer is gevonden. Die mannen zijn vaak al voor dag en dauw op om hun hengeltje uit te werpen. De club heeft de laatste tijd wat last van kleine criminaliteit. Volgens inspecteur Caluwé is het niet meer dan wat balorige jeugd die in de avond of tijdens de nacht het terrein opgaan om wat te drinken of te roken. Er wordt niets gestolen en geen vernielingen aangericht. Ik was op weg om een praatje te maken met de voorzitter, hem een beetje af te koelen en te zeggen dat we extra zouden controleren. De voorzitter kent de burgemeester en die op zijn beurt liet onze directeur weten dat we het maar moesten oplossen.”

    “ Wanneer kreeg je de oproep binnen?”

    “ Iets na zeven want het nieuws was nog maar net begonnen op de radio.”

    Het maken van dat soort connecties was iets wat Debruin graag tegenkwam bij getuigen. Een feit koppelen aan een ander feit zorgde ervoor dat het eerste feit verankerd werd en niet langer voor discussie vatbaar was. Ik heb X dan en daar gezien want ik heb de bus van halfzeven zien voorbijrijden.

    “ Welk bericht kreeg je van de centrale?”

    “ Dat er een lichaam was gevonden aan de Dijle. Een man had het slachtoffer zien liggen in het voorbijgaan, had melding gemaakt via het noodnummer en uitgelegd waar het lichaam zich ongeveer bevond. De getuige zou ter plaatse blijven wachten op ons.”

    “ Wat verteld je dat over de getuige Merel?”

    Een fractie van een seconde was ze van haar stuk gebracht. Ze was hier dacht ze om een feitelijk relaas te geven van haar vaststellingen. Nu werd haar op de man af gevraagd haar mening te geven over een getuige. Debruin tikte met zijn pen op haar dossier:

    “ Kom op, je hebt criminologie gestudeerd en dus zou je alle statistieken wel moeten kennen en alle daarmee gepaard gaande clichés.”

    “ De statistieken zeggen dat het overgrote deel van de mensen die melding maken van een lijk zelfs iets te maken hebben met de dood van die persoon. Het alibi van de getuige moet gecontroleerd worden aangevuld met een zacht antecedenten onderzoek. Maar ook al heeft deze getuige geen sluitend alibi, omdat hij misschien alleen thuis was en sliep, dan nog zou ik deze man niet al te hoog op de agenda zetten.”

    Debruin haalde een nieuw energiedrankje uit zijn koelkast en keek vragend naar de inspecteur:

    “ Nee dank je , ik heb nog.”

    “ Waarom staat onze getuige zo laag op je agenda Merel. Een buikgevoel of is het ergens op gebaseerd?”

    Weer zo'n rare vraag die niets vandoen had met de plaats delict. Opeens begon het haar te dagen. Dit was niet zomaar een routine verhoor. Dit was een test. Commissaris Debruin was haar tussen het verhoor door aan het testen. Maar waarom?

    “ Ja een zekere intuïtie denk ik.”

    “ Ben je niet wat jong en heb je niet wat gebrek aan dienstjaren om nu al een politie- intuïtie te hebben ontwikkeld?”

    Hij keek de andere agent die aan het bureau naarstig aantekeningen zat te maken:

    “ Wat jij Koen. Had jij na twee jaar dienst al een onfeilbaar buikgevoel ontwikkeld?”

    De hoofdinspecteur schudde langzaam van nee:

    Nee chef, nog altijd niet. Maar misschien is inspecteur Verhaege speciaal en heeft ze een zesde zintuig of zo.”

    Ze voelde dat ze haar opzettelijk wat aan het stangen waren maar de nadruk van Debrouwer had iets teveel op het woord speciaal gelegen en dus kon ze de angel niet helemaal uit haar woorden houden toen ze antwoordde:

    “ Niets speciaal of zesde zintuig hoofdinspecteur, gewoon deductie.”

    “ Verklaar je nader Verhaege.”

    Bromde de hoofdinspecteur.

    “ Wel toen ik op de plek aankwam en de getuige vroeg wat verderop te gaan staan zag ik dat hij enigszins moeite had om zijn viskoffer op te pakken. Als hij al moeite heeft om zijn koffer op te pakken van hooguit tien of vijftien kilo dan zie ik hem niet direct met een lijk zeulen. Bovendien is onze getuige op het eerste zicht een netjes verzorgde zeventiger. Niet direct het type dat men verbind aan een moord met een lustaspect.”

    Debruin maakte mentaal een aantekening dar Merel een opmerking had gemaakt dewelke tegen daderprofilering aanleunde. Daar zou hij straks nog even op terug komen:

    “ Waarom denk je dat er een lustaspect aan deze moord zit?”

    Merel Verhaege dacht even diep na en zocht haar woorden voorzichtig. Toen ze geen diplomatische bewoordingen vond zei ze simpelweg:

    “ Als dit geen lustmoord is dan eet ik mijn pet op. Ik kan geen enkele manier verzinnen hoe de dader het lichaam in deze pose heeft achtergelaten zonder dat het aspect lust een rol speelt.”

    “ Goed, je krijgt de oproep en gaat eropaf. Had je je zwaailicht en sirene op?”

    “ Geen sirene wel lichten.”

    “ Waarom?”

    “ Zo vroeg morgens is er in die buurt maar bitter weinig verkeer. En ik maak in het weekend liever geen kleine kindjes of ouwe-van-dagen wakker door met een sirene door hun straat te scheuren.”

    “ Je komt aan op de plek en wat dan?”

    “ Ik heb de wagen dwars over het jaagpad gezet om die kant alvast af te sluiten. Heb de rol lint genomen uit de koffer, tot bij de visser en het lichaam gelopen, even snel gekeken, de getuigen gevraagd om bij de auto te gaan staan en daarna heb ik de andere kant van het jaagpad afgesloten.”

    “ Heb je het lichaam aangeraakt?”

    “ Ja, ik heb tegen beter weten in gevoeld of er een pols was.”

    “ Tegen beter weten in, omdat je wist dat je het lichaam niet had moeten aanraken of?”

    “ Ik heb een jaar medicijnen gestudeerd, ben al jaren vrijwilliger bij het rode kruis en al sinds het eerste middelbaar heb ik een diploma EHBO. Het wordt instinkt om een pols te zoeken. Maar nee dat was het niet waarom ik het tegen beter weten in heb gedaan. De eerste uiterlijke tekenen van overlijden waren al ingetreden. De verkleuring van de huid bijvoorbeeld.”

    “ En hoe weet je dat? Het rode Kruis?”

    “ Tijdens het jaar dat ik medicijnen heb gestudeerd heb ik als vrijwilliger geholpen bij professor Dekeyser in het mortuarium.”

    “ Waarom ben je ermee gestopt. Ik bedoel een dokter verdient toch beter zijn brood dan een criminoloog in dienst van de politie. Kon je niet tegen het bloed of ben je te dom?”

    De laatste opmerking van Debruin was duidelijk bedoeld als provocatie en tot zijn tevredenheid beet ze niet in het aas.”

    “ Ik kan tegen bloed en ben niet te dom voor de studie. Tegen het einde van mijn eerste jaar had ik door dat medicijnen niet mijn ding waren, niet mijn roeping.”

    En weer maakte Debruin een aantekening in zijn hoofd. Roeping vreemd dat ze dat woord gebruikte.

    “ Okay en verder?”

    “ Intussen waren er verschillende collega's opgedaagd. Die hebben de versperring voor hun rekening genomen. Ondertussen had ik via de centrale om jou afdeling, de forensische dienst, de gerechtsdokter en het parket gevraagd.”

    “ Het parket? Het kon op dat moment toch nog niet echt duidelijk zijn dat het om een niet natuurlijke dood ging. Waarom op dat moment al het parket vorderen? En is dat eigenlijk niet de taak van de agent die het hoogst in rang is om dat te doen. Ik bedoel dat jij een groentje bent en je bijlange na niet de hoogste in rang geweest kunt zijn. Waarom hebben ze jou min of meer de leiding laten namen op de plaats delict? Simpelweg omdat je als eerste op de PD was of vanwege je mooie blauwe ogen?”

    Daar had Merel Verhaeghe niet bij stil gestaan. Ze had gewoon gedaan wat ze dacht te moeten doen. Had de situatie overschouwt, had controle genomen over de PD, het lichaam en de getuigen. Toen haar collega's ter plekke kwamen had ze op een professionele manier duidelijk gemaakt wat er moest gebeuren. Ze had er niet bij stil gestaan waarom ze zonder problemen te maken hadden gedaan wat ze zei of waarom iemand die hoger in rang was in uniform de leiding niet had overgenomen. Had ze daarmee ongewild iemand tegen de zere schenen getrapt en was die iemand zijn beklag gaan doen bij Debruin? Stelde hij daarom die vraag. Toen ze stil bleef herhaalde Debruin zijn eerste vraag:

    “Waarom in die fase al de onderzoeksrechter vorderen terwijl er nog niemand van mijn afdeling of de forensische was op de PD?”

    “ Een gecalculeerde conclusie.”

    “ Leg me dat eens uit.”

    Merel had al een tijdje het gevoel dat ze een mondeling examen aan het afleggen was en ze was er zich van bewust dat Debruin haar nauwlettend in de gaten hield. Ieder van haar antwoorden wikte en woog. Wat wilde de commissaris van haar? Ze wist van zijn eigenzinnige aanpak af. Dat iedereen binnen het korps hem met rust liet omdat hij resultaten haalde. Zijn zware politieke connecties via zijn vader zorgde ervoor dat politici in een grote boog om hem heen liepen want geen enkele politicus die gehecht was aan zijn politieke loopbaan wilde of beter durfde in conflict gaan met de oude Debruin. Het parket over het algemeen een politieke broeihaard en vergeven van politieke benoemingen en machtsspelletjes behandelde Debruin met zijden handschoentjes. Het verhaal van de parketmagistraat die zich ooit eens laatdunkend had uitgelaten over Debruin in de pers deed nog steeds de ronde in het gerechtsgebouw als een boeman verhaaltje voor het slapen gaan. Wat er ook van waar moge wezen feit is wel dat die parketmagistraat heel snel heeft ingezien dat zijn gerechtelijke carrière op een ijskoud spoor was beland en er geen politieke loopbaan meer voor hem was weggelegd. Een telefoontje van papa Debruin was schijnbaar genoeg om een loopbaan te torpederen. Merel probeerde het gevoel te verdringen dat ze onder een microscoop lag en probeerde kalm en logisch te antwoordden op zijn vraag. De conclusie die ze op de plaats delict had getrokken lag voor de hand. Maar als Debruin het haarfijn uitgelegd wilde hebben dan zou ze het hem haarfijn uitleggen ook:

    “ Een jonge vrouw wordt om zeven uur in de ochtend poedelnaakt en in een vreemde pose dood aangetroffen in het riet naast het jaagpad aan de Dijle. Voor ieder element in deze zin afzonderlijk kan er een logische verklaring gegeven worden die op zich onschuldig is waardoor deze zaak geen misdrijf hoeft te zijn. Het kan een studente zijn met zorgen om haar studies of een vriendje die tijdens de nacht even wilde gaan wandelen om haar gedachten te verzetten en dood is neergevallen. Een aangeboren defect aan het hart of een aneurisme in het hoofd. Als ze dicht bij de plek woonde waar ze werd gevonden zou dat de afwezigheid kunnen verklaren van een GSM of sleutels en handtas. Niet waarom ze geen kleren aanheeft of in die pose ligt. Misschien is het een exhibioniste die erop kickt om tijdens de nacht in haar blootje rond te lopen in de natuur. Weer is de vraag waarom die pose en waar zijn haar kleren en andere spullen? Iemand die in acute lichaamsnood verkeert waaraan ze snel lijkt te zijn overleden gaat er niet zo bijliggen. Misschien is het een studente die als onderdeel van een of andere verknipte doop van punt A naar punt B in der blootje moest lopen. Maar waarom zouden haar medestudenten haar zo achter gelaten hebben als ze plots dood in elkaar was gezakt? Trouwens het is ongeveer zes maanden te laat of te vroeg voor dit soort stunts met studenten. Ook al zou het zoiets zijn en is haar dood een natuurlijke dan nog zouden diegenen die haar zo achterlieten vervolgd moeten worden. Minstens voor het niet bieden van hulp aan een persoon in nood en om ze in de rechtbank letterlijk met het wetboek om de oren te kunnen slaan wegens lijkenschennis en idioterie al is dat laatste helaas niet strafbaar.”

    Debruin gromde instemmend.

    “ Wat vind je van het loze vissertje die de melding maakte?”

    Merel trok maar een heel klein beetje haar schouders op maar het was voldoende voor Debruin om het op te merken:

    “ Ik denk dat de man is wie hij zegt te zijn en wat hij op het eerste zicht lijkt te zijn. Een onschuldige voorbijganger die een lijk ontdekte. Dat zijn verhaal klopt. Maar dat is natuurlijk aan jullie om uit te vissen.”

    Debruin zag de pretlichtjes in haar ogen toen ze de woordspeling maakte:

    “ Op mij kwam de man op een gepaste manier geschokt over. Geen sensatiezoeker want ik heb zijn GSM met een smoesje in handen gehad. Er stonden geen selfies met het lichaam in het geheugen. Er stonden hoegenaamd helemaal geen foto's in de GSM en ik twijfel of de man wel weet hoe hij met dat ding een foto moet maken.”

    “ Is er jou iets bijzonders opgevallen op of rond het lichaam? Iets waarvan je dacht of aanvoelde dat het niet helemaal klopte?”

    Debruin zag dat ze een lichte blos kreeg op de wangen. Hij vroeg zich af of ze het zelf op tafel zou gooien of dat hij het eruit zou moeten trekken. Als ze er zelf mee zou komen zou hij haar vandaag nog een aanbod doen. Moest hij het eruit sleuren dan zou ze weer voor een tijdje in de coulissen van de geüniformeerde dienst verdwijnen en dat zou hij jammer vinden.

    “ Ja en nee.”

    Antwoordde Merel enigszins onzeker.

    “ Wat bedoel je? Is het nu ja of is het nee?”

    “ Allebei eigenlijk.”

    “ verklaar jezelf.”

    “ Wel er was een duidelijke geur van lavendel bij het lichaam. Het deed me denken aan de wasverzachter die mijn moeder gebruikt. En er waren rozen in de buurt van het slachtoffer. Bloemen die daar door iemand moeten zijn achtergelaten. Dat is wat ik bedoelde met ja.”

    “ En wat bedoel je dan met nee?”

    De blos op haar wangen kwam terug en was deze keer dieper van kleur.

    “ Het klinkt misschien vreemd maar ik heb ooit je lezing op de politieschool over seriemoordenaars bijgewoond. In die lezing had je het onder meer over moordenaars die een plaats delict of een lichaam in scene zetten. Als voorbeeld gebruikte je onder meer foto's van de slachtoffers van The Boston Strangler. Het lichaam, de pose en de strik rond haar hals deden me denken aan één van zijn slachtoffers.”

    Met geveinsde verbazing zei Debruin:

    “ Dit doet jou denken aan Albert DeSalvo?”

    “ Nee!”

    Zei ze zeer resoluut, misschien iets harder dan ze zelf had gewild:

    “ Ik zei The Boston Strangler. U weet maar al te goed dat er steeds meer twijfel bestaat aan de schuld van DeSalvo zeker nu DNA testen hem van minstens één van die moorden lijken vrij te spreken. Dat zei u drie jaar geleden al op de politieschool nog voor die nieuwe DNA-testen werden gedaan. En als ik me niet vergis heeft uw goede vriend professor Brussels dat jaren daarvoor al verkondigd.”

    Ze wist dat ze zich niet vergiste want Markus Brussels had er een boek over geschreven en dat boek stond in haar boekenkast op een prominente plek. Zo het was eruit dacht ze. Ze was tegen het hoofd van de Leuvense afdeling geweldsdelicten begonnen over een seriemoordenaar uit de jaren zestig van de vorige eeuw. En ze had het persoonlijk gemaakt door de commissaris te verbeteren en zijn vriendschap met één van de grootste autoriteiten op het gebied van seriemoord aan te kaarten. Debruin zat haar met licht samen geknepen ogen aan te kijken. Hij haalde zijn roltabak tevoorschijn, rolde traag een sigaret en stak die op tegen alle regels van het roken in openbare gebouwen in. Alsof hij haar wilde demonstreren dat de regels voor hem niet van toepassing waren. Dat hij op deze afdeling de absolute monarch was die regeerde bij de gratie Gods. Met enig plezier had hij vastgesteld dat ze had willen terugslaan nadat ze in het DeSalvo valletje was getrapt. Debruin stopte de bandopname. Tegen hoofdinspecteur Debrouwer moest hij niets zeggen. Die stond op nam zijn notitieblok, zijn koffiemok en de dictafoon en liep terug naar zijn eigen plek. Terwijl Debruin langzaam aan zijn sigaret lurkte overliep hij in zijn hoofd heel snel wat hij over inspecteur Merel Verhaege wist of meende te weten:

    “ Ze heeft leiderskwaliteiten dat was deze morgen wel gebleken. De politieschool voltooid met zowat de hoogste cijfers. Hij had gezien dat haar cijfers maar een fractie onder die van hemzelf hadden gelegen. Voor wat dat waard was tenminste. Er zaten zowat twintig jaar tussen zijn afstuderen en dat van haar. De vakken, de inhoud en de toetsing laggen intussen heel anders. Het was de instructeurs niet ontgaan dat ze in haar klas als vanzelf naar boven kwam drijven als één van de leiders. Altijd gemotiveerd, een echte teamspeler die het opnam voor de zwakkere schakels. Op technische vakken scoorde ze zonder uitzondering heel hoog. Maar het was niet dat ze zich die kennis eigen maakte door alleen maar te blokken. Ze begreep de leerstof, voelde die als het ware aan. Voor de politieschool was ze magna cum laude, weer net als hijzelf, afgestudeerd in de richting criminologie aan de universiteit van Leuven en op dit moment was ze naast haar baan opnieuw begonnen met studeren. Forensische psychologie, een zijtak van de psychologie die nog min of meer in de kinderschoenen stond. Ze was nog jong bedacht hij zich, net geen vijfentwintig. Te jong om door hem weggeplukt te worden uit de gewone dienst en onder zijn vleugels te nemen? Hoe oud was hijzelf geweest toen zijn eigen mentor hem had opgevist? Zelfde leeftijd ongeveer. Ze was niet bang om de waarheid of iets gevoeligs op tafel te leggen tegenover iemand die hoger in rang was ook al zou dat niet goed kunnen aankomen. The Boston Strangler potverdikke. Precies waar hij ook aan had gedacht toen hij de strik rond de hals van het slachtoffer had gezien.”

    Debruin drukte zijn sigaret hard uit in wat eruit zag als een asbak gemaakt door een kind op school. Wat hem in feite het besluit al had doen nemen was het feit dat ze hem zonder verpinken had verbeterd. Dat het bijlange na niet meer duidelijk was dat Albert DeSalvo en The Boston Strangler één en dezelfde persoon waren. Debruin zag twee dingen. Hij zag dat Merel Verhaege zich ongemakkelijk begon te voelen onder zijn stilzwijgen. En hij zag Tuur Wendels de vaste partner van Debrouwer binnen komen. Een kleine hoofdbeweging was genoeg om hem te vragen of het alibi en het verhaal van de visser klopten. Wendels hoefde alleen maar terug te knikken om dat te bevestigen. Merel had deze woordeloze conversatie gadegeslagen. De mannen die hier werkten waren het levende bewijs van Darwins evolutietheorie. De moderne mens was afkomstig van een oermens die geen taal had. Sommige mannen stonden schijnbaar nog heel dicht tegen deze oermens aan gelet op hun voorkeur om taalloos met elkaar te communiceren. Ze wist echter ook dat dit het gevolg was van mensen die al langere tijd heel nauw met elkaar samenwerkten, waarbij de groepsdynamiek en structuur heel duidelijk waren en die elkaar volkomen vertrouwden.

    “ De strik? Is dat het wat je aan The Strangler deed denken?”

    Weer kreeg ze een blos op der wangen maar antwoordde ze zonder aarzelen:

    “ Nee. De strik viel me eerst niet op. Het waren haar opengesperde benen. Het feit dat het eerste waar je tegen aan keek haar geslachtsdeel was. The Strangler heeft een aantal van zijn slachtoffer zo neergelegd zodat het eerste wat de speurders zouden zien het geslacht van een vrouw was. Toen hij actief was zag je niet zomaar blote geslachtsorganen zeker niet in puriteins Amerika. Dus de mentale schok zal er ook naar geweest zijn voor de speurders. In onze moderne tijd waar de meest schokkende porno bereikbaar is met een paar muisklikken zou dat minder moeten zijn. Ik heb best al wat gezien en ik zou mezelf niet als preuts omschrijven maar toch was ik geschokt en afgeleid van het hele plaatje. Volgens mij is de pose zijn manier om de politie duidelijk te maken dat hij meester is van de situatie. Alsof hij wil zeggen kijk eens wat ik durf pak me dan als je kan.”

    Debruin ging achteroverleunen in zijn bureaustoel, sloot zijn ogen en liet zijn vulpen heen en weer gaan tussen zijn vingers alsof het een miniatuur batonstokje was.

    “ En wat verteld jou dat over de moordenaar?”

    Ze deed er een paar seconden het zwijgen toe en zei toen zacht alsof ze niet wilde dat iemand anders ook haar woorden zou horen:

    “ Het verteld me dat deze vent zal doorgaan met moorden als we hem niet kunnen stoppen en dat dit naar alle waarschijnlijkheid niet zijn eerste moord is.”

    Debruin gromde iets wat in de verte op instemming met haar woorden leek en weer flitste het beeld van een oermens in een grot door haar hoofd. Hij ging rechtop zitten en keek haar strak in de ogen:

    “ Inspecteur Verhaege, ik wil u een officieel voorstel doen.”

    Ergens had ze dit in de loop van het gesprek wel zien aankomen maar toch schrok ze er nog een beetje van.

    “ Ik heb een vacature op deze afdeling en zou graag willen dat je een tijdje proef draait. Het is heel simpel tenminste als je tegen een stootje kunt.”

    Dat laatste had hij met een gespeeld gemeen lachje om de mond gezegd en nu peilde hij haar reactie.

    “ Ik denk wel tegen een stootje te kunnen commissaris.”

    “ Daar twijfel ik geen seconde aan Merel. Je zorgt dat je hier terug bent op dertien uur precies, das de militaire klok en militaire stiptheid vanaf nu! Waar ik ga daar volg je. Je bent mijn chauffeur, mijn secretaresse, mijn loopjongen, mijn persoonlijke lijfeigene. Je bent het manusje-van-alles voor de dienst. De grootste en meest vervelende routine klussen zullen zonder uitzondering op jou schouders vallen omdat je de nieuwe aanwinst bent, omdat je het vak moet leren en omdat je het klappen van de zweep moet leren kennen. Maar bovenal wil ik dat je luistert en leert, dat je mijn tweede paar ogen bent, dat je me op zaken attent maakt als ik iets dreig te vergeten of uit het oog te verliezen. Wat zeg je ervan?”

    “ Houdt dat ook in dat ik uw kleren moet ophalen bij de droogkuis?”

    Debruin stak zijn hand uit over het bureaublad:

    “ Absoluut!”

    Ze nam zijn hand en schudde die

    “ In dat geval zal het me een eer zijn je hemden op te halen.”

    Zei ze met een glimlach. Debruin wuifde haar weg:

    “ Straks dertien uur in burger voor je eerste teambespreking.”

    Merel Verhaege stond recht met een warm gevoel in haar buik en rubberen knieën van opwinding over de baan die ze net aangeboden had gekregen. Toen ze bijna bij de deur was hoorde ze de zware stem van haar nieuwe baas:

    “Verhaege, heeft je mama je nooit geleerd dat het soms okay is om in een hoekje te gaan zitten en je wonden te likken?”

    Hij herinnerde zich dus weer waar ze elkaar vandaan kenden. Zonder zich om te draaien antwoordde ze:

    Jawel, maar mijn papa heeft me geleerd dat er geen schande is om telkens opnieuw te proberen tot je slaagt.”

    “ Schande niet nee. Blauwe plekken en spierpijn des te meer Verhaege...”




    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail
    URL
    Titel *
    Reactie * Very Happy Smile Sad Surprised Shocked Confused Cool Laughing Mad Razz Embarassed Crying or Very sad Evil or Very Mad Twisted Evil Rolling Eyes Wink Exclamation Question Idea Arrow
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (0)

    Foto

    Archief per week
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs